Terug
Gepubliceerd op 17/06/2024

2024_CBS_04767 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig - OMV_2024006563. District Ekeren - Gerardus Stijnenlaan ZN, Prinshoeveweg ZN - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 14/06/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04767 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig - OMV_2024006563. District Ekeren - Gerardus Stijnenlaan ZN, Prinshoeveweg ZN - Goedkeuring 2024_CBS_04767 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig - OMV_2024006563. District Ekeren - Gerardus Stijnenlaan ZN, Prinshoeveweg ZN - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend bij de deputatie, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. De deputatie verzoekt het college om:  

  • een openbaar onderzoek te houden; 
  • advies uit te brengen;
  • het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen voor beslissing over de zaak van de wegen.

 

Projectnummer:OMV_2024006563
Gegevens van de aanvrager:NV Bouwonderneming Vooruitzicht met als adres Leopold de Waelplaats 26 te 2000 Antwerpen en BV WOONHAVEN ANTWERPEN met als adres Jan Denucéstraat 23 te 2020 Antwerpen
Ligging van het project: Gerardus Stijnenlaan ZN, Prinshoeveweg ZN te 2180 Ekeren (Antwerpen) en 11363E0063/00B000
Kadastrale gegevens:afdeling 34 sectie E nrs. 63B, 64D, 64A, 64C, 65A, 65B, 66E, 67K, 68L, 69_, 70_, 70/2_, 71R, 91E4, 91H2, 92_, 93B, 94_, 95_, 96A, 97A, 98C, 98B, 98A, 99_, 100_, 101G, 101D, 101E, 101V en 101H
Vergunningsplichten:verkavelen van gronden, stedenbouwkundige handelingen
Voorwerp van de aanvraag:verkavelen van een terrein in 86 loten voor eengezinswoningen en meergezinswoningen, aanleggen van nieuwe wegen, aanpassen van bestaande wegen, ontbossen en rooien van bomen, wijzigen van het reliëf, wijzigen van de vegetatie, aanpassen van de beekloop van de Oudelandse Beek en de aanleg van een park


Omschrijving aanvraag

Relevante voorgeschiedenis

  • 02/05/2018: gemeenteraadsbeslissing ter definitieve vaststelling van het Gemeentelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplan 'Hoekakker';
  • 19/08/2021: vernietiging vanwege de Raad van Vergunningsbetwistingen van de in beroep voorwaardelijk verkregen vergunning (OMV_2017008450) voor het aanleggen van het park “Hoekakker”;
  • 07/05/2021: ingetrokken vergunningsaanvraag (OMV_2021108718) voor het verkavelen van een terrein in 53 loten, voor eengezinswoningen, meergezinswoningen en een voorzieningencluster, het aanleggen van nieuwe wegen met sorteerstraten, het aanpassen van bestaande wegen, het ontbossen en rooien van bomen, het wijzigen van het reliëf van de bodem en het aanduiden van een werkzone;
  • er werd verder geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

  • geen.

 

Huidige toestand

  • onbebouwd, open en groen gebied, bestaande uit weilanden en akkers;
  • publiek ontoegankelijk, met uitzondering van een pad voor langzaam verkeer dat het gebied doorkruist, een hondenloopzone en een speeltuintje, en nagenoeg volledig omgeven door bebouwing in een klassiek verkavelingspatroon van eengezinswoningen;
  • op en rondom het terrein bevinden zich enkele geklasseerde waterlopen: de Donksebeek stroomt door/evenwijdig met de Prinshoeveweg, de Oudelandsebeek doorkruist het plangebied (van oost naar west) en de Laarse beek loopt aan de zuidzijde, parallel met de E19;
  • geen grote hoogteverschillen bij de aansluiting op de bestaande wijk.

 

Gewenste toestand

  • verkavelen van een terrein in:
    1. bouwveld 1, bestaande uit 2 kavels: lot 1 & lot 2 met bestemming meergezinswoningen met collectieve ondergrondse parking;
    2. bouwveld 2, bestaande uit 26 kavels met volgende bestemmingen:

- lot 6 & 7: meergezinswoningen met collectieve ondergrondse parking

- lot 3 t.e.m. 5 en 8 t.e.m. 28: eengezinswoningen;

  1. bouwveld 3, bestaande uit 26 kavels met volgende bestemmingen:

- lot 34 & 35: meergezinswoningen met collectieve ondergrondse parking

- lot 29 t.e.m. 35 en 36 t.e.m. 54: eengezinswoningen;

  1. bouwveld 4, bestaande uit 21 kavels met volgende bestemmingen:

- lot 55 & 56: meergezinswoningen met collectieve ondergrondse parking

- lot 57 t.e.m. 75: eengezinswoningen;

  1. bouwveld 5, bestaande uit lot 76, met bestemming gemeenschapsvoorziening/bovengrondse bebouwing;
  2. bouwveld 6, bestaande uit lot 77, met bestemming meergezinswoning met collectieve ondergrondse parking en stadslandbouw;
  3. bouwveld 7, bestaande uit lot 78, met bestemming meergezinswoning met collectieve ondergrondse parking en stadslandbouw;
  4. lot 79 t.e.m. 86 bestemd als openbaar domein met park, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, groene en verharde ruimten, socioculturele voorzieningen en recreatieve voorzieningen, nieuwe wegen met sorteerstraten, parkeervoorzieningen en grachten voor de openbare ruimte;
  • aanpassen van bestaande wegen voor de aansluiting op de nieuwe wegen;
  • aanleg van nieuwe wegen met aanhorigheden zoals groenvoorzieningen, wadi’s, sorteerstraten, fietsenbeugels, bovengrondse parkeerplaatsen, enz.;
  • aanleg van een park met wandel- en fietspaden, fiets- en wandelbruggen, stadslandbouwvelden, bloemenweide, hondenweide, speelzones, enz.;
  • ontbossen en rooien van bomen met heraanplant;
  • wijzigen van het reliëf van de bodem;
  • wijzigen van een waterloop;
  • voorzien van wadi’s voor de buffering en infiltratie van hemelwater.

