Terug
Gepubliceerd op 29/04/2024

2024_CBS_03529 - Omgevingsvergunning - OMV_2024002575. Van den Hautelei 7. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/04/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_03529 - Omgevingsvergunning - OMV_2024002575. Van den Hautelei 7. District Deurne - Goedkeuring 2024_CBS_03529 - Omgevingsvergunning - OMV_2024002575. Van den Hautelei 7. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024002575

Gegevens van de aanvrager:

de heer Zeev Sorotzkin met als adres Prins Albertlei 12 te 2600 Berchem

Ligging van het project:

Van den Hautelei 7 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 31 sectie B nr. 437G4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen, uitbreiden en het vermeerderen van het aantal woongelegenheden bij een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/12/2023: statusrapport (20231229) voor meergezinswoning met 2 woonentiteiten;

-          28/05/1959: toelating (627#19023) voor een verbouwing.

 

Toestand bij de inwerkingtreding van het gewestplan

-          functie: meergezinswoning met 2 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak;
  • bouwdiepte van het hoofdvolume van 8,2 m;
  • bouwdiepte van de aanbouw over 2 bouwlagen (rechterzijde) tot op 11,3 m;
  • bouwdiepte van de aanbouw over 3 bouwlagen (linkerzijde) tot op 13,7 m;
  • open ruimte van circa 27 m²;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in lichtbruine baksteen;
  • plint en raamkaders in blauwe hardsteen;
  • achtergevel in rode baksteen;
  • voorgevelschrijnwerk in hout;
  • balkon met ijzeren borstwering;

-          inrichting: voortuin met enkel noodzakelijke toegang verhard.

 

Bestaande toestand

-          functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak;
  • bouwdiepte van de uitgebreide aanbouw over 3 bouwlagen tot op 13,7 m;
  • 2 terrassen aan de achtergevelzijde;
  • open ruimte van circa 22 m²;
  • interne constructieve verbouwingen;

-          gevelafwerking:

  • achtergevel in witte crepi;
  • voorgevelschrijnwerk in wit PVC;

-          inrichting:

  • volledig verharde achtertuin;
  • volledig verharde voortuin.

 

Nieuwe toestand

-          functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak;
  • bouwdiepte van de aanbouw over 3 bouwlagen tot op 13,7 m;
  • 2 terrassen aan de achtergevelzijde;
  • open ruimte van circa 22 m²;
  • interne constructieve verbouwingen;

-          gevelafwerking:

  • achtergevel in witte crepi;
  • voorgevelschrijnwerk in wit PVC;

-          inrichting:

  • achtertuin met verhardingen en groenzone;
  • voortuin met enkel verharding voor de noodzakelijke toegang.

 

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3;

-          uitbreiden van het bouwvolume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          inrichten van de voor- en achtertuin.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

7 februari 2024

11 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

7 februari 2024

8 februari 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

7 februari 2024

14 februari 2024

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

7 februari 2024

20 februari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt: Er wordt geen bovengrondse infiltratie voorzien.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende) punt(en):

  • artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte: De netto-oppervlakte voor een buitenruimte bedraagt minimum 4 m², vermeerderd met 2 m² per bijkomende slaapkamer. Het ontwerp voldoet hier niet aan.
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: De bijkomende woongelegenheid heeft geen fietsstalplaats op eigen terrein.
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: Er is geen parkeergelegenheid op eigen terrein.                                                                                                     
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: Voor scheidingsmuren geldt dat een opstand van 0,30 meter dient te worden voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakdeel. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal worden bekleed. Uit de plannen is het onvoldoende duidelijk of deze opstand wordt voorzien volgens de bepalingen van dit artikel.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft het regulariseren van een bijkomende woongelegenheid bij een bestaande meergezinswoning. Het aantal woongelegenheden neemt hierdoor toe van twee naar drie. De bestaande woonfunctie wordt niet aangetast en blijft inpasbaar in het woongebied.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Deze aanvraag wordt ingediend ter regularisatie van een bijkomend appartement in een bestaande meergezinswoning alsook voor een beperkte uitbreiding.

