Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2023082987 |
Gegevens van de aanvrager: | NV MAC² SOLUTIONS met als adres Blauwe Weg 7 te 2030 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV MAC² SOLUTIONS (0461862035) met als adres Blauwe Weg 7 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Leon Bonnetweg 28 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 14 sectie B nr. 34Z3 |
waarvan: |
|
- 20170608-0031 | afdeling 14 sectie B nr. 34Z3 (MAC2 Solutions) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Uitbreiden van een wasstraat voor tankcleaning, het aanleggen van nieuwe wegenis en parking; Op- en overslagbedrijf van afvalstoffen: verandering door uitbreiding. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 13/05/2005: stedenbouwkundige vergunning (HV/2004/B/0046 – 20041361) voor de regularisatie van de bestaande gebouwen op het terrein;
- 14/01/1999: stedenbouwkundige vergunning (HV/1998/AN5/1998/B/0121 – 1998585) voor het bouwen en verbouwen van een mariene afvalverwerkingsinstallatie.
Bestaande toestand
* functie:
> industrie en bedrijvigheid;
> bedrijf gespecialiseerd in het reinigen van tankwagens en ketelwagons.
* bouwvolume:
> het bestaande reinigingsgebouw heeft een oppervlakte van 557 m² en een maximale hoogte van 10 meter;
> in het gebouw bevinden zich, naast technische ruimtes, 2 reinigingsbanen voor tankwagens, waarvan één tevens geschikt is voor ketelwagons.
* gevelafwerking:
> geprofileerde gevelplaten op een betonnen plint.
* inrichting:
> het perceel bevindt zich aan de oostzijde van het 4e Havendok;
> het bestaande reinigingsgebouw is gelegen in het noorden van het terrein, nabij het kantoorgebouw;
> over het terrein en dwars door het reinigingsgebouw loopt een treinspoor.
Nieuwe toestand
* functie:
> industrie en bedrijvigheid;
> uitbreiding van de activiteiten door het bouwen van een nieuw reinigingsgebouw en bijhorende omgevingsaanleg.
* bouwvolume:
> het nieuwe reinigingsgebouw heeft een oppervlakte van 506 m² en een hoogte van 9,40 meter wat aansluit op het bestaande gebouw;
> in het gebouw worden twee bijkomende wasstraten voorzien en bijhorende technische ruimten.
* gevelafwerking:
> sandwichpanelen in een grijze kleur.
* inrichting:
> de uitbreiding wordt aansluitend langs de noordzijde van het bestaande reinigingsgebouw gebouwd;
> de bestaande verharding ten noorden van het nieuwe gebouw wordt heraangelegd en uitgebreid om aan te sluiten op de nieuwe situatie.
Inhoud van de aanvraag
- Bouwen van een reinigingsgebouw;
- Heraanleggen en uitbreiden van verharding;
- Herinrichten van parking.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 19 juni 2018 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een op- en overslagbedrijf van afvalstoffen voor een termijn van onbepaalde duur. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak een uitbreiding van de wasstraten.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
2.2.6.a) | Opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de inerte afvalstoffen zijn gerangschikt; | +150 stuks/dag |
2.2.6.b) | opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die biologische stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de niet-gevaarlijke biologische afvalstoffen zijn gerangschikt; | +150 stuks/dag |
2.2.6.c) | opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de andere niet-gevaarlijke afvalstoffen zijn gerangschikt; | +150 stuks/dag |
2.2.6.d) | opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de gevaarlijke afvalstoffen zijn gerangschikt; | +150 stuks/dag |
6.4.3° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 5.000.000 liter; | -4.835.000,00 liter |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | +15 voertuigen |
16.2.2° | Inrichtingen voor het niet-huishoudelijk scheiden, langs fysische weg, cokegas uitgezonderd, van andere gassen dan vermeld in punt 1° en punt 3°; | 600,00 kW |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | -489,00 kW |
17.2.1. | VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 2, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (lagedrempel Seveso-inrichting) | -3.062.256,00 kg |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; | +33,32 ton |
17.3.4.3° | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; | +8,40 ton |
17.3.6.3° | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; | +11,50 ton |
17.3.7.2°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | +12,26 ton |
17.3.8.2° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieugevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton. | +6,00 ton |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu | 24 mei 2024 | 20 juni 2024 | Gunstig |
Water-link | 24 mei 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/Mobiliteit | 24 mei 2024 | 21 juni 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 24 mei 2024 | 7 juni 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Leopolddok, 4e Havendok en 5e Havendok – Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten oosten en zuiden van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke verordening inzake hemelwater.