 

Inhoud van de aanvraag

  • verkavelen van een terrein in 86 loten voor eengezinswoningen, meergezinswoningen, een voorzieningencluster en openbaar domein;
  • aanleggen van nieuwe wegen met aanhorigheden;
  • aanleg van een park met wandel- en fietspaden, fiets- en wandelbruggen, stadslandbouwvelden, bloemenweide, hondenweide, speelzones en het wijzigen van het reliëf, voor de aanleg van wadi’s en waterbuffering;
  • aanpassen van bestaande wegen met rooilijnaanpassing;
  • wijzigen van een waterloop;
  • ontbossen en rooien van bomen;
  • wijzigen van het reliëf van de bodem.


Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap voor Natuur en Bos - Adviezen en Vergunningen Antwerpen

23 april 2024

2 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

Aquafin

29 april 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Departement Mobiliteit en Openbare Werken

23 april 2024

31 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - ASTRID

23 april 2024

7 mei 2024

Gunstig

Fluvius System Operator

29 april 2024

13 mei 2024

Geen advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

23 april 2024

8 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

29 april 2024Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

29 april 2024

6 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

Proximus

29 april 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Vlaamse Regering - Stedenbouwkundig Advies

23 april 2024

30 mei 2024

Geen advies

De Lijn Entiteit Antwerpen

29 april 2024

3 juni 2024

Gunstig

 

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

29 april 2024

14 mei 2024

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

29 april 2024

13 mei 2024

Sporting A & Sociaal Ruimtelijke Veiligheid - Trage wegen

29 april 2024

10 juni 2024

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

29 april 2024

14 mei 2024

Stadsbeheer/ Stadsreiniging/ sorteerstraatjes

29 april 2024

2 mei 2024

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu

29 april 2024

21 mei 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

29 april 2024

30 april 2024

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ Grond- en pandendecreet

29 april 2024

5 juni 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

29 april 2024

28 mei 2024

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

29 april 2024

11 juni 2024


Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: reservegebied voor wonen hoekakker ( ekeren) en woongebied. 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Hoekakker, goedgekeurd op 2 mei 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 2: zone voor wonen - woonwijk (wo1), artikel 3: zone voor wonen - voorzieningencluster prinshoeveweg (wo2) en artikel 1: zone voor groen - park hoekakker (gr). 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). 

(kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan op volgend(e) punt(en):


RUP Hoekakker:

  • algemene voorschriften 1.6 Parkeren, specifieke voorschriften, artikel 2. Zone voor wonen – woonwijk (wo1) 2.2 & artikel 3. Zone voor wonen – voorzieningencluster Prinshoeveweg (Wo2) 3.2: in de verkavelingsvoorschriften, ‘1.6.D Parkeren’, staat vermeld dat parkeren in half-ondergrondse parkeergarages mogelijk is. Ook in de verkavelingsvoorschriften bij ‘5.1.9. Aantal bouwlagen’ staat dat een half ondergrondse parkeerlaag niet wordt beschouwd als een bovengrondse bouwlaag. In het RUP Hoekakker worden echter expliciet enkel ondergrondse parkeergarages toegestaan.
     Bovendien wordt in de verkavelingsvoorschriften ‘5.1.14 Andere voorschriften voor het gebouw’ ook vermeld dat bezoekersparkeren op de private kavels bovengronds kan worden gerealiseerd. Betreffende past in se niet in de geest van dit artikel, dit terwijl bezoekersparkeren eenduidig vervat zit in de gehele berekening van de totale behoefte van het gebouw volgens toe te passen voorschriften;
  • specifieke voorschriften artikel 2. Zone voor wonen – woonwijk (wo1) 2.2 & artikel 3. Zone voor wonen – voorzieningencluster Prinshoeveweg (Wo2) 3.2: technische elementen dienen geïntegreerd te worden in het bouwvolume in zoverre dit mogelijk is of zodanig geplaatst te worden dat ze niet zichtbaar zijn vanop het openbare domein noch vanuit het park. In de verkavelingsvoorschriften, artikel ‘2.1.5 dakuitvoering // dakvorm’, staat dat technische elementen ook op een degelijke architecturale wijze omkast kunnen worden; laatstgenoemde suggereert een plaatsing buiten het maximale bouwvolume en is bijgevolg niet in overeenstemming met bovenvermeld artikel uit het Ruimtelijke Uitvoeringsplan;
  • specifieke voorschriften artikel 2. Zone voor wonen – woonwijk (wo1) 2.2 & artikel 3. Zone voor wonen – voorzieningencluster Prinshoeveweg (Wo2) 3.2: de verkavelingsvoorschriften, artikel ‘4.2.11 afsluitingen op perceelsgrens – uitvoering’, vermelden dat afsluitingen hoger dan 0,70 m op de perceelgrens met het openbare domein toegestaan zijn als deze hoogte wordt opgelegd door sectorale wetgeving. Betreffende is eenduidig een afwijking op vermeld artikel maar er blijkt onvoldoende ruimtelijke aanleiding te zijn om betreffende afwijking gunstig te adviseren;
  • definitie RUP Hoekakker inzake ‘bouwdiepte’: “afstand vanaf de bouwlijn waarover de gehele diepte gebouwd mag worden, inclusief afdaken, uitbouwen en terrassen (uitgezonderd gelijkvloerse terrassen).” De verkavelingsvoorschriften stellen weliswaar dat terrassen inpandig moeten worden ingericht, met uitzondering van één terras per laag, per gevel, hetgeen strijdigheid vertoont met vermelde definitie uit het Ruimtelijke Uitvoeringsplan. 

