Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024014320 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | de heer Steven Baerts met als contactadres Belcrownlaan 13D te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Richard Declerckstraat zonder nummer te 2050 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 13 sectie N nrs. 324X, 324W en 833Y9 |
waarvan: |
|
- 20240131-0074 | afdeling 13 sectie N nrs. 833Y9, 324X en 324W (Bemaling Galgenweel oost) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | een bronbemaling voor het plaatsen van een kelder en de aanleg van riolering |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
- 28 december 2000: aktename van goederenopslag (MV2000/190);
- 27 februari 2002: vergunning voor een fotogravure (MV2001/762);
- 19 juni 2002: vergunning voor een drukkerij (MV2002/180);
- 25 juni 2004: aktename van de exploitatie van een distributiecabine (MV2004/194).
Op 7 september 2021 nam het college akte van een melding, ingediend door NV Hertsens Wegenwerken, voor de exploitatie van een bronbemaling voor de aanleg van de riolering van een verkaveling (OMV_2021138189).
Op 29 oktober 2021 verleende het college een omgevingsvergunning onder voorwaarden voor de exploitatie van een tijdelijke bemaling, technisch noodzakelijk voor bouwkundige werken (OMV_2021129576).
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat een grondwaterbemaling die technisch noodzakelijk is voor de realisatie van twee ondergrondse kelderverdiepingen en de aanleg van de riolering.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 31,40 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | 76.732,80 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
Bemaling Galgenweel oost
1. | Bij te stellen voorwaarde: Lozingsnormen Vlarem II bijlage 2.3.1. artikel 3 §4.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Voor arseen en zink worden respectievelijk 50 µg/liter en 2.000 µg/liter aangevraagd als bijzondere lozingsnorm. Deze normen worden aangevraagd op basis van de historisch opgehoogde grond met de aanwezigheid van zware metalen. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen | 17 april 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 17 april 2024 | 15 mei 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Galgenweel Oost, goedgekeurd op 9 augustus 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo), artikel 3 zone voor groen - (gr) en artikel 2 zone voor publiek domein - (pu).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Galgenweel-Borgerweert, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 mei 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor openbare wegenis ow.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) en bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In het kader van een nieuwbouwproject zullen twee appartementsgebouwen worden voorzien ter hoogte van de Aalscholverlaan, lot 14 en 15 (Galgenweel Oost) te Linkeroever, 2050 Antwerpen.
De aanvraag omvat de exploitatie van een tijdelijke bemaling klasse 2, die noodzakelijk is voor de aanleg van één ondergrondse kelderverdieping per appartementsgebouw en de aanleg van riolering in het kader van de verkaveling.
De vergunning met stedenbouwkundige handelingen die betrekking heeft op deze aanvraag, werd verleend op 29 april 2022 (OMV_ 2021189391).
Bemaling
De bemaling zal bestaan uit twee delen: deel 1 betreft de aanleg van de twee ondergrondse kelders en deel 2 betreft de aanleg van de riolering. Om de werken droog uit te voeren, wordt het grondwater tot 0,5 meter onder het uitgravingsniveau verlaagd. Er wordt uitgegaan van de hoogst gekende grondwaterstand in rust van +4,13 mTAW.
De aan te leggen bouwputten voor de kelderverdiepingen zullen uitgegraven worden tot maximaal 4,3 m-mv (+1,70 mTAW). Er zal gewerkt worden met prefab liftschachten, waardoor geen plaatselijke diepere bemaling voor de liften noodzakelijk is.
De bemaling zal worden uitgevoerd met gravitaire filters, waarbij de filters op 6,5 meter diepte (-0,5 m TAW) worden aangezet en met een tussenafstand van 4 meter rond de bouwput worden geplaatst. De werken worden uitgevoerd binnen een kuip van berlinerwanden. Het maximale onttrekkingsdebiet bedraagt 16,4 m³/uur of 393,6 m³/dag, aflopend tot 12,6 m³/uur of 302,4 m³/dag na 6 maanden. In totaal zal 64.132,8 m³ grondwater worden opgepompt met een bemalingsduur van 6 maanden. De invloedstraal van de bemaling bedraagt maximaal 157 meter.
