Terug
Gepubliceerd op 17/06/2024

2024_CBS_05033 - Omgevingsvergunning - OMV_2024007116. Klapdorp 29. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 14/06/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05033 - Omgevingsvergunning - OMV_2024007116. Klapdorp 29. District Antwerpen - Weigering 2024_CBS_05033 - Omgevingsvergunning - OMV_2024007116. Klapdorp 29. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024007116

Gegevens van de aanvrager:

BV DASMUS P met als adres Uitbreidingstraat 66 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Klapdorp 29 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 1 sectie A nr. 718_

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

supprimeren van de functie detailhandel en vermeerderen van het aantal woongelegenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          17/01/2024: statusrapport;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/101319;

-          11/12/1981: vergunning (18#61985) voor een gevelverbouwing;

-          23/09/1949: toelating (18#26041) voor gevel- en binnenveranderingen;

-          31/05/1946: toelating (18#20915) voor een gevelverandering;

-          07/12/1927: toelating (1927#28333) voor binnenveranderingen.

 

Vergunde toestand

Er zijn geen vergunningen teruggevonden in de archieven;

Toestand bij inwerkingtreding gewestplan Antwerpen:

-          functie: wonen –( meergezinswoning 3 woonentiteiten);

  • gelijkvloerse handelszaak; 

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen plus een dakverdieping onder zadeldak in gesloten bebouwing;
  • aanbouw rechterzijde;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in geschilderde bezetting met een teruggetrokken gelijkvloerse plint.
  • bruin houten buitenschrijnwerk;

-          inrichting:

  • open koer achteraan;.

 

Bestaande toestand

-          afwijkend.

Nieuwe toestand

-          functie: wonen (meergezinswoning – 4 woonentiteiten);

  • gelijkvloerse studio met mezzanine;
  • 3 één slaapkamer appartementen;
  • fietsenberging voor 2 fietsen;

-          bouwvolume:

  • voorgevel gelijkgetrokken op de gelijkvloerse verdieping;
  • gevelplint in natuursteen;

-          gevelafwerking:

  • wit bepleistering;
  • zwart aluminium buitenschrijnwerk;
  • stalen borstwering op 1ste en 2de verdieping.

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;

-          wijzigen van de functie gelijkvloerse verdieping, handel naar wonen;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Oost

8 februari 2024

28 maart 2024

Geen advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

8 februari 2024

29 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

8 februari 2024

8 februari 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

8 februari 2024

21 februari 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

8 februari 2024

27 mei 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgend(e) punt(en):

  • artikel 2.2.1 Draagkracht:

Het toevoegen van extra woongelegenheden overschrijdt de draagkracht van het gebouw en zijn omgeving.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed: In CHE-gebied, bij beschermd erfgoed, worden de wijzigingen tegenover de bestaande toestand onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Dit geldt zowel voor het exterieur als voor het interieur.( voorgevel wordt voorzien van zwarte aluminium ramen)
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: De mezzanine heeft een hoogte van slechts 1m88 in plaats van de minimaal vereiste 2m60. Alsook het appartement op de derde verdieping is er onvoldoende vrije hoogte;
  • artikel 22 minimale oppervlakte van een zelfstandige woning: Het appartement op de derde verdieping heeft onvoldoende netto vloeroppervlakte, deze wordt gemeten in de zone met een plafondhoogte van minstens 2,6 m. De oppervlakte is 27,5 m2 < 35 m2
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: Het appartement op de derde verdieping heeft niet voldoende daglicht. Deze opening dient minstens 10 % van de netto-vloeroppervlakte te bedragen; 
  • artikel 27 Open ruimte:  Na de functiewijziging is er slechts 12 % (9.3 m²) in plaats van minimaal 20 % van de perceel oppervlakte op het maaiveldniveau voorzien als open en onbebouwde ruimte.
  •  artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte: Na de verbouwing van het pand en na de gelijkvloerse functiewijziging worden er geen buitenruimtes voorzien voor de bovenliggende appartementen.
  •  artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:  De voorziene fietsenberging is via een doorgang van slechts 76 cm breed (ruwbouwmaat) moeilijk bereikbaar.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

Effecten op de biodiversiteit: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.  

