Terug
Gepubliceerd op 10/07/2024

2024_CBS_05436 - Omgevingsvergunning - OMV_2024039161. Mutsaardstraat 8. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/06/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05436 - Omgevingsvergunning - OMV_2024039161. Mutsaardstraat 8. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_05436 - Omgevingsvergunning - OMV_2024039161. Mutsaardstraat 8. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024039161

Gegevens van de aanvrager:

BV InStyle Stories met als adres Justitiestraat 79 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Mutsaardstraat 8 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 1 sectie A nr. 622B

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          15/07/2022: weigering (20214725) voor het uitvoeren van wijzigingen op vergunning 20182053;

-          9/10/2020: weigering (2020619) voor het verbouwen van een meesterwoning naar een meergezinswoning met vier appartementen;

-          26/10/2018: voorwaardelijke vergunning (20182053) voor het verbouwen van een meesterwoning naar vier appartementen;

-          20/04/2018: voorwaardelijke vergunning (20173475) voor het verbouwen van een meesterwoning naar vier appartementen;

-          28/12/1938: vergunning (18#11683) voor binnenveranderingen;

-          18/10/1855: vergunning (1855#613) voor verbouwen.

 

Vergunde toestand

-          meergezinswoning met 4 wooneenheden;

-          neoclassicistisch herenhuis van 4 bouwlagen onder een hellend dak;

-          aanbouw van 2 bouwlagen met een plat dak;

-          2 dakkapellen achteraan;

-          lichtgrijs bepleisterde voorgevel met donkerrood geschilderd, houten buitenschrijnwerk.

 

Nieuwe toestand

-          gewijzigde indeling traphal en circulatie, met plaatsing van een nieuwe, betonnen trap;

-          plaatsing van een grotere lift;

-          gewijzigde fietsenberging in de inkomhal;

-          tweede fietsenberging omgevormd tot afvalberging;

-          gewijzigde indeling van de appartementen;

-          verwijderen van een aantal dubbele deuren vooraan op het gelijkvloers en op de tweede verdieping;

-          gewijzigd, uitkragend terras achteraan op de tweede verdieping;

-          gewijzigde indeling van de achtergevel;

-          verplaatsing van de brandtrap naar de linkerkant, achteraan de terrassen;

-          wit bepleisterde voorgevel met zwart geschilderd, houten buitenschrijnwerk.


Inhoud van de aanvraag

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          wijzigen van de voor- en achtergevel;

-          plaatsen van uitkragende terrassen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

27 maart 2024

2 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

27 maart 2024

10 april 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

27 maart 2024

12 juni 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad volgend punt:

-          Artikel 2.1.1 Culturele, historische en/of esthetische waarde: Het inventarispand is gelegen in een gebied waar elke wijziging van de bestaande toestand onderworpen wordt aan de wenselijkheid van behoud. Desondanks verdwijnen er waardevolle elementen waaronder de trap en de volledige traphal, het raam en het buitenschrijnwerk ter hoogte van de traphal in de achtergevel. Ook de kleur van de gevels en het buitenschrijnwerk wijzigen.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed: de aanvraag betreft een inventarispand gelegen in CHE gebied. Hiervoor geldt de wenselijkheid van behoud. In de laatste vergunning werd opgelegd om quasi alle gewenste wijzigingen voor te leggen aan de dienst Monumentenzorg. Desondanks werden er zonder advies of voorbespreking wijzigingen uitgevoerd aan zowel de voor- als achtergevel, het interieur en het buitenschrijnwerk. De te behouden trap werd vervangen door een betonnen trap en ook het te behouden raam en buitenschrijnwerk in de achtergevel ter hoogte van de traphal werden vervangen.
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: de fietsstalplaats wordt verkleind in functie van het voorzien van een afvalberging. De fietsenstalling is te smal om de fietsen haaks te plaatsen.

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Programmatorische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024. 

-          Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist. 

-          Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend  project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)) 
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

  

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

  

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld.

De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.

 

Cultuurhistorische en visueel-vormelijke aspecten

De voorgevel blijft, behoudens het schilderen van het buitenschrijnwerk en de gevel, ongewijzigd. De gewijzigde kleurstelling van de gevels wordt gunstig geadviseerd want doet geen afbreuk aan de beeldkwaliteit van het pand, noch aan de inpassing in het straatbeeld.

 

De werken zijn gesitueerd in woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is het pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij ministerieel besluit van 29 maart 2019. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften.

“In 2018 werd een vergunning verleend voor de restauratie en verbouwing van het voormalige herenhuis tot meergezinswoning. De voorwaarden bij deze vergunning vermeldden expliciet het behoud van de interieurelementen in onder meer de traphal.

