Terug
Gepubliceerd op 24/06/2024

2024_CBS_05249 - Omgevingsvergunning - OMV_2024015679. Weerstandlaan 85. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/06/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05249 - Omgevingsvergunning - OMV_2024015679. Weerstandlaan 85. District Borgerhout - Goedkeuring 2024_CBS_05249 - Omgevingsvergunning - OMV_2024015679. Weerstandlaan 85. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024015679

Gegevens van de aanvrager:

de heer Azadin el Ajaji met als adres Weerstandlaan 85 te 2140 Antwerpen

Ligging van het project:

Weerstandlaan 85 te 2140 (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 24 sectie A nr. 188C2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

Het plaatsen van een dakkapel en het regulariseren van een uitbreiding van een eengezinswoning, de sloop en heropbouw van een bijgebouw

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          21/09/1978: vergunning (0115#19783115) voor het bouwen van een prefab garage;

-          08/07/1963: vergunning (0171#19633171) voor het bouwen van garage achter in zijn tuin;

-          06/02/1961: toelating (179#5783) voor verbouwing;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/97709;

 

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;
  • 3 slaapkamerwoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met een zolderverdieping onder zadeldak; 
  • bouwdiepte = 11,50 m; kroonlijsthoogte = 5,97 m en nokhoogte = 9,27 m;
  • bijgebouwen in achtertuin: 1 bouwlaag onder plat dak met bruto-oppervlakte 17 m² en volume 60 m³;
  • bijgebouw in achtertuin: 1 bouwlaag onder plat dak met bruto-oppervlakte 13 m² en volume 27 m³;

-          gevelafwerking:

  • voor-, zij- en achtergevel:
    • gevel uit gevelsteen, rood;
    • deel van de gevel in het dak uit gevelbeplating, wit;
    • buitenschrijnwerk uit pvc, wit;
    • dorpels uit hardsteen, blauw;
    • dakbedekking uit pannen, rood.
  • bijgebouw: houten platen

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;
  • tweeslaapkamerwoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met een zolderverdieping onder zadeldak; 
  • bouwdiepte = 13,54 m (inclusief aanbouw en afdak); kroonlijsthoogte = 5,97 m en nokhoogte = 9,27 m;
  • bijgebouw in achtertuin: 1 bouwlaag onder plat dak met bruto-oppervlakte 19 m² en hoogte tussen 2,16 en 2,30 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel:
    • gevel uit gevelsteen, rood;
    • deel van de gevel in het dak uit gevelbeplating, wit;
    • buitenschrijnwerk uit pvc, grijs;
    • dorpels uit hardsteen, blauw;
    • dakbedekking uit pannen, oranje;
  • zij- en achtergevel:
    • gevel uit gevelsteen, rood;
    • gevel van aanbouw uit pleisterwerk, beige;
    • deel van de gevel in het dak uit gevelbeplating, wit;
    • buitenschrijnwerk uit pvc, grijs;
    • dorpels uit hardsteen, blauw;
    • dakbedekking uit pannen, oranje;
  • bijgebouw: houten platen

 

Nieuwe toestand

Is gelijk aan bestaande toestand met toevoeging van een dakkapel aan de achtergevel van 2,26 m hoog en 4,09 m breed. De dakkapel houdt een afstand van 0,60 m ten opzichte van de linker perceelsgrens en van 4,75 m van de rechter perceelsgrens.

 

Inhoud van de aanvraag

-          het regulariseren van:

  • het slopen van een bijgebouw in de achtertuin;
  • de opbouw van een nieuw bijgebouw in de achtertuin;
  • het uitbreiden van de aanbouw aan de achtergevel;

-          het plaatsen van een dakkapel.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Watertoets

29 april 2024

8 mei 2024

Gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

29 april 2024

16 mei 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

29 april 2024

5 juni 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor wegeninfrastructuur.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater, mits het rioleringssysteem wordt voorzien conform de bepalingen van de bouwcode.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 6: Harmonie en draagkracht:

De dimensies van de voorziene dakkapel zijn niet in harmonie met de architectuur van het pand. Het dak van de aanbouw wordt ingericht als dakterras wat niet in harmonie is met de omgeving.

 

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

De opstand van de scheidingsmuur met de linkerbuur en het hoogst aangrenzende dakvlak, dat van de te regulariseren aanbouw van het pand bedraagt slechts 0,17 m.

 

  • Artikel 40 Privaat en gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

Het rioleringsstelsel is niet ingetekend op plan waardoor het onduidelijk is hoe het pand juist aangesloten wordt.

 

  • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel.

Het rioleringsplan is niet gekend, maar de aanvraag zal hieraan moeten voldoen.

 

  • Artikel 43 Septische putten:
    Aangezien de sceptische put werd verwijderd ten opzichte van de vergunde toestand, dient een nieuwe geplaatst te worden.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

 

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-           Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
 

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-           Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
 

Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Effecten op de biodiversiteit: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
 

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend  project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aangevraagde werken omvatten o.a. de regularisatie van de sloop van twee garages en de plaatsing van een tuinhuis, enkele interne wijzigingen en het voorzien van een dakkapel in het achterste dakvlak. De totale verharding van het terrein verkleint, de tuin wordt grotendeels groen en onverhard ingericht. De aanvraag respecteert de schaal en het ruimtegebruik van de omgeving.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het pand is gelegen binnen de Tuinwijk Weerstandlaan, bestaande uit een honderdtal woningen, gebouwd tijdens de eerste helft van de jaren 1920 naar ontwerp van architecten Vincent Cols en Jules De Roeck, in opdracht van de samenwerkende maatschappij De Goedkope Woning van het Arrondissement Antwerpen (heden De Ideale Woning). De tuinwijk kwam in twee bouwfasen tot stand, namelijk 76 en 25 woningen, respectievelijk volgens plannen van 1921 en 1924. In 1951 werden aan de Weerstandlaan nog 11 wooneenheden gerealiseerd.

