Terug
Gepubliceerd op 15/07/2024

2024_CBS_05954 - Omgevingsvergunning - OMV_2023170467. Frans Buyensstraat zonder nummer (zn), D'Herbouvillekaai 1, Nicole Van Goethempad 31. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 10/07/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_05954 - Omgevingsvergunning - OMV_2023170467. Frans Buyensstraat zonder nummer (zn), D'Herbouvillekaai 1, Nicole Van Goethempad 31. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_05954 - Omgevingsvergunning - OMV_2023170467. Frans Buyensstraat zonder nummer (zn), D'Herbouvillekaai 1, Nicole Van Goethempad 31. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023170467

Gegevens van de aanvrager:

NV TRIPLE LIVING met als adres Michel De Braeystraat 55 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

de heer Stefan Paeleman met als contactadres Michel De Braeystraat 55 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Frans Buyensstraat zonder nummer (zn), D'Herbouvillekaai 1, Nicole Van Goethempad 31 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nrs. 2704H2, afdeling 11 sectie L nrs. 3917Y2 en 3982D4

waarvan:

 

-          20240119-0039

afdeling 11 sectie L nrs. 3982D4 en 3917Y2 (Milieuluik Blok 26)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het realiseren van Blok 26 in wijk Nieuw Zuid (Striga 5): een kantoorgebouw met atelierruimtes op het gelijkvloers en de eerste verdieping, een ondergrondse parking en het exploiteren van technische installaties (onder andere luchtgroepen, één lucht-waterwarmtepomp (combinatie BEO-veld) en een noodstroomgroep)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Vergunde en bestaande toestand  

-          braakliggend terrein.

 

Nieuwe toestand

-          vrijstaande nieuwbouw met 16 kantoorunits en ruimtes op het gelijkvloers en de eerste verdieping voor ateliers;

-          6 bouwlagen plus een teruggetrokken technische verdieping onder plat dak;

-          kroonlijsthoogte van 24,64 m en bouwhoogte van 27,02 m;

-          2 ondergrondse bouwlagen met parking, fietsenbergingen en technische ruimtes;

-          gevels in geglazuurde, keramische tegels in een lichte kleur en witte betonpanelen;

-          buitenschrijnwerk in hout en aluminium, buitentrappen in gegalvaniseerd staal.

 

Inhoud van de aanvraag

-          inrichten van de functies kantoor en ateliers;

-          oprichten van een nieuwbouw volume.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de exploitatie van technische installaties bij een kantoorgebouw met atelierruimtes op het gelijkvloers en de eerste verdieping.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

 

Aangevraagde rubriek(en) Milieuluik Blok 26
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

2.861,00 m³/jaar

12.1.1.1°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

180,00 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

182,00 kW

55.1.1°

verticale boringen tot en met een diepte van het dieptecriterium;

45 stuks

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

5 april 2024

21 juni 2024

Voorwaardelijk gunstig

De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal

5 april 2024

10 juni 2024

Geen advies

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - ASTRID

5 april 2024

23 april 2024

Gunstig

Fluvius System Operator

5 april 2024

25 april 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

5 april 2024

30 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

5 april 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

5 april 2024

23 april 2024

Geen bezwaar

Proximus

5 april 2024

11 juni 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

5 april 2024

22 april 2024

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

5 april 2024

5 april 2024

Stadsbeheer/ Stadsreiniging/ sorteerstraatjes

5 april 2024

5 april 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

5 april 2024

26 april 2024

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ SOK

5 april 2024

1 juli 2024

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

5 april 2024

16 mei 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

5 april 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Nieuw Zuid, goedgekeurd op 17 juli 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 2 zone voor centrumfuncties (ce2) en artikel 4 zone voor groen (gr1).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuw Zuid op volgende punten:

-          Artikel 1.1 Bestemming: de voorziene atelierruimte op de eerste verdieping heeft een oppervlakte van 878 m², wat ruim meer is dan de maximaal toegelaten oppervlakte van 200 m².

