Terug
Gepubliceerd op 10/06/2024

2024_CBS_04798 - Omgevingsvergunning - OMV_2023162219. Mattheus Corvensstraat 110 en 112. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/06/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04798 - Omgevingsvergunning - OMV_2023162219. Mattheus Corvensstraat 110 en 112. District Deurne - Goedkeuring 2024_CBS_04798 - Omgevingsvergunning - OMV_2023162219. Mattheus Corvensstraat 110 en 112. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023162219

Gegevens van de aanvrager:

VZW AL-RIDAA met als adres Mattheus Corvensstraat 110 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Mattheus Corvensstraat 110-112 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nrs. 558Z23 en 558S32

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

samen voegen van 2 panden en inrichten als gemeenschapsvoorziening (gebedsruimten plus aanhorigheden)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

Mattheus Corvensstraat 110:

-          23/09/2022: opname in het vergunningenregister (2022201) van de constructie, met de functie van gemeenschapsvoorziening met uitsluiting van het uitgebreide bouwvolume achteraan de eerste verdieping;

-          17/12/2010: weigering (3473#10043) voor het bouwen van een tweede verdieping voor een gebedsruimte;

-          08/10/1949: weigering (626#12342) voor het bouwen van een tweede verdieping;

-          03/11/1948: toelating (626#11760) voor het bouwen van een bergplaats voor bouwmaterialen;

-          20/09/1947: toelating (626#10929) voor het oprichten van een woning;
 

Mattheus Corvensstraat 112:

-          29/04/1948: toelating (626#11358) voor veranderingswerken;

-          08/09/1932: toelating (329#8963) voor het bouwen van een woning.

-          28/09/2021: proces-verbaal (11002_2021_14740_APO) van doorbreking van  stakingsbevel vervat in aanvankelijk proces verbaal met nummer 11002_2019_8477_APO;

-          04/02/2019: proces-verbaal (11002_2019_8477_APO) voor het wijzigen van de hoofdfunctie.

 

Vergunde  toestand

Mattheus Corvensstraat 110:

-          functie:

  • gemeenschapsvoorziening;

-          bouwvolume:

  • 1 tot 2 bouwlagen onder platte daken;
  • bouwdiepte van de verdieping 11,90 m;
  • volledig volgebouwd perceel op het gelijkvloers;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in roodbruine baksteen op een plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in witte pvc;
     

Mattheus Corvensstraat 112:

-          functie:

  • meergezinswoning met 2 woonentiteiten;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder plat dak;
  • achterliggende tuin.

 

Nieuwe toestand

Mattheus Corvensstraat 110 en 112:

-          functie:

  • gemeenschapsvoorziening (gebedsruimten en aanhorigheden);

-          inrichting:

  • interne verbinding tussen beide panden op iedere verdieping;
     

Mattheus Corvensstraat 110:

-          bouwvolume:

  • 1 tot 2 bouwlagen onder platte daken;
  • bouwdiepte op de verdieping 16,28 m op de linker perceelsgrens en 14,86 m op de rechter perceelsgrens;
  • volledig volgebouwd perceel op het gelijkvloers;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in roodbruine baksteen op een plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in witte pvc;
     

Mattheus Corvensstraat 112:

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder plat dak;
  • bouwdiepte van 17 m op het gelijkvloers en 16,28 m op de verdieping;
  • achterliggende tuin;
  • tuinberging tegen de achterste perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in roodbruine baksteen op een plint in blauwe hardsteen;
  • ramen in witte pvc en voordeur in wit hout;
  • erker in wit pleisterwerk.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de functie wonen naar gemeenschapsvoorziening;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

5 februari 2024

19 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Sociale Dienstverlening/ Gemeenschapsvorming/ Ontmoeting/ Levensbeschouwingen

5 februari 2024

27 februari 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

5 februari 2024

22 februari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • artikel 26: de deur naar het aangepast toilet op de eerste verdieping draait open naar binnen in plaats van naar buiten;
    • artikel 29/2:het aangepast toilet op het gelijkvloers heeft een te kleine oppervlakte.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

de scheidingsmuren ter hoogte van de nieuwe tuinberging hebben geen opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Effecten op de biodiversiteit:

Overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024, kan het volgende gesteld worden:

-          Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.

-          Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft het samenvoegen van 2 panden. Het pand op nummer 110 is geacht vergund als gebedshuis (gemeenschapsvoorziening). Het naastliggende pand op nummer 112 is vergund als meergezinswoning maar wenst men om te vormen tot een deel van het gebedshuis en in te richten met een vergaderruimte, ontmoetingsruimten en een keuken.

 

Voor deze functiewijziging werd het advies gevraagd aan de stedelijke dienst Sociale dienstverlening/ Gemeenschapsvorming/ Ontmoeting/ Levensbeschouwing. Hun advies is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt:

“Het pand Mattheus Corvensstraat 110 is al sinds 2007 bekend bij de stad als de kleinschalige moskee Al-Ridaa vzw, een ontmoetingscentrum met gebedsruimte (KBO 0885.553.382; oprichting 19/12/2006, sinds 7/7/2007 op dit adres, www.alridaa.be). Het pand werd in juli 2008 in gebruik genomen. De voormalige bouwhandel met bijhorende woonst werd volledig omgevormd tot een gebedsruimte en klaslokaal op de gelijkvloerse verdieping en gebedsruimte, klaslokaal en keuken op de eerste verdieping. Op 23/9/2022 werd het pand opgenomen in het vergunningenregister, met uitsluiting van het uitgebreide bouwvolume achteraan de eerste verdieping (2022_CBS_07708). Het bestaand gebedshuis in het pand nr. 110 heeft een totale publiek toegankelijke oppervlakte van 482,2 m2. (begane grond: 394,8 m2, verdieping: 87,4 m2) en werd dd  4/11/2019 brandveilig verklaard voor maximum 148 personen (GV gebedsruimte 99;  +1 gebedsruimte 49).

 

Het pand Mattheus Corvensstraat 112 (voormalige tweewoonst) werd aangekocht op 10/1/2018 en ingericht  als ontmoetingsplaats voor de jeugd verbonden aan de naastgelegen moskee. Hierbij wijzigde het aantal woongelegenheden van 2 naar 0.

Op 4/2/2019 werd een onvergunde functiewijziging vastgesteld (11002_2019_8477_APO) en op 28/9/2021 een doorbreking van stakingsbevel (11002_2021_14740_APO). Het pand nummer 112 is niet in gebruik genomen, in afwachting van het bekomen van deze omgevingsvergunning. Het te verbouwen pand op nummer 112 heeft in de ontworpen toestand een totale publiek toegankelijke oppervlakte van 153,7 m2 (begane grond: 78,6 m2, verdieping: 75 m2).

Met deze omgevingsaanvraag wenst de aanvrager een functiewijziging aan te vragen van de bestaande meergezinswoning samengesteld uit twee woongelegenheden, naar een gebouw voor een gemeenschapsfunctie met vergaderruimte en leslokalen.  De aanvrager wenst het pand Mattheus Corvensstraat 110 te verbouwen, waarbij de structuur en de indeling worden gewijzigd. Beide panden 110 en 112 worden samengevoegd tot één functioneel geheel waarbij beide gebouwen met elkaar verbonden worden bij middel van drie doorgangen. De interne verbouwing omvat inrichting van gebeds-, vergader- en ontmoetingsruimten, een onthaal, fietsenberging en sanitair.

De verbouwing  zal de socio-culturele werking van de vzw kwalitatief verbeteren voor de groeiende groep in deze wijk. Deze plannen staan niet los van de erkenningsvraag als lokale geloofsgemeenschap waarvoor de stad een positief advies uitbracht (2023_GR_00054). In het adviesgesprek verklaarde de uitbater dat er dagelijks gemiddeld 30 personen aanwezig zijn voor het gebed, bij het vrijdagsgebed gemiddeld 150 personen en bij drukkere feestgebeden tot 200 personen. Op woensdag, zaterdag en zondag biedt men taallessen aan een 80-tal leerlingen van 7 tot 16 jaar. Ook worden socio-culturele activiteiten georganiseerd.

De functie van gemeenschapsvoorziening is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

De leden van de vzw wonen in de onmiddellijke omgeving en begeven zich grotendeels te voet of met de fiets naar de activiteiten die plaatsvinden in de vereniging. Tijdens drukke gebedstijden werkt de moskee samen met de stad en zet vrijwilligers in om de toestroom van bezoekers in goede banen te leiden.

Er zijn klachten bekend over lawaaioverlast (na het verlaten van de moskee in de late avond op straat tot laat staan babbelen; uitgelaten kinderen na koranlessen). De bestuursleden van de vzw, nemen hun verantwoordelijkheid op en zorgen voor een oplossing van de klacht.

De dienst levensbeschouwingen adviseert positief mits brandvoorschriften worden opgevolgd en bij de verbouwing rekening wordt gehouden met het risico op geluidsoverlast, o.a. in het kader van gebruik van open ruimte.”

 

De dienst levensbeschouwingen adviseert positief mits brandvoorschriften worden opgevolgd en bij de verbouwing rekening wordt gehouden met het risico op geluidsoverlast, oa in het kader van gebruik van open ruimte.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies bijgetreden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Voorliggende aanvraag beoogt het samenvoegen van beide panden tot één functioneel geheel door het maken van 3 openingen in de scheidingsmuur. De niveauverschillen tussen beide gebouwen worden opgevangen door middel van een toegankelijke helling en lift.

 

Daarnaast wenst men ook uitbreidingen te doen aan de achterzijde. Het bouwvolume van het pand met huisnummer 112 wordt aan de achterzijde beperkt uitgebreid. In de achtertuin wordt tegen de achterste perceelsgrens een bijgebouw met tuinberging en afvallokaal gerealiseerd. Na de werken blijft een voldoende ruime tuinzone bewaard die overwegend groen en onverhard wordt ingericht. Bij het pand met huisnummer 110 wenst men de bestaande en onvergunde uitbreiding op de eerste verdieping te regulariseren.

De voorgestelde bouwdieptes zijn niet vreemd in de omgeving en stedenbouwkundig  aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels van beide panden zijn uitgevoerd in een roodbruine gevelsteen op een plint in blauwe hardsteen. Het buitenschrijnwerk werd voorzien in witte pvc of wit hout. Het voorgestelde materiaalgebruik is aanvaardbaar.

 

Op foto’s is te zien dat tegen de voorgevel een zaak-gebonden reclamepaneel werd aangebracht. Dit reclamepaneel is niet opgetekend op de tekeningen en maakt bijgevolg geen deel uit van de aanvraag. Het reclamepaneel wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden is de voorliggende aanvraag visueel inpasbaar in de directe omgeving. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De scheidingsmuur op de achterste perceelsgrens is onvoldoende hoog om brandoverslag te vermijden. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode en wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.

 

Daarnaast voldoet geen van beide aangepaste toiletten aan de verordening toegankelijkheid. Het toilet op de gelijkvloers is te klein en daardoor strijdig met artikel 29/2. De deur van het aangepast toilet op de eerste verdieping draait naar binnen open in plaats van naar buiten. Dit is in strijd met artikel 26. Het uitvoeren van beide toiletten in overeenstemming met bovenstaande artikels van de verordening toegankelijkheid wordt opgenomen als voorwaarde voor vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Het pand op nummer 112 wordt omgevormd van een meergezinswoning bestaande uit 2 wooneenheden naar een uitbreiding van een reeds bestaande gemeenschapsvoorziening (gebedshuis). De bestaande gebedsruimte die gevestigd is op huisnummer 110 wordt uitgebreid in dit pand met een keuken, 2 ontmoetingsruimtes van beperkte oppervlakte en 1 vergaderruimte. Er is geen uitbreiding van de gebedsruimte zelf, het aantal bezoekers blijft hetzelfde.

 

Vermits de parkeernorm enkel berekend wordt op de netto gebedsruimte van de voorziening is er geen bijkomende parkeerbehoefte. In voorbesprekingen werd aangegeven dat deze ruimtes niet simultaan gebruikt zullen worden met de gebedsruimte zelf.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 0.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er zijn geen nuttige parkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Er worden 18 fietsstalplaatsen voorzien in een doorgang van het pand gelegen op nummer 110. Deze zijn toereikend.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De aangepaste toiletten op de gelijkvloerse en eerste verdieping moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met artikels 26 en 29/2 van de verordening toegankelijkheid.

4. De zaak-gebonden publiciteit tegen de voorgevel wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 december 2023

Volledig en ontvankelijk

5 februari 2024

Start openbaar onderzoek

14 februari 2024

Einde openbaar onderzoek

14 maart 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

20 mei 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

19 juni 2024

Verslag GOA

30 mei 2024

Naam GOA

Axel Devroe

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

14 februari 2024

14 maart 2024

0

1

0

7

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 8 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:

 

1.      Parkeerdruk: de uitbreiding van het gebedshuis brengt een toename van de parkeerdruk met zich mee. De omgeving kampt nu reeds met een parkeerproblematiek door de bezoekers van het gebedshuis en dit zal nog verergeren volgens de bezwaarindieners. De mobiliteitsstudie in de nota is onvoldoende en onderschat de huidige problematiek. De aanvrager liet na om een grondige inschatting te maken van het totale aantal bezoekers voor de opmaak van deze mobiliteitstoets.

Beoordeling:

Voor deze aanvraag werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Mobiliteit. Het pand met huisnummer 110 is geacht vergund als gebedshuis met gebedsruimte. In het pand met nummer 112 worden enkel een keuken, 2 ontmoetingsruimtes en een vergaderruimte ingericht. Er is dan ook geen uitbreiding van de vloeroppervlakte van de gebedsruimte waardoor het aantal bezoekers niet zal toenemen. De geplande werken genereren dan ook geen bijkomende parkeerbehoefte.

Het bezwaar is ongegrond.

 

2.      Geluidsoverlast: reeds nu ondervinden de omwonenden geluidsoverlast door het gebedshuis wat zorgt voor een verstoring van de rust in de rustige woonomgeving. Soms vinden de gebeden ook plaats op het openbaar domein. Door de uitbreiding van het gebedshuis verwachten de bezwaarindieners dat ook de geluidshinder zal toenemen.

Beoordeling:

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Sociale dienstverlening/ Gemeenschapsvorming/ Ontmoeting/ Levensbeschouwing. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Als voorwaarde voor vergunning zal worden opgelegd dat bij de verbouwing de nodige maatregelen moeten getroffen worden om geluidsoverlast tegen te gaan.

Het bezwaar is deels gegrond.

 

3.      Open ruimte: door het dichtbouwen van de tuinzone van nummer 112 verdwijnen de aanwezige bomen waardoor de omwonenden geen zicht meer hebben op groen. De bomen dragen bij aan de verbetering van de luchtkwaliteit in deze zeer dens bebouwde omgeving.

Beoordeling:

Op het perceel met nummer 112 worden beperkte uitbreidingen voorzien aan de achterzijde van de voorbouw en wordt een tuinberging voorzien tegen de achterste perceelsgrens. Er blijft een voldoende grote tuinzone behouden van circa 58 m2 die overwegend groen en onverhard zal worden ingericht. Het verlies aan groene ruimte is dan ook erg beperkt.

Het bezwaar is ongegrond.

 

4.      Zwerfvuil: doordat er ook gebeden op straat plaatsvinden gaat dit vaak gepaard met het achterlaten van zwerfvuil op het openbaar domein.

Beoordeling:

 

Het bezwaar omtrent zwerfvuil is niet van stedenbouwkundige aard en kan bijgevolg niet mee in afweging genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. De aanvraag voorziet in een afgescheiden afvalberging op het eigen perceel die voldoet aan artikel 26 van de bouwcode.

Het bezwaar is ongegrond.

 

5.      Waardedaling: de aanwezigheid van het gebedshuis in de woonwijk betekent een waardevermindering voor de eigendommen in de omgeving.

Beoordeling:

Waardeverlies is geen aantoonbaar argument, gebaseerd op vermoedens en is niet stedenbouwkundig van aard.

Het bezwaar is ongegrond.

 

6.      Zonevreemdheid: het project is gelegen in woongebied en is bijgevolg zonevreemd. De activiteiten leggen een veel te grote druk op deze woonkern.

Beoordeling:

Het project is gelegen in woongebied volgens het gewestplan. Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Een gebedshuis (gemeenschapsvoorziening) in woongebied is dan ook niet zonevreemd. Bovendien is het pand met huisnummer 110 reeds geacht vergund als gebedshuis.

Het bezwaar is ongegrond.

 

7.      Verdere uitbreiding: bezwaarindieners zijn bezorgd dat de recente aankoop van het pand met nummer 108 voor een nog verdere uitbreiding van het gebedshuis zal zorgen.
Beoordeling:

Het pand met huisnummer 108 maakt geen deel uit van voorliggende aanvraag.

Het bezwaar is ongegrond.

 

8.      Werken niet noodzakelijk: in de omgeving zijn reeds meerdere gebedshuizen terug te vinden. Een uitbreiding van het huidige gebedshuis is dan ook niet noodzakelijk.

Beoordeling:

De uitbreidingswerken voorzien enkel een uitbreiding van het gebedshuis met een keuken, 2 ontmoetingsruimtes en een vergaderruimte. De netto vloeroppervlakte van de gebedsruimte blijft ongewijzigd en wordt niet uitgebreid.
Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De aangepaste toiletten op de gelijkvloerse en eerste verdieping moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met artikels 26 en 29/2 van de verordening toegankelijkheid.

4. De zaak-gebonden publiciteit tegen de voorgevel wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.