Het pand Weerstandlaan 54 kwam tot stand in de 2de bouwfase in 1924.

 

Het advies van de dienst Monumentenzorg luidt als volgt:

“Geen bezwaar voor de regularisatie van de sloop van de garages, deze zijn van latere datum. Ook de interne wijzigingen en aanpassing aan de uitbreiding achteraan zijn aanvaardbaar. De erfgoedwaarde wordt in een tuinwijk voornamelijk gedefinieerd door het uniform karakter van de buitenschil.

Voor de gevels wordt dan ook bijzondere aandacht gevraagd. Schrijnwerk heeft hierin een groot aandeel. Het huidige schrijnwerk in de voorgevel is recent en refereert niet naar de oorspronkelijke indeling. Schrijnwerk met historische indeling zou de beeldwaarde nochtans opnieuw versterken (3-ledig raam waarvan dit op het gelijkvloers met bovenlicht cfr bouwplan 1399#8201). Bij een toekomstige gevelverfraaiing dient deze opnieuw te worden hernomen.

 

De plaatsing van een dakkapel aan de achterzijde is principieel aanvaardbaar aangezien deze niet interfereert met het uniform karakter van de voorgevels. Gezien de ligging aan een wandelpad (Rasschaarpad) en de speeltuin zijn ook de achterkanten van de woningen aan deze zijde van de Weerstandlaan zichtbaar. De dakkapel dient daarom beperkt in oppervlakte te blijven.”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan het advies van de dienst Monumentenzorg gevolgd worden. De dimensies van de voorziene dakkapel zijn niet in harmonie met de architectuur van het pand, die daarmee strijdig is met artikel 6 van de bouwcode.

Er wordt daarom opgelegd in de voorwaarden bij de vergunning dat de dakkapel minstens 60 cm naar achter moet geplaatst worden ten opzichte van de gevel, zodat er onder de dakkapel nog voldoende schuin dak zichtbaar en herkenbaar is.

Daarnaast wordt ook het gebruik van het dak van de aanbouw als terras uitgesloten.

 

Visueel-vormelijke elementen

De wijk is een sociale woonwijk met veel aandacht voor het perspectief en schikking van straten en pleinen, de gekende tuinwijkgedachte. Binnen deze wijk zijn er verschillende woontypologieën terug te vinden. Deze woning maakt deel uit van de hoekhuizen en diens varianten. De woningen werden opgetrokken in een baksteenarchitectuur met invloeden van de cottagestijl.

Aan het exterieur van de huidige woning wordt niet geraakt. De karakteristieke detaillering in de voorgevel en de zijgevel blijft behouden. De aanbouw, waar oorspronkelijk een overdekt terras was, werd afgewerkt in een cementering met dezelfde kleur als de detaillering in de gevel. Zoals opgemerkt in het advies van de dienst Monumentenzorg werd het buitenschrijnwerk wel gewijzigd ten opzichte van de laatst vergunde toestand. De doorgevoerde wijzigingen aan het schrijnwerk in de voorgevel worden van vergunning uitgesloten. Als suggestie wordt aan de aanvrager meegegeven dat men bij een toekomstige gevelverfraaiing deze raamverdeling opnieuw kan hernemen om de beeldkwaliteit van de gevel opnieuw te verhogen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De opstand van de scheidingsmuur met de linkerbuur ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak, dat van de te regulariseren aanbouw van het pand, bedraagt slechts 0,17 m. Dit is niet in overeenstemming met de bepalingen van artikel 34 van de bouwcode (stabiliteit en scheidingsmuren). Er moet een opstand van minimaal 0,30 m voorzien worden ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.

 

De plannen geven geen duidelijkheid over het rioleringsplan. Er wordt in voorwaarden opgelegd dat het project moet voldoen aan artikels 40 en 41 van de bouwcode, waarin onder meer wordt bepaald dat elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, de aansluitpunten moeten minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m uiteen gelegen zijn.

Daarnaast moet er een septische put voorzien worden, in overeenstemming met artikel 43 van de bouwcode.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot betreft.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De dakkapel moet minstens 60 cm naar achter geplaatst worden ten opzichte van de gevel, zodat er onder de dakkapel nog voldoende schuin dak zichtbaar en herkenbaar is.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

3. Het gebruik van het dak van de aanbouw als terras wordt uitgesloten uit de vergunning.

4. Alle handelingen, wijzigingen en werken aan het schrijnwerk in de voorgevel worden van de vergunning uitgesloten.

5. Het project moet voldoen aan de bepalingen van artikels 40 (privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen), 41 (kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel) en 43 (septische putten) van de bouwcode.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

20 februari 2024

Volledig en ontvankelijk

29 april 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 juni 2024

Verslag GOA

12 juni 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De dakkapel moet minstens 60 cm naar achter geplaatst worden ten opzichte van de gevel, zodat er onder de dakkapel nog voldoende schuin dak zichtbaar en herkenbaar is.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

3. Het gebruik van het dak van de aanbouw als terras wordt uitgesloten uit de vergunning.

4. Alle handelingen, wijzigingen en werken aan het schrijnwerk in de voorgevel worden van de vergunning uitgesloten.

5. Het project moet voldoen aan de bepalingen van artikels 40 (privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen), 41 (kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel) en 43 (septische putten) van de bouwcode.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.