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
     (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
     De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
    1. artikel 17 – Behoud en heraanplanting: vergunningsplichtige werken moeten zo worden ingericht dat de aanwezige, waardevolle landschappelijke en ecologische elementen maximaal behouden kunnen blijven. Er wordt in deze weliswaar heraanplant voorzien, doch dit expliciet na ontbossing en het rooien van bomen;
    2. artikel 18 – Groenbescherming bij de uitvoering van werken: bij het uitvoeren van werken dienen alle mogelijke voorzorgen genomen te worden om de opgaande beplanting te beschermen, om deze in goede gezondheid te houden en om schade te voorkomen. Op bouwwerven moet een ruimte van 2 meter rond de stam van hoogstammige bomen worden gevrijwaard. Het is niet eenduidig af te leiden uit de aanvraag of hieraan voldaan zal zijn;
    3. artikel 42 – Drainageleidingen en bemalingen: in de aanvraag wordt vermeld dat een eventuele bemaling noodzakelijk kan zijn voor de aanleg van nieuwe wegenis. Drainageleidingen, bronbemalingen en andere afvoerbuizen om grondwater te verlagen, dienen aangesloten te worden op een retourbemaling, infiltratievoorziening of oppervlaktewater (vb. gracht, meer, vijver). Het grondwater mag niet geloosd worden in de afvoerleiding van het afvalwater (DWA of gemengd) van de openbare riolering. Dat geldt ook voor tijdelijke bemalingen in het kader van constructies in de ondergrond. Indien om technische redenen retourbemaling, infiltratie naar de bodem en lozing in een gracht of waterlichaam niet haalbaar is, wordt een lozing van het opgepompte grondwater in het openbare riool (gemengde of DWA) slechts toegestaan wanneer dit vermeld wordt in de stedenbouwkundige vergunning.
    4. artikel 44 – Vetafscheiders en olieafscheiders: niet-overdekte parkings moeten voorzien zijn van een olieafscheider. Het is onduidelijk of dit het geval is voor de bezoekersparkings;
    5. artikel 47 – Wijzigen van waterlopen: volgens de verkavelingsvoorschriften worden verschillende niet-gecategoriseerde en/of waterlopen van 3de categorie gedempt. Volgens dit artikel is dat echter niet toegestaan.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag vertoont een aantal strijdigheden ten aanzien van de geldende wetgeving en voor een deel daarvan kunnen in de eindbeoordeling voorwaarden worden opgenomen, zodat alsnog zal voldaan zijn aan de artikels in kwestie.

Aangaande echter in eerste instantie de afwijking betreffende ondergrondse parkeerlagen werd opgenomen dat dit half ondergronds mogelijk is, zonder dat dit als gevolg heeft dat dit als een volwaardige bovengrondse bouwlaag wordt aanzien of meegerekend. Dit zal tot gevolg hebben dat de gebouwen in kwestie mogelijks merkelijk hoger zullen uitvallen, zo’n 1,50 m bij benadering, dan oorspronkelijk begroot. Betreffende is echter in tegenspraak met de tevens vastgelegde maximale kroonlijsthoogte die eenduidig is opgenomen in de voorschriften waardoor de gebouwen ontworpen moeten worden zodat het beeld ervan nagenoeg identiek qua bouwlagen en uitzicht blijft en het totale bouwvolume effectief binnen de voorgeschreven maatvoering moet vallen, waardoor de ruimtelijke impact van deze aanpassing aanvaardbaar is.

Aangaande de bepalingen van artikel 47 inzake het dempen van waterlopen dient te worden geconstateerd dat de waterlopen waarvan sprake niet van 3de categorie zijn; het voorschrift is evenwel ook van toepassing op niet-gecategoriseerde waterlopen maar na onderzoek is gebleken dat de grachten in kwestie ook niet onder deze categorie vallen, bijgevolg niet eens geregistreerd zijn en dus niet dienen te voldoen aan de richtlijnen van het waterbeheersplan van het Vlaamse Gewest – aanvullend blijken de nota en berekening aangaande de compensatie van hun bergend vermogen voldoende correct te zijn gepreciseerd om nog van een afwijking te kunnen spreken.

Ten slotte blijken de bepalingen inzake dakvorm strijdig te zijn met de specifieke richtlijn inzake technische elementen, dit aangezien heden gesteld wordt dat deze in se buiten de bouwzone mogen worden voorzien, van zodra zij op een degelijke en architecturaal correcte wijze worden omkast. Laatstgenoemde is echter wel in overeenstemming met de reeds vastgelegde voorschriften van de nieuwe Antwerpse bouwcode (artikel 15), waardoor als voorafname op een toekomstig beleid van betreffende regelgeving uit het ordeningsplan kan worden afgeweken. Er wordt dan ook geadviseerd om laatstgenoemde te bekrachtigen.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet het verkavelen van gronden in 86 loten, waaronder voor woningbouw, algemene voorzieningen en openbaar domein, en gelet op de verenigbaarheid van zonder uitzondering alle vermelde functies, ook qua positionering op het aangeleverde plan, met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde ordeningsplan, Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Hoekakker”, doet er zich in deze dan ook ontegensprekelijk een correcte functionele inpasbaarheid voor.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aangehaalde maatvoering, zowel qua diepte en breedte als qua hoogte, en de voorgestelde inplanting van de binnen de verkaveling voorgestelde volumes zijn grotendeels in overeenstemming met de voorschriften en richtlijnen dienaangaande van het geldende Ruimtelijke Uitvoeringsplan – weliswaar wordt gesteld dat voor elke bouwlaag minstens 1 terras de maximaal opgelegde maatvoering in de diepte mag overschrijden.

Wat eerstgenoemde betreft zijn de in zowel ordeningsplan als verkaveling gehanteerde maatvoeringen voldoende ruim om de, eveneens inpandig gedefinieerde, buitenruimtes als dusdanig te voorzien – er is ruimtelijk geen aanleiding noch duidelijk gefundeerd argument om deze afwijking toe te laten, mede door het feit dat deze niet eens eenduidig bemaat werd; bovendien ontstaat op deze wijze mogelijks willekeur en een ongelijke behandeling tussen verschillende bouwheren, waardoor deze situatie juridisch te vermijden is.

Wel wordt geoordeeld dat de voorschriften voor bouwveld 6 en 7 onvoldoende specifiek en te ruim zijn.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is bijgevolg voorwaardelijk gunstig.

 

Bodemreliëf

De geplande reliëfwijzigingen zijn ten aanzien van de gehele schaal van het project eerder beperkt te noemen en kaderen voornamelijk in enerzijds het nivelleren van bepaalde delen, dit ten behoeve van het aanleggen van onder andere paden, plaatselijke wegen en bouwvelden, anderzijds in het aanpassen van het waterbergend vermogen van het terrein, waarbij zowel de gang als het talud en het gabarit van de bestaande waterloop worden aangepast en dit ten behoeve van het creëren van een wadi dewelke de grootst mogelijke overstromingskans moet kunnen opvangen, centraal in het gebied. Finaal blijft er echter sprake van een eenduidig overheersend vlak terrein, zonder noemenswaardige pas- of hoogteverschillen.

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.


Hinderaspecten-gezondheid-gebruiksgenot-veiligheid in het algemeen

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Stadsontwikkeling/Omgeving/Ruimtelijke Planning. Zij merken op dat in RUP Hoekakker (SV 1.4 Fasering en bouwprogramma)  is bepaald dat in een eerste fase maximaal 360 woningen gebouwd mogen worden en in een tweede fase maximaal 90 bijkomende woningen. Dit is ingegeven vanuit de wens dat de verkeersgenerende effecten na uitvoering van fase 1 in lijn liggen met de aannames in het MER. Ruimtelijke Planning adviseert daarom een bijkomende voorwaarde op te leggen waarbij een herijking van de MOBER gebeurt na realisatie van fase 1 alvorens de uitvoering van fase 2 vergund kan worden. 

Daarnaast blijkt uit het advies van de stedelijke dienst Stadsontwikkeling/Publieke Ruimte, dat er naar ontwikkeling van die 2° fase nog heel wat vragen openstaan wat betreft het ontwerp en de inrichting van het openbaar domein. De meeste vragen betreffen geen stedenbouwkundige, maar uitvoeringstechnische of contractuele aspecten. Als voorwaarde daaromtrent zal verdere afstemming via het Coördinatieoverleg publieke ruimte opgenomen worden, waar die elementen aan bod zullen komen. Hierbij moeten ook de bedenkingen van de dienst Sociaal Ruimtelijke Veiligheid meegenomen worden. 

Belangrijker is echter dat de ontsluiting van de bouwvelden 6 en 7 (ontwikkeling fase 2) voor de dienst Publieke Ruimte onvoldoende duidelijk is en nog niet werd doorgesproken op dit overleg. Er werd dus ook nog geen akkoord van de stad op bekomen.

Ook district Ekeren uitte zijn bezorgdheden, onder meer betreffende die tweede fase en de mobiliteitsimpact ervan.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt, zoals hoger al aangehaald, geoordeeld dat de verkavelingsvoorschriften voor bouwvelden 6 en 7 te ruim en te algemeen opgesteld werden.

Om al deze redenen wordt geadviseerd om fase 2, de invulling van bouwvelden 6 en 7, uit de verkavelingsvergunning te sluiten.


Mobiliteitsimpact

De Antwerpse bouwcode dient bij indiening van individuele aanvragen tot omgevingsvergunning steeds nageleefd worden.

Er zal per fase opgelegd worden een parkeerboekhouding mee aan te leveren, waarin duidelijk beschreven staat in welke fase het project momenteel zit, wat er reeds gerealiseerd is aan parkeerplaatsen en wat er nog te realiseren is. Zo kunnen de stedelijke diensten ten allen tijde een overzicht bewaren van de parkeerbalans van het totale project, een degelijke opvolging garanderen en de finale oplevering monitoren.

Aangaande echter de expliciete vermelding dat bezoekersparkeren op private kavels bovensgronds kan georganiseerd worden, kan bezwaarlijk van goede ruimtelijke ordening gesproken worden, dit aangezien enerzijds vermelde behoefte eenduidig is opgenomen en wordt vermeld in de van kracht zijnde parkeerparagraaf en dus per definitie (half) ondergronds dient te worden georganiseerd – bijkomend zorgt dit voor een onnodige inname en verharding van de beperkte open ruimte, hetgeen mede door de hemelwaterproblematiek niet wenselijk is.

 

Verenigbaarheid met het ruimtelijk uitvoeringsplan

De aanvraag is grotendeels in overeenstemming met de bepalingen, richtlijnen en voorschriften van het van kracht zijnde Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Hoekakker” – de afwijkingen dienaangaande werden in de eerste paragraaf van dit document, geheel bovenaan, reeds besproken en desgewenst, al naargelang, weerlegd of bekrachtigd.


Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Het advies van ANB moet gevolgd worden voor de te behouden bosoppervlakte op de percelen 11363E0066/00E000 en 11363E0067/00K000. Hierop blijft het bosdecreet van toepassing en is het niet toegelaten om constructies of ingrijpende wijzigingen uit te voeren;

* Het advies van ANB moet gevolgd worden inzake boscompensatie.

* Verdichting van de bodem moet altijd vermeden worden. Gelet op de waterrijkdom van het gebied, dient de uitvoerder de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om bodemverdichting tijdens en na aanleg tot een absoluut minimum te beperken (rijplaten, kleinere of minder zware machines, aangepaste timing ifv het weer, …).

* SB/Groendienst op de hoogte brengen van het debiet van het bemalingswater en duurtijd dat het op de Oudelandsebeek geloosd wordt. De uitvoerder moet een regelsysteem aan de pompinstallatie voorzien, zodat tijdelijk meer water richting de riolering gestuurd kan worden, als blijkt dat de Oudelandsebeek (tijdelijk) ongeschikt is om een grote hoeveelheid water te kunnen opvangen van de bemaling.  Indien er een negatieve impact op de beek ontstaat, kan stad Antwerpen de lozing laten stilleggen.

* Het vellen van bomen mag niet plaatsvinden tijdens de schoontijd (broedseizoen), dat loopt van 1 april tot en met 30 juni. Voor aanvang van de werken, ook buiten de schoontijd, moeten te vellen bomen nagekeken worden op holtes en nesten.  Als er nesten of dieren voorkomen in bomen die geveld moeten worden, dienen deze werkzaamheden stilgelegd te worden en pas uitgevoerd te worden na 30 juni en na bijkomende controle dat alle nesten of holtes verlaten zijn.  Bij het aantreffen van nesten van vleermuizen, moeten er maatregelen genomen worden om de vleermuizen te kunnen laten uitvliegen, maar niet te laten terugkeren.

* Voor de aanleg van het park worden 9 bomen geveld. Deze moeten gecompenseerd worden met minimaal 9 hoogstammige bomen met minimale stamomtrek 18/20.  De bomen moeten voldoen aan de grootteklasse 1A en moeten inheemse soorten zijn.

* Voor de aanleg van de wegenis en verkaveling, worden 40 bomen geveld. Deze moeten gecompenseerd worden met minimaal 40 hoogstammige bomen met minimale stamomtrek 16/18.  De bomen moeten een mix hebben van 1/3 grootteklasse 1A en 2/3 grootteklasse 1B en moeten allen inheemse soorten zijn.

* Uit de bijlage B20 valt niet af te leiden door welke soorten, aantallen en stamomtrek de te vellen bomen vervangen zullen worden. Dit moet verduidelijkt worden.

* Groene taluds die voorzien zijn van gras en nadien beheerd moeten worden, mogen een maximale hellingsgraad van 25° hebben.

* In het beplantingsplan wordt verwezen naar o.a. palmboompje. Als hiermee verwezen wordt naar Buxus sempervirens, dan wordt dit niet goedgekeurd door stad Antwerpen. Dit in het kader van een moeilijke en weinig duurzame bestrijding van Buxusmot en -rups. Deze soort schrappen uit de beplantingsplannen en vervangen door een andere soort.

* Fietsbeugels mogen niet op versterkt gras aangelegd worden, omdat dit het onderhoud sterk bemoeilijkt. Fietsbeugels dienen bij voorkeur op verharding geplaatst te worden. Plaatsing op halfverharding type porfier is ook toegestaan.

* Voor een correct onderhoud van de hondenloopzones, dient een poort van minimaal 4 m breed voorzien te worden in het ontwerp.

* Voor het onderhoud langsheen de beek, dient verduidelijkt te worden welk type versterkt gras voorzien wordt, wat de breedte is en moet een dwarsdoorsnede toegevoegd worden.

* Bij de keuze en locatie van bomen, mogen er geen bomen in wadi’s geplant worden. Dit komt de buffercapaciteit van de wadi niet ten goede en de boom zal niet optimaal groeien door te sterk wisselende waterstanden. De bomen moeten minimaal 5 meter uit de rand van de wadi geplant worden en langsheen de beek moet een minimale tussenafstand van 12 meter voorzien worden.

* De soort Colutea arborescens gebruiken in tuinstraten en pleinen, lijkt geen optimale keuze te zijn in openbaar domein. Deze soort kan erg hoog worden, ontwikkelt peulvruchten en zaden en bladeren van de plant zijn giftig. Niet geschikt in openbaar domein en te schrappen uit het ontwerp en te vervangen door een andere soort.

* Beschermingsmaatregelen tijdens uitvoering werkzaamheden:

o De kroonprojectie van alle te behouden bomen moet vóór de start van de eerste werkzaamheden afgeschermd worden met een vast, niet-verplaatsbaar hekwerk type Heras.  In de kroonprojectie mag niet gewerkt worden, mag geen stockage plaatsvinden, mag niet geparkeerd worden, mag geen spoelwater geloosd worden, geen opslag van werftoiletten, … De opdrachtnemer mag er geen enkele activiteit in organiseren.

o Parkeren van voertuigen dient in de voorziene werfzone te gebeuren. Buiten de werfzones is het verboden om voertuigen te parkeren op groenzones, zonder de nodige beschermingsmaatregelen zoals o.a. rijplaten.

o Het bestaande maaiveld rond de wortelzone van bestaande, te behouden bomen mag niet afgegraven of opgehoogd worden.

o Als er bij graafwerken wortels van bomen worden blootgelegd, mogen deze tot maximaal 5 cm dikte doorgezaagd worden met handgereedschap. Er mag niet meer dan 20 % van het totale wortelpakket verwijderd worden. Bij dikkere wortels moeten de graafwerken gestaakt worden en moet er contact opgenomen worden met de groendienst stad Antwerpen.

o Bomen die behouden blijven, mogen niet gesnoeid worden in functie van werfverkeer, opstelling kranen, … Enkel de groendienst stad Antwerpen mag snoeiwerken uitvoeren en kan dit weigeren als er andere, meer aangewezen opties zijn met maximaal behoud voor de bomen die de opdrachtnemer moet volgen.

o Groenzones die buiten de werfzone vallen, moeten voorzien zijn van rijplaten om (onzichtbare) (gevolg)schade te vermijden.

o De opdrachtnemer moet verplicht water geven aan alle bomen die in de invloedsfeer staat van een droogzuiging, om uitdroging van de wortelzone te voorkomen, tenzij bodemonderzoek uitwijst dat dit niet nodig is. De eindbeslissing ligt echter bij de groendienst stad Antwerpen.

o Het is aangewezen om de nodige onderzoeken en het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat te laten uitvoeren door een gecertificeerd boomverzorger (ETW of ETT).

o Als bij een controle van stad Antwerpen zou blijken dat de opdrachtnemer een voorgeschreven uit te voeren maatregel niet of foutief heeft uitgevoerd, of dat de beschermingsmaatregelen niet heeft nageleefd, en dit geleid heeft tot schade aan bomen, dan zal de schade en mogelijke gevolgschade integraal aangerekend worden. Dit staat los van het feit of er op het moment van de overtreding al zichtbare gevolgschade is of niet. Zowel de schade als de mogelijke gevolgschade bij bomen zal berekend worden op basis van de door de VVOG ontwikkelde methode, die gebaseerd is op de uniforme methode voor waardebepaling van straat-, laan- en parkbomen behorend tot het openbaar domein (boomwaardecalculator). Dit bedrag, vermeerderd met alle kosten voor verzorging en kosten die het opstellen van het schadedossier met zich meebrengt, zal aangerekend worden aan de opdrachtnemer. Schade aan groen, parkelementen of meubilair wordt verrekend op basis van de werkelijke kostprijs voor herstelling of vervanging.

3. Het nieuw beschikbare openbare domein dient dusdanig te worden ingericht dat de site zonder meer bereikbaar is voor huis-aan-huis huisvuilophaling.

4. De bouwheer voert het programma van maatregelen inzake archeologie, nl. een archeologische opgraving (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/10466), verplicht uit en meldt 2 weken vóór aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be).?Aanvullend laat hij ook werfcontroles toe door stadsarcheologen.

5. Het beoogde gebruik van de op de site te voorziene trage wegen (voor voetgangers en fietsers) moet zonder meer duidelijk gemaakt worden en dit door een uitermate leesbare inrichting. Enkel het plaatsen van verkeerstekens zal niet volstaan om het gewenste gebruik te bekomen.

6. De vergunning dient enkel te worden verleend op grond van artikel 90bis van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk 24-206741, met bijkomende opmerkingen:

  • de te ontbossen oppervlakte bedraagt 734 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;
  • de resterende bosoppervlakte (6.800 m²) op percelen 11363E0066/00E000 en 11363E0067/00K000 moet zonder meer ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.

7. Gelet op het feit dat de omvang van de mogelijks in te passen economische functies eerder beperkt en minimaal is ten aanzien van de schaal van de totaliteit van de ontwikkeling is er nood aan een uitbreiding van de vermelde bestemming en dit in mindering van de woonfunctie.

8. Er dient te allen tijde voldaan te blijven aan de bepalingen van artikels 42 en 44 van de Antwerpse bouwcode, inzake drainage en bemaling en aangaande de technische voorwaarden omtrent vet- en olieafscheiders.

9. Het artikel/voorschrift waarbij gesteld wordt dat er qua terrassen, dewelke verplicht inpandig dienen te worden voorzien, één uitzondering per bouwlaag en per gevel kan worden toegelaten (en dus uitpandig, buiten de bouwzone), dient te worden geschrapt.

10. De voorschriften waarin wordt gesteld dat half ondergrondse parkeerlagen mogelijk zijn en dat deze niet als een bovengrondse bouwlaag worden beschouwd (1.6.D – Parkeren & 5.1.9 – Aantal bouwlagen) dienen te worden aangevuld met de bepaling dat dit expliciet kan worden toegepast met uitdrukkelijk behoud van de kroonlijsthoogte die daadwerklijk in de voorschriften is opgenomen.

11. In artikel 5.1.14, Andere voorschriften voor het gebouw, dient het deel dat stelt dat bezoekersparkeren bovengronds kan worden georganiseerd op private kavels, te worden geschrapt.

12. In voorschrift 4.2.11 – Afsluitingen op de perceelsgrens/Uitvoering, dient de bepaling dat een hogere maat dan 70 cm, overeenkomstig sectorale wetgeving, kan worden toegelaten, te worden geschrapt.

13. Voor de uitwerking van het openbaar domein en het park dient een verder traject via het Coördinatieoverleg publiek ruimte gelopen te worden.

14. Fase 2, de ontwikkeling van bouwvelden 6 en 7 moet uit de vergunning gesloten worden.


Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 april 2024

Volledig- en ontvankelijk

23 april 2024

Start openbaar onderzoek

13 mei 2024

Einde openbaar onderzoek

11 juni 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

30 september 2024

Uiterste beslissingsdatum 

12 juni 2024

Verslag GOA

 31 mei 2024


Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

13 mei 2024

11 juni 2024

84

0

0

285


Het openbaar onderzoek was nog niet afgerond bij opmaak van dit advies en niet alle bezwaren konden reeds geregistreerd worden.

Het hierbij geformuleerde advies is opgemaakt onder voorbehoud van relevante opmerkingen/bezwaren/standpunten tijdens het openbaar onderzoek.


Gemeentewegen

Artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet stelt dat indien de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad een beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg neemt, alvorens de bevoegde overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

De gemeenteraad moet nog een beslissing nemen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een VOORWAARDELIJK GUNSTIG advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de vergunningsaanvraag, onder volgende voorwaarden:

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Het advies van ANB moet gevolgd worden voor de te behouden bosoppervlakte op de percelen 11363E0066/00E000 en 11363E0067/00K000. Hierop blijft het bosdecreet van toepassing en is het niet toegelaten om constructies of ingrijpende wijzigingen uit te voeren;

* Het advies van ANB moet gevolgd worden inzake boscompensatie.

* Verdichting van de bodem moet altijd vermeden worden. Gelet op de waterrijkdom van het gebied, dient de uitvoerder de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om bodemverdichting tijdens en na aanleg tot een absoluut minimum te beperken (rijplaten, kleinere of minder zware machines, aangepaste timing ifv het weer, …).

* SB/Groendienst op de hoogte brengen van het debiet van het bemalingswater en duurtijd dat het op de Oudelandsebeek geloosd wordt. De uitvoerder moet een regelsysteem aan de pompinstallatie voorzien, zodat tijdelijk meer water richting de riolering gestuurd kan worden, als blijkt dat de Oudelandsebeek (tijdelijk) ongeschikt is om een grote hoeveelheid water te kunnen opvangen van de bemaling.  Indien er een negatieve impact op de beek ontstaat, kan stad Antwerpen de lozing laten stilleggen.

* Het vellen van bomen mag niet plaatsvinden tijdens de schoontijd (broedseizoen), dat loopt van 1 april tot en met 30 juni. Voor aanvang van de werken, ook buiten de schoontijd, moeten te vellen bomen nagekeken worden op holtes en nesten.  Als er nesten of dieren voorkomen in bomen die geveld moeten worden, dienen deze werkzaamheden stilgelegd te worden en pas uitgevoerd te worden na 30 juni en na bijkomende controle dat alle nesten of holtes verlaten zijn.  Bij het aantreffen van nesten van vleermuizen, moeten er maatregelen genomen worden om de vleermuizen te kunnen laten uitvliegen, maar niet te laten terugkeren.

* Voor de aanleg van het park worden 9 bomen geveld. Deze moeten gecompenseerd worden met minimaal 9 hoogstammige bomen met minimale stamomtrek 18/20.  De bomen moeten voldoen aan de grootteklasse 1A en moeten inheemse soorten zijn.

* Voor de aanleg van de wegenis en verkaveling, worden 40 bomen geveld. Deze moeten gecompenseerd worden met minimaal 40 hoogstammige bomen met minimale stamomtrek 16/18.  De bomen moeten een mix hebben van 1/3 grootteklasse 1A en 2/3 grootteklasse 1B en moeten allen inheemse soorten zijn.

* Uit de bijlage B20 valt niet af te leiden door welke soorten, aantallen en stamomtrek de te vellen bomen vervangen zullen worden. Dit moet verduidelijkt worden.

* Groene taluds die voorzien zijn van gras en nadien beheerd moeten worden, mogen een maximale hellingsgraad van 25° hebben.

* In het beplantingsplan wordt verwezen naar o.a. palmboompje. Als hiermee verwezen wordt naar Buxus sempervirens, dan wordt dit niet goedgekeurd door stad Antwerpen. Dit in het kader van een moeilijke en weinig duurzame bestrijding van Buxusmot en -rups. Deze soort schrappen uit de beplantingsplannen en vervangen door een andere soort.

* Fietsbeugels mogen niet op versterkt gras aangelegd worden, omdat dit het onderhoud sterk bemoeilijkt. Fietsbeugels dienen bij voorkeur op verharding geplaatst te worden. Plaatsing op halfverharding type porfier is ook toegestaan.

* Voor een correct onderhoud van de hondenloopzones, dient een poort van minimaal 4 m breed voorzien te worden in het ontwerp.

* Voor het onderhoud langsheen de beek, dient verduidelijkt te worden welk type versterkt gras voorzien wordt, wat de breedte is en moet een dwarsdoorsnede toegevoegd worden.

* Bij de keuze en locatie van bomen, mogen er geen bomen in wadi’s geplant worden. Dit komt de buffercapaciteit van de wadi niet ten goede en de boom zal niet optimaal groeien door te sterk wisselende waterstanden. De bomen moeten minimaal 5 meter uit de rand van de wadi geplant worden en langsheen de beek moet een minimale tussenafstand van 12 meter voorzien worden.

* De soort Colutea arborescens gebruiken in tuinstraten en pleinen, lijkt geen optimale keuze te zijn in openbaar domein. Deze soort kan erg hoog worden, ontwikkelt peulvruchten en zaden en bladeren van de plant zijn giftig. Niet geschikt in openbaar domein en te schrappen uit het ontwerp en te vervangen door een andere soort.