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. Na onderzoek kan echter in alle redelijkheid worden geconcludeerd dat de impactscore voor dit project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt. Een passende beoordeling is bijgevolg niet vereist. 

-          van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Bewonerskaarten bevestigen dat voor 1979 3 gezinnen zich huisvestten in het gebouw. Het voorgestelde programma van 4 woningen kan wegens onderstaande redenen echter niet gunstig geadviseerd worden.


De aanvraag voorziet een concentratie van eerder kleinere éénslaapkamerappartementen (gemiddelde vloeroppervlakte bedraagt 45 m²) waardoor een grote densiteit van woningen en bewoners wordt gerealiseerd in verhouding tot de perceelsoppervlakte.

Het eenzijdige aanbod kan omwille van de geacht vergunde situatie gunstig worden beoordeeld, het aantal niet, gezien het ontbreken van buitenruimten voor de appartementen (bouwcode, art. 28) op de verdiepingen en de afwezigheid van een functionele fietsenberging (bouwcode, art. 29). De aanwezigheid van een buitenruimte in een woning is cruciaal om als langdurige (duurzame) woonplaats te dienen.

De afwezigheid van een fietsenberging zorgt er dan weer voor dat fietsen gestald zullen worden op het openbaar domein, wat hinderlijk is voor de buurtbewoners en voor de straat als verblijfsruimte.

Geadviseerd wordt om het aantal woningen daarom te verminderen. De meest verkiesbare manier waarop dit gewoonlijk gebeurt, is door duplexappartement te creëren onderaan het gebouw. Een gelijkvloerse duplexverdieping heeft het voordeel van de aanwezigheid van een tuin waardoor er een grondgebonden, ruimere woning kan gerealiseerd worden.

Bijkomend zou dit de mogelijkheid bieden om de beperkte gelijkvloerse aanbouw achteraan te verwijderen en het perceel te ontpitten. Hierbij zou tegemoet gekomen worden aan artikel 27 van de bouwcode wat ontpitting bij functiewijziging vooropstelt en meer ruimte op het gelijkvloers te creëren voor een functionele fietsenstalplaats.

 

De wooneenheden worden, ondanks de zeer beperkte oppervlakte, ingericht als éénslaapkamerappartementen. Bijkomend wordt geadviseerd om bij een mogelijke nieuwe aanvraag de wooneenheden als studio’s in te richten waardoor de woonoppervlakte niet wordt opgedeeld en de ruimte zo optimaal mogelijk kan gebruikt kan worden. 

 

Er wordt geoordeeld dat met het voorgestelde programma van 4 wooneenheden de draagkracht van het pand en die van de omgeving overschreden wordt.  

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vrije hoogte op de mezzanine is slechts 1,88 m hoog en bijgevolg strijdig met  artikel 21 van de bouwcode waardoor deze ruimte niet als verblijfsruimte in aanmerking kan komen. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan. Bij een eventuele vergunning dient deze te worden uitgesloten van vergunning.

 

Het appartement op de derde verdieping is te klein (bouwcode, art. 22) en het heeft onvoldoende daglichtopeningen (bouwcode, art. 24).

 

De voorgestelde wooneenheden zijn onvoldoende kwalitatief, bijgevolg wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

 

Cultuurhistorische en Visueel vormelijke aspecten

Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en de opname op de Inventarislijst Onroerend Erfgoed, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg.

