Op 26 oktober 2009 (jaarnummer 1660) keurde de gemeenteraad de oprichting van het AG Stedelijk Onderwijs Antwerpen (AG SO) goed. Op 1 juli 2010 werden de gewone gemeentebedrijven omgevormd tot het AG SO.
Op 13 maart 2015 (jaarnummer 2125) keurde het college het principe van de stedelijke restmiddelen goed. Op 29 mei 2015 (jaarnummer 4453) keurde het college de verdere uitwerking en principes goed voor het algemeen en de specifieke stedelijke restmiddelen. Het college keurde goed dat de autonome gemeentebedrijven en EVA-vzw's 50% van de restmiddelen kunnen inzetten voor nieuw beleid, mits goedkeuring van de herbestemming door het college. De overige 50% wordt teruggestort aan de stad Antwerpen. Op 8 januari 2016 (jaarnummer 10593) keurde het college de aanpak, werkwijze en planning goed zoals beschreven in de nota van inspectie financiën met betrekking tot de stedelijke restmiddelen. Op 23 oktober 2020 (jaarnummer 8817) besliste het college tot een verderzetting van de werkwijze waarbij de entiteiten 50% van de stedelijke restmiddelen aan de stad terugstorten.
Op 16 december 2019 (jaarnummer 766) keurde de gemeenteraad de statuten van het AG SO goed. Op 16 december 2019 (jaarnummer 767) keurde de gemeenteraad de beheersovereenkomst 2020-2025 tussen de stad en het AG SO goed.
Op 1 april 2022 (jaarnummer 2709) besliste het college dat de de vraag tot compensatie van AG Stedelijk Onderwijs voor de stijgende energiekosten dient verrekend te worden met de stedelijke restmiddelen jaarrekening 2021.
Op 31 mei 2024 stelde de raad van bestuur van AG SO de jaarrekening 2023 vast.
Artikel 243 § 1 van het decreet lokaal bestuur voorziet dat de raad van bestuur zich uit spreekt over de vaststelling van de jaarrekening voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
Artikel 243 §2 en artikel 11 van de beheersovereenkomst voorzien dat de gemeenteraad vervolgens advies uitbrengt over de jaarrekening. Stuurt de gemeenteraad geen advies aan de toezichthoudende overheid binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de jaarrekening, wordt de gemeenteraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.
Ingevolge artikel 243 § 3 van het decreet lokaal bestuur wordt de toezichthoudende overheid geacht de jaarrekening goed te keuren als ze geen besluit heeft verzonden over de goedkeuring van de jaarrekening binnen een termijn van honderdvijftig dagen.
Artikel 235 §4, 3e lid van het decreet lokaal bestuur voorziet dat de gemeenteraad jaarlijks over de aan de bestuurders te verlenen kwijting, na goedkeuring van de rekeningen, beslist.
Het AG SO sluit het boekjaar 2023 af op 31 december 2023 met een balanstotaal van 661.875.707,54 euro.
Het AG SO realiseert in 2023 een tekort van het boekjaar van 727.601,46 euro. Dit overschot wordt in mindering gebracht van het nettoactief van het AG SO.
Het AG SO realiseert in 2023 een positief budgettair resultaat van 56.133,11 euro. Het gecumuleerde budgettaire resultaat en het resultaat op kasbasis van 2023 bedraagt 47.103.470,33 euro. De autofinancieringsmarge van het AG SO bedraagt 4.952.343,68 euro. De gecorrigeerde autofinancieringsmarge van het AG SO bedraagt 366.520,02 euro.
Een voorziening voor de terugbetaling van het overschot van werkingssubsidie van de stad Antwerpen voor nutsvoorziening 1.262.294,53 werd opgenomen. Verder werd geen voorziening aangelegd met betrekking tot de stedelijke restmiddelen. Na aftrek van het overschot op nutsvoorzieningen dat terug zal vloeien naar de Stad, heeft Stedelijk Onderwijs immers een negatief exploitatieresultaat.
De budgettaire verwerking van het budgettaire resultaat en het resultaat op kasbasis van 2023 gebeurt bij de eerstvolgende aanpassing van de meerjarenplanning 2020 - 2025 van het AG SO (AMJP9).
De gemeenteraad adviseert om de jaarrekening 2023 van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen goed te keuren.
De gemeenteraad verleent kwijting aan de bestuurders van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen en de commissaris-revisor met betrekking tot het boekjaar 2023, onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthoudende overheid.