Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024025507 |
Gegevens van de aanvrager: | BV URBAN PROPERTY FUND met als adres Parklaan 3 te 2970 Schilde |
Ligging van het project: | Brederodestraat 104-106 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nr. 3781A2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning en het vermeerderen van het aantal woongelegenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 25/04/2024: statusrapport;
- 21/10/1966: vergunning (1966202) voor een flatgebouw - wijziging 18/49016.
Vergunde toestand
Toestand bij inwerkingtreding gewestplan Antwerpen:
- functie: wonen (meergezinswoning)
- bouwvolume:
- bouwhoogte gelijkvloerse verdieping 5,6 m;
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- afwijkend.
Nieuwe toestand
- functie: wonen (meergezinswoning);
- bouwvolume:
- terugspringende 6de bouwlaag;
- bouwdiepte rechterzijde van 17,8 m;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden;
- inrichten van 19 kamerwoningen;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal | 24 mei 2024 | 19 juni 2024 | Geen advies |
Fluvius System Operator | 24 mei 2024 | 31 mei 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 24 mei 2024 | 4 juni 2024 | Ongunstig |
Proximus | 24 mei 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 24 mei 2024 | 5 juni 2024 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 24 mei 2024 | 27 mei 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 24 mei 2024 | 4 juni 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 24 mei 2024 | 7 juni 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 24 mei 2024 | 28 juni 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):
De handelsruimte is niet drempelloos toegankelijk, niveauverschillen tot en met 18 cm dienen met een helling te worden overbrugd. Het hellingpercentage dient te voldoen aan artikel 19.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
De verordening publiciteit is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving’).
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
het toevoegen van extra woongelegenheden overschrijdt de draagkracht van het gebouw en zijn omgeving; Het nieuwe gevelontwerp werd in functie van materiaalkeuze niet afgestemd op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving;
het materiaalgebruik van alle onderdelen van een gebouw, constructie, afsluiting of aanleg moet duurzaam, kwalitatief, constructief en esthetisch verantwoord zijn. De verschillende gevelmaterialen worden niet op elkaar afgestemd waardoor een niet-kwalitatief gevelontwerp ontstaat;
de insprongen, dieper dan 2 m achter de bouwlijn, moeten verlicht worden.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024. (De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie. Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie. Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C). Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig klimaat (score C). De pluviale waterdiepte die gemodelleerd wordt tegen het gebouw bedraagt 25 cm bij T100 toekomstig klimaat. De vloerpas van de gelijkvloerse verdieping zit daaronder. Het verschil straatpas en vloerpas binnen is 12 cm. Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt. Aangeraden wordt om een mobiel schot op maat van de toegangsopeningen te laten maken en de keldergaten te beveiligen tegen instroming van overstromingswater.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
Op volgende website worden oplossingen aangereikt om gebouwen te beschermen tegen waterindringing of in het geval van onvermijdbare waterindringing de kans op schade te verkleinen. https://www.vmm.be/water/overstromingen/hoe-je-woning-beschermen/
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
- Programmatorische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijking van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de verordening toegankelijkheid. De handelsruimte is niet drempelloos toegankelijk, niveauverschillen tot en met 18 cm dienen met een helling te worden overbrugd. Het hellingpercentage dient te voldoen aan artikel 19. De plannen tonen een hoogteverschil van 12 cm welke niet via een helling overbrugd wordt. De aanvrager heeft hieromtrent een vooradvies gevraagd aan INTER. Hierin werd opgenomen dat, indien het technisch moeilijk is om de toegang drempelloos te maken en de werken niet in verhouding staan tot het beoogde resultaat, kan er een afwijking worden toegestaan op basis van artikel 3 van de laatste paragraaf. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt deze afwijking toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het vermeerderen van het aantal woonentiteiten en het voorzien van 19 kamerwoningen. De gelijkvloerse handelsfunctie blijft behouden en wordt heringericht. Enkel de mezzanine ter hoogte van de winkel wordt hiervan afgesplitst en ingericht als wonen. De dienst Business en Innovatie heeft hieromtrent advies gegeven. Dit luidt als volgt: “Gunstig advies met betrekking tot het herinrichten van een bestaande, vergunde gelijkvloerse handelsruimte gelegen in de zone lokaal kernwinkelgebied Brederodewijk. De ruimte staat al enige tijd leeg. De Beleidsnota Detailhandel 2020 stelt dat in deze zone behoud van de vergunde commerciële ruimten wenselijk is en dat optimalisatie ervan gunstig wordt geadviseerd. Op die manier wordt de bestaande leegstand van de commerciële ruimte aangepakt.”
