Terug
Gepubliceerd op 10/06/2024

2024_CBS_04807 - Omgevingsvergunning - OMV_2024036289. Windmolenstraat 167. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/06/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04807 - Omgevingsvergunning - OMV_2024036289. Windmolenstraat 167. District Hoboken - Goedkeuring 2024_CBS_04807 - Omgevingsvergunning - OMV_2024036289. Windmolenstraat 167. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024036289

Gegevens van de aanvrager:

Thibaut Luyten namens de heer Hafid Makrani met als adres Oversneslaan 8 bus 2 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

Windmolenstraat 167 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 36 sectie B nr. 212E7

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning met wijziging van het aantal wooneenheden van twee naar drie units

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/11/2023: weigering (OMV_2023111542) voor het verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning met wijziging van het aantal wooneenheden van twee naar vijf units;

-          15/07/2022: opname in het vergunningenregister (2021157) voor gebouw met 2 appartementen;

-          05/11/1942: toelating (1402#147) voor veranderingswerken.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning van 2 wooneenheden;
  • appartement 1 op het gelijkvloers, appartement 2 op de eerste verdieping;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw, 2 bouwlagen onder plat dak, bouwdiepte 13,00 m;
  • aanbouw, 2 bouwlagen onder plat dak, bouwdiepte tot 22,14 m langs linker perceelsgrens;
  • aanbouw, 1 bouwlaag onder een hellend dak, bouwdiepte tot 30,21 m langs linker perceelsgrens;
  • 3 garageboxen met één bouwlaag, oppervlakte 53,00 m² onder plat dak, tegen de achterste perceelgrens;

-          gevelafwerking:

  • parement gevelsteen, roodbruin;
  • plint en dorpels in blauwe steen;
  • buitenschrijnwerk in hout en aluminium, kleur wit;
  • twee voordeuren en poort met doorrit naar achterliggende uitpandige garages in tuin;
  • kroonlijsthoogte van 7,00 m;

 

Bestaande toestand

-          inrichting:

  • bijkomende verhardingen in de achtertuin van  120,42 m² (oprit 114.28m², terras 5,04 m² en pad naar fietsenberging 1.1 m²);

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • meergezinswoning van 3 wooneenheden;
  • appartement 1 met tuin op het gelijkvloers,
  • appartement 2 met inpandig terras op de eerste verdieping,
  • appartement 3 met terras op de derde verdieping;
  • gemeenschappelijke tuin;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw, 3 bouwlagen onder plat dak, bouwdiepte van 13,00 m; 
  • aanbouw, 2 bouwlagen onder plat dak, bouwdiepte tot 22,14 m langs linker perceelsgrens;
  • aanbouw, 1 bouwlaag onder een hellend dak, bouwdiepte tot 27,00 m langs linker perceelsgrens;
  • 3 garageboxen met één bouwlaag onder plat dak, tegen de achterste perceelgrens;

-          gevelafwerking:

  • isolatie met crepi afwerking, wit/ lichtgrijs;
  • plint en dorpels in blauwe steen;
  • pvc buitenschrijnwerk, wit met gewijzigde indeling;
  • witte aluminium poort met doorrit naar achterliggende uitpandige garages in tuin;
  • kroonlijsthoogte van 10,0 m, totale bouwhoogte 10,05 m;

-          inrichting:

  • bijkomende verhardingen in de achtertuin van  120,42 m² (oprit 114.28m², terras 5,04 m² en pad naar fietsenberging 1.1 m²).

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

  • vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          isoleren van de voor-, zij- en achtergevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          plaatsen van nieuwe verhardingen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

17 april 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

17 april 2024

8 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

17 april 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen

17 april 2024

18 april 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

17 april 2024

19 april 2024

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

17 april 2024

3 mei 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). 

