Terug
Gepubliceerd op 29/04/2024

2024_CBS_03476 - Omgevingsvergunning - OMV_2024012649. Sint-Jobstraat 20-22. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/04/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_03476 - Omgevingsvergunning - OMV_2024012649. Sint-Jobstraat 20-22. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_03476 - Omgevingsvergunning - OMV_2024012649. Sint-Jobstraat 20-22. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024012649

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV Scaldis Stevedoring Cy. Ltd. (0404795252) met als adres Van Aerdtstraat 33 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Sint-Jobstraat 20-22 te 2060 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 239B2 en 239S6

waarvan:

 

-          20240129-0024

afdeling 7 sectie G nrs. 239B2 en 239S6 (Bemaling Scaldis Stevedoring)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het exploiteren van een tijdelijke bemaling noodzakelijk voor de uitvoering van de bouwkundige werken en een verzoek tot drie bijstellingen

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een grondwaterbemaling technisch noodzakelijk voor de realisatie van een ondergrondse kelder en een verzoek tot drie bijstellingen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling Scaldis Stevedoring
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

33,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

33,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

73.000,00 m³/jaar

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Bemaling Scaldis Stevedoring

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

1) Artikel 4.2.3.1.3°: Afwijking van het indelingscriterium (IC).

 

2) Bijlagen 4.2.5.1 en 4.2.5.2: Afwijking op de verplichting voor de plaatsing van debietsmeet- en bemonsteringsapparatuur (meetgoot en speciale meetapparatuur).

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

1) 100 ng/l per individuele PFAS-parameter.

 

2) Er wordt een staalnamekraan voorzien, de debietsmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II artikel 5.53.3.32. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen

7 maart 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

7 maart 2024

3 april 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Voor het betreffend perceel is een aanvraag lopende. Momenteel is deze nog niet beslist door het college.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Een nieuwe meergezinswoning wordt gebouwd na sloop van twee panden ter hoogte van de Sint-Jobstraat 20-22 te 2060 Antwerpen.

 

De aanvraag omvat de exploitatie van een tijdelijke bemaling klasse 2 die noodzakelijk is voor de aanleg van een kelder van één ondergrondse verdieping.

Hiervoor is een tijdelijke verlaging van de grondwatertafel noodzakelijk tot onder de uitgravingsdiepte van de bouwput (maximaal 5 m-mv). Er worden twee liftputten (auto- en personenlift) voorzien. Bovendien worden drie bijstellingen op de sectorale voorwaarden gevraagd evenals één verhoogde lozingsnorm.

 

Bemaling

De bouwput heeft een maximale afmeting van circa 15 bij 18,5 meter, een oppervlakte van circa 278 m², en wordt voorzien van grondkerende wanden. Het volledige projectgebied zal voor de kelder worden uitgegraven (Tabel 1). In de bouwput wordt verdiept uitgegraven ter hoogte van de autoliftput (+0,9 mTAW) en de personenlift (+0,4 mTAW). Er wordt uitgegaan van de hoogst gekende grondwaterstand van 1,52 m-mv.

 

Tabel 1: Overzicht van de uitgravings- en bemalingspeilen voor de bouwwerken

Zone

Diepte uitgraving

(mTAW)

Bemaling

(mTAW)

Grondwater verlaging

(m)

Maaiveld

4.79

-

-

Onderkant funderingsplaat

1.87

1.37

1.90

Onderkant autoliftput

0.87

0.37

2.90

Onderkant personenliftput

0.37

-0.13

3.40

 

De bemaling zal uitgevoerd worden met een klassieke gravitaire filterbemaling met peilsturing, waarbij de filters op 10 meter diepte worden aangezet en met een tussenafstand van 3 à 4 meter rond de bouwput worden geplaatst. Ter hoogte van de liftputten wordt een apart lokaal filterkader voorzien, aangesloten op een aparte zuigerpomp.