Aangezien de functie van handel op het gelijkvloers en wonen op de verdiepingen behouden blijft, blijft de aanvraag functioneel inpasbaar in de Brederodestraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bestaande volume bestaat uit een dubbel hoge gelijkvloerse verdieping met mezzanine met hierboven 3 verdiepingen. De plannen voorzien verschillende volume-uitbreidingen. Zo wordt achteraan de tweede verdieping het pand uitgebreid tot een diepte van 14,7 m. Deze uitbreiding loopt van tegen de linker perceelsgrens tot 2,58 m van de rechter perceelsgrens. De plannen tonen dat de linker aanpaler hier een bouwdiepte heeft tot 16,29 m. De huidige situatie toont aan dat het bestaande volume vervolgens hier op aan kan sluiten, maar dat de bestaande bouwdiepte ter hoogte van de linker perceelsgrens behouden dient te blijven. De plannen doen hiervoor een aanzet, maar de overgang wordt momenteel te beperkt voorzien. De afstand tot de linker perceelsgrens dient vergroot te worden, en de planschikking hierop afgestemd.
Bovenop het volume wordt een teruggetrokken bouwlaag voorzien. Deze volume-uitbreiding is, gelet op de kenmerkende configuratie van de gebouwen in de omgeving, niet aanvaardbaar. De Brederodestraat wordt namelijk gekenmerkt met panden bestaande uit 3 of 4 bouwlagen. Het huidige volume bestaat uit 4 bouwlagen, waarvan de gelijkvloerse bouwlaag een dubbele hoogte omvat. In de aanvraag wordt dit gelijkvloers opgesplitst, waardoor we kunnen stellen dat het nieuwe volume bestaat uit 5 bouwlagen. De hoogte van het bestaande volume is maximaal en kan niet opgetopt worden met een daklaag. Het voorstel tot volume-uitbreiding is bijgevolg ruimtelijk niet aanvaardbaar.
De plannen tonen dat achteraan elke verdieping, binnen een hoek van telkens 45° ten opzichte van de perceelsgrenzen, en bovenop het dak van het hoofdvolume, terrassen worden voorzien. Deze terrassen worden verder besproken onder ‘hinderaspecten’.
Visueel-vormelijke elementen
Het pand is gelegen in CHE-gebied. Er werd advies gevraagd aan de dienst Monumentenzorg. Dit advies luidt als volgt:
“Het pand gelegen in che-gebied werd opgetrokken in 1966 door Jos Coppe handelaar in lederwaren. De zaak is steeds in de familie gebleven tot het de deuren sloot in 2022. Kenmerkend is het dubbelhoge handelsgelijkvloers met terugspringende vitrines en mezannine. Er waren ook toonkasten en vast meubilair aanwezig horend bij het ontwerp. Het is niet duidelijk of deze vandaag nog bewaard gebleven zijn. Hierover ontbreekt alle informatie. Het project werd ook niet voorbesproken.
