Terug
Gepubliceerd op 29/04/2024

2024_CBS_03478 - Omgevingsvergunning - OMV_2023158948. Kapelsesteenweg 111-113. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/04/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_03478 - Omgevingsvergunning - OMV_2023158948. Kapelsesteenweg 111-113. District Ekeren - Goedkeuring 2024_CBS_03478 - Omgevingsvergunning - OMV_2023158948. Kapelsesteenweg 111-113. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023158948

Gegevens van de aanvrager:

de heer Philippe Snelders met als adres Lage Kaart 371 te 2930 Brasschaat

Gegevens van de exploitant:

NV RESSIMMO (0445695303) met als adres Lage Kaart 371 te 2930 Brasschaat

Ligging van het project:

Kapelsesteenweg 111-113 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 34 sectie E nr. 121Y2

waarvan:

 

-          20231027-0019

afdeling 34 sectie E nr. 121Y2 (Bronbemaling Ressimmo)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een bronbemaling voor een kelder van een appartementsgebouw

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 12 mei 2021 verleende het college een omgevingsvergunning onder voorwaarden voor het bouwen van een eengezinswoning en een meergezinswoning met 5 appartementen (OMV_2021016330).

 

Inhoud van de aanvraag

Het project betreft een grondwaterbemaling die vereist is voor de aanleg van een ondergrondse kelderverdieping. 

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

 

Aangevraagde rubriek(en) Bronbemaling Ressimmo
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

10,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

10,00 m³/uur

53.2.2°a)

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar;

14.096,00 m³/jaar

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

12 februari 2024

8 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvraag omvat de exploitatie van een tijdelijke bemaling klasse 2, die noodzakelijk is voor de aanleg van een ondergrondse kelderverdieping van een appartementsgebouw.

Voor de bouw van de kelder is een tijdelijke verlaging van de grondwatertafel noodzakelijk tot onder de uitgravingsdiepte van de bouwput (maximaal 4,5 m-mv). Er wordt een liftput voorzien.

 

De bouwput heeft een maximale afmeting van circa 16 bij 28 meter. De bemaling zal worden uitgevoerd met behulp van een spanningsbemaling. Het maximale debiet bedraagt 10 m³/uur of 227 m³/dag bij opstart. Na het bereiken van de gewenste verlaging daalt het debiet naar 4,7 m³/uur of 113 m³/dag. De bemaling is voorzien voor 120 dagen met een waterbezwaar van circa 14.096 m³.

 

Zettingen

Op basis van de uitgevoerde zettingsberekeningen blijkt dat de berekende zettingen ter hoogte van de belendende gebouwen, kleiner zijn dan de toegelaten 20 mm.

 

Uit het verslag van de zettingsberekeningen blijkt dat er gedurende de bemaling geen overschrijdende zettingen >20 mm zullen optreden.

Gezien het project gelegen is in de nabijheid van een bebouwd woongebied en om schade aan gevoelige constructies te voorkomen wordt er opgelegd de zettingen te monitoren vanaf de start tot het einde van de bemaling. Dit wordt opgenomen in de bijzondere voorwaarden.

 

Lozen van water en waterkwaliteit

 

De exploitant voorziet het water te lozen in de openbare riolering van de Kapelsesteenweg te Ekeren, dewelke is aangesloten op de RWZI Antwerpen-Noord. Gezien de aanwezige bebouwing en een beperkt bouwterrein is herinfiltratie niet mogelijk. Bovendien zijn er binnen een straal van 200 m rond de werfzone geen waterlopen, vijvers of andere oppervlaktewateren aanwezig die kunnen worden gebruikt voor het infiltreren van (een deel van) het opgepompte grondwater. Ook zijn er geen gescheiden afvalwatersystemen aanwezig nabij de projectsite. Voor zover voldaan kan worden aan de lozingsvoorwaarden, wordt de lozing in de openbare riolering gunstig geadviseerd.

 

De invloedstraal van de bemaling bedraagt maximaal 176 meter. Volgens de outputresultaten van de VMM-rekentool is de invloedstraal van de bemaling maximaal 199 meter. Binnen de contour van de invloedstraal zijn er 4 OVAM-dossiers aanwezig (dossier 162, 16889, 92731 en 12668). Deze werden gescreend en besproken in de bemalingsnota.

 

In enkele van de onderzochte OVAM-dossiers blijkt een grondwaterverontreiniging met minerale olie, benzeen en MTBE. Uit de evaluatie van de verontreinigingen blijkt dat er geen directe of indirecte invloed van de verontreinigingen op de bemaling te verwachten is. Voor alle zekerheid worden volgende bijzondere lozingsnormen aangevraagd:

 

parameter

indelingscriterium (µg/liter)

gevraagde lozingsnorm (µg/liter)

minerale olie

 

500

benzeen

10

10

tolueen

90

10

ethylbenzeen

5

10

xyleen

4

10

BTEX (som)

 

20

MTBE

 

100

PFAS (ind)

 

0,1

PFAS (som)

 

0,5

 

De projectsite (Kapelsesteenweg te Ekeren (Antwerpen)) is gelegen binnen de 5 tot 10 km PFAS no regret-zone rond Zwijndrecht. Op het grondwater werden nog geen analyses uitgevoerd op deze (noch andere) stoffen. De exploitant voert bij de opstart van de bemaling een staalname en analyse uit van het grondwater op de risicoparameters (minerale olie, BTEX, MTBE en PFAS).

De bemaling dient stil gelegd te worden totdat de analyseresultaten beschikbaar zijn.