 

Het gesimuleerde opstartdebiet bedraagt maximaal 33 m³/uur of 792 m³/dag, terugvallend in stationaire toestand tot circa 17 m³/uur of 408 m³/dag. Voor de liftputten zal bijkomend tot 360 m³/dag of 15 m³/uur opgepompt worden. In totaal zal 73.000 m³ grondwater opgepompt worden met een bemalingsduur van 180 dagen.

De invloedstraal van de bemaling bedraagt maximaal 500 meter in oostelijke- en westelijke richting, en circa 700 meter naar het zuiden.

 

Zettingen

De theoretische zettingen zijn bepaald op basis van sonderingen beschikbaar op DOV (Databank Ondergrond Vlaanderen) ter hoogte van het projectgebied.

Er werd onderzocht of er overschrijdende zettingen optreden bij een algemene drempelwaarde van 20 mm.

 

Uit de theoretische zettingsberekeningen in de bemalingsstudie blijkt dat er geen onaanvaardbare zettingen worden verwacht onder invloed van de bemaling.

Er wordt geadviseerd om de zettingsberekeningen ook uit te voeren met de data van de sonderingen welke nog uitgevoerd zullen worden ter hoogte van de projectsite, na afbraak van de bestaande bebouwing.

 

Gezien het project gelegen is in een bebouwd woongebied en in de nabijheid van onroerend erfgoed is het van belang om de zettingen te monitoren vanaf de start tot het einde van de bemaling. Een bijzondere voorwaarde hierover wordt opgelegd.

 

Bodemverontreinigingen

Binnen de invloedstraal van de bemaling zijn er OVAM-bodemdossiers gekend.

Alle dossiers binnen de 0,2 meter grondwaterverlagingscontour werden gescreend op aanwezigheid van mobiele grondwaterverontreinigingen en besproken in de bemalingsnota. Uit de screening van deze dossiers blijkt dat er zo goed als geen mobiele grondwaterverontreinigingen voorkomen.

 

Ter hoogte van twee dossiers zouden beperkte grondwaterverontreinigingen aanwezig zijn. In het onderzoek naar de impact van de bemaling op de mobiele verontreinigingen in het grondwater werd rekening gehouden met de retardatiefactoren.

Op basis van een stroombaananalyse in het opgestelde grondwatermodel van de bemalingsstudie wordt de mogelijke verplaatsing van de mobiele verontreinigingen onder invloed van de bemaling aanvaardbaar geacht, en worden er geen nadelige effecten van de bemaling op de grondwaterverontreinigingen in de omgeving verwacht.

 

Waterkwaliteit

De projectsite (Sint-Jobstraat te Antwerpen) is gelegen binnen de 5 tot 10 km PFAS no regret -zone rond Zwijndrecht. Op 27 oktober 2023 werd een grondwaterstaal genomen uit een aanwezige peilbuis op de projectsite voor een kwaliteitsanalyse.

De grondwaterstalen werden geanalyseerd op het Standaard Analyse Pakket (SAP) en PFAS.

De analysecertificaten werden toegevoegd aan de bemalingsstudie.

Uit de analyseresultaten blijkt dat alleen voor de PFAS-parameters de rapportagegrens van 20 ng/liter wordt benaderd of overschreden.

 

In dit dossier wordt voor alle PFAS-verbindingen een verhoogde lozingsnorm van 100 ng/liter aangevraagd. Er wordt tevens een waterzuiveringsinstallatie (WZI) mee opgenomen in de vergunningsaanvraag. Indien uit de monitoring blijkt dat de aangevraagde lozingsnormen niet gehaald kunnen worden zonder behandeling, zal het bemalingswater gezuiverd worden met behulp van een waterzuiveringsinstallatie vooraleer het geloosd wordt.

 

Lozing afvalwater

De exploitant voorziet het bemalingswater te lozen in de gemengde riolering van de Sint-Jobstraat te 2060 Antwerpen (RWZI Antwerpen-Zuid).

