Terug
Gepubliceerd op 12/03/2024

2024_DCWI_00043 - Districtsraad - Dagorde zitting 7 maart 2024 - Kennisneming

districtscollege Wilrijk
ma 04/03/2024 - 18:15 collegezaal
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Kristof Bossuyt, districtsburgemeester; Hans Ides, districtsschepen; Linda Verlinden, districtsschepen; Robert Moens, districtsschepen; Alexandra D'Archambeau, districtsschepen; Julie De Vos, districtssecretaris

Afwezig

Ine Van de kerkhove, waarnemend districtssecretaris

Secretaris

Julie De Vos, districtssecretaris

Voorzitter

Kristof Bossuyt, districtsburgemeester
2024_DCWI_00043 - Districtsraad - Dagorde zitting 7 maart 2024 - Kennisneming 2024_DCWI_00043 - Districtsraad - Dagorde zitting 7 maart 2024 - Kennisneming

Motivering

Aanleiding en context

Op 7 maart 2024 gaat er een zitting van de districtsraad door.

Juridische grond

Artikelen 18 tot 39 en 126 en 127 van het Decreet lokaal bestuur bepalen de werking van de gemeenteraad en de districtsraad.

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 19 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld. Ingevolge artikel 126 van het Decreet lokaal bestuur, is dit artikel ook van toepassing op de districten.

Argumentatie

De voorzitter van de districtsraad beslist tot bijeenroeping van de districtsraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het districtscollege aan de voorzitter worden meegedeeld. Het is wenselijk dat het districtscollege kennis neemt van de dagorde van die zitting (als bijlage toegevoegd).

Besluit

Het districtscollege wilrijk beslist:

Artikel 1

Het districtscollege neemt kennis van de bijeenroeping van de districtsraad door de voorzitter van de districtsraad op donderdag 7 maart 2024 om 20 uur over de bijgevoegde dagorde.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.