Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024000673 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV PR Haven van Antwerpen - Brugge (0248399380) met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Berendrechtsluis z/n te 2040 Antwerpen. |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie A nr. 45B |
waarvan: |
|
- 20230614-0004 | afdeling 19 sectie A nr. 45B (IIOA - Overpompen Scheldewater naar dok t.h.v. ZAS) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | De exploitatie van een installatie voor het overpompen van Scheldewater. |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Voorgeschiedenis milieu
Op 27 juli 2023 nam het college akte van een melding klasse 3 voor het exploiteren van een pompinstallatie.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak een uitbreiding van de geïnstalleerde drijfkracht van een aantal groepen toestellen en van de opslag van gevaarlijke stoffen.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
12.1.1.2°a) | inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | +908 kVA |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 9.920 liter |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; | +8,40 ton |
31.1.2°a) | stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2000 kW tot en met 5000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | +1.531,42 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap voor Natuur en Bos - Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 11 april 2024 | / | Dit advies werd niet tijdig ontvangen |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 11 april 2024 | 27 mei 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag lijkt enkel van vergunningsplicht vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen te bevatten. De aanvrager geeft zelf aan dat artikel 7.2 van het Vrijstellingenbesluit van toepassing is:
Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de tijdelijke plaatsing van constructies, met uitzondering van publiciteitsinrichtingen, op voorwaarde dat aan de volgende voorwaarden voldaan is :
1° op hetzelfde goed wordt een maximale duur van vier periodes van dertig aaneengesloten dagen per kalenderjaar niet overschreden. Op de eerste dag van de plaatsing van de constructie begint de periode van dertig dagen te lopen, ongeacht of de constructie de volle dertig dagen geplaatst blijft. De periodes van dertig dagen kunnen aaneengesloten zijn, maar overlappen elkaar niet;
2° de plaatsing gebeurt niet in een ruimtelijk kwetsbaar gebied, met uitzondering van parkgebied;
3° de constructies brengen de verwezenlijking van de algemene bestemming van het gebied niet in het gedrang;
4° de plaatsing gaat niet gepaard met een ontbossing, een wijziging van vegetatie of kleine landschapselementen, een aanmerkelijke reliëfwijziging of een wijziging van waterlichamen.
Gelet op het feit dat de installatie éénmalig geplaatst wordt voor maximaal 120 dagen per kalenderjaar, is aan deze voorwaarden voldaan.
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een installatie voor het overpompen van Scheldewater naar de dokken ter hoogte van de Zandvlietsluis van Port of Antwerp-Bruges. Het overpompen vanuit de Schelde is tijdens de zomermaanden noodzakelijk om het water in de dokken op peil te houden.
Het overpompen gebeurt momenteel met een installatie bestaande uit mobiele waterpompen, overpompleidingen en dieselgeneratoren. Van deze klasse 3-inrichting werd akte genomen door het college op 27 juli 2023. Voorliggende aanvraag betreft een uitbreiding van deze melding zodat het een klasse 2 vergunningsaanvraag betreft. Het betreft een tijdelijke inrichting die telkens opnieuw opgebouwd en afgebroken wordt door een gespecialiseerde verhuurfirma. De periode van opbouwen, operationeel zijn en afbreken bedraagt maximaal 120 dagen. De noodzaak tot overpompen is weersafhankelijk, de start valt aldus moeilijk te voorspellen. In voorliggende aanvraag wordt de maximale opstelling van de installatie opgenomen. De aanvrager vraagt een vergunning van onbepaalde duur aan voor de werken, aangezien deze elk jaar opnieuw nodig zijn.
Gezien de vrijstelling van de vergunningsplicht voor de stedenbouwkundige handelingen louter geldt voor 120 dagen is een vergunning voor onbepaalde duur niet mogelijk. De duur dient beperkt te worden in tijd, zodat deze gelijk loopt met de onlosmakelijk verbonden stedenbouwkundige handelingen. De vergunning kan verleend worden voor een duur van 120 dagen. Als bijkomende info werd aangeleverd dat de aanvrager verwacht te starten op 15 juli, dit zal dus gelden als startdatum van de 120 dagen.
Voor de stroomvoorziening van de waterpompen voorziet men naast de twee vergunde generatoren nog twee extra dieselgeneratoren van elk 354 kVA elektrisch vermogen (of 765,71 kW thermisch vermogen). De dieselopslag wordt hiermee ook uitgebreid van 16,60 ton tot 25 ton (30.000 liter). Deze wordt opgeslagen in een bovengrondse, dubbelwandige tank die voorzien is van een permanent lekdetectiesysteem. Ter hoogte van de losplaats van de bevoorradende tankwagen wordt een vloeistofdichte mat geplaatst. Eventuele morsvloeistoffen worden binnen de mat opgevangen en worden onmiddellijk opgekuist.
De impact van de emissies op de omgeving werd berekend aan de hand van een dispersiemodellering. Er werd gebruik gemaakt van het model IMPACT, dat door de Vlaamse overheid (VITO) werd ontwikkeld ten behoeve van milieueffectrapportages.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing.
Er werd geen impactscore berekening aan het dossier toegevoegd. Na onderzoek kan echter in alle redelijkheid worden geconcludeerd dat de impactscore voor dit project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. De drempelwaarden uit het decreet zijn dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 32 decreet) is niet vereist.
Op 22 mei 2024 verleende de Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/JM/2024/X.00067.A4.0002). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.
Het project ligt op circa 530 meter van het habitatrichtlijngebied ‘Schelde- en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent’.
Het agentschap voor Natuur en Bos werd om advies gevraagd, maar verleende geen advies. Het advies wordt geacht gunstig te zijn. Er wordt geen hinder ter hoogte van het habitatrichtlijngebied verwacht.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Aangezien de milieuvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening, namelijk rubriek 10k) ‘projecten voor de overbrenging van water tussen stroomgebieden’, werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. In de aanvraag werden de mogelijk relevante effectendomeinen besproken. Hieruit blijkt dat er geen aanzienlijke effecten ontstaan door voorliggend voorwerp van deze aanvraag.
Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichting of activiteit de omgevingsvergunning te verlenen voor een periode van bepaalde duur onder voorwaarden.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
12.1.1.2°a) | inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | +908 kVA |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 9.920 liter |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; | +8,40 ton |
31.1.2°a) | stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2000 kW tot en met 5000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | +1.531,42 kW |
Gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
12.1.1.2°a) | inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | +1.616 kVA |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 9.920 liter |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; | +25 ton |
31.1.2°a) | stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2000 kW tot en met 5000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | +3.063 kW |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 27 februari 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 10 april 2024 |
Start openbaar onderzoek | 19 april 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 18 mei 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 24 juli 2024 |
Verslag GOA | 7 juni 2024 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
19 april 2024 | 18 mei 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er (laattijdig) een mail ontvangen van RUD Zeeland. Men heeft geen bezwaar tegen het gevraagde project aangezien er geen grensoverschrijdende effecten verwacht worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
12.1.1.2°a) | inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | 1.616 kVA |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 9.920 liter |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; | 25 ton |
31.1.2°a) | stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2000 kW tot en met 5000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied. | 3.063,00 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 15 juli 2024 voor een termijn van 120 dagen.