 

Vanwege de beperkte beschikbare ruimte op de projectsite is oppervlakkige herinfiltratie niet mogelijk. Park Spoor Noord ligt ten noorden van het projectgebied, aan de overzijde van de straat Viaduct-Dam. De mogelijkheid van oppervlakkige infiltratie in dit park is onderzocht. Speciale zones zijn aangelegd in Park Spoor Noord voor waterinfiltratie.

Uit correspondentie met de stad Antwerpen in het kader van een ander bemalingsproject in Park Spoor Noord (2021) bleek dat deze infiltratiebekkens alleen voorzien zijn voor het bufferen van afstromend regenwater in het park. Het volume is berekend om regenwater van zware buien tijdelijk te bufferen en binnen 24 uur te laten infiltreren. Het voorstel om bemalingswater in de bekkens te infiltreren werd voor een eerder project geweigerd vanwege de mogelijke capaciteitsbeperkingen van de bekkens om zowel bemalingswater als afstromend regenwater te infiltreren.

 

Bovendien is hergebruik van het bemalingswater door derden niet mogelijk vanwege de aanwezigheid van PFAS in het grondwater. Daarnaast bevindt er zich geen RWA-leiding binnen een straal van 200 meter rond de projectsite. Het bemalingswater zal worden geloosd in de gemengde riolering van de Sint-Jobstraat. Voor zover voldaan kan worden aan de lozingsvoorwaarden, wordt de lozing in de gemengde riolering gunstig geadviseerd.

 

In geval (de leidingen voor) de afvoer van het bemalingswater het openbaar domein doorkruist dient een toelating inname openbaar domein verkregen worden van de dienst Tijdelijke Werfsignalisatie voor de duur van de bemaling.

 

Bijzonder beschermde gebieden 

Er bevinden zich geen speciale beschermde gebieden of verdrogingsgevoelige elementen binnen de invloedstraal van de bemaling. Park Spoor Noord is gelegen binnen de invloedstraal van de bemaling. In een deel van het park zijn grondwaterverlagingen tot maximaal 50 à 75 cm te verwachten. In het grootste deel is de verlaging beperkt tot minder dan 50 cm.

 

De verdrogingsgevoeligheidskaart toont aan dat Park Spoor Noord nauwelijks kwetsbaar is voor verdroging. Bijgevolg worden geen onaanvaardbare effecten verwacht van de bemaling op het park.

 

Bijstelling sectorale voorwaarden

 

De exploitant vraagt volgende bijstellingen op de sectorale voorwaarden van Vlarem II:

-          Artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat.

-          Bijlage 4.2.5.1. van Vlarem II (Controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters).

De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II, artikel 5.53.3.2. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).

-          Bijlage 4.2.5.2. Controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater. Er wordt een staalnamekraan voorzien.

 

Deze bijstellingen zijn aanvaardbaar gezien het tijdelijke karakter van de bemaling.

 

Advies VMM

 

De Vlaamse Milieumaatschappij dienst Afvalwater en Lucht adviseert gunstig voor:

-          de tijdelijke lozing van bemalingswater met een maximaal debiet van 33 m³/uur 792 m³/dag (rubriek 3.4.2.) in de openbare riolering (RWZI Antwerpen-Zuid);

-          de tijdelijke lozing van bemalingswater via een waterzuivering met een maximaal debiet van 33 m³/uur – 792 m³/dag (rubriek 3.6.3.2.) in de openbare riolering (RWZI Antwerpen-Zuid)

 

De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering en de volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:

 

Parameter (µg/liter)

Geadviseerde bijzondere lozingsnorm (VMM)

PFAS (ind)

0,1

 

 

 

 


-          In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden. 

-          Dit advies is slechts gunstig op voorwaarde dat een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van NV Aquafin bekomen wordt voor de lozing van het bemalingswater op de riolering.

