Terug
Gepubliceerd op 24/06/2024

2024_CBS_05286 - Wijziging - Arbeidsreglement en statuut werkervaringsklanten - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/06/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05286 - Wijziging - Arbeidsreglement en statuut werkervaringsklanten - Goedkeuring 2024_CBS_05286 - Wijziging - Arbeidsreglement en statuut werkervaringsklanten - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Bij besluit van 30 juni 2023 (jaarnummer 4492) keurde het college het arbeidsreglement en statuut werkervaringsklanten goed.

Het oude reglement werd hervormd en de nieuwe versie werd van toepassing verklaard op alle werkervaringsklanten.

Het nieuwe reglement trad in werking op 1 april 2024.

Juridische grond

Het reglement voor de werkervaringsklanten goedgekeurd door het college op 30 juni 2023 (jaarnummer 4492).

Regelgeving: bevoegdheid

Op 25 maart 2019 (jaarnummer 154) besliste de gemeenteraad om de bevoegdheid om de rechtspositieregeling en reglementen omtrent personeelsaangelegenheden in uitvoering van de rechtspositieregeling vast te stellen, over te dragen naar het college. De raad voor maatschappelijk welzijn besliste op 25 maart 2019 (jaarnummer 27) hetzelfde voor het vast bureau.

Op 24 mei 2019 (jaarnummer 00205) keurde het vast bureau het principe goed dat wijzigingen aan de rechtspositieregeling (met uitzondering van wijzigingen aan het statuut van maatschappelijk werkers), uitvoeringsbesluiten op de rechtspositieregeling en andere besluiten met betrekking op personeelsbeleid enkel beslist worden door het college.

Argumentatie

Er is nood aan duidelijkheid over alles aspecten van het statuut van de werkervaringsklanten. Sommige aspecten zijn niet geregeld in het reglement en enkele bepalingen zijn dubbelzinnig geformuleerd. Op die manier is er discussie ontstaan over de precieze draagwijdte van het reglement. Dit besluit wil deze onduidelijkheden ophelderen.

Titel/Hoofdstuk

Artikel

Argumentatie

Inleiding en toepassingsgebiedopsomming statutenToevoegen gespecialiseerde beroepsverkennende stage. Binnen de stad worden af en toe klanten aangesteld in dit statuut.
Inleiding en toepassingsgebiedtoepassingsgebiedDe omschrijving van het toepassingsgebied in de tijd die enkel in het begeleidend besluit was opgenomen wordt nu overgenomen in  het reglement zelf.
Deel 3Artikel 3, §3Er wordt verduidelijkt dat jaarlijkse vakantie in eerste instantie moet worden aangewend om de periodes van collectieve sluiting en brugdagen te dekken.

Deel 3

Artikel 5

Deze aanpassing heeft voor gevolg dat de ziekteregeling van de stad in de regel wordt toegepast tenzij uitdrukkelijk in een uitzondering wordt voorzien. Op die manier wordt de toepassing eenvoudiger.

Deel 3Artikel 5, §5Gelijkschakeling van de regeling voor reguliere medewerkers en werkervaringsklanten. Schrappen van de verplichting om een doktersattest te bezorgen wanneer een klant ziek naar huis gaat. Klanten kunnen immers vaak niet tijdig bij hun dokter terecht en komen hierdoor in de problemen. 
Deel 3Artikel 5, §7Gelijkschakeling met regeling reguliere medewerkers: tijdens ziekte is de uitoefening van een nevenactiviteit niet toegestaan.
Deel 3Artikel 6Werkervaringsklanten met een overeenkomst voor alternerende opleiding worden gedekt door de arbeidsongevallenverzekering. Zij zijn dus onderworpen aan de regeling met betrekking tot arbeidsongevallen.
Deel 3Artikel 7Rechtzetting: de wachttijd om in aanmerking te komen voor een uitkering moederschapsrust is niet dezelfde als de wachttijd om in aanmerking te komen voor ziekteverzekering. In de voetnoot wordt verwezen naar de correcte voorwaarden. 
Deel 3artikel 8Werkervaringsklanten met een overeenkomst voor alternerende opleiding hebben recht op omstandigheidsverlof. De tekst wordt in die zin aangepast.

Deel 3

Artikel 8, §3

Schrappen van bijpassing van loon bij geboorteverlof voor werkervaringsklanten die niet uitkeringsgerechtigd zijn. Dit is immers discriminatoir ten aanzien van klanten die wel uitkeringsgerechtigd zijn.

Deel 3Artikel 9De mogelijkheden om onbetaald verlof op te nemen zijn voortaan dezelfde voor alle werkervaringsklanten.
Deel 3Artikel 10De mogelijkheden om dienstvrijstelling op te nemen zijn voortaan dezelfde voor alle werkervaringsklanten.
Deel 3Artikel 10, §1, 3Rechtzetting: correcte verwijzing naar de bedrijfseenheid Ondernemen en Stadsmarketing. 
Deel 3Artikel 11, §2Rechtzetting: hogere wetgeving voorziet enkel in anciënniteit van 1 jaar voor ouderschapsverlof en niet voor andere vormen van thematisch verlof.
Deel 4Artikel 2,§1Bepaling is dubbelzinnig geformuleerd. Aanpassing is nodig zodat duidelijk is dat de regeling zoals ze vroeger werd toegepast nog steeds geldt. Contracten van minstens 3 maanden geven recht op maaltijdcheques. 
Deel 4Artikel 2, §2Schrappen van het woord 'eigen': werkervaringsklanten hebben ook recht op een fietsvergoeding wanneer ze gebruik maken van een andere fiets dan de eigen fiets bvb deelfiets.  
Deel 4Artikel 2, §2Rechtzetting: werkervaringsklanten kunnen kiezen om gebruik te maken van het sociaal tarief of een tegemoetkoming te vragen a rato van 90% van het woon-werkvervoer met openbaar vervoer mocht dit een meer voordelige keuze zijn.
Deel 4Artikel 3, §6 Rechtzetting: niet de raad voor maatschappelijk welzijn maar wel de gemeenteraad is bevoegd voor de vaststelling van de lijst met gevaren.
Deel 5Artikel 2, §4De forfaitaire toekenning van compensatie-uren bij vorming wordt meer genuanceerd: klanten hebben geen recht op dit forfait indien ze minder dan een week in dienst zijn, het lespakket minder dan 15 uren beslaat of wanneer ze minstens 30 dagen ononderbroken ongewettigd afwezig zijn. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt de wijzigingen aan het arbeidsreglement en statuut werkervaringsklanten goed.

Artikel 2

Het college neemt kennis van de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement en statuut werkervaringsklanten.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2024.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Bijlagen

  • Aanpassing mini-rpr_grijswaarden.docx
  • Aanpassing mini-rpr_gecoordineerde tekst.docx