Op 4 november 2022 (jaarnummer 8945) keurde het college de deelname van stad Antwerpen, afdeling Stadsontwikkeling/Klimaat en Leefmilieu (SW/K&L), aan het project Cities for Open and Participative Planning for Electricity Grid Resilience (vrij vertaald als Steden voor open en participatieve planning van een veerkrachtig elektriciteitsnet) of COPPER, goed. Het project werd ondertussen door het uitvoerend comité van het Interreg Noordzee-programma, het subsidieprogramma voor grensoverschrijdende samenwerking tussen regio’s grenzend aan de Noordzee, geselecteerd voor financiering.
COPPER wijst op het snel toenemende belang van de productie van hernieuwbare energie en het aanwenden ervan in bijvoorbeeld duurzame elektrische verwarmingssystemen of elektrische mobiliteit. Door die toename zal de Europese elektriciteitsnetcapaciteit moeten verdubbelen tegen 2050. Het net moet bovendien kunnen omgaan met veel meer energieflexibiliteit en -opslag. De distributienetbeheerders die verantwoordelijk zijn voor stedelijke elektriciteitsnetten hebben vaak onvoldoende capaciteit om snel genoeg op die verandering in te spelen, wat op termijn kan leiden tot energiecongestie, een vertraging van investeringen in hernieuwbare energie en dus een vertraging in het behalen van klimaatdoelstellingen.
In het project zullen steden samen slim gestuurde pilootprojecten over hernieuwbare energie opzetten om de veerkracht van het elektriciteitsnet te vergroten en kennis uit te wisselen. Dit gebeurt door te voorzien in een gestructureerd planproces voor elektriciteitsnetwerken tussen steden en distributienetbeheerders, die een belangrijke stakeholdergroep van het project vormen, en gezamenlijke actieplannen in samenwerking met lokale stakeholders, zoals burgers of projectontwikkelaars. De deelnemende partners willen daarmee een pioniersrol vervullen op gebied van slimme netwerken, de invoering van duurzame energie, energieopslag, en Power-to-X-oplossingen.
Stad Antwerpen neemt deel in functie van de opportuniteiten rond hernieuwbare energie van het Klimaatplan 2030 en en het Stedelijk klimaatcontract Linkeroever Klimaatneutraal 2030 vanuit een sterke, bestaande samenwerking met distributienetbeheerder Fluvius. Naast coördinator Gent zijn dit onder meer de andere partners:
Art. 8 van het besluit van de gemeenteraad van 25 maart 2019 (jaarnummer 154): het college is bevoegd om namens de stad Antwerpen in te tekenen op projectoproepen die worden georganiseerd door een hogere overheid en om met diezelfde overheid daarover overeenkomsten te sluiten.
De afdeling Stadsontwikkeling/Klimaat en Leefmilieu (SW/K&L) bevestigt dat het project zeer sterk aansluit bij de bepalingen van het Klimaatplan 2030 in kader van de duurzame energietransitie, en de transitie naar een verduurzaming van de warmtevraag en het warmteaanbod (gemeenteraad van 14 december 2020, jaarnummer 775). Een speerpunt daarin is het maximaal verkennen van mogelijkheden van hernieuwbare energie, energiedelen en energieopslag, en de verduurzaming van de warmtevraag via warmtenetten en warmtepompen. Het projectvoorstel sluit dus ook goed aan bij de Strategische Energievisie Antwerpen (college van 27 april 2020, jaarnummer 2485).
Rol stad Antwerpen
Ten eerste zal de stad in het project de inzichten van de Strategische Energievisie Antwerpen evalueren. De visie maakt op basis van technische en economische parameters en het stedelijke weefsel aanbevelingen, met focus op Linkeroever, voor warmtenetten en elektrische warmtepompen in de hele stad. Voor de wijk Linkeroever wordt er een warmtetransitieplan ontwikkeld. Hieruit zal duidelijk worden welke buurten, op basis van gebouwtypologie, het meest geschikt zijn voor een warmtenet of all-electric verwarmingsoplossingen (bv. warmtepompen). Dit plan is een integraal onderdeel van het COPPER pilootproject dat zal plaatsvinden in de wijk Linkeroever. Nieuwe ontwikkelingen en inzichten in de markt voor warmtepompen en inzichten uit het pilootproject op Linkeroever bieden de gelegenheid om de resultaten van de Strategische Energievisie Antwerpen (SEViA) binnen dit project te updaten. Dat kan leiden tot een herijking van de wijkverwarmingsplannen of een basis vormen voor een volledig elektrisch beleid, zowel stimulerend als faciliterend.
Ten tweede zal de stad demonstratieprojecten faciliteren op Linkeroever over slimme laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op privaat domein. Een sterke toename van private elektrische voertuigen in combinatie met all-electric verwarmingsoplossingen op het elektriciteitsnet kan een grote uitdaging vormen voor de netbeheerder. De demonstraties zullen focussen op technieken die de (piek)belasting van die voertuigen kunnen verlichten. Daarbij wordt ook gekeken naar slimme bidirectionele laadsystemen. De testlocaties worden binnen het project vastgelegd en kunnen gaan van nieuwe ontwikkelingen met voldoende parkeerruimte tot appartementsgebouwen met parkeerruimte in een masterplanbegeleiding collectieve renovatie. Het verkennen van opties voor het opladen van elektrische voertuigen in combinatie met grote warmtevragers, zoals appartementsgebouwen, en het integreren van elektrische voertuigen met warmtepompen in eengezinswoningen staat centraal. Het benutten van technologieën, zoals batterijcontainers, zonnepanelen en bidirectionele laadpalen, is van essentieel belang om meer flexibiliteit en opslagcapaciteit te creëren.
Voor beide aspecten wordt tijdens de uitvoering een erg nauwe afstemming opgezet met distributienetbeheerder Fluvius, die het project steunt via een engagementsverklaring.
De projectactiviteiten worden opgenomen door de afdeling Stadsontwikkeling/Klimaat en Leefmilieu. Het project wordt gedeeltelijk uitgevoerd vanuit het bestaande personeelskader, en gedeeltelijk door een tijdelijke verhoging van het personeelskader (1 VTE) gedurende de looptijd van het project.
Afspraken worden opgenomen in een partnerschapsovereenkomst (Partnership Agreement) tussen de project coördinator en projectpartners. Dat document is grotendeels gebaseerd op een standaardovereenkomst en omvat afspraken over betalingsschijven, aansprakelijkheid, intellectuele eigendom en licenties.
Het college wordt gevraagd om de partnerschapsovereenkomst goed te keuren en te ondertekenen.
Het projectbudget voor stad Antwerpen bedraagt 582.023,00 euro, bestaande uit personeelskosten (400.020,00 euro), overhead (60.003,00 euro), reiskosten (9.000,00 euro), werkingskosten (63.000,00 euro) en uitrusting en meetapparatuur (50.000,00 euro). Projectvoorstellen die geselecteerd worden voor financiering in het Interreg Noordzee Regio-programma kunnen rekenen op een subsidiepercentage van 60%. De stedelijke cofinanciering (40% of 232.809,20 euro) wordt voorzien vanuit eigen middelen.
De uitgaven en de ontvangsten werden reeds ingeschreven bij meerjarenplan nummer 7 en gekoppeld aan subsidiefiche SBT11406 op volgende boekingsadressen:
Voor dit project werd 1VTE op A-niveau aangeworven voor de looptijd van 2024 tot en met 2027. Er werd 40% verschoven naar de personeelslijn.
Het college keurt de deelname aan het Interreg Noordzee-project 'COPPER' goed en ondertekent de partnerschapsovereenkomst in bijlage.