Een tweede vergunningsaanvraag volgde in 2020; waarin een herindeling van de ruimtes werd aangevraagd ten gevolge van het instorten van de waardevolle historische trap. Deze aanvraag werd door het college geweigerd.

Een gelijkaardige aanvraag werd in 2022 opnieuw geweigerd door het college.

 

Voorliggende aanvraag omvat de regularisatie van onder meer een aangepaste configuratie van de voormalige traphal. De herindeling van deze ruimte en de plaatsing van een betonnen trap werd uitgevoerd zonder vergunning en zonder terugkoppeling met de stedelijke dienst Monumentenzorg. De uitgevoerde toestand gaat volledig voorbij aan de adviezen die deel uitmaakten van de collegebeslissingen (vergunningsaanvragen 2018, 2021 en 2022). In functie van de herindeling werden ook wijzigingen doorgevoerd aan de achtergevel waarbij het monumentale rondboogvenster van de voormalige traphal werd gesupprimeerd.

 

De aanvrager was op de hoogte van de hoge erfgoedwaarde die aan de traphal werd toegeschreven en ontving consequent meerdere adviezen met betrekking tot de te nemen maatregelen na instorting van de historische trap: herstel en/of vernieuwing van de trap met behoud van de historische configuratie van de traphal en resterende erfgoedelementen. In strijd met de expliciete voorwaarden uit de vergunning, de verordenende voorschriften en de eerder verleende adviezen, werd geopteerd om de waardevolle traphal integraal te ontmantelen, op te delen en het grote rondboograam in de achtergevel te supprimeren zonder vergunning. Bij deze werken werden de stedelijke diensten op geen enkel moment betrokken.

Gelet op het bovenstaande wordt deze aanvraag ongunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Monumentenzorg.”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit ongunstig advies bijgetreden.

Niettegenstaande de trap zelf onherstelbaar beschadigd werd, werd vanuit oogpunt monumentenzorg ook uitgegaan van behoud van de oorspronkelijke configuratie van de traphal.

De in de beschrijvende nota vermelde argumentatie wordt niet aanvaard; het door de brandweer gevraagde sas kon immers ook ter hoogte van de lift voorzien worden waardoor het behoud van de configuratie van de trap gegarandeerd blijft.

 

Voorliggende planaanpassing leidde bovendien tot een wijziging van het vensterschrijnwerk terwijl duidelijk werd opgelegd in de vergunning om deze in situ te behouden. Deze wijziging kan dan ook niet gunstig geadviseerd worden.

In een nieuwe aanvraag dient de trap en schrijnwerk teruggebracht te worden naar zijn oorspronkelijke configuratie.

Geadviseerd wordt om de aanvraag te weigeren.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Verkeerdelijk werd in vorige weigering gesteld dat het niet nakomen van een voorwaarde de vergunning ongeldig maakt en de vergunning hierdoor komt te vervallen.

Vanuit juridisch oogpunt werd het volgende gesteld:

“Het niet uitvoeren van vergunningsvoorwaarden maakt dat de uitvoering strijdig is met de afgeleverde omgevingsvergunning en dat hier via handhaving sanctionerend kan tegen opgetreden worden (dit maakt immers een stedenbouwkundig misdrijf uit in de zin van art 6.2.1,1° VCRO). Het maakt echter de omgevingsvergunning an sich niet ongeldig en kan al zeker geen grond van verval zijn (want deze worden immers limitatief opgesomd in art. 99 OVD, zoals de aanvrager terecht aanhaalt).

Indien er geen grond uit art. 99 OVD tot verval van toepassing is, dan is de laatst vergunde toestand van het pand dus wel degelijk deze van 26/10/2018.“

 

Mobiliteitsimpact

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging.

Er is geen functiewijziging en het aantal wooneenheden blijft behouden (4)

Er zijn enkel interne verbouwingen.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 0

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsvoorzieningen:

De fietsenstalling wordt gewijzigd. In deze ruimte kunnen fietsen niet haaks gestald worden aangezien de breedte beperkt is.

De fietsenstalling moet ingericht worden volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode en voldoende groot zijn voor minimum 8 fietsen. (zie vorige vergunning)

 

De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-          De fietsenstalling moet ingericht worden volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode en voldoende groot zijn voor minimum 8 fietsen.

 

De fietsenstalling wijzigt in deze nieuwe aanvraag.

Zoals reeds opgemerkt in vorige weigering is de ruimte achter de fietsen te klein om vlot met fietsen in- en uit te manoeuvreren. Deze afstand moet minimum 1,7 m zijn en bedraagt nu 1,25 m. De voorgestelde fietsenberging is bijgevolg onvoldoende functioneel.