Hoewel het pand niet opgenomen is in de inventaris, heeft de gevel met initieel ontworpen handelsgelijkvloers beeldkwaliteit. In het nieuwe ontwerp verdwijnt de mezannine. Er wordt een nieuwe vloerplaat over de volledige oppervlakte voorzien waardoor niet enkel het interne handelsconcept al dan niet met bewaard interieur teniet gedaan wordt maar ook het kenmerkende geveluitzicht met dubbelhoge en terugwijkende vitrines verdwijnt wat een verarming is voor het gevel- en straatbeeld. Gelet op bovenstaande argumentatie kan over deze aanvraag geen gunstig advies verleend worden.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt bovenstaande argumentatie gevolgd. De plannen van de laatst vergunde toestand tonen dat de gelijkvloerse gevelplint zich uitstrekt over twee bouwlagen. Het voorstel voor de nieuwe voorgevel waarbij deze hoge plint wordt opgedeeld in twee delen en wordt afgewerkt met beige aluminium platen en beige pvc schrijnwerk geeft een afwijkend uitzicht binnen het straatbeeld. De bestaande voorgevel wordt volledig herwerkt waarbij verschillende, niet kenmerkende gevelmaterialen, door elkaar worden gebruikt. Zo wordt de dubbelhoge gevelplint opgedeeld en ingevuld met beige aluminium platen en beige pvc schrijnwerk. Ook de dakverdieping wordt afgewerkt met beige aluminium beplating. De bestaande gevelsteen ter hoogte van de overige verdiepingen blijft behouden. Zo ontstaat er een gevel welke niet is afgestemd op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving. De aanvraag wijkt hiermee af van artikel 6 en 11 van de bouwcode en dient geweigerd te worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Achteraan elke verdieping worden, onder een hoek van 45° ten opzichte van de perceelsgrenzen, terrassen voorzien. De voorgestelde terrassen, op deze hoogte en diepte binnen het bouwblok, creëren bijkomende onaanvaardbare hinder ten opzichte van de aanpalers. Ook bovenop het dak, aansluitend aan de nieuwe daklaag, worden dakterrassen voorzien. Zoals eerder gezegd, is de maximale bouwhoogte bereikt, waardoor ook terrassen bovenop het volume niet verenigbaar zijn met een goede ruimtelijke ordening. De terrassen dienen inpandig binnen het toegelaten volume voorzien te worden.
De verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- of nachtactiviteiten. Ook een te hoge concentratie meergezinswoningen kan overlast met zich meebrengen. De impact van een appartementsgebouw is bijvoorbeeld heel anders dan dat van een rijhuis voor één gezin. De typologie en schaal kunnen overlast genereren door middel van concentraties. Het verschil tussen verschillende typologieën kan niet steeds via de functiebeperkingen in een bestemmingsplan kunnen worden opgevangen en moeten daarom steeds concreet worden nagegaan in de aanvraag in functie van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening. Uit bovenstaande beoordeling kunnen we concluderen dat door het omvormen van 6 grote woongelegenheden naar 22 kleinere entiteiten de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden. De aanvraag dient geweigerd te worden.
De plannen tonen dat ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping een insprong wordt voorzien welke dieper is dan 2 meter achter de bouwlijn. Deze insprong dient, conform de bepalingen van artikel 14 van de bouwcode, verlicht te worden.
Het project is gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Bij een vergunning dienen voorwaarden te worden opgelegd tegen mogelijkse instroming van water.
Het project heeft een ongunstig brandweeradvies. De aanvraag dient geweigerd te worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van wonen naar kamers. De bestaande meergezinswoning met handel op het gelijkvloers en 6 wooneenheden wordt verbouwd naar een meergezinswoning met handel op het gelijkvloers, 3 wooneenheden en 19 kamerwoningen.
Het aantal wooneenheden vermindert van 6 naar 3 en er komen 19 kamerwoningen in de plaats. Voor de 19 kamers is de parkeerbehoefte 3 (0.15ppl/kamer). |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3-3=0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 3 parkeerplaatsen.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3-3=0.
|
Fietsvoorzieningen
Voor de 19 kamerwoningen moeten er 19 fietsstalplaatsen voorzien worden (1 fiets/kamer). Op het gelijkvloers worden 25 fietsstalplaatsen voorzien, op die manier zijn er ook voldoende fietsen beschikbaar voor de 3 overblijven wooneenheden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening en het ongunstig advies van de brandweer.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 28 maart 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 24 mei 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 23 juli 2024 |
Verslag GOA | 3 juli 2024 |
Naam GOA | Cynthia Steurs |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.