Hoewel de dienst Monumentenzorg opmerkte dat er geen cultuurhistorische verantwoordingsnota noch che-rapport werd aangeleverd geven zij een voorwaardelijk gunstig advies:

“Het pand vormt een onderdeel van twee traditionele diephuizen (nrs 27-29) van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, opklimmend tot de 17de eeuw. Bepleisterde en beschilderde opstanden, nummer 27 aangepast tot lijstgevel tijdens de eerste helft van de 19de eeuw, nummer 29 met bewaarde tuitvormige geveltop door middel van muurankers gedateerd 1681. Vermoedelijk bak- en zandsteenbouw met smeedijzeren muurankers, onder meer met gekrulde spie. Aangepaste rechthoekige vensters met kwartholle dagkanten en smalle penanten, op kordonvormende lekdrempels. Nummer 27 met dakkapel onder een driehoekig pseudo-fronton. Nummer 29 met topvenster onder een latei op consooltjes, hogerop een luik en balkgat; verankerde gecementeerde puntgevel met rechthoekige muuropeningen als achtergevel. Verbouwde puien.

Intern bleef de 16de- of vroeg 17de-eeuwse structuur bestaande uit moer- en kinderbalken, dakspant en mogelijk ook de tongewelfde kelder alsook de spiltrap bewaard.

Men wenst het vergund geachte handelsgelijkvloers met 3 bovenliggende appartementen om te vormen tot meergezinswoning met vier appartementen. Het handelsgelijkvloers wordt omgevormd tot appartement, de terugliggende pui wordt vervangen door twee vensters en een deur. De bovenliggende appartementen worden gevaloriseerd. De gevels worden ingevuld met zwart aluminium schrijnwerk en wit gepleisterd. In de achtergevel worden de vensteropeningen vergroot. 

Hoewel er een vraag kan gesteld worden bij de draagkracht en kwaliteit van het aantal entiteiten in dit bescheiden pand, deze beoordeling laten we over aan de afdeling vergunningen, kunnen we vanuit oogpunt monumentenzorg principieel akkoord gaan met de gewenste ingrepen op voorwaarde dat de 16de of 17de-eeuwse structuur bewaard blijft (moer- en kinderbalken inclusief afwerkingslagen en natuurstenen consoles, dakspant, tongewelfde kelder, spiltrap….). Dit lijkt het geval maar op de snede wordt geen historische balkenlaag getekend. Gezien de aanwezigheid van het huidige vals plafond en het ontbreken van enige materiaal-technische duiding is het niet mogelijk om te overdelen of er nog andere waardevolle afwerkingslagen dan wel plafonds bewaard bleven die behouden moeten worden. Dit dient teruggekoppeld voor uitvoering. Hetzelfde voor de wandafwerking. Het is niet duidelijk of er bezetting zal worden verwijderd. Niet zelden bleven er in de oudste stadskern muurschilderingen bewaard.

Voor inventarispanden wordt bijzondere aandacht gevraagd voor de invulling en afwerking van de buitenschil en in het bijzonder voor de voorgevel. Schrijnwerk heeft hierin een bijzonder aandeel gezien het een erfgoedkenmerk bij uitstek is dat essentieel bijdraagt aan de beeld- en belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt of wanneer het oorspronkelijk schrijnwerk niet meer aanwezig is zoals hier het geval, kan er geopteerd worden voor de vervanging naar historisch model (materiaal, profilering, detaillering en afwerking). In dit geval correct geprofileerd, geschilderd houten schrijnwerk. Deze uitgangspunten hanteert de dienst monumentenzorg bij de advisering van bouwaanvragen voor panden gelegen in een beschermd stads- of  dorpsgezicht of panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Historische panden waren in oorsprong voorzien van houten, geprofileerd en geschilderd schrijnwerk dat de architecturale uitwerking van deze stijl ondersteunt. De keuze voor aluminium doet afbreuk aan de erfgoedwaarde, zelfs in een kwalitatieve uitvoering die qua vormgeving dicht in de buurt van het oorspronkelijk schrijnwerk komt. Aluminium is immers een atypisch materiaal in een historische context en kan omwille van de eigenheid van het materiaal nooit de profilering en historische detaillering van het oorspronkelijk houten schrijnwerk evenaren. De intrinsieke waarde van hout als materiaal is dan ook essentieel. De schildering van het hout geeft het schrijnwerk het verfijnde en typische uitzicht.