-          Artikel 1.2.6 Parkeren en stallen: de schuine inrit naar de ondergrondse parking wordt niet volledig inpandig aangelegd.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

De watertoetskaarten voor de pluviale overstromingskaarten zijn gebaseerd op een ondergrondse leidinginfrastructuur die het regenwater dat op de R1 valt naar een pompgemaal leidt in striga 6 van het RUP Nieuw Zuid. Op deze kaarten doorkruist de ondergrondse infrastructuur de projectcontour van voorliggende aanvraag. De ondergrondse leidingen werden echter herlegd onder het openbaar domein ten einde de bouwvelden van het stadsontwikkelingsproject te kunnen realiseren. De kaarten zijn bijgevolg achterhaald.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota ID16589 werd akte genomen door het Agentschap Onroerend Erfgoed op 22 november 2020.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voor het gemengd gebouw met ateliers op het gelijkvloers en de eerste verdieping en kantoren op de hogere verdiepingen maakt deel uit van de realisatie van het stadsontwikkelingsgebied Nieuw Zuid.

De invulling van de atelierruimtes is op heden niet exact gekend maar atelierruimtes waar handwerk primeert zoals een schoenmakersatelier, fietsherstelplaats, pottenbakkerij, kunstatelier, goudsmid, webdesigner, game-ontwikkelaarsstudio, en dergelijke wordt geambieerd.

De functies zijn conform de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Nieuw Zuid en zijn verenigbaar met de aanwezige functies van de reeds gerealiseerde ontwikkelingen in deze nieuwe stadswijk.

 

De aanvraag wordt eveneens gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie. Zij geven gunstig advies: “Het betreft een combinatie van individuele ambachten op het gelijkvloers en de eerste verdieping, kantoren op de verdiepingen 2 tot en met 5, en een ondergrondse parkeergarage. Conform de beleidsvisie Ruimtelijke Economie bevordert deze diversiteit van gebruik een levendige economische mix die kan bijdragen aan de stedelijke dynamiek. De ligging biedt toegang tot zowel zakelijke als recreatieve voorzieningen, waardoor het aantrekkelijk is voor bedrijven en werknemers. Blok 26 heeft het potentieel om een economisch centrum te worden waar bedrijven bijdragen aan de levendigheid van Nieuw Zuid. Het is raadzaam om nauw samen te werken met lokale ondernemers en andere belanghebbenden om dit potentieel te maximaliseren.”

 

De bestemmingsvoorschriften van het RUP stellen expliciet dat de ateliers een maximale bruto-vloeroppervlakte mogen hebben van 200 m² en dat ateliers op de eerste verdieping enkel kunnen ingericht worden indien er een rechtstreekse verbinding is tussen het gelijkvloers en de eerste verdieping. De ruimtes op het gelijkvloers zijn in overeenstemming met deze oppervlaktebeperking.

Op de eerste verdieping wordt één grote ruimte voorzien die opdeelbaar is in kleinere units. Beide verdiepingen zijn met elkaar verbonden via een trap die uitgeeft op de gemeenschappelijke gaanderij.

Vanuit de idee dat samenwerken in een collectieve ruimte de creativiteit bevordert, wordt een opdeling in units niet verplicht opgelegd mits de totale ruimte-inname per atelier beperkt blijft tot 200 m² bruto-vloeroppervlakte.

Deze oppervlaktebeperking wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft de realisatie van Blok 26 uit het masterplan Nieuw Zuid. Het masterplan stelde een langwerpig gebouw voor (B26) en een naar binnen gericht U-vormig gebouw (B23) met een binnenplaats.

 

Blok 23 wordt teruggebracht tot een langwerpig volume dat aan noordwestelijke zijde een pleinwand vormt naar een stedelijk plein langs de Jos Smolderenstraat, de hoofdas van de wijk, en in het zuidoosten naar een tuinplein met appelboomgaard. Door het gebouw terug te brengen van een U-vormig volume naar een rechthoekig volume, worden ook Blokken 20 en 24 op dit tuinplein betrokken. Blok 26 wordt ingekort waardoor het parkgebied dieper de woonwijk kan binnendringen. Deze nieuwe configuratie werd toegelicht aan de Kwaliteitskamer en voorwaardelijk gunstig beoordeeld. Deze nieuwe configuratie zal ook moeten doorwerken in het ontwerp van de nog niet ontwikkelde strigae. Zo zal Blok 29 gesupprimeerd moeten worden en Blok 28 verlengd en uitgelijnd moeten worden op de flankerende Blok 26. Dit zal moeten worden afgetoetst bij de beoordeling van de betreffende aanvraag.