Het hemelwater dat valt op de nieuwe dakoppervlakte wordt afgevoerd naar de bestaande riolering. De aanvrager geeft aan dat er geen hergebruikmogelijkheden zijn voor hemelwater, bij gebrek aan sanitair in het gebouw. Voor de reinigingsactiviteiten in het gebouw zou het hemelwater niet voldoen aan de technische specificaties volgens de aanvrager. Dit wordt echter niet verduidelijkt, noch gestaafd. Mogelijk kan, mits eenvoudige filtering zoals ook gebruikelijk bij huishoudelijke toepassingen, hemelwater wél toegepast worden tijdens het reinigingsproces. Naast de huidige hergebruikmogelijkheden, dient conform artikel 7 §3 van de hemelwaterverordening ook aangetoond dat er in de toekomst redelijkerwijze geen hergebruikmogelijkheden te verwachten zijn. De aangevraagde afwijking om geen hemelwaterputten te plaatsen kan aldus niet gunstig geadviseerd worden.
Daarnaast dient het hemelwater dat op het dak valt, na de hemelwaterputten, afgeleid te worden naar een infiltratievoorziening. De aangehaalde argumenten om geen infiltratievoorziening te plaatsen (nut en rendabiliteit) zijn geen redenen tot het toestaan van uitzonderingen conform artikel 12 van de hemelwaterverordening. Bovendien blijkt uit de bijgevoegde infiltratieproeven en grondwatermetingen dat de grond geschikt is voor infiltratie. Er zal dus een (bovengrondse) infiltratievoorziening geplaatst dienen te worden in één van de naastliggende groenzones.
De aanvrager geeft aan dat er op twee manieren wordt omgegaan met de opvang en afvoer van hemelwater dat op de verharding valt: enerzijds wordt het hemelwater dat valt op de verharding in de onmiddellijke omgeving van het gebouw beschouwd als potentieel verontreinigd. Dit water zal via een intern zuiveringssysteem gereinigd worden alvorens het geloosd wordt in de dokken. Anderzijds zal de parking voor personenwagens nabij het kantoorgebouw uitgevoerd worden in waterdoorlatende verharding en waar mogelijk zal het hemelwater afvloeien naar de aanwezige groenzones. Om effectief waterdoorlatend te zijn, dient de fundering eveneens waterdoorlatend te zijn.
Het is echter onduidelijk of alle nieuwe verharding aan één van bovenstaande situaties voldoet. Op het bijgevoegde plan ‘hemelwaterverordening’ is een roodgekleurde zone ‘nieuwe verharding – niet waterdoorlatend’. Deze ligt niet naast een groenzone, noch is er aangegeven dat deze zone als ‘vervuild’ dient beschouwd te worden. Het water van deze verharding (en de naastliggende bestaande verharding conform artikel 8 §2 b) van de hemelwaterverordening) dient aldus nog aangesloten te worden op een infiltratievoorziening.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Overige regelgeving
Archeologienota: Overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een omgevingsvergunning met ingreep in de bodem een archeologienota gevoegd.
In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend zijn de ingrepen in de bodem beperkt tot minder dan 5.000 m², gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones. Derhalve is hiervoor geen archeologienota verplicht.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op een reeds ontwikkeld industrieterrein gekenmerkt door installaties en gebouwen voor het wassen en reinigen van tankwagens en ketelwagons, wordt bijkomend een reinigingsgebouw geplaatst om de bestaande activiteiten te kunnen uitbreiden en optimaliseren. De bestaande verharding wordt heraangelegd en uitgebreid om de interne verkeerscirculatie te kunnen aansluiten op het nieuwe gebouw.
De aanvraag draagt bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Het nieuwe gebouw sluit qua omvang en materiaalgebruik aan op het bestaande gebouw. De werken worden uitgevoerd binnen de bestaande terreingrenzen waardoor geen extra ruimte wordt ingenomen.
Visueel-vormelijke elementen
De verhardingen bestaan uit klinkers, beton en asfalt. Het gevelmateriaal van het nieuwe reinigingsgebouw bestaat uit sandwichpanelen in een grijze kleur. De gebruikte materialen en gevelkleur zijn neutraal en aanvaardbaar binnen deze industriële omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Op moment van opmaak van dit verslag was dit advies nog niet uitgebracht. Ook het college hecht belang aan dit advies.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag omvat de heraanleg van de parking voor personenwagens. Om de interne wegenis naar het nieuwe reinigingsgebouw te kunnen aanleggen, dient de bestaande parking plaatselijk opengebroken te worden. De parkeerplaatsen zullen gecompenseerd worden ten oosten van de bestaande parking. Het aantal parkeerplaatsen zal evenwel gelijk blijven.
Advies werd gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen. Hun advies luidt als volgt:
De aanvraag betreft het uitbreiden van een wasstraat voor tankcleaning en het aanleggen van nieuwe wegenis en parking. Op het terrein staat al een bestaande wasstraat met de nodige wegenis en voorzieningen. Het project is een uitbreiding van de bestaande wasstraat met nieuwe wegenis om deze te ontsluiten.
De nieuwe verharding dient om de wasstraat te ontsluiten via een bijkomende route, welke voor het bestaande kantoor naar de wasstraat gaat. Daarnaast wordt er ook een deel nieuwe parking, aansluitend aan de bestaande parking, aangelegd. De parking is bereikbaar via nieuw aan te leggen verharding.
Werkelijke parkeerbehoefte
Door de bouw van de wasstraat wordt geen extra parkeerbehoefte voor personenwagens gecreëerd. De huidige personeelsbezetting blijft behouden.
De parking voor auto’s wordt gedeeltelijk gesloopt en opnieuw aangelegd, maar er gaan netto geen parkeerplaatsen verloren.
Nuttige parkeerplaatsen
Op het inplantingsplan worden 52 parkeerplaatsen voor auto’s voorzien, waarvan 4 parkeerplaatsen voor rolstoelgebruikers.
De parkeervakken voldoen niet allemaal aan de gebruikelijke afmetingen. De hoekplaatsen dienen minimaal 2,80 meter breed te zijn om bruikbaar te zijn. Alle hoekplaatsen (buiten de aangepaste parkeerplaatsen voor rolstoelgebruikers) zijn zoals de andere parkeerplaatsen slechts 2,50 meter breed. 9 parkeerplaatsen worden op die manier als niet nuttig beschouwt.
Het wordt aanbevolen om de parkeerplaatsen voor rolstoelgebruikers zo dicht mogelijk tegen de ingang van het kantoorgebouw te voorzien. Nu worden ze verspreid over de parking voorzien.
Bovenstaande opmerkingen worden meegegeven als aanbeveling voor een goed functionerende parking.
Er worden geen elektrische oplaadpunten voor wagens voorzien. Conform het Energiedecreet dienen minstens 2 oplaadpunten en laadinfrastructuur voor 1 op 4 parkeerplaatsen voorzien te worden. Het plaatsen van laadpalen is vrijgesteld van vergunningsplicht conform artikel 3.1.14° van het Vrijstellingsbesluit.
Ontsluiting/bereikbaarheid
Voetgangers / fietser:
Voor voetgangers dienen er looplijnen en zebrapadmarkeringen voorzien te worden om aan te geven waar de voetgangers moeten wandelen en om bestuurders te duiden op hun mogelijke aanwezigheid op de site.
Gemotoriseerd verkeer:
De noordelijke toegang tot de parking voor personenwagens is niet afgescheiden van de noordelijke toegangsweg voor vrachtverkeer richting de wasstraat. De parking voor personenwagens dient fysiek volledig afgescheiden te zijn van de toegangsweg, door middel van een groenstrook met opstaande boord van minimaal 1 meter breedte. Aangezien de toegangsweg voldoende breed is gedimensioneerd (5,5 meter) kan de toegangsweg worden versmald voor de aanleg van deze groenstrook.
De parking voor personenvervoer wordt in het zuiden afgescheiden van de uitrit van de wasstraat voor vrachtwagens door middel van een draadafsluiting. Deze afscheiding dient ook door middel van een groenstrook met opstaande boord van minimaal 1 meter breedte (met eventueel draadafsluiting) te gebeuren.
Bovenstaande aandachtspunten wordt meegegeven als aanbeveling. Het is aan de exploitant zelf om te zorgen voor een veilige, interne organisatie van de verschillende verkeersstromen op de eigen site.
De in- en uitrit van de parking dienen geconcentreerd en veilig richting de ontsluitingswegen met voldoende zichtbaarheid op aankomende vrachtwagens te worden aangelegd.
Dit wordt overgenomen als voorwaarde.
De spoorweg die over de site loopt is volledig in beheer van MAC². Er is hier dan ook geen courant spoorverkeer aanwezig. Spoorverkeer treedt enkel op bij het trekken van wagons in het reinigingsgebouw, uitgevoerd door MAC². Dit gebeurt stapvoets met twee personen, iemand die het trekvoertuig bestuurt en een persoon die het verkeer begeleidt.
