2024_CBS_05256 - Omgevingsvergunning - OMV_2023108096. Kapelsesteenweg 511-515. District Ekeren - Weigering

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          02/06/2016: vergunning vanwege de provinciale deputatie (20114369) voor het uitbreiden van een bergingszone en het overdekken van een buitenwinkelzone;

-          21/12/2012: vergunning (20127166) voor het vellen van twee bomen;

-          21/12/2007: vergunning (20072975) voor het verbouwen van een tuincentrum met burelen en serres.

Vergunde/bestaande toestand

-          functie:

• tuincentrum met parking;

-          inrichting:

• verscheidene bomen, verspreid op het onbebouwde deel van het perceel.

Nieuwe toestand

-          conform bestaande toestand, weliswaar zonder 5 te vellen bomen.

Inhoud van de aanvraag

-          het vellen van 5 bomen.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 2: zone voor wonen - woonpark (wo2).

(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend(e) punt(en):

-          Artikel 2: Zone voor Wonen - woonpark (Wo2) – 2.2 Inrichting, 3 Tuin: het ontbossen of vellen van alleenstaande hoogstammige bomen is slechts toegelaten voor zover dit noodzakelijk is voor het oprichten van en het nemen van toegang. Laatstgenoemde is hier eenduidig niet het geval, dit aangezien de bomen louter gerooid worden, zonder dat andere ingrepen worden voorzien.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie. Het advies dienaangaande is gunstig, met volgende afweging:

• de bomen bevinden zich niet langs een waterloop. Deze aanvraag heeft dan ook geen invloed op de waterhuishouding en is verenigbaar met de doelstellingen van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (art. 1.2.2). Er moeten geen bijkomende voorwaarden opgelegd worden met betrekking tot de oppervlaktewaterhuishouding.

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er werd in de aanvraag een afwijking geconstateerd op artikel 2.2.2.3 van de verkavelingsvergunning; waarin eenduidig wordt gesteld dat het vellen van hoogstammige bomen slechts toegelaten is voor het oprichten van gebouwen of het nemen van toegang. Voor deze afwijking werd een openbaar onderzoek verricht.

De bomen in kwestie blijken echter in slechte staat of dood te zijn. Na het inwinnen van het advies van de dienst Stadsbeheer/afdeling Groen en Begraafplaatsen (zie onderstaand advies) werd dit bevestigd en mogen de bomen worden geveld, weliswaar niet zonder het voorzien van de nodige compensatie.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Dit deel van Sint-Mariaburg kenmerkt zich nog steeds door relatief grote tuinen met een ruime hoeveelheid aan groenmassa, dewelke doorgaans aanwezig is in zowel de voor- en zij- als achtertuinen. In de meeste gevallen is er sprake van de aanwezigheid van een royaal aantal hoogstammige bomen.

Visueel-vormelijke elementen

De bomen in voorliggende aanvraag zijn principieel mede beeldbepalend voor het geheel aan verschillende aaneensluitende achtertuinen, los van het feit dat zij gesitueerd zijn op de buitenruimte/parkeerruimte van een in de buurt gevestigd winkelcomplex. Er is dienaangaande en met de omvang van laatstgenoemde zone meer dan voldoende plaats om nieuwe bomen aan te planten.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De bedrijfseenheid Stadsbeheer/afdeling Groen en Begraafplaatsen adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende afweging:

- de bomen zijn dood en hebben een verhoogd risico op omwaaien of stambreuk. Voor de veiligheid is het nodig ze te vellen.

- de bomen in kwestie dienen vervangen te worden, dit doordat er een groot verlies is aan groenvolume – de stad Antwerpen wil dan ook een heraanplanting van 2 inheemse bomen, van minstens tweede grootte, en 1 inheemse boom van eerste grootte. De heraanplanting van deze bomen dient niet op dezelfde locatie te gebeuren en kan ergens anders op het domein voorzien worden. De plantmaat dient minstens 14/16 cm te zijn en de heraanplanting moet gepland zijn voor het eerstvolgende groeiseizoen. Meer informatie over boomsoorten is te vinden op www.bomenwijzer.be.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de voorwaarden van de Groendienst integraal gevolgd. 