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 27 Open ruimte: de totale oppervlakte aan verhardingen in de achtertuin bedraagt 172,64 m², dit waar slechts 85,00 m² aan verhardingen is toegestaan.
  • artikel 26 Afvalverzameling: de afvalruimte dient voorzien te worden van verluchting;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: het gedeelte van de scheidingsmuur  heeft geen minimale opstand van minimaal 0,30 meter ten aanzien van het hoogste aangrenzende dakvlak. 
  • Artikel 38 Groendaken; de nieuwe dakconstructie wordt niet aangelegd met een groendak. 

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.


-      Effecten op de biodiversiteit: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024. Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijk af van volgende artikels van de bouwcode:

 

Open ruimte (art.27):

-          Conform artikel 27 van de bouwcode mag de achter en zij-tuinstrook verhard voor maximaal 1/3 verhard worden aangelegd. Voorafgaand deze aanvraag werd het pand opgenomen in het vergunningenregister via de procedure vermoeden van vergunning. Achteraan het perceel 3 autostaanplaatsen mee opgenomen in dit vergunningenregister. De autostaanplaatsen blijft behouden. In de nieuwe toestand wordt de helft van de tuinzone onverhard aangelegd. De oprit naar de autostaanplaatsen worden dan weer aangelegd met waterdoorlatende verharding. Gelet op bovenstaande kan er alsnog met toepassing van artikel 3van de bouwcode een afwijking worden toegestaan op dit artikel.

 

Afvalverzameling (art.26):

-          De afvalruimte dient voorzien te worden van verluchting. Dit wordt opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Groendak (art.38):

-          Het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak. Het nieuwe dak van de 2de bouwlaag voldoet hier niet aan. Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van dit geldende voorschrift. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Stabiliteit en scheidingsmuren (art.34):

-          De scheimuur met de aanpalende werd niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. De minimale opstand die in dit artikel wordt gevraagd, is noodzakelijk om brandoverslag te voorkomen. Aangezien het dak voorzien moet worden van een groendak, kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimumklasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorafgaand aan de omgevingsaanvraag werd op 15 juli 2022 de constructie Windmolenstraat 167, district Hoboken, inclusief de functie van wonen met drie autostaplaatsen en twee woonentiteiten opgenomen in het vergunningenregister.

 

De aanvraag omvat het vermeerderen van het aantal woonentiteiten. De functie wonen blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het uitbreiden van het gebouw door het isoleren van de gevels en het voorzien van een extra bouwlaag. Dit in functie het vermeerderen van het aantal woningen van 2 naar 3. Een 3de bouwlaag is op zich inpasbaar in de bebouwde context. De 2de bouwlaag maakt een overgang op eigen terrein van de bouwdiepte van de linker naar de rechter aanpalende. Deze overgang kan gunstig worden beoordeeld. Op het gelijkvloers wordt dan weer een deel van het oorspronkelijk magazijn afgebroken. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt overeen met de aanwezige bebouwing. De geplande uitbreidingswerken zijn niet storend voor de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel wordt geïsoleerd en afgewerkt met pleisterwerk. Het schrijnwerk bestaat uit wit pvc. Aangezien er voor meerdere panden in de straat een vergunning werd verleend voor een afwerking met pleisterwerk is dit materiaal inpasbaar in de straat. De visueel vormelijke elementen zijn gunstig.

 

De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelafwerking.

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Het dossier werd tijdens de procedure voorgelegd aan de waterconsulent van de stad Antwerpen. Er zijn geen bezwaren tegen de voorgestelde wijzigingen:

‘Het perceel en gebouw hebben een score D, maar er zijn geen relevante werken aan de waterlijn. De gevelopeningen wijzigen niet.”

We adviseren de aanvrager evenwel maatregelen te treffen om waterschade in de toekomst te voorkomen, zoals onder andere:

- het plaatsen van een terugslagklep op de DWA en RWA - afvoer

- dichtmaken van de kelderopeningen en voorzien van een alternatieve verluchting boven overstromingsveilig vloerpeil (12,50 mTAW)

- het voorzien van mobiele schotten in de raam en deuropeningen tot een niveau boven 12,50 mTAW)

Op volgende website worden oplossingen aangereikt om gebouwen te beschermen tegen waterindringing of in het geval van onvermijdbare waterindringing de kans op schade te verkleinen. https://www.vmm.be/water/overstromingen/hoe-je-woning-beschermen/

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het pand aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Extreme piekwaarden van lood in fijn stof werden begin 2024 gemeten in district Hoboken. Deze zijn met grote waarschijnlijkheid terug te brengen tot grondwerken in de directe omgeving waarbij metaalslakken betrokken waren die historisch gezien zorgden voor versteviging van de ondergrond van terreinen. Voornamelijk in district Hoboken werden deze metaalslakken gebruikt zonder dat echter geweten is waar de exacte locaties van deze metaalslakken zich bevinden.

Om opwaaiend stof te voorkomen bij werken op werfzones, dringen er zich bijkomende maatregelen op met het oog op het monitoren en beheersen van stofverspreiding bij werkzaamheden.

 

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is  dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.

 

 Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend  project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Op een bestaand gebouw wordt een bijkomende verdieping gebouw. In totaal zullen er 3 appartementen zijn waarvan 1 met 1 slaapkamer en 2 met 2 slaapkamer.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Er komt 1 wooneenheid bij waardoor de parkeerbehoefte 1 x 1 = 1 parkeerplaats.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1 parkeerplaats”

 

De plannen voorzien in geen nuttige bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

“Er waren 3 parkeerplaatsen, er komen geen parkeerplaatsen bij. Niet bekend is of de 3e garagebox extern verhuurd werd.”

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen:

De fietsparkeerbehoefte voor de 3 appartementen is 1 x (1+1) + 2 x (2+1) = 8 fietsstalplaatsen.

Er wordt een fietsenberging voorzien voor 6 fietsen. Deze moet dus voor 2 plaatsen vergroot worden.

De fietsen zijn nu allemaal op hetzelfde niveau ingetekend. Dan moet er 65cm hart op hart afstand zijn. Er is slechts 40 cm hart op hart afstand. Dus er zal met een 1 niveaus-stallingstype hoog-laag gewerkt moeten worden.

De deur naar de fietsenberging moet breder.

Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De voorstelde voorwaarden worden mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De nieuwe dakconstructie moet aangelegd worden met een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

5. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.

6. de afvalruimte moet voorzien worden van verluchting conform artikel 26 van de bouwcode.

7. Er moeten 8 fietsstalplaatsen voorzien worden. Deze stalplaatsen moeten voldoen aan de inrichtingsprincipes van de bouwcode.

8. Er moet een stofbeheersplan opgemaakt worden en dit is op eerste verzoek voor te leggen aan de stedelijke toezichtdiensten. 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 maart 2024

Volledig en ontvankelijk

17 april 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

16 juni 2024

Verslag GOA

28 mei 2024

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laten samenvatten:

 

  1. Schending van de privacy: Vanuit het nieuwe terras aan de achtergevel wordt de privacy geschonden van de aangrenzende woningen. 

Beoordeling: Wonen in een stad betekent een hogere densiteit op een kleine oppervlakte, wat inkijk niet volledig kan uitsluiten. Dit staat goed nabuurschap niet in de weg. In het Burgerlijke wetboek werden minimale afstanden gehanteerd omtrent rechtstreekse inkijk, lichten en zichten. De aanvraag voldoet daaraan. Het specifieke terras zit deels vervat in het bouwbaar bouwvolume en maakt een overgang die op minstens 1,9 meter afstand verwijderd blijft van de aangrenzende perceelsgrens. Er kan bijgevolg worden vastgesteld dat de impact van dit terras op de omgeving beperkt blijft. Het bezwaar is ongegrond. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. De nieuwe dakconstructie moet aangelegd worden met een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
4. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
5. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.
6. de afvalruimte moet voorzien worden van verluchting conform artikel 26 van de bouwcode.
7. Er moeten 8 fietsstalplaatsen voorzien worden. Deze stalplaatsen moeten voldoen aan de inrichtingsprincipes van de bouwcode.
8. Er moet een stofbeheersplan opgemaakt worden en dit is op eerste verzoek voor te leggen aan de stedelijke toezichtdiensten. 

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.