Voor de aanleg van de riolering zal er uitgegraven worden tot 2,5 m-mv (3,5 mTAW). Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van een vrije waterbemaling met vacuümextractiefilters in een lijnbemaling. De filters worden aangezet op 5 meter diepte (+1 mTAW). Het bemalingsdebiet bedraagt 15 m³/uur of 360 m³/dag. De bemaling is voorzien voor 5 weken met een waterbezwaar van 12.600 m³. De invloedstraal van de bemaling bedraagt maximaal 30 meter.
Zettingen
Er werd onderzocht of er overschrijdende zettingen optreden bij een algemene drempelwaarde van 15 mm. De berekende zetting bedraagt respectievelijk 14 mm voor deel 1 en 1 mm voor deel 2 van de bemaling.
Uit de theoretische zettingsberekeningen in de bemalingsstudie blijkt dat er geen overschrijdende zettingen > 15 mm zullen optreden gedurende de bemaling. Deze berekeningen zijn gebaseerd op een conservatieve inschatting.
Gezien de ligging van het project in de nabijheid van een bebouwd woongebied, en dat binnen de invloedstraal (157 m) een erfgoedelement is gelegen, wordt opgelegd om de zettingen te monitoren vanaf de start tot het einde van de bemaling. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
Waterkwaliteit
Binnen de invloedstraal zijn er vier OVAM-dossiers gekend (dossier 92, 56463, 27074 en 5484). Deze werden gescreend en besproken in de bemalingsnota.
Ter hoogte van de onderzoekslocatie zijn concentraties arseen boven het indelingscriterium aangetroffen in het grondwater op een diepte tussen 1,8 en 2,8 m-mv in de vergraven/aangevulde grondlaag (OVAM-dossier 56463). Ook zijn concentraties arseen en zink boven het indelingscriterium aangetroffen op een diepte tussen 2,5 en 3,5 m-mv in de aangevoerde grondlaag (OVAM-dossier 27074).
Uit het onderzoek blijkt dat ter hoogte van het terrein het grondwater natuurlijk verhoogd is met arseen en zink en dat de aangetroffen concentraties lager zijn dan de bodemsaneringsnorm.
Er wordt verwacht dat de bemaling geen invloed zal uitoefenen op de grondwaterverontreinigingen. Voor alle zekerheid worden de volgende bijzondere lozingsnormen aangevraagd:
Parameter | Indelingscriterium | Gevraagde lozingsnorm |
Arseen (µg/liter) | 5 | 50 |
Zink (µg/liter) | 200 | 2.000 |
PFAS individueel (ng/liter) |
| 100 |
De projectsite situeert zich in een no regret-zone voor PFAS. Op het grondwater zijn nog geen analyses uitgevoerd op deze (noch andere) stoffen.
Bij de opstart van de bemaling dient een staalname en analyse van het effluent op het standaardanalysepakket (SAP) en PFAS te worden uitgevoerd. De opstart van de bemaling wordt stopgezet totdat de analyseresultaten bekend zijn. Uit de resultaten zal blijken of aan de lozingsvoorwaarden voldaan kan worden, eventueel met de inzet van een waterzuiveringsinstallatie (WZI).
In dit dossier wordt voor alle PFAS-verbindingen een verhoogde lozingsnorm van 100 ng/liter aangevraagd. Er wordt tevens een waterzuiveringsinstallatie (WZI) mee opgenomen in de vergunningsaanvraag.
De zuiveringsinstallatie zal bestaan uit een buffer (20 m³), een zandfilter en 2 zones met PFAS absorberend materiaal. De bemalingsinstallatie dient voorzien te worden van een bemonsteringspunt en een debietsmeter.
Lozing afvalwater
De exploitant voorziet dat het potentieel verontreinigde bemalingswater, na behandeling in een waterzuiveringsinstallatie, zal worden geloosd in oppervlaktewater (het meer ‘Galgenweel’). Het Galgenweel is een semi-natuurlijk brakwatermeer.