Detailtekeningen dienen voorgelegd voor productie en indien gewenst kunnen er typedetails van historisch schrijnwerk verkregen worden bij de stedelijke dienst Monumentenzorg.

De bestaande pui werkt beeldverstorend en kan gewijzigd worden door twee vensters bezijden een toegangsdeur. De plint dient voorzien in blauwe hardsteen. Hierover is de legende niet heel duidelijk. De plint wordt geduid als boordsteen in arduin terwijl de lijst boven de ramen omschreven wordt als plint in beton. Misschien is het beter om voor de lijst boven de vensters eveneens te opteren voor blauwe hardsteen. Het is ook niet duidelijk of de gevel herpleisterd wordt en hierbij alle gevelonderdelen bewaard blijven (latei op consooltjes onder topvenster…). Graag terugkoppeling voor uitvoering. Het gevelmateriaal van de achtergevel wijzigt van een cementering in een witte bepleistering wat aanvaardbaar is. Zowel voor de voor- als achtergevel dienen eventueel bewaarde kwartholle witstenen omlijstingen naast de ramen behouden. Het is ook niet duidelijk of het luik in de topgevel nog oorspronkelijk is.

Op basis van bovenstaande argumentatie wordt er over deze aanvraag een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies bijgetreden en zouden onderstaande voorwaarden uit het advies bij een eventuele vergunning opgenomen worden:

-          houten geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model te voorzien in de voorgevel; detailtekeningen aan te leveren of te bekomen bij de stedelijke dienst Monumentenzorg.

-          De laat 16de- begin 17de-eeuwse structuur integraal te bewaren (moer- en kinderbalken, natuurstenen consoles, dakspant, tongewelfde kelders, spiltrap, ….)

-          Voorafgaandelijk aan de uitvoering terug te koppelen of er nog waardevolle plafond dan wel plafondafwerkingen bewaard gebleven zijn onder het bestaande vals plafond. Te bewaren indien het geval.

-          Voorafgaandelijk aan de uitvoering terug te koppelen of er nog waardevolle wandafwerking aanwezig is indien er de intentie is om de bestaande pleister/bezetting te vervangen. Te bewaren indien het geval.

-          De restauratie van de buitenschil voor uitvoering terug te koppelen voor uitvoering (uitzicht plint, lijst boven de ramen, behoud kwartholle raamomlijsting, integrale vervanging gevelafwerking door nieuwe pleister, behoud latei op consooltjes onder topvenster….)

-          Plint in blauwe hardsteen te voorzien.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van  1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

In de laatst vergunde toestand zijn er 3 appartementen met een handelsgelijkvloers.

Dit wordt verbouwd tot 4 appartementen.

 

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

1 bijkomende wooneenheid : parkeerbehoefte = 1

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 1

 

De plannen voorzien in 0  nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’

Voorliggende aanvraag heeft bovendien betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Voor het handelsgelijkvloers in het centrum van de stad moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 0

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor het bijkomend appartement met 1 slaapkamer moeten 2 fietsenstallingen voorzien worden.

Er wordt een fietsenberging ingericht op het gelijkvloers voor 2 fietsen.

 

De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-          De deur naar de fietsenstalling is te smal om met een fiets aan de hand te gebruiken.

 

De toegangsdeur van 0.76 m kan echter niet verbreed worden waardoor geoordeeld wordt dat de voorgestelde fietsenstalling onvoldoende functioneel is.

De aanvraag dient geweigerd te worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 januari 2024

Volledig en ontvankelijk

8 februari 2024

Start openbaar onderzoek

19 februari 2024

Einde openbaar onderzoek

19 maart 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

23 mei 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

22 juni 2024

Verslag GOA

31 mei 2024

Naam GOA

Axel Devroe

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

19 februari 2024

19 maart 2024

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.