 

Uit de resultaten zal ook blijken of aan de lozingsvoorwaarden kan worden voldaan, eventueel met de inzet van een waterzuiveringsinstallatie (WZI). Tijdens de bemaling wordt een periodieke monitoring voorzien op de risicoparameters (minerale olie, BTEX, MTBE en PFAS). Zowel rubriek 3.4.2 als 3.6.3.2 worden aangevraagd voor een maximaal debiet van 10 m³/uur. Omwille van de beperking van het debiet tot 10 m³/uur is er geen saneringscontract met Aquafin noodzakelijk.

 

De zuiveringsinstallatie zal bestaan uit een zandfilter, dubbel waterzijdige actieve koolfilters en een buffervat. Het bemalingswater zal – eventueel na zuivering – worden geloosd in de openbare riolering van de Kapelsesteenweg.

De bemalingsinstallatie dient voorzien te worden van een bemonsteringspunt en debietmeter.

 

In geval (de leidingen voor) de afvoer van het bemalingswater het openbaar domein doorkruist dient een toelating inname openbaar domein verkregen te worden van de dienst Tijdelijke Werfsignalisatie voor de duur van de bemaling.

 

De Vlaamse Milieumaatschappij dienst Afvalwater en Lucht adviseert gunstig voor:

 

-          de tijdelijke lozing van bemalingswater met een maximaal debiet van 10 m³/uur 227 m³/dag (rubriek 3.4.2.);

-          de tijdelijke lozing van bemalingswater via een waterzuivering met een maximaal debiet van 10 m³/uur – 227 m³/dag (rubriek 3.6.3.2.).

 

De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering en de volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:

 

parameter (µg/liter)

vergunde bijzondere lozingsnorm (VMM)

minerale olie

500

ethylbenzeen

10

xyleen

10

MTBE

100

PFAS (ind)

0,1

 

-          In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

 

Andere voorwaarden opgenomen in het advies van VMM-dienst Afvalwater worden opgenomen als bijzondere voorwaarden.

 

Bemalingspompen

In het aanvraagdossier wordt vermeld dat er 2 pompen voorzien zullen worden. Het type van deze pompen wordt echter niet gespecificeerd. Om geluidshinder naar de bewoonde omgeving te beperken, is het noodzakelijk om de pompen op strategische wijze slim te positioneren.

 

Bijzonder beschermde gebieden 

Het projectgebied bevindt zich op circa 300 m ten oosten van een geregistreerd gebied waar natuurbeheersplannen zijn vastgelegd. De invloedstraal van de bemaling reikt niet tot het gebied. Gelet op de afstand tussen de bemaling en het betrokken gebied worden er geen effecten verwacht op de waterhuishouding en geen risico op verdroging.

 

Voorliggend project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier werd tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid doordat de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).

 

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet van toepassing.

 

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Er dienen geen adviezen gevraagd te worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven voor een tijdelijke lozing van het bemalingswater met een debiet van 10 m³/uur, 227 m³/dag en 14.096 m³/jaar over een periode van 120 dagen, al dan niet na behandeling in een WZI. 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bronbemaling Ressimmo)

10,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bronbemaling Ressimmo)

10,00 m³/uur

53.2.2°a)

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar; (inrichting Bronbemaling Ressimmo)

14.096,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer (OMV_2023158948), de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
  1. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

-          bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van de norm bedraagt;

-          bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

  1. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden bezorgd aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (pfas@antwerpen.be).
  1. Volgende bijzondere lozingsnormen worden toegestaan:

parameter (µg/liter)

norm

minerale olie

500

ethylbenzeen

10

xyleen

10

MTBE

100

PFAS (ind)

0,1

  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
  1. In geval (de leidingen voor) de afvoer van het bemalingswater het openbaar domein doorkruist moet een toelating inname openbaar domein verkregen worden van de dienst Tijdelijke Werfsignalisatie voor de duur van de bemaling. Hiervoor kunt u terecht op de volgende website: https://www.antwerpen.be/info/588f2ebd2d2a3c5367597ef6/aanvraag-tijdelijke-inname-van-het-voetpad-fietspad-met-beperkte-signalisatie.
  1. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. Er worden zettingsbakens geplaatst bij de meeste nabije zettingsgevoelige objecten. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:

- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.

De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie, wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

8 december 2023

Volledig en ontvankelijk

12 februari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

12 april 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

12 mei 2024

Verslag GOA

19 april 2024

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer (OMV_2023158948), de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
  1. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

-          bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van de norm bedraagt;

-          bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

  1. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden bezorgd aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (pfas@antwerpen.be).
  1. Volgende bijzondere lozingsnormen worden toegestaan:

parameter (µg/liter)

norm

minerale olie

500

ethylbenzeen

10

xyleen

10

MTBE

100

PFAS (ind)

0,1

  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
  1. In geval (de leidingen voor) de afvoer van het bemalingswater het openbaar domein doorkruist moet een toelating inname openbaar domein verkregen worden van de dienst Tijdelijke Werfsignalisatie voor de duur van de bemaling. Hiervoor kunt u terecht op de volgende website: https://www.antwerpen.be/info/588f2ebd2d2a3c5367597ef6/aanvraag-tijdelijke-inname-van-het-voetpad-fietspad-met-beperkte-signalisatie.
  1. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. Er worden zettingsbakens geplaatst bij de meeste nabije zettingsgevoelige objecten. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:

- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.

De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie, wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bronbemaling Ressimmo)

10,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bronbemaling Ressimmo)

10,00 m³/uur

53.2.2°a)

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar; (inrichting Bronbemaling Ressimmo)

14.096,00 m³/jaar

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 120 dagen vanaf de start van de bemaling.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.