Uit de analyseresultaten van de bemalingsstudie blijkt dat de vrij ondiepe grondwatertafel (± 2 m) een beperking vormt voor de mogelijkheid tot infiltratie. Een rapport van het infiltratieonderzoek werd toegevoegd aan het aanvraagdossier.
Voor zover voldaan kan worden aan de lozingsvoorwaarden en mits akkoord van de waterbeheerder, de Vlaamse Waterweg, wordt de lozing in het Galgenweel gunstig geadviseerd. Het akkoord van de waterbeheerder dient bekomen te worden vóór de start van de bemaling en moet worden overgemaakt aan de stedelijke diensten.
Op basis van de informatie op het uitvoeringsplan blijkt dat het tracé voor de afvoer van het bemalingswater naar het Galgenweel zal worden aangelegd met behulp van flexibele darmen met overrijdbare hulpstukken. Deze worden geplaatst over de Aalscholverlaan, Pluvierstraat en een wandelpad.
De leidingen voor de afvoer van het bemalingswater doorkruisen het openbaar domein. Hiervoor dient een toelating inname openbaar domein verkregen te worden van de dienst Tijdelijke Werfsignalisatie voor de duur van de bemaling.
Bijzonder beschermde gebieden
Er bevinden zich geen speciale beschermingszones of VEN/IVON-gebieden binnen een straal van 157 m van het projectgebied. Op het projectgebied zelf ligt een biologisch waardevol gebied, maar het betreft een braakliggend terrein.
Volgens de bemalingsstudie zal geen aanzienlijke verdroging of zetting optreden als gevolg van de bemaling.
Bijstelling sectorale voorwaarden
De exploitant vraagt de volgende bijstellingen op de sectorale voorwaarden van Vlarem II:
- Bijlage 2.3.1. basismilieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater
Deze bijstellingen zijn aanvaardbaar gezien het tijdelijke karakter van de bemaling.
Advies VMM
De Vlaamse Milieumaatschappij dienst Afvalwater en Lucht adviseert gunstig voor het lozen van potentieel verontreinigd bemalingswater (met gevaarlijke stoffen) met een maximaal debiet van 31,4 m³/uur en 753,6 m³/dag via een waterzuivering (rubriek 3.6.3.2) voor een beperkte termijn van 6 maanden in het Galgenweel.
De algemene voorwaarden voor lozing in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
Parameter | Geadviseerde bijzondere lozingsnorm (VMM) |
PFAS individueel (ng/liter) | 100 |
Arseen, totaal (µg/liter) | 50 |
Zink, totaal (µg/liter) | 2.000 |
- De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025 en de vergunde parameters
Ook de andere voorwaarden opgenomen in het advies van VMM-dienst afvalwater worden opgenomen als bijzondere voorwaarden.
Voorliggende project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier werd tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid doordat de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet van toepassing.
Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Er dienen geen adviezen gevraagd te worden.
Effecten op de biodiversiteit:
Overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024, kan het volgende gesteld worden:
- Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
- Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 31,40 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | 76.732,80 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
Parameter | Norm |
PFAS individueel (ng/liter) | 100 |
Arseen, totaal (µg/liter) | 50 |
Zink, totaal (µg/liter) | 2.000 |
- Bij concentraties > 80% norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van norm bedraagt;
- Bij concentraties < 80% norm: geen herhaling noodzakelijk.
Een stillegging van de bemaling is hierbij niet meer vereist (gezien reeds resultaten beschikbaar zijn).
- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.
De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie, wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 4 februari 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 17 april 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 juni 2024 |
Verslag GOA | 31 mei 2024 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
Parameter | Norm |
PFAS individueel (ng/liter) | 100 |
Arseen, totaal (µg/liter) | 50 |
Zink, totaal (µg/liter) | 2.000 |
- Bij concentraties > 80% norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80% van norm bedraagt;
- Bij concentraties < 80% norm: geen herhaling noodzakelijk.
Een stillegging van de bemaling is hierbij niet meer vereist (gezien reeds resultaten beschikbaar zijn).
- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.
De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie, wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 31,40 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | 76.732,80 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 6 maanden vanaf de start van de werken.