 

Bij het appartement op het gelijkvloers werd achteraan rechts ten opzichte van de laatst vergunde toestand een inham dichtgebouwd waarna dit extra volume bij de woonruimte van dit appartement gevoegd werd. De totale bouwdiepte van het gelijkvloers wordt hierdoor 13,77 meter en dit over de volledige perceelsbreedte.

Voor deze werken werd de scheidingsmuur aan de rechterzijde beperkt aangepast.

De voorgestelde bouwdiepte was op het gelijkvloers voor het grootste deel reeds aanwezig en vergund. De beperkte uitbreiding is dan ook ruimtelijk inpasbaar.

 

Twee van de drie woongelegenheden, meer bepaald deze op de verdiepingen, voldoen niet aan artikel 28 van de bouwcode. De buitenruimtes, terrassen, bij deze beide appartementen hebben een oppervlakte van circa 2,4 m², wat minder is dan de minimale vereiste van 4 m². Aangezien het hier appartementen betreft met één ruime slaapkamer en waarbij de oppervlakte van de overige verblijfsruimtes in verhouding staan tot deze ene slaapkamer, kan er afgeweken worden van artikel 28 van de bouwcode en worden de bestaande buitenruimtes als toereikend beschouwd.

 

De voortuin wordt behoudens de noodzakelijke toegang onthard en groen aangelegd. Dit is positief.

De achtertuin werd bijna volledig verhard, behoudens twee groenstroken. Dit is conform de bouwcode.

 

Visueel-vormelijke elementen

Ten opzichte van de vergund geachte toestand werd het houten schrijnwerk in de voorgevel vervangen door wit PVC schrijnwerk. Wit schrijnwerk komt voor bij meerdere gebouwen in de omgeving en is inpasbaar in het straatbeeld.

 

Ter hoogte van de achtergevel werd het houten schrijnwerk ook vervangen door schrijnwerk in wit PVC. Verder kreeg de achtergevel een nieuwe afwerking in witte crepi. Deze afwerking voor de achtergevel is in overeenstemming met de stedelijke context.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag wijkt, door het ontbreken van een bovengrondse infiltratie, af van de gewestelijke verordening hemelwater. Het voorzien van deze infiltratie wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd.

 

Het is onduidelijk of de gewijzigde scheimuur aan de rechterzijde een opstand van minimaal 0,30 meter heeft ten opzichte van het hoogst aanpalende dak. Om zich in regel te stellen met artikel 34 van de bouwcode, waarin deze minimale opstand een vereiste is om risico op brandoverslag te voorkomen, zal als voorwaarde opgelegd worden om een dakbekleding te voorzien die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. Er zijn momenteel 2 woongelegenheden geacht vergund. In de nieuwe plannen zijn 3 wooneenheden voorzien. Er komt dus 1 wooneenheid bij.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Voor de bijkomende woning is de werkelijke parkeerbehoefte 1.

 

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen

De te regulariseren woongelegenheid zal tevens moeten voldoen aan artikel 29 van de bouwcode wat concreet betekent dat er een stalplaats voor twee fietsen voorzien moet worden. Deze kunnen eventueel in de kelder worden ondergebracht. Dit zal als voorwaarde bij de vergunning worden opgelegd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. Er dienen in het pand twee fietsenstalplaatsen voorzien te worden conform artikel 29 van de bouwcode.
  1. Er dient een bovengrondse infiltratie voorzien te worden conform de gewestelijke hemelwaterverordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 januari 2024

Volledig en ontvankelijk

7 februari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

7 april 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

7 mei 2024

Verslag GOA

18 april 2024

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. Er dienen in het pand twee fietsenstalplaatsen voorzien te worden conform artikel 29 van de bouwcode.
  1. Er dient een bovengrondse infiltratie voorzien te worden conform de gewestelijke hemelwaterverordening.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.