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onoverkomelijke procedurele fouten, dit aangezien elk van de 3 openbare onderzoeken foutief werd uitgevoerd.

Het betreft een ruim perceel dat over een royale afstand grenst aan 1 invalsweg en bijkomend grenst aan een andere (doodlopende) straat: Zo werd bij de eerste versie van het onderzoek slechts 1 van de 3 affiches gebruikt en werd nagelaten een exemplaar te plaatsen in de doodlopende straat.

Daarop werd een administratieve lus doorgevoerd en een 2de openbaar onderzoek georganiseerd: in dit geval bleek echter dat slechts 2 van de 3 affiches werden gebruikt, waarbij het aanplakbiljet van het 1ste onderzoek (met een intussen foutieve datum) gewoonweg ter plaatse bleef (zonder dat hier het correcte exemplaar werd voorzien), dat 1 van de 3 affiches ronduit met de achterzijde naar het openbare domein werd aangebracht en ten slotte de 3de affiche op een foutieve locatie in de aangrenzende straat werd geplaatst, op meer dan 100 m afstand van de plaats waar het perceel grenst aan betreffende straat.

Gelet op het feit dat nog voldoende tijd beschikbaar was met de deadline van de aanvraag werd alsnog een 3de openbaar onderzoek ingericht maar ook dit werd foutief uitgevoerd: de affiche die diende te worden geplaatst aan de zijde van de aanpalende (doodlopende) straat werd weliswaar op het eigen perceel voorzien maar dit eenduidig achter een te hoge en ondoorzichtige haag, waardoor betreffend exemplaar zonder meer niet zichtbaar blijkt te zijn vanop betreffend openbaar domein.

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

Uit de aangeleverde informatie blijkt dat slechts 1 van de 3 bezorgde affiches van het vereiste openbare onderzoek (op een correcte wijze) werd opgehangen, namelijk aan de linkerzijde van het deel van het perceel dat grenst aan de Kapelsesteenweg. Gelet op de ruime breedte van het stuk grond op deze locatie (± 70 m) werd in deze een tweede affiche voorzien (ter uithanging aan de rechterzijde ervan). Op zich kan weliswaar en per uitzondering aan het niet-uithangen van laatstgenoemd exemplaar principieel worden voorbijgegaan; de zichtbaarheid van de versie aan de linkerzijde blijkt voor deze zijde namelijk voldoende te zijn.

Echter grenst het perceel eveneens, min of meer net ter hoogte van de locatie van de te rooien bomen, over een lengte van nagenoeg 35 m aan de Moeder SAROV-straat en er vond aan deze zijde eenduidig geen affichage plaats, waardoor er ontegensprekelijk sprake is van een procedurefout en er bijgevolg een administratieve lus, met nieuw openbaar onderzoek, noodzakelijk is.

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

De aanvraag werd onderworpen aan 3 openbare onderzoeken.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

Er werden binnen de looptijd van 3 openbare onderzoeken 4 digitale bezwaarschriften ingediend, dewelke zich als volgt laten samenvatten:

1. Verlies aan groen: de aanwezigheid van dergelijk groen is belangrijk voor de leefbaarheid van de buurt en het welzijn van de bewoners. Het is dan ook van belang dat dergelijke kap wordt gecompenseerd door middel van een in aantal gelijkaardige heraanplant en gepaard gaat met een verbeterd toekomstig onderhoud van de aanwezige bomen.

Beoordeling:

Het vellen is effectief in strijd met de voorschriften van het van kracht zijnde ordeningsplan doch aan de hand van het advies van de bevoegde Groendienst kan eenduidig worden vastgesteld dat de bomen in kwestie zonder uitzondering dood zijn en dat er risico’s bestaan voor de veiligheid, ook naar de aanpalende tuinen toe. Bovendien werd in betreffend advies opgenomen dat dit verlies aan groenmassa dient gecompenseerd te worden door middel van de heraanplant van een minimum aantal bomen.

Het bezwaar is bijgevolg ten dele gegrond en de aangehaalde voorwaarden zullen in geval van een gunstig eindadvies in de finale evaluatie worden opgenomen.