Aangezien een inschatting wordt gemaakt op een verkeersproductie van <50 pae/uur (30 pae/u voor het bijkomend transport in de twee richtingen) voor de uitbreiding van het project, kan besloten worden dat de impact in de toekomstige situatie voor het wegverkeer verwaarloosbaar is.
Fietsvoorzieningen
Aangezien er geen bijkomende parkeerbehoefte gecreëerd wordt door de bouw van de wasstraat (geen extra personeel) dienen er geen extra fietsvoorzieningen voorzien te worden.
Het is aangewezen dat de exploitant, gelet op de gewenste modal shift, maatregelen neemt om het fietsgebruik bij de eigen werknemers te stimuleren.
Laden en lossen/vrachtverkeer
Door de bouw van de nieuwe wasstraat komen er dagelijks 80 extra vrachtwagens naar de site ten opzichte van de huidige situatie.
De capaciteit van de wasstraten is voldoende om ervoor te zorgen dat er geen te lange wachtrijen ontstaan. Eventuele wachtende vrachtwagens kunnen zich opstellen op de aanloopweg naar de tankcleaning of op de 15 bestaande parkeerplaatsen op het terrein, langs de dokken, het magazijn en het reinigingsgebouw.
Wachtende vrachtwagens dienen steeds op eigen terrein opgesteld te worden. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
MAC2 Solutions is een bedrijf dat instaat voor de inzameling en verwerking van vloeibare maritieme afvalstoffen en industriële afvalstromen.
In voorliggende aanvraag wenst het bedrijf uit te breiden door de aanleg van twee semi-automatische reinigingsbanen voor tankwagens, containers of ketelwagons. Deze wasstraten zullen in een nieuw gebouw gehuisvest worden.
De constructie van deze inrichting dient zo te zijn dat er op geen enkele wijze afvalstoffen in de omgeving kunnen terechtkomen. Dit houdt ook in dat de vloeren vloeistofdicht en chemisch inert dienen uitgevoerd te worden. Elke verbinding tussen de reinigingsinrichting en het oppervlaktewater is verboden.
Alle waswaters van de reinigingen worden verwerkt door een eigen waterzuivering. Er zal een bijkomende hoeveelheid afvalwater gecreëerd worden door de nieuwe reinigingsbanen. Er zullen namelijk bijkomend 80 reinigingen per dag extra plaatsvinden of 15.000 bijkomende reinigingen op jaarbasis. Aan een gemiddelde van 1.500 liter per reiniging is dit een totaal van 22.500 m³ per jaar aan bijkomend afvalwater. Het reinigingswater wordt opgeslagen in een put onder de banen en wordt afgevoerd naar de bestaande waterzuivering. De aanvrager stelt dat er momenteel voldoende buffercapaciteit is in de waterzuiveringsinstallatie om de hoeveelheid extra afvalwater te zuiveren. Het is echter niet duidelijk in welke mate de aanvrager het gecreëerde afvalwater nog kan beperken. Er zijn volgens de meest recente BBT-studie van VITO verschillende procesmatige stappen mogelijk om het gecreëerde afvalwater tot een minimum te beperken. De aanvrager dient verder te onderzoeken in welke mate het gecreëerde afvalwater van de reinigingshal tot een minimum beperkt kan worden.
De aanvraag geeft nergens aan dat het hemelwater van het nieuwe dakoppervlak nuttig zal aangewend worden. Hemelwater opvangen voor hergebruik krijgt nochtans de hoogste prioriteit inzake duurzaam waterbeleid. Afvloeiend hemelwater van daken, wegen en verharde oppervlakten, dat niet in aanraking is geweest met milieuschadelijke stoffen (door menselijke activiteiten) kan in het reinigingsproces worden gebruikt. Dit hergebruik is volgens de BBT-studie van VITO algemeen toepasbaar. Het is noodzakelijk dat er zo min mogelijk stadswater gebruikt wordt. Zo geeft de BBT-studie bijvoorbeeld aan dat hemelwater gebruikt kan worden als initieel spoelwater in het reinigingsproces, mits enige voorfiltratie. Aangezien deze techniek beschouwd wordt als BBT dient deze toegepast te worden in de inrichting.
De aanvrager werkte een acceptatieproces uit. Hier wordt een eerste controle gedaan op de al dan niet te aanvaarden recipiënten. Er worden in dit proces verschillende parameters getest. PFAS wordt enkel op occasionele basis getest en maakt geen deel uit van de acceptatiecriteria. De aanvrager stelt dat de PFAS-analyses louter gebruikt worden om achteraf aan bronnenonderzoek te doen, dit omwille van de duurtijd van de PFAS-analyses (enkele dagen). Het is onduidelijk wat bedoeld wordt met ‘op occasionele basis’. Minimaal dient een risicogebaseerde aanpak ingevoerd te worden waarbij er controles worden uitgevoerd op hoog-risico recipiënten.