* Beschermingsmaatregelen tijdens uitvoering werkzaamheden:

o De kroonprojectie van alle te behouden bomen moet vóór de start van de eerste werkzaamheden afgeschermd worden met een vast, niet-verplaatsbaar hekwerk type Heras.  In de kroonprojectie mag niet gewerkt worden, mag geen stockage plaatsvinden, mag niet geparkeerd worden, mag geen spoelwater geloosd worden, geen opslag van werftoiletten, … De opdrachtnemer mag er geen enkele activiteit in organiseren.

o Parkeren van voertuigen dient in de voorziene werfzone te gebeuren. Buiten de werfzones is het verboden om voertuigen te parkeren op groenzones, zonder de nodige beschermingsmaatregelen zoals o.a. rijplaten.

o Het bestaande maaiveld rond de wortelzone van bestaande, te behouden bomen mag niet afgegraven of opgehoogd worden.

o Als er bij graafwerken wortels van bomen worden blootgelegd, mogen deze tot maximaal 5 cm dikte doorgezaagd worden met handgereedschap. Er mag niet meer dan 20 % van het totale wortelpakket verwijderd worden. Bij dikkere wortels moeten de graafwerken gestaakt worden en moet er contact opgenomen worden met de groendienst stad Antwerpen.

o Bomen die behouden blijven, mogen niet gesnoeid worden in functie van werfverkeer, opstelling kranen, … Enkel de groendienst stad Antwerpen mag snoeiwerken uitvoeren en kan dit weigeren als er andere, meer aangewezen opties zijn met maximaal behoud voor de bomen die de opdrachtnemer moet volgen.

o Groenzones die buiten de werfzone vallen, moeten voorzien zijn van rijplaten om (onzichtbare) (gevolg)schade te vermijden.

o De opdrachtnemer moet verplicht water geven aan alle bomen die in de invloedsfeer staat van een droogzuiging, om uitdroging van de wortelzone te voorkomen, tenzij bodemonderzoek uitwijst dat dit niet nodig is. De eindbeslissing ligt echter bij de groendienst stad Antwerpen.

o Het is aangewezen om de nodige onderzoeken en het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat te laten uitvoeren door een gecertificeerd boomverzorger (ETW of ETT).

o Als bij een controle van stad Antwerpen zou blijken dat de opdrachtnemer een voorgeschreven uit te voeren maatregel niet of foutief heeft uitgevoerd, of dat de beschermingsmaatregelen niet heeft nageleefd, en dit geleid heeft tot schade aan bomen, dan zal de schade en mogelijke gevolgschade integraal aangerekend worden. Dit staat los van het feit of er op het moment van de overtreding al zichtbare gevolgschade is of niet. Zowel de schade als de mogelijke gevolgschade bij bomen zal berekend worden op basis van de door de VVOG ontwikkelde methode, die gebaseerd is op de uniforme methode voor waardebepaling van straat-, laan- en parkbomen behorend tot het openbaar domein (boomwaardecalculator). Dit bedrag, vermeerderd met alle kosten voor verzorging en kosten die het opstellen van het schadedossier met zich meebrengt, zal aangerekend worden aan de opdrachtnemer. Schade aan groen, parkelementen of meubilair wordt verrekend op basis van de werkelijke kostprijs voor herstelling of vervanging.

3. Het nieuw beschikbare openbare domein dient dusdanig te worden ingericht dat de site zonder meer bereikbaar is voor huis-aan-huis huisvuilophaling.

4. De bouwheer voert het programma van maatregelen inzake archeologie, nl. een archeologische opgraving (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/10466), verplicht uit en meldt 2 weken vóór aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be).?Aanvullend laat hij ook werfcontroles toe door stadsarcheologen.

5. Het beoogde gebruik van de op de site te voorziene trage wegen (voor voetgangers en fietsers) moet zonder meer duidelijk gemaakt worden en dit door een uitermate leesbare inrichting. Enkel het plaatsen van verkeerstekens zal niet volstaan om het gewenste gebruik te bekomen.

6. De vergunning dient enkel te worden verleend op grond van artikel 90bis van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk 24-206741, met bijkomende opmerkingen:

  • de te ontbossen oppervlakte bedraagt 734 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;
  • de resterende bosoppervlakte (6.800 m²) op percelen 11363E0066/00E000 en 11363E0067/00K000 moet zonder meer ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.

7. Gelet op het feit dat de omvang van de mogelijks in te passen economische functies eerder beperkt en minimaal is ten aanzien van de schaal van de totaliteit van de ontwikkeling is er nood aan een uitbreiding van de vermelde bestemming en dit in mindering van de woonfunctie.

8. Er dient te allen tijde voldaan te blijven aan de bepalingen van artikels 42 en 44 van de Antwerpse bouwcode, inzake drainage en bemaling en aangaande de technische voorwaarden omtrent vet- en olieafscheiders.

9. Het artikel/voorschrift waarbij gesteld wordt dat er qua terrassen, dewelke verplicht inpandig dienen te worden voorzien, één uitzondering per bouwlaag en per gevel kan worden toegelaten (en dus uitpandig, buiten de bouwzone), dient te worden geschrapt.

10. De voorschriften waarin wordt gesteld dat half ondergrondse parkeerlagen mogelijk zijn en dat deze niet als een bovengrondse bouwlaag worden beschouwd (1.6.D – Parkeren & 5.1.9 – Aantal bouwlagen) dienen te worden aangevuld met de bepaling dat dit expliciet kan worden toegepast met uitdrukkelijk behoud van de kroonlijsthoogte die daadwerklijk in de voorschriften is opgenomen.

11. In artikel 5.1.14, Andere voorschriften voor het gebouw, dient het deel dat stelt dat bezoekersparkeren bovengronds kan worden georganiseerd op private kavels, te worden geschrapt.

12. In voorschrift 4.2.11 – Afsluitingen op de perceelsgrens/Uitvoering, dient de bepaling dat een hogere maat dan 70 cm, overeenkomstig sectorale wetgeving, kan worden toegelaten, te worden geschrapt.

13. Voor de uitwerking van het openbaar domein en het park dient een verder traject via het Coördinatieoverleg publiek ruimte gelopen te worden.

14. Fase 2, de ontwikkeling van bouwvelden 6 en 7 moet uit de vergunning gesloten worden.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:
DienstTaak
SW/VHet advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.