 

Het balkvormige gebouw bestaat uit 6 bouwlagen. Op het gelijkvloers wordt een publiek toegankelijke colonnade voorzien die toegang geeft tot de verschillende ateliers en de lobby. Op de verdiepingen wordt de colonnade beglaasd voorzien. 

 

In de noordoostelijke hoek van het gebouw is de inrit tot de ondergrondse parkeergarage voorzien. In aanloop naar deze inrit wordt de verharding buiten het gebouw reeds in een helling van 4% gelegd over een lengte van 4 meter. De aanvraag wijkt hiermee af van de voorschriften van het RUP (RUP Nieuw Zuid, artikel 1.2.6). De voorschriften stellen dat de toegangen tot de ondergrondse parking volledig inpandig moeten voorzien worden. De helling blijft op privatief terrein en sluit voorbij de helling onmiddellijk aan op de publieke ruimte. Er is voldoende ruimte om zonder niveauverschil rondom het gebouw te lopen. De afwijking kan worden toegestaan.

 

De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Visueel-vormelijke elementen

De beeldkwaliteit van het ontwerp werd meermaals voorbesproken in de Kwaliteitskamer en gunstig beoordeeld.

Het gebouw is bedacht vanuit een systematisch en modulair karakter in een CLT-houtstructuur in combinatie met gevelelementen in prefabbeton. De hybride houten structuur is aan de buitenzijde bekleed met keramische tegel in een lichte kleur. De gelijkvloerse gevels zijn bekleed met witte geprefabriceerde betonpanelen.

De kleur van de keramische tegels wordt niet verder benoemd. De Kwaliteitskamer stelde dat de kleur zich moet inschrijven in de tonaliteit van de stad en aansluiting moet zoeken bij de overige gebouwen in de omgeving zoals een beige kleur, een warm oker of terracotta.

Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Voorliggende aanvraag werd ter advies aan de stedelijke dienst Omgevingsverguningen / Water voorgelegd. Het advies leest ongunstig. De reden hiervoor zijn onduidelijkheden in de plannen waardoor geen correcte inschatting gedaan kon worden.

Het voorstel past zich echter in binnen het masterplan waar een perceel overschrijdende hemelwaterbeheersing voor werd opgemaakt (zie verder). Het ongunstig advies hield hier geen rekening mee en is bijgevolg niet relevant. 

 

Gezien de functie en de bezetting van het gebouw kan niet maximaal ingezet worden op hergebruik. De hemelwaterput wordt gemotiveerd kleiner voorzien en watert af naar de lineaire wadi in de publieke ruimte. De overloop van de lineaire wadi’s verloopt via ondergrondse infiltratiebekkens naar de grote collectieve wadi in het park Nieuw Zuid.

Het waterbeheer van het stadsontwikkelingsproject Nieuw Zuid werd gebaseerd op het principe dat de ontwikkeling (hemel)waterneutraal dient te zijn. Een stelsel van lineaire wadi’s, evenwijdig met de woonstraten, vangt het water van de verharde oppervlaktes en daken op. Wanneer de volledige capaciteit van de wadi’s bereikt is, wordt het water afgeleid naar de grote wadi in het park. Per striga is één lineaire wadi voorzien. De lineaire wadi in functie van het gebouw uit de aanvraag bevindt zich tussen Blokken 23 en 26.

Het principe van het waterbeheer met collectieve infiltratievoorzieningen in het masterplan en RUP Nieuw Zuid werd opgesteld ten tijde van de vorige hemelwaterverordening, die rekening hield met lagere neerslag dan de berekeningsbasis van de laatste verordening van oktober 2023. Naar aanleiding van de nieuwe hemelwaterverordening werd de hemelwatervisie voor Nieuw Zuid opnieuw getoetst. Het hemelwatersysteem voldoet nog steeds aan nieuwe verordening gezien de oorspronkelijke hemelwatervisie voor Nieuw Zuid strenger was dan de huidige hemelwaterverordening.

