Terug
Gepubliceerd op 10/06/2024

2024_CBS_04846 - Stedelijk patrimonium. Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving. Museum Mayer van den Bergh, Lange Gasthuisstraat 19, 2000 Antwerpen - Uitbreiding museum Mayer van den Bergh. Voorontwerp - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/06/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04846 - Stedelijk patrimonium. Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving. Museum Mayer van den Bergh, Lange Gasthuisstraat 19, 2000 Antwerpen - Uitbreiding museum Mayer van den Bergh. Voorontwerp - Goedkeuring 2024_CBS_04846 - Stedelijk patrimonium. Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving. Museum Mayer van den Bergh, Lange Gasthuisstraat 19, 2000 Antwerpen - Uitbreiding museum Mayer van den Bergh. Voorontwerp - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

FaseBestuursorgaanDatumJaarnummer
goedkeuring selectieleidraad GAC_2020_01149 en procedure
voor de uitwerking  integraal museaal concept voor  verruimde museumsite 
college27 maart 20202918
goedkeuring selectiecollege8 januari 2021155
goedkeuring gunning aan Happel Cornelisse Verhoeven architecten bv college5 november 20218494
gunning vooronderzoeken aan Happel Cornelisse Verhoeven architecten bv
college1 juli 2022
5446


Juridische grond

In toepassing van artikel 38/1 van het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 22 juni 2017, is de aanbesteder gerechtigd de oorspronkelijke opdracht te wijzigen voor aanvullende opdrachten die noodzakelijk zijn geworden en die niet in de oorspronkelijke opdracht waren opgenomen wanneer de verandering van opdrachtnemer niet mogelijk is om economische of technische redenen en tot aanzienlijk ongemak of een aanzienlijke kostenstijging zou leiden voor de aanbesteder. De wijziging van de opdracht mag het voorwerp van de opdracht niet wezenlijk wijzigen en blijft beperkt tot 50% van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 56 §3, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.

Argumentatie

HISTORIEK

Het museum Mayer van den Bergh (Lange Gasthuisstraat 19) is een beschermd monument. Het naastgelegen hoekpand als ouderlijke woning van de familie Mayer van den Bergh (Lange Gasthuisstraat 21) staat op de inventaris van waardevol bouwkundig erfgoed.

De ontwerpopdracht behelst de volledige uitwerking van een museaal concept voor de verruimde site Museum Mayer van den Bergh, dit wil zeggen de uitbreiding van het bestaande museum, de inbreiding in het hoekpand en de incorporatie van een nieuw aan te leggen buitengebied, alsook de uitwerking van scenografie.

Op 5 november 2021 (jaarnummer 8494) werd deze opdracht na een ontwerpwedstrijd gegund aan Happel Cornelisse Verhoeven architecten bv in nauwe samenwerking met Julian Harrap Architects, restauratiearchitect.

Om tijdens de uitwerking van het voorontwerp een juiste inschatting te kunnen maken van de werkzaamheden betreffende bouwfysica, stabiliteit, installaties en akoestiek, en om de ingenieurs in deze correct te kunnen coördineren, werden er door de architecten een aantal vooronderzoeken uitgevoerd op de bestaande gebouwen. Deze onderzoeken verschaften het ontwerpteam de noodzakelijke kennis op het gebied van onder andere materiaal, constructie en thermische eigenschappen, en gaven daarmee richting aan de verdere uitwerking van het voorontwerp.  

Op 1 juli 2022 (jaarnummer 5446) werd dit uitgebreid vooronderzoek als bijkomende opdracht gegund aan Happel Cornelisse Verhoeven architecten bv.

 

AANLOOP

De ontwerpvisie die is opgesteld in het kader van het wedstrijddossier is qua intenties en op hoofdlijnen ongewijzigd. Tijdens de voorontwerpfase werd toegespitst op de voorstudies, verfijningen en wijzigingen die zijn uitgevoerd gedurende het voorontwerpproces. 

HCVA architecten heeft samen met ontwerppartners en adviseurs Jullian Harrap Architects (restauratie) en Bec (technieken en stabiliteit) het schetsontwerp getoetst en verder uitgewerkt op bevindingen op het vlak van erfgoedwaarden, ruimtelijke en technische haalbaarheid. Aanvullend zijn ook adviezen ingewonnen op het vlak van brandveiligheid (Jensen Hueghes), bouwfysica (LBP Sight), museale verlichting (Chris Pype) en wayfinding (Reynoud Homan). 

Op basis van nieuwe inzichten is het ontwerp geëvolueerd en voorgelegd aan vergunningverlenende en toetsende instanties: Dienst Vergunningen van stad Antwerpen, Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen, INTER (integrale toegankelijkheid), brandweer Antwerpen en GPD. De adviezen en ontwerpvoorstellen zijn in verschillende gremia met AG Vespa en de gebruiker besproken en samengebracht tot een integraal en afgestemd ontwerp op voorontwerpniveau inclusief raming op elementenniveau.


WIJZIGINGEN TIJDENS VOORONTWERPPROCES

1. Projectcontour

Tijdens het voorontwerpproces werd de hoogte van dakenlandschap vooraan de Lange Gasthuisstraat 21 in vraag gesteld door de adviserende diensten Monumentenzorg en Vergunningen. Onder deze dakkap werd in het wedstrijdontwerp het depot, de art-handelingsruimte en de quarantaineruimte voorzien. Na terugkoppeling met de dienst Cultuur van de bedrijfseenheid Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving ontstond de mogelijkheid om het depot niet op de site maar elders in de stad onder te brengen. De art-handelingsruimte en de quarantaineruimte zijn wel cruciaal voor de dagelijkse werking van het museum. Na gesprekken met AG Vespa - afdeling Ontwikkeling - ontstond de mogelijkheid om het projectgebied beperkt uit te breiden in de ondergelegen parking.  Zo werden de art-handelingsruimte en de quarantaineruimte samen met de fietsenstalling en enkele technische installaties ondergebracht in de ondergelegen parking. 

2. Hogere ambities voor onder andere het museale klimaat en veiligheid

Tijdens het voorontwerptraject is gebleken dat de ambities met betrekking tot het museale klimaat en de beveiliging van het museum moesten worden bijgesteld om te kunnen voldoen aan de normen van het Bizot Green Protocol en andere gehanteerde museale standaarden. Dit heeft geleid tot enkele belangrijke aanpassingen die we moesten implementeren om aan de bijgestelde vereisten te voldoen, zoals het voorzien van meer actieve luchtbehandelingsinstallaties.

Daarnaast zal zowel het binnen- als buitenschrijnwerk van het museum beter worden beveiligd tegen mogelijke inbraakpogingen. Dit vereist aanpassingen aan het ontwerp en de keuze van materialen.

Deze genoemde wijzigingen hebben invloed op de voorontwerpraming en werden hierbij in rekening gebracht.


VOORONTWERP

Met de resultaten van de vooronderzoeken, de eerder genoemde wijzigingen en de adviezen van de verschillende organen gingen het ontwerpteam aan de slag. Het resultaat is een weldoordacht, passend voorontwerp. 

1. Onthaal

Toegang en zichtbaarheid

Er wordt een nieuwe bezoekersentree voorzien via de voormalige koetsdoorgang aan de Lange Gasthuisstraat 21. Als het museum gesloten is, wordt de koetsdoorgang afgesloten, waarmee voorkomen wordt dat dit een hangplek wordt. De koetsdoorgang zal ook gebruikt worden als tochtsas voor het onthaal. Wanneer het weer het toelaat (>16 graden) kunnen de deuren opengezet worden zodat de nieuwe cour vrij toegankelijk is vanaf de straat.

Balie & shop

Gedurende het voorontwerpproces is gebleken dat een compacte ‘boutique’ balie, zoals was voorgesteld in de ontwerpvisie, niet past bij de beoogde functionaliteit uit het programma van eisen en de mogelijkheid om vanuit één balie zowel de entreetickets te kunnen verkopen als de museumshop te bedienen. Daarnaast is er behoefde aan meer openheid tussen de verschillende lokalen en doorzichten vanuit de entreebalie. In de volgende fase wordt nader ontwerpend onderzoek gedaan hoe het huiselijke karakter van het onthaal behouden kan blijven, zonder dat er hoeft te worden ingeboet op functionaliteit. En zal, in goed overleg, de inrichting van de museumshop en het onthaal nader worden uitgewerkt.

Garderobe en toiletten

De garderobe en toiletten zijn in de kelder voorzien. De keldertrap wordt daarvoor aangepast en verbreed zodat een goede doorstroming wordt gegarandeerd. Centraal bevindt zich de garderobe, vanuit hier zijn de toiletten ontsloten. De indeling van de toiletruimte (mannentoiletten, vrouwentoiletten en genderneutraal toilet) is geoptimaliseerd. Het MIVA toilet is ook in de kelder voorzien en is toegankelijk door de bezoekerslift. Hieraan gekoppeld is een extra garderobekast voor schoolklassen ondergebracht. Naast alle benodigde technische lokalen is er ook een grote berging voor de museumshop in de kelder ondergebracht.

2. Museumparcours

Start van een vanzelfsprekende routing

In het voorontwerp is de routing door het museum verder besproken en doorontwikkeld. De bezoekers worden vanuit het onthaal via het bestaande trappenhuis in het Hotel (Lange Gasthuisstraat 21) naar de eerste verdieping geleid. Van hieruit zijn twee routes mogelijk: naar de vaste collectie enerzijds en naar de wendbare ruimtes anderzijds. Op de eerste verdieping wordt in de nieuwe museumzalen in het hotel, een introductie gegeven over wie Fritz Mayer van den Bergh en zijn moeder Henriette Mayer van den Bergh waren, vervolgens wordt via de nieuwe ‘Henriette passage’ het bestaande museum ontsloten. Ten opzichte van het schetsontwerp zijn, op aangeven van het museum, een aantal bestaande wanden in het hotel verwijderd (ruimte 1.02 en 1.03) waardoor de nieuwe museumzalen een grotere maat krijgen die beter past bij de scenografische invulling.

Henriettepassage

Er is nader onderzoek gedaan naar hoe het verschil in vloerpas tussen de eerste verdieping van het hotel en de eerste verdieping van het museum (19cm verschil) overbrugt kan worden. In plaats van de vloer te laten hellen in de Henriettepassage, werd er gekozen om het pasverschil stapsgewijs te overbruggen in dorpels en het verhogen van de vloer in ruimte 1.05. De vloerpas van de passage sluit daardoor aan bij de vloerpas van de kleine gotische zaal. Hierdoor wordt de onderzijde van de Henriette passage iets naar boven geduwd wat een betere aansluiting mogelijk maakt met de gevel van het museum en er voldoende ruimte overblijft om het verdiept pendentief in het metselwerk rondom het raam van de grote gotische zaal leesbaar te houden. De passage voldoet niet volledig aan de richtlijnen van toegankelijkheid. De voormalige doorgang die in het stucwerk en de lambrisering van de kleine gotische zaal nog leesbaar zijn blijkt te smal te zijn. Met INTER is besproken dat een minimale doorgang van 80cm acceptabel is. De voormalige opening in de gevel van het museum zal hiervoor iets breder worden gemaakt. De lambrisering in de kleine gotische zaal zal daarvoor worden aangepast. Uiteraard wordt hier zorgvuldig te werk gegaan. De breedte van de opening wordt afgestemd op de paneelverdeling in de lambrisering.

Platformliftjes voor toegankelijkheid

Er zijn verschillende varianten onderzocht om de niveauverschillen tussen de kleine gotische zaal, de bibliotheek en de salons te overbruggen met een lift en daarmee integraal toegankelijk te maken. Het idee van een doorgaande nieuwe liftschacht tussen de Barok zaal (begane grond) en de regentenkamer (tweede verdieping), dat werd voorgesteld in het wedstrijdontwerp, is daarbij verlaten omdat dit een te grote impact heeft op het monument. Er is een maatwerk oplossing voorgesteld waarbij de bestaande trapjes worden aangepast en voorzien van mechanische platformliftjes. We concluderen dat niet overal kan worden voldaan aan de richtlijnen van toegankelijkheid en dat platformen van 110x140cm in het onderste gedeelte niet ingepast kunnen worden zonder grote gevolgen voor het monumentale weefsel. Aan dit voorontwerpdossier zijn fragment tekeningen toegevoegd die de inpassing en de ruimtelijke consequenties laten zien. In de volgende fase wordt de voorgestelde oplossing verder getoetst op maakbaarheid en haalbaarheid. In de volgende fase dient de inpassing van de platformliften ook verder onderzocht te worden op werktuigbouwkundig en structureel niveau.

Regentenkamer

Gedurende het voorontwerp is besloten dat de Regentenkamer wordt toegevoegd aan het museumparcours als volwaardige museumzaal. De bijkomende aspecten zoals beveiliging en klimatisatie zijn meegenomen in het voorontwerp en de raming. Het grote raam in de zijgevel (hotelziide) wordt dichtgezet zodat hier het verhoogde dak van het hotel tegenaan gebouwd kan worden. In de regentenkamer ontstaat daardoor meer presentatie ruimte.

Wendbare ruimtes

Een belangrijke wijziging t.o.v. het schetsontwerp is de verplaatsing van de wendbare ruimte naar de nieuwe uitbreiding. Hierdoor kan de vaste collectie worden getoond in het museum en het hotel en is een aparte routing naar de wendbare ruimte mogelijk vanuit het trappenhuis in het hotel. De wendbare ruimtes zijn direct gekoppeld aan de nieuwe goederenlift, daarnaast wordt een verhuisraam voorzien in de gevel waardoor grote stukken die niet in de lift passen binnengebracht kunnen worden. De wendbare ruimte 1.27 is dubbelhoog. We zien hier de kans om met deze ruimtelijke meerwaarde iets speciaals te doen en stellen voor een koepel te maken onder het dak waardoor een bijzondere ruimte ontstaat. In de volgende fase wordt dit idee verder uitgewerkt.

Educatieruimte

De educatieruimte is opgenomen op het gelijkvloers van de nieuwe vleugel. Vanuit de gang langs de binnenkoer is de ruimte te bereiken via drie dubbele beglaasde deuren. Hierdoor is er vanuit de ruimte zicht op de binnenkoer en komt er via de gang daglicht binnen. Via een daklicht aan de achterzijde komt ook daglicht vanuit de andere kant van de ruimte binnen. De ruimte is opdeelbaar door middel van een schuifdeur. Het deel dat volledig inpandig is, is te gebruiken voor een cateraar met inplug-keuken. Langs de achterwand is een kastenwand voorzien met spoelbak voor atelieractiviteiten. De inrichting en het gebruik van de ruimte dient in de volgende fase nader besproken en uitgewerkt te worden.

De rotunda

De rotunda vormt het nieuwe koppelstuk tussen de nieuwe uitbreiding en het hotelgebouw aan de Arenbergstraat. De cirkelvormige ruimte is een aangename onderbreking van de gangstructuur langsheen de binnenkoer. Via het centrale venster is een terugblik op de achterzijde van het monumentale museum gebouw mogelijk. Een moment van reflectie op de route naar de uitgang. Op de eerste verdieping is de ruimte dubbel hoog. De hoogte wordt afgestemd op de kroonlijst in de mansarde kappen van de aanpalende vleugels.

Cour (koer)

De cour is een publiek toegankelijke ruimte. De bestrating wordt via de koetsdoorgang doorgetrokken in de cour. Een ronde fontein met natuurstenen rand geeft dit hof een levendige sfeer. Klimplanten tegen de gevel zorgen voor verzachting van de versteende ruimte. Tijdens het voorontwerp is onderzoek gedaan naar de vloeropbouw boven de parking. De hoogte tussen het vloerniveau van de cour en de bovenzijde van de betonnen plaat van de parking is beperkt. Er wordt daarom met plantenbakken gewerkt om voldoende teelaarde te kunnen voorzien. Op de plattegrond van het gelijkvloers zijn zones voor beplanting aangeduid. In de volgende fase zal een beplatingsplan worden opgesteld waarin het type planten staat omschreven. Voor de fontein wordt in de parking aanvullende structuur voorzien.

Epiloog (de laatste ruimte op het museumparcours)

In de vleugel aan de Arenbergstraat is op het gelijkvloers ruimte ontstaan voor een extra ruimte, die gebruikt kan worden voor verschillende doeleinden. Samen met de verbrede gang en het doorzicht vanaf de straat naar de cour (met aan twee zijden natuurlijk daglicht). Draagt dit bij aan een prettige afronding van het museumparcours.

3. Ondersteunende functies

Depot

Het depot maakt geen deel meer uit van het programma van eisen en is derhalve verwijderd uit de plannen. Doordat het depot niet hoeft te worden voorzien ontstaan er nieuwe mogelijkheden en worden een aantal knelpunten uit het ontwerp opgelost. Zo kan bijvoorbeeld de positie van de goederenlift worden aangepast en de aanvullende optopping op het dak vooraan de Lange Gasthuisstraat 21 (hotel) is niet langer nodig. Het dakontwerp van het hotel wordt daarmee een stuk eenvoudiger en beter uitvoerbaar.

Art handling en quarantaine ruimte

De art handling en Quarantaine ruimte zijn verplaatst naar de kelder.

Kantoorverdieping

Op de kantoorverdieping zijn een aantal indelingswijzigingen doorgevoerd ten opzichte van het wedstrijdontwerp. In de Arenbergvleugel worden naast trap en lift de vergaderruimte en de toiletten geplaatst. Het niveauverschil in de vloer wordt hier opgelost door de vloer deels op te hogen, waardoor de ruimte volledig toegankelijk wordt. De landschapskantoren worden voorzien aan zijde Lange Gasthuisstraat en bevinden zich onder het nieuwe schuine dak. Grote daklichten zorgen voor voldoende natuurlijk daglicht om te voldoen aan de Antwerpse bouwcode voor kantoren. Tussen de refter aan de koer-zijde en de kantoren aan de straatzijde bevindt zich een centrale hal waar ook een gespreksruimte en twee concentratiewerkplekken aan worden gekoppeld. Vanuit het landschapskantoor wordt een interne trap voorzien die de kantoorverdieping verbindt met de studiezaal die zich bevindt op de tweede verdieping van het museum.

Personeelsentree/ laden en lossen/ meldkamer

Aan de Arenbergstraat wordt op het gelijkvloers van het appartementengebouw een nieuwe personeelsentree gemaakt. Deze entree wordt ook gebruikt voor het laden/lossen van goederen en kunsttransport. En is direct gekoppeld aan het nieuwe personeelstrappenhuis en de nieuwe goederenlift. Direct aan de inkomsas is de meldkamer gekoppeld een éénpersoonswerkplek met voldoende opstelruimte voor de schermen met beelden van de beveiligingscamera’s. Daarnaast bevindt zich hier de de bediening voor alle technieken die betrekking hebben op de veiligheid en de werking van het gebouw zoals: brandcentrale, alarmcentrale en gebouwbeheerssysteem.

Fietsenstalling

De fietsenstalling is voorzien in de kelder en te bereiken via de hellingbaan van de parking. De fietsenstalling biedt ruimte aan 10 reguliere fietsen en 2 grotere (bak)fietsen. Via een nieuwe keldertrap is de personeelsentree te bereiken en via daar zijn via het nieuwe personeelstrappenhuis de kleedruimtes en de kantoorverdieping ontsloten.

Afvalberging

De afvalberging wordt ondergebracht in een apart lokaal op het gelijkvloers van het appartementengebouw en wordt voorzien van een eigen toegang vanuit de Arenbergstraat.

Kleedruimtes

De kleedruimtes bevinden zich op de eerste verdieping van het ‘appartementengebouw’ aan de Arenbergstraat. Er worden twee kleedruimtes voorzien met elk een doucheruimte. Daarnaast wordt één toiletruimte voorzien en een poetsberging. De lockers worden op de gang geplaatst.

Goederenlift

Er wordt een grote lift voorzien voor kunsttransport. Deze verbindt het gelijkvloers met de kelder en de eerste verdieping en heeft een extra stop voor de kleedruimtes die een halve verdieping lager liggen dan de eerste verdieping van de nieuwbouw.

Bezoekerslift

Voor (mindervalide) bezoekers wordt een compacte personenlift voorzien die vanuit het onthaal de kelder, de eerste en de tweede verdieping verbindt. Deze lift is gepositioneerd op de plek van een bestaande liftschacht. Nieuwe vloeruitsparingen door monumentale tongewelven en ten behoeve van een liftput zijn daarom niet nodig.

Personeelstrappenhuis

In de Arenbergvleugel wordt tegen de zijde van het appartementengebouw een nieuw compact vlucht- en personeelstrappenhuis opgenomen.

4. Erfgoed 

Nieuwe kappen op bestaande daken

Om alle gevraagde functies en de daarbij horende technieken te kunnen onderbrengen is in de ontwerpvisie voorgesteld om de daken van het museum en het voormalige hotel op te hogen met nieuwe kappen. Boven de regentenkamer wordt een nieuw zadeldak, met aan de koerzijde een nieuwe trapgevel, voorzien om technieken in onder te brengen. Hetzelfde gebeurt met het naastgelegen dak boven de salons. Op verzoek van het agentschap onroerend erfgoed Vlaanderen is de aansluiting van de nieuwe kap boven de regentenzaal opnieuw bekeken en vervolgens aangepast. Het nieuwe dak wordt aan de Lange Gasthuisstraatzijde niet direct doorgezet vanuit het bestaande dak, maar begint ter plaatse van de huidige aansluiting met het platte dak. Hierdoor ontstaat een zakgoot, de historische nokhoogte en dakgeometrie blijft daardoor beter afleesbaar. Het dak van het hotel zit, mede door verschillende eerdere aanpassingen, wat ingewikkelder in elkaar. De voormalige erker die in 1964 is teruggebracht tot een beperkt risaliet (vooruitspringend geveldeel) vormt de scheiding tussen een schuine kap met goot achter de natuurstenen balustrade aan de museumzijde en een mansarde kap aan de kant van de Arenbergstraat. Op de gevel van het museum is in het metselwerk de contour te zien van het voormalige dak. Dit dak was aan de straatkant hoger dan dat het nu is, achter een spitse nok daalde deze kap tot aan een zakgoot met direct daarachter een lager zadeldak. Aan de voorgevel wordt het voormalige dakprofiel hersteld. Het risaliet ter plaatse van de voormalige erker vormt de scheiding tussen een hoog zadeldak grenzend aan het museum en iets lagere mansarde kap die zich de hoek om plooit richting de Arenbergstraat. Het dakje boven het risaliet wordt bekroond met een gemetselde pinakel met natuurstenen deksteen die in het verleden ook aanwezig was.

Achter deze kap wordt een lager plat dak voorzien waarop twee condensortafels uit het zicht worden opgesteld. Aan de koerzijde wordt, boven de refter, een mansardekap opgetrokken. De nokhoogte van het dak aan de Arenbergstraat is verlaagd in de jaren ’60 van de vorige eeuw. De nok wordt nu weer opgehoogd en sluit daarmee aan op de hoogte van het dak aan de Lange Gasthuisstraat waardoor één doorgaand dak wordt gevormd. De geometrie van het onderste gedeelte van de mansardekap en de dakkapellen worden niet gewijzigd. Aan de koerzijde volgen de nieuwe kappen dezelfde logica. De daken worden afgewerkt met leien, bestaande intacte leien worden herplaatst.

Gevels

De gevel van het museum wordt verhoogd met nieuwe trapgevels en zal ter plaatse van de grote gotische zaal worden gereconstrueerd. De baksteen wordt zorgvuldig geselecteerd op basis van kleur, formaat en textuur zodat deze aansluit op de bestaande gevelsteen en zal waar nodig worden bijgekleurd. De gevel van de Arenbergvleugel van het hotel wordt op het gelijkvloers aan de koerzijde herplaatst. De hoogte van de ramen wordt teruggebracht naar de vroegere verhoudingen waarbij de bovenlichten terug worden gebracht. De gevel van het hotel zal opnieuw wit worden gepleisterd. De gevels van de nieuwe vleugels en de rotunda worden ook opgetrokken in metselwerk met betonnen lateien en ornamenten. De hoogte van de gevelplint zal rondom de koer gelijk zijn. Ook de raamopeningen in de nieuwe gevels volgen de hoogtes van het bestaande gebouw, maar zullen in de detaillering van het schrijnwerk licht afwijken, waardoor de nieuwe toevoeging afleesbaar is. De gevels van de nieuwe uitbreiding zullen een zachte overgang vormen tussen de rode baksteen van het museum en de witgepleisterde gevels van het hotel. In de volgende fase wordt de juiste techniek hiervoor onderzocht. Te denken valt aan ‘keimen’ of 'kaleien' van de baksteen waardoor de textuur en kleur van de baksteen afleesbaar blijft door de pleisterlaag heen. De achtergevels en de gevels aan de koer grenzend aan het appartementengebouw zijn ook in baksteen voorzien.

Grote gotische zaal

De grote gotische zaal wordt teruggebracht. De vloerpas uit het verleden is echter niet te reconstrueren door de aanwezige parking die op een bepaald moment onder de zaal is aangebracht. Het is daarom niet mogelijk het niveauverschil van vier traptreden tussen de barokzaal en de grote gotische zaal, wat juist zo typerend is voor het ontwerp van Hertog, terug te brengen. Doordat de vloer niet op de oorspronkelijke hoogte kan worden teruggebracht verandert er uiteraard ook iets met de verhoudingen in het interieur van de ruimte, bijvoorbeeld de hoogte van lambriseringen en vensterbanken zullen anders zijn dan vroeger het geval was. In de volgende fase zal aan de hand van een kamertekening nader ontwerpend onderzoek worden gedaan naar de verhoudingen en welke aanpassingen ten opzichte van het historische interieur passend zijn, welke onderdelen kunnen worden teruggeplaatst en welke evocatief dienen te worden ingevuld.

Lichthof

Doordat de huidige museumzalen in de toren worden afgesplitst kan het voormalige lichthof worden teruggebracht. Dit biedt een kans om de instroom van natuurlijk daglicht in het museum en de doorzichten van kamer naar kamer te herstellen. De huidige stillevenszaal wordt daarom afgebroken, de doorgangen naar de zalen in de naastgelegen toren worden gesloten. Om de gevel van het kantoorgebouw netjes af te werken en aan te helen wordt een nieuwe metselwerk wand opgetrokken waarbij restauratief te werk wordt gegaan. De gang tussen het trappenhuis naar de kleine gotische zaal blijft behouden en vormt straks een passerelle langs het lichthof, ook de toiletruimte dat op de tweede verdieping wordt ontsloten via het trappenhuis zal behouden blijven, het toilet zelf wordt verwijderd. De ruimte kan in de toekomst gebruikt worden als (poets) berging. Ter hoogte van de tweede verdieping wordt boven het lichthof een nieuw inbraakwerend glasdak gerealiseerd waardoor een dagverlicht atrium met binnenklimaat ontstaat. De gevels en vensters aan het lichthof hoeven daardoor niet te worden na geïsoleerd. De vloer van het lichthof wordt verlaagd naar het vroegere niveau. De niveauverschillen en hoogtes van de ruimtes die zo kenmerkend zijn voor dit gebouw en bijdragen aan de beleving van het ontwerp van Joseph Hertogs wordt hiermee hersteld. Ook de verhouding van de zuilenportiek wordt hersteld. Zoals hierboven omschreven is het niet mogelijk de vloerpas van de grote gotische zaal te verlagen, er zal daarom een nieuw trapje worden geplaatst om het niveauverschil tussen het lichthof en de grote gotische zaal te overbruggen.


AANDACHTSPUNTEN VOOR DE VOLGENDE FASE

Voor het vervolg van het ontwerpproces is het essentieel om het voorontwerp verder te verfijnen en te detailleren. Een van de voornaamste aandachtspunten in deze fase betreft de uitwerking van het onthaal, inclusief de balie en de shop, omdat deze elementen van cruciaal belang zijn voor de algehele beleving van de bezoekers. Het is van groot belang dat het onthaal niet alleen een huiselijke sfeer uitstraalt, maar ook praktisch, open en overzichtelijk wordt ontworpen, zodat bezoekers zich welkom voelen en gemakkelijk hun weg kunnen vinden.

Daarnaast zal bij de verdere uitwerking rekening worden gehouden met maximale integrale toegankelijkheid van het museum. Dit omvat onder andere het vaststellen van deurbreedtes en vloerpaketten om ervoor te zorgen dat het museum voor iedereen toegankelijk is. Het streven is om alle vloerniveaus naadloos op elkaar af te stemmen, zodat zo veel mogelijk museumzalen bereikbaar zijn. Een sleutelelement in het waarborgen van toegankelijkheid zijn de plateauliftjes, die zullen worden geïntegreerd om verticale toegang te verzekeren.

Verder zal de praktische uitwerking van de volledige klimaatinstallatie, inclusief de klimaatsassen, grondig worden onderzocht. Het is van vitaal belang om een gecontroleerd klimaat te handhaven in het museum om de integriteit van de collecties te beschermen en het comfort van de bezoekers te waarborgen.

Tenslotte zal ook de scenografie worden opgestart, waarbij aandacht wordt besteed aan het creëren van een doordachte ruimtelijke ervaring die de inhoud van het museum op een boeiende en informatieve manier presenteert. Deze aspecten vormen gezamenlijk de kern van de volgende fase van het ontwerpproces, waarbij elk detail zorgvuldig zal worden uitgewerkt om een museum te realiseren dat zowel functioneel als inspirerend is voor het publiek.


RAMING

De geactualiseerde raming voor het bouwdossier inclusief nieuwbouw, restauratieve ingrepen, binnenafwerkingen, technieken in functie van een stabiel binnenklimaat en in functie van duurzaamheid en energie-efficiëntie, stabiliteitswerken, ontsluiting en brandveiligheid bedraagt 17.656.227,44 euro inclusief btw, 5% inflatie en 10% herzieningen.

De verhoogde raming, ten opzichte van het wedstrijdontwerp, is te verklaren vanuit de volgende aanvullende kosten:

  • De algemene bouwplaats kosten zijn verhoogd ten behoeve van bescherming monumentale interieurs;
  • Museumverlichting is toegevoegd;
  • Beveiligingsmaatregelen zijn toegevoegd;
  • Kosten voor restauratieve en evocatieve interventies in het museum zijn toegevoegd;
  • De afwerking van wanden en vloeren in het bestaande museum worden volledig vernieuwd;
  • Extra grote techniekruimtes ook in de kelder die zijn bepaald aan de hand van specificaties klimaateisen;
  • Er is gekozen voor een decentrale verdeling van de verluchting om de impact van horizontale ventilatietracés door het monumentale gebouw te minimaliseren. Door de decentrale verdeling zijn meerdere luchtgroepen nodig en aanvullende technische ruimtes. Voor de technische ruimtes bovendaks zijn aanvullende dakkappen voorzien om de installaties visueel en akoestisch af te schermen van de omgeving.  
  • Extra vluchttrap die vereist is om te kunnen voldoen aan de brandregelgeving;
  • De ondergrondse doorgang tussen kelder museum en hotel + bruikbaar maken van ondergrondse ruimtes onder koetsdoorgang zijn toegevoegd;
  • Uitbreiding museumparcours: Regentenkamer wordt museumzaal (met bijkomende eisen voor technieken en beveiliging). Studiezaal wordt voorzien van museaal klimaat;
  • Aanvullende kosten geraamd voor de aanpassing van bestaande vitrinekasten en inbreng van speciale technieken (klimatisatie; glasvezelverlichting);
  • Aanvullende keldertrap;
  • De rotunda werd opgehoogd;
  • Er is een extra lift voorzien: 1 lift voor (kunst)transport; 1 lift voor bezoekers;
  • Het projectgebied werd uitgebreid en een deel van de parking is bij het project betrokken ten behoeve van technische en ondersteunende lokalen;
  • Er zijn extra daklichten (met weerstandsklasse Rc4) voorzien.

Bedrijfseenheid Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving, afdeling Cultuur, zal voor de gedeeltelijke financiering van dit project investeringssubsidies aanvragen voor strategische cultuur- en jeugdinfrastructuur bij de Vlaamse overheid. De samenstelling van het aanvraagdossier is momenteel in opmaak.

Algemene financiële opmerkingen

De geactualiseerde raming voor het bouwdossier inclusief nieuwbouw, restauratieve ingrepen, binnenafwerkingen, technieken in functie van een stabiel binnenklimaat en in functie van duurzaamheid en energie-efficiëntie, stabiliteitswerken, ontsluiting en brandveiligheid bedraagt 17.656.227,44 euro inclusief btw, 5% inflatie en 10% herzieningen. 

Momenteel staan er voor de realisatie van dit voorontwerp (werken) nog niet voldoende budgetten ingeschreven in de begroting. Bij de fase ‘goedkeuring bestek en procedure’ zullen de benodigde budgetten voor deze werken voorzien worden.

Beleidsdoelstellingen

8 - Sterk bestuurde stad
2SBS07 - Patrimonium
2SBS0701 - Reguliere taken patrimonium
2SBS070101 - Onderhoud gebouwen
7 - Bruisende stad
2BRS01 - Cultuur
2BRS0102 - Investeren in internationale kunst- en cultuurinfrastructuur
2BRS010201 - Restauratie historische panden
2BRS010201P09687 - Uitbreiding Museum Mayer

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt het voorontwerp met bijhorende geactualiseerde raming voor een bedrag van 17.656.227,44 euro inclusief btw, 5% inflatie en 10% herzieningen voor het vernieuwde museum Mayer van den Bergh goed, met als voorwaarde dat de aandachtspunten voor de volgende fase opgenomen worden.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen

  • MMB_VO_architectuurplannen.pdf
  • HCVA_151 Architectuurnota VO 20240419.pdf
  • voorontwerpnota stabiliteit MMB 2024-04-19.pdf
  • Voorontwerpnota technieken MMB.pdf
  • 2303109_DOC_001_D.pdf
  • HCVA_151 Raming nota VO 20240419.pdf