 

Ook de andere voorwaarden die zijn opgenomen in het advies van VMM-dienst afvalwater worden opgenomen als bijzondere voorwaarden.

 

Het advies van VMM-dienst grondwater is stilzwijgend gunstig.

 

Bemalingspompen

In het aanvraagdossier wordt vermeld dat er zuigerpomp(en) voorzien zullen worden voor de bemaling van de kelder en de liftputten. Om geluidshinder naar de bewoonde omgeving te beperken, is het noodzakelijk om de pompen op strategische wijze slim te positioneren.

 

Voorliggende project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier werd tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid doordat de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).

 

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet van toepassing.

 

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Er dienen geen adviezen gevraagd te worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven voor een tijdelijke lozing van het bemalingswater met een debiet van 33 m³/uur, 792 m³/dag en 73.000 m³/jaar over een periode van 180 dagen, al dan niet na behandeling in een WZI. 

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling Scaldis Stevedoring)

33,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling Scaldis Stevedoring)

33,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling Scaldis Stevedoring)

73.000,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer (OMV_2024012649), de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
  1. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis max. 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie: 

- bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt; 

- bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

  1. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden bezorgd aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (pfas@antwerpen.be).
  1. Volgende bijzondere lozingsnormen worden toegestaan:

 

Parameter (µg/l)

Norm

PFAS (ind)

0,1 µg/l


  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
  2. Vóór de start van de bemalingswerken moet met Aquafin een overeenkomst afgesloten worden om het bemalingswater te lozen in de openbare riolering.
  3. In geval (de leidingen voor) de afvoer van het bemalingswater het openbaar domein doorkruist moet een toelating inname openbaar domein verkregen worden van de dienst Tijdelijke Werfsignalisatie voor de duur van de bemaling. Hiervoor kunt u terecht op de volgende website: https://www.antwerpen.be/info/588f2ebd2d2a3c5367597ef6/aanvraag-tijdelijke-inname-van-het-voetpad-fietspad-met-beperkte-signalisatie.
  4. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. Er worden zettingsbakens geplaatst bij de meeste nabije zettingsgevoelige objecten. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:
    - voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
    - week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
    - vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.
    De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie, wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.
  5. De vergunning is pas uitvoerbaar nadat de stedenbouwkundige handelingen vergund worden.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 februari 2024

Volledig en ontvankelijk

7 maart 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

4 mei 2024

Verslag GOA

19 april 2024

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer (OMV_2024012649), de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
  1. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis max. 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie: 

- bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt; 

- bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

  1. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden bezorgd aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (pfas@antwerpen.be).
  1. Volgende bijzondere lozingsnormen worden toegestaan:

 

Parameter (µg/l)

Norm

PFAS (ind)

0,1 µg/l


  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
  2. Vóór de start van de bemalingswerken moet met Aquafin een overeenkomst afgesloten worden om het bemalingswater te lozen in de openbare riolering. 
  1. In geval (de leidingen voor) de afvoer van het bemalingswater het openbaar domein doorkruist moet een toelating inname openbaar domein verkregen worden van de dienst Tijdelijke Werfsignalisatie voor de duur van de bemaling. Hiervoor kunt u terecht op de volgende website: https://www.antwerpen.be/info/588f2ebd2d2a3c5367597ef6/aanvraag-tijdelijke-inname-van-het-voetpad-fietspad-met-beperkte-signalisatie.
  1. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. Er worden zettingsbakens geplaatst bij de meeste nabije zettingsgevoelige objecten. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:

- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting. 

De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie, wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.

  1. De vergunning is pas uitvoerbaar nadat de stedenbouwkundige handelingen vergund worden.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling Scaldis Stevedoring)

33,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling Scaldis Stevedoring)

33,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling Scaldis Stevedoring)

73.000,00 m³/jaar

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een netto bemalingsduur van 180 dagen vanaf de start van de bemalingsactiviteiten.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.