 

De 2 voorgestelde fietsenstallingen in de vergunning van 2018 werden positief beoordeeld.

Het voorstel voorzag in 6 fietsen in de inkomhal en 4 fietsen in de ruimte naast de traphal waar in voorliggende aanvraag de afvalberging voorzien wordt.

Er kan geen afwijking worden toegestaan op de verplichting tot het voorzien van een fietsenstalling conform de inrichtingsprincipes van de bouwcode. Bij een mogelijke vergunning zou bij de voorwaarden opgenomen worden om de voldoende ruime fietsenstalplaats conform de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode te voorzien.

 

Geadviseerd wordt om de aanvraag te weigeren.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.


Standpunt college


De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert om de vergunningsaanvraag te weigeren. Hij baseert zich hiervoor op het ongunstig advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg en de eerdere verleende weigeringen door het college.

Evenwel is het college van mening dat de huidige aanvraag tegemoet komt aan eerdere weigeringsgronden en dat het pand verbouwd werd op een wijze waarbij zoveel mogelijk rekening werd gehouden met de meest essentiële te behouden erfgoedelementen. Zo werd de voorgevel volledig hersteld, gerestaureerd en herschilderd, het plafond en de bepleistering van de inkomhal werden bewaard, gerestaureerd en herschilderd, de marmeren wandbekleding en de trap in de doorgang naar het gelijkvloers bleef bewaard, de schouwmantel bleef bewaard, …

Het college vindt het jammer dat de oorspronkelijke configuratie van de traphal niet behouden werd, maar begrijpt de keuze voor een aangepaste configuratie van de oorspronkelijke traphal. Het college volgt enerzijds de in de beschrijvende nota vermelde argumentatie: door het instorten van de trap en de aanwezige schimmels kon inderdaad niets van de bestaande houten trap gerecupereerd worden. Handgrepen, balusters, trappalen, wanden, … waren daardoor niet of nauwelijks restaureerbaar. De trap was grotendeels onherstelbaar beschadigd. Anderzijds is het college van mening dat er door de aanvrager een doordachte afweging werd gemaakt van enerzijds het behoud van de erfgoedwaarden van het pand ten opzichte van de mogelijkheden tot transformatie en functionele herbestemming. Het door de brandweer gevraagde sas (met vluchtdeuren en volgens de voorschriften van de brandweer) werd immers gelokaliseerd binnen het volume van de bestaande traphal. Bovendien zou het alternatief voorstel van het verplaatsen van het gevraagde sas ter hoogte van de lift ook een mogelijke aantasting van de erfgoedwaarde van die ruimtes tot gevolg hebben.

Het college is van mening dat de vergunning kan verleend worden met voorwaarden.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 maart 2024

Volledig en ontvankelijk

27 maart 2024

Start openbaar onderzoek

5 april 2024

Einde openbaar onderzoek

4 mei 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 juli 2024

Verslag GOA

17 juni 2024

Naam GOA

 Axel Devroe

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

  

Bespreking van de bezwaren

Geluidsoverlast vanaf terrassen: Het bezwaar tegen geluidsoverlast vanaf de terrassen;

Beoordeling: Het bezwaar omtrent geluidsoverlast betreft niet-aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Het gebruik van de terrassen is inherent aan het wonen in een stedelijke omgeving. Een normaal gebruik van een terras, hoeft een goed nabuurschap niet in de weg te staan. Bovendien werden de terrassen in 2018 reeds vergund, betreft voorliggende aanvraag slechts kleine wijzigingen aan deze terrassen. Het bezwaar is ongegrond.

 

Schending van de privacy: Het bezwaar tegen verlies van privacy door inkijk in de verblijfsruimten vanaf de terrassen;

Beoordeling: Gelet op de grote afstand tot de achtergevel van de bezwaarindiener en de gevels van het project, kan deze stelling niet worden bijgetreden. Er kan bijgevolg bezwaarlijk gesteld worden dat de privacy dermate geschonden wordt dat de woonkwaliteit in het gedrang komt. Bovendien werden de terrassen in 2018 reeds vergund, betreft voorliggende aanvraag slechts kleine wijzigingen aan deze terrassen.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij:

  • de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
  • het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:


Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.


Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven;

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids-, en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

3. Conform het advies van de dienst mobiliteit moet de fietsenstalling ingericht worden volgens de inrichtingsprincipes van artikel 29 uit de bouwcode en voldoende groot zijn voor minimum 8 fietsen.


Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.