De exploitant dient de nodige maatregelen uit te voeren om te voorkomen dat er ongecontroleerde reacties plaatsvinden tussen de afvalstoffen die gereinigd dienen te worden.
Ook wordt er een actualisatie doorgevoerd van brandbare vloeistoffen. Deze opslag zal namelijk verminderen zodat er een totale opslag is van 5.597.000 liter. Deze opslag vindt volledig plaats in een betonnen inkuiping. De aanvrager duidt echter niet wat de hoeveelheid is van deze inkuiping. Er zal bijkomend 2,14 ton aan ontvettingsmiddel worden opgeslagen en 6,26 ton aan detergent. Daarnaast dient er bijkomend 6 ton white spirit en 5,5 ton sterk oplosmiddel te worden opgeslagen.
Het aantal te stallen vrachtwagens wordt uitgebreid naar 40 voertuigen.
Door de geplande uitbreiding zal de energievraag van het bedrijf verder stijgen. Er wordt verwacht dat er een meerverbruik van 800 MWh aan elektriciteit zal zijn en een 670 MWh aan aardgas of andere brandstof voor de reeds aanwezige stoomketel. Er wordt voor de voeding van de bestaande stookinstallatie nog een nieuwe bovengrondse houder voor 40.000 liter stookolie voorzien (uitbreiding rubriek 17.3.2.1.1.2°).
De nieuwe uitbreiding zal een luchtafzuiging hebben die de lucht uit het gebouw en de mangaten van de tanks zal afzuigen. Er wordt een cryogene installatie voorzien van 600 kW. Vervolgens wordt de gezuiverde lucht via een nieuw emissiepunt naar de atmosfeer geleid.
Het bedrijf betreft een lagedrempel Seveso-inrichting. Er wordt ook een correctie doorgevoerd aan de Seveso-rubrieken, deels door de uitbreiding van de stookolie en de opslag van white spirit, anderzijds door een correctie van de eerder vergunde hoeveelheid afvalolie die eigenlijk geen GHS02-symbool bevat en dus niet onder deze rubriek in te delen valt.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden en voor zover het advies van de Brandweerzone Antwerpen gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Wachtende vrachtwagens steeds op eigen terrein opstellen;
2. Parkeren dient steeds op eigen terrein te gebeuren;
3. De in- en uitritten van de parking dienen geconcentreerd en veilig richting de ontsluitingswegen met voldoende zichtbaarheid op aankomende vrachtwagens te worden aangelegd.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
2.2.6.a) | Opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de inerte afvalstoffen zijn gerangschikt; | +150 stuks/dag |
2.2.6.b) | opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die biologische stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de niet-gevaarlijke biologische afvalstoffen zijn gerangschikt; | +150 stuks/dag |
2.2.6.c) | opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de andere niet-gevaarlijke afvalstoffen zijn gerangschikt; | +150 stuks/dag |
2.2.6.d) | opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de gevaarlijke afvalstoffen zijn gerangschikt; | +150 stuks/dag |
6.4.3° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 5.000.000 liter; | -4.835.000,00 liter |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | +15 voertuigen |
16.2.2° | Inrichtingen voor het niet-huishoudelijk scheiden, langs fysische weg, cokegas uitgezonderd, van andere gassen dan vermeld in punt 1° en punt 3°; | 600,00 kW |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | -489,00 kW |
17.2.1. | VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 2, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (lagedrempel Seveso-inrichting) | -3.062.256,00 kg |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; | +33,32 ton |
17.3.4.3° | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; | +8,40 ton |
17.3.6.3° | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; | +11,50 ton |
17.3.7.2°a) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | +12,26 ton |
17.3.8.2° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieugevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton. | +6,00 ton |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
|
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 23 mei 2024 |
Start openbaar onderzoek | 1 juni 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 30 juni 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste adviesdatum | 12 juli 2024 |
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag onder voorwaarden en voor zover het advies van de Brandweerzone Antwerpen gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Wachtende vrachtwagens steeds op eigen terrein opstellen;
2. Parkeren dient steeds op eigen terrein te gebeuren;
3. De in- en uitritten van de parking dienen geconcentreerd en veilig richting de ontsluitingswegen met voldoende zichtbaarheid op aankomende vrachtwagens te worden aangelegd.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
|