Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024005477 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Mohamed Zardoua met als adres Boshovestraat 95 bus 1 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Monnikenhofstraat 30 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie B nr. 651A |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 27/10/2023: weigering (OMV_2023046883) voor het bouwen van een eengezinswoning;
- 04/11/2022: weigering (OMV_2022065862) voor het bouwen van een eengezinswoning;
- 15/04/2022: weigering (OMV_2021160228) voor het bouwen van een eengezinswoning;
- 04/12/2020: verkaveling (OMV_2020084462) voor het verkavelen van een terrein in 3 loten voor woningbouw.
Vergunde toestand
- lot 1 uit een verkaveling bestemd voor gesloten woningbouw.
Bestaande toestand
- braakliggend terrein.
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een eengezinswoning;
- inrichten van een tuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 7 maart 2024 | 8 maart 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling 202017, goedgekeurd op 4 december 2020, meer bepaald in lot(en) 1.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op volgende punten:
- artikel 2.5 Dakuitvoering:
De hoogte van de dakkapel (bovenkant kroonlijst) is beperkt tot de helft van de dakhoogte van de woning, in dit geval tot maximum 2,12 meter. De voorziene hoogte van de dakkapel aan de voorgevel is 2,25 meter.
- artikel 2.12 Terrassen:
Alle verhardingen dienen te gebeuren met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede voeg. Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen toegelaten mits ze afwateren naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is. Het is in voorliggende aanvraag op de snedes onduidelijk of het terras op natuurlijke wijze afwatert in de tuin. Aanleg dient in helling van 1 à 2%, conform artikel 39 bouwcode.
- artikels 3.4.A en 3.4.B:
De zij- en achtertuin moet worden afgesloten door een levende haag of draad met een hoogte van maximum 2 meter. Op de plannen wordt er ter hoogte van de perceelsgrenzen geen afsluiting voorzien.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Terrassen grenzend aan een tuin dienen aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Effecten op de biodiversiteit: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet het optrekken van een nieuwe eengezinswoning. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen. Bovendien situeert het perceel (lot 1) zich binnen een geldige verkaveling, gekend als OMV_2020084462, en waarin eengezinswoningen toegelaten zijn. Een eengezinswoning is hier dan ook functioneel inpasbaar.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De nieuw te bouwen woning in deze aanvraag betreft een gesloten bebouwing. De voorziene volumetrie van de nieuwe woning voldoet qua bouwdiepte aan de verkavelingsvoorschriften.
De hoogte van de dakkapel bedraagt 2,25 meter daar waar de verkavelingsvoorschriften de hoogte van de dakkapel beperken tot de helft van de hoogte van het dak, wat in dit geval een hoogte van 2,12 meter zou zijn. Deze afwijking van de verkavelingsvoorschriften is echter zeer beperkt en kan na het houden van het vereiste openbaar onderzoek waaruit blijkt dat dit niet tot mogelijke overlast leidt, toegestaan worden.
Wat betreft de inrichting van de tuin, worden volgende afwijkingen vastgesteld.
Conform de verkavelingsvoorschriften dient de terrasverharding te gebeuren met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede voeg. Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen toegelaten mits ze afwateren naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is. Dit principe wordt ook herhaald in artikel 39 van de bouwcode waarin opgelegd wordt dat terrassen op natuurlijke wijze moeten afwateren in de tuin, in een helling van 1 à 2%. Het voldoen aan artikel 39 van de bouwcode en artikel 2.12 van de verkavelingsvoorschriften zal als voorwaarde bij de vergunning opgelegd worden.
Conform artikels 3.4.A en 3.4.B van de verkavelingsvoorschriften moet er een afsluiting voorzien worden in met een levendige haag of draad en een maximale hoogte van 2 meter. Het voorzien van een afsluiting die aan deze voorschriften voldoet zal als voorwaarde bij de vergunning opgelegd worden.
Mits voldaan aan de voorwaarden is het voorgestelde volume en de inrichting alsook de aanleg van de plaats ruimtelijk inpasbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Het hoofdvolume wordt opgetrokken in gevelstenen in oker, rood genuanceerd. Voor het schrijnwerk wordt zwart aluminium voorgesteld.
De voorgestelde materialen komen in de omgeving vaker voor en zijn inpasbaar in het straatbeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanwezigheid van de deurhoge schrijnwerkpartij in de achtergevel op de eerste verdieping biedt de mogelijkheid om het groendak op het platte dak van de eerste verdieping als buitenruimte te gebruiken. Het voorzien van een dakterras op deze plek kan niet toegelaten worden omwille van privacy naar de aanpalenden toe. Het eventuele gebruik van het platte dak als dakterras zal worden uitgesloten uit de vergunning.
Mits voldaan wordt aan de voorwaarde kan het voorstel aanvaard worden.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de werkelijk berekende parkeerbehoefte 1 plaats per eenheid. Gelet op het feit dat er hier sprake is van louter het optrekken van 1 eengezinswoning, is de parkeerbehoefte hier dus 1 parkeerplaats.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er wordt op de plannen geen autostalplaats ingetekend.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing. |
Fietsvoorzieningen
Aangezien de woning 5 slaapkamers bevat, moet er plaats voorzien worden om 6 fietsen te stallen. Op de plannen wordt een fietsenberging voorzien centraal op het gelijkvloers. Deze is toegankelijk via een dubbele deur vanuit de inkomhal.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het terras aan de tuinzijde is uit te voeren met een helling van 1 à 2% afwaterend naar de tuin, conform artikel 39 van de bouwcode en artikel 2.12 van de verkavelingsvoorschriften.
3. Op de perceelsgrenzen is een afsluiting met een levende haag of een draadafsluiting met een maximale hoogte van 2 meter te voorzien, conform artikels 3.4.A en 3.4.B van de verkavelingsvoorschriften.
4. Het gebruik van het groendak op de eerste verdieping als dakterras wordt uitgesloten uit de vergunning.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 februari 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 7 maart 2024 |
Start openbaar onderzoek | 15 maart 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 13 april 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 20 juni 2024 |
Verslag GOA | 28 mei 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
15 maart 2024 | 13 april 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het terras aan de tuinzijde is uit te voeren met een helling van 1 à 2% afwaterend naar de tuin, conform artikel 39 van de bouwcode en artikel 2.12 van de verkavelingsvoorschriften.
3. Op de perceelsgrenzen is een afsluiting met een levende haag of een draadafsluiting met een maximale hoogte van 2 meter te voorzien, conform artikels 3.4.A en 3.4.B van de verkavelingsvoorschriften.
4. Het gebruik van het groendak op de eerste verdieping als dakterras wordt uitgesloten uit de vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.