 

Voorliggende aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de Verkeerspolitie. Het gunstig advies leest als volgt:

“Verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen opmerking op de aanvraag tot het realiseren van Blok 26 in wijk Nieuw Zuid (Striga 5): een kantoorgebouw met atelierruimtes op het gelijkvloers en de eerste verdieping, een ondergrondse parking en het exploiteren van technische installaties (onder andere luchtgroepen, één lucht-waterwarmtepomp (combinatie BEO-veld) en een noodstroomgroep).”

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Stadsbeheer/Stadsreiniging/sorteerstraatjes. Het advies leest als volgt:

“Het artikel 26 Afvalverzameling uit de bouwcode is te volgen en de oppervlakte van de verplichte afgescheiden afvalberging binnen het gebouw is te respecteren.”

Het advies wordt bijgetreden. In de kelder is hiervoor de nodige ruimte aanwezig.

 

De Federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken – ASTRID geeft gunstig advies. Gezien de beperkte oppervlakte en beperkte bezetting van het gebouw, heeft de commissie beslist dat er geen verplichting is tot ASTRID indoordekking.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

De aanvraag betreft het realiseren van Blok 26 in wijk Nieuw Zuid (Striga 5): een kantoorgebouw met atelierruimtes op het gelijkvloers en de eerste verdieping, een ondergrondse parking en het exploiteren van technische installaties (onder andere luchtgroepen, één lucht-waterwarmtepomp (combinatie BEO-veld) en een noodstroomgroep).

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 70 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van atelierruimtes en kantoren.

Op het gelijkvloers en de eerste verdieping komen er individuele ambachten zoals een schoenmakersatelier, fietsenmakersatelier, enzovoort en op de verdiepingen 2 tot en met 5 komen er kantoren.

  • 4.276 m² kantoren met parkeernorm 1,1/100 m² => 4.276 m² x 1,1/100 m² = 47
  • 2.047 m² ambachten met parkeernorm 1,1/100 m² => 2.047 m² x 1,1/100 m² = 23

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 70.

 

De plannen voorzien in 73 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De parking heeft 2 ondergrondse niveaus en zal over 73 parkeerplaatsen beschikken waarvan 5 aangepaste plaatsen. Er worden in totaal over de twee verdiepingen 28 laadpalen voor elektrische wagens voorzien.

Op basis van de bijgevoegde parkeerboekhouding kunnen we beoordelen dat er voor de hele site voldoende parkeerplaatsen zijn.

 

Bouwcode

Aantal parkeerplaatsen

Blok 26

70

73

Totaal striga 5

414

457

Totaal Nieuw Zuid

3.040

3.076

 

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 70.

Dit aantal is toereikend. 


Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Laden en lossen:

Laden en lossen zal kunnen gebeuren in het woonerf, hierbij mag ander verkeer niet gehinderd worden.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

De parking wordt ontsloten via de Frans Buyensstraat.

 

Fietsvoorzieningen:

Er moeten in het totaal 79 fietsstalplaatsen voorzien worden. Voor de kantoren en de ambachten wordt gerekend met een norm van 1,25/100 m².

 

-          4.276 m² kantoor x 1,25 = 53

-          1.047 m² ambachten x 1,25 = 26

 

De fietsenstalling bevindt zich in de ondergrondse parking en kan bereikt worden via een fietslift in de noordoost zijde van het gebouw. Deze fietsenstalling biedt plaats aan 110 fietsen waarvan 6 voor cargofietsen.

 

10% van de fietsstalplaatsen moet bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen (cargofiets, bakfiets, enzovoort) dus voor de 79 nodige plaatsen zijn dat er 8.

Er wordt gewerkt met een dubbellaags systeem. Vermits niet alle types van fietsen hier gebruik van kunnen maken moet de helft voorzien worden als een gewoon laag systeem.

 

Om de fietsenstalling te bereiken moeten fietsers vanuit de fietslift een deel van de parking doorfietsen en ze moeten daarvoor voorbij de hellingen waar de auto’s op- en afrijden. Dit geeft aanleiding tot conflicten. De fietsenberging wordt beter aan de andere zijde van de parking voorzien, weg van de hellingen en dichter bij de fietslift.

 

De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-          de fietsenberging moet dichter bij de fietslift voorzien worden en weg van de autohellingen;

-          de helft van het aantal nodige fietsstalplaatsen moet voorzien worden als een gewone lage fietsstalplaats;

-          10% van de fietsstalplaatsen moet bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen.

 

Het advies van de dienst Mobiliteit wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt deels bijgetreden. Het voorzien van de fietsenstalplaats in de directe nabijheid van de fietslift geeft aanleiding tot planaanpassingen die een impact hebben op de indeling en het gebruik van de kelder.

Er wordt daarom geoordeeld om de voorgestelde planschikking te behouden en de looproute vanaf de fietslift naar de fietsstalling duidelijk aan de overzijde van de in- en uitrit op de vloer te markeren zodat deze looproute zowel voor fietsgebruikers als automobilisten zichtbaar is en beide tot voorzichtigheid en oplettendheid aanzet.


Om te voorzien in de mogelijkheid tot stalling van meer buitenmaatse fietsen en ervoor te zorgen dat slechts de helft van de fietsenstallingen in een dubbel hoog systeem gestald moeten worden, is er echter meer plaats nodig. De bouwcode voorziet terecht 1,5 m² per fiets. Daarom zal in voorwaarden opgenomen worden om de afgeronde berging in de oksel van de parkeerhelling op niveau -1, ook als fietsenberging te voorzien. Zo wordt een totale oppervlakte van 164 m² voor 110 fietsen bekomen en kan effectief aan bovenstaande vragen beantwoord worden.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Blok 26 betreft een kantoorgebouw met zes bovengrondse bouwlagen, met op het gelijkvloers en de eerste verdieping ruimte voor individuele ambachten (schoen- en fietsenmakeratelier, pottenbakkerij, kunstatelier, goudsmid, webdesigner, game-ontwikkelaarsstudio).
 

Warmtepompen

Voor verwarming en koeling van het gebouw zal gebruik gemaakt worden van Boorgat Energieopslag (BEO) en warmtepompen. Onder het gebouw zal een veld met 45 boringen worden uitgevoerd. De water/waterwarmtepomp zal worden opgesteld in de kelderverdieping (50 kW). Op het dak worden een lucht/waterwarmtepomp (90 kW) en de buitenunits van de lucht/luchtwarmtepompen (42 kW) geplaatst. Als koelmiddel wordt R32 gebruikt (GWP <700).

Warmtepompen gekoppeld aan een BEO-veld hebben een hoogenergetisch rendement. De opstelling van de pomp in de kelderverdieping beperkt het risico op geluidshinder sterk.

Rond de technische installatie op het dak wordt een verticaal scherm voorzien, in eerste instantie als visuele afscherming. Het scherm zal ook een positieve invloed hebben op het kanaliseren van het geluid. De luchtgroepen en warmtepomp produceren geluid tot 58 dB(A). Gelet op de inplanting op het dak, de hoogte van het gebouw, de akoestische afscherming en de afstand tot de dichtstbij gelegen woningen, is het risico op geluidsoverlast aanvaardbaar.
 

Lozen huishoudelijk afvalwater

De exploitant schat op jaarbasis tot 2.861 m³ huishoudelijk afvalwater te lozen, afkomstig van toiletten, reinigen van het gebouw en kitchenettes. Het zwart water wordt voorbehandeld in een septische tank (108 m³). Het huishoudelijk afvalwater wordt geloosd in de openbare riolering van de Frans Buyensstraat (DWA), aangesloten op de RWZI Antwerpen-Zuid. Aangezien het afvalwater gescheiden en voorbehandeld wordt geloosd in centraal gebied, is er geen negatieve impact te verwachten op het uiteindelijk ontvangende oppervlaktewater.
 

Overige

Om in geval van nood te kunnen voorzien in stroom, wordt in eigen elektriciteitsproductie voorzien. De generator heeft een vermogen van 360 kVA, vergund aan 50% wegens minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar. De stationaire motor is niet ingedeeld. Het noodstroomaggregaat wordt opgesteld op de technische verdieping op het dak. Er wordt geen afzonderlijke houder voor mazout voorzien; het verbruik is dan ook beperkt (noodgevallen en periodieke testen). Gelet op het sporadisch gebruik, wordt geen hinder verwacht en zijