Bij besluit van 30 juni 2023 (jaarnummer 4492) keurde het college het arbeidsreglement en statuut werkervaringsklanten goed.
Het oude reglement werd hervormd en de nieuwe versie werd van toepassing verklaard op alle werkervaringsklanten.
Het nieuwe reglement trad in werking op 1 april 2024.
Het reglement voor de werkervaringsklanten goedgekeurd door het college op 30 juni 2023 (jaarnummer 4492).
Op 25 maart 2019 (jaarnummer 154) besliste de gemeenteraad om de bevoegdheid om de rechtspositieregeling en reglementen omtrent personeelsaangelegenheden in uitvoering van de rechtspositieregeling vast te stellen, over te dragen naar het college. De raad voor maatschappelijk welzijn besliste op 25 maart 2019 (jaarnummer 27) hetzelfde voor het vast bureau.
Op 24 mei 2019 (jaarnummer 00205) keurde het vast bureau het principe goed dat wijzigingen aan de rechtspositieregeling (met uitzondering van wijzigingen aan het statuut van maatschappelijk werkers), uitvoeringsbesluiten op de rechtspositieregeling en andere besluiten met betrekking op personeelsbeleid enkel beslist worden door het college.
Er is nood aan duidelijkheid over alles aspecten van het statuut van de werkervaringsklanten. Sommige aspecten zijn niet geregeld in het reglement en enkele bepalingen zijn dubbelzinnig geformuleerd. Op die manier is er discussie ontstaan over de precieze draagwijdte van het reglement. Dit besluit wil deze onduidelijkheden ophelderen.
Titel/Hoofdstuk | Artikel | Argumentatie |
Inleiding en toepassingsgebied | opsomming statuten | Toevoegen gespecialiseerde beroepsverkennende stage. Binnen de stad worden af en toe klanten aangesteld in dit statuut. |
Inleiding en toepassingsgebied | toepassingsgebied | De omschrijving van het toepassingsgebied in de tijd die enkel in het begeleidend besluit was opgenomen wordt nu overgenomen in het reglement zelf. |
Deel 3 | Artikel 3, §3 | Er wordt verduidelijkt dat jaarlijkse vakantie in eerste instantie moet worden aangewend om de periodes van collectieve sluiting en brugdagen te dekken. |
Deel 3 | Artikel 5 | Deze aanpassing heeft voor gevolg dat de ziekteregeling van de stad in de regel wordt toegepast tenzij uitdrukkelijk in een uitzondering wordt voorzien. Op die manier wordt de toepassing eenvoudiger. |
Deel 3 | Artikel 5, §5 | Gelijkschakeling van de regeling voor reguliere medewerkers en werkervaringsklanten. Schrappen van de verplichting om een doktersattest te bezorgen wanneer een klant ziek naar huis gaat. Klanten kunnen immers vaak niet tijdig bij hun dokter terecht en komen hierdoor in de problemen. |
Deel 3 | Artikel 5, §7 | Gelijkschakeling met regeling reguliere medewerkers: tijdens ziekte is de uitoefening van een nevenactiviteit niet toegestaan. |
Deel 3 | Artikel 6 | Werkervaringsklanten met een overeenkomst voor alternerende opleiding worden gedekt door de arbeidsongevallenverzekering. Zij zijn dus onderworpen aan de regeling met betrekking tot arbeidsongevallen. |
Deel 3 | Artikel 7 | Rechtzetting: de wachttijd om in aanmerking te komen voor een uitkering moederschapsrust is niet dezelfde als de wachttijd om in aanmerking te komen voor ziekteverzekering. In de voetnoot wordt verwezen naar de correcte voorwaarden. |
Deel 3 | artikel 8 | Werkervaringsklanten met een overeenkomst voor alternerende opleiding hebben recht op omstandigheidsverlof. De tekst wordt in die zin aangepast. |
Deel 3 | Artikel 8, §3 | Schrappen van bijpassing van loon bij geboorteverlof voor werkervaringsklanten die niet uitkeringsgerechtigd zijn. Dit is immers discriminatoir ten aanzien van klanten die wel uitkeringsgerechtigd zijn. |
Deel 3 | Artikel 9 | De mogelijkheden om onbetaald verlof op te nemen zijn voortaan dezelfde voor alle werkervaringsklanten. |
Deel 3 | Artikel 10 | De mogelijkheden om dienstvrijstelling op te nemen zijn voortaan dezelfde voor alle werkervaringsklanten. |
Deel 3 | Artikel 10, §1, 3 | Rechtzetting: correcte verwijzing naar de bedrijfseenheid Ondernemen en Stadsmarketing. |
Deel 3 | Artikel 11, §2 | Rechtzetting: hogere wetgeving voorziet enkel in anciënniteit van 1 jaar voor ouderschapsverlof en niet voor andere vormen van thematisch verlof. |
Deel 4 | Artikel 2,§1 | Bepaling is dubbelzinnig geformuleerd. Aanpassing is nodig zodat duidelijk is dat de regeling zoals ze vroeger werd toegepast nog steeds geldt. Contracten van minstens 3 maanden geven recht op maaltijdcheques. |
Deel 4 | Artikel 2, §2 | Schrappen van het woord 'eigen': werkervaringsklanten hebben ook recht op een fietsvergoeding wanneer ze gebruik maken van een andere fiets dan de eigen fiets bvb deelfiets. |
Deel 4 | Artikel 2, §2 | Rechtzetting: werkervaringsklanten kunnen kiezen om gebruik te maken van het sociaal tarief of een tegemoetkoming te vragen a rato van 90% van het woon-werkvervoer met openbaar vervoer mocht dit een meer voordelige keuze zijn. |
Deel 4 | Artikel 3, §6 | Rechtzetting: niet de raad voor maatschappelijk welzijn maar wel de gemeenteraad is bevoegd voor de vaststelling van de lijst met gevaren. |
Deel 5 | Artikel 2, §4 | De forfaitaire toekenning van compensatie-uren bij vorming wordt meer genuanceerd: klanten hebben geen recht op dit forfait indien ze minder dan een week in dienst zijn, het lespakket minder dan 15 uren beslaat of wanneer ze minstens 30 dagen ononderbroken ongewettigd afwezig zijn. |
Het college keurt de wijzigingen aan het arbeidsreglement en statuut werkervaringsklanten goed.
Het college neemt kennis van de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement en statuut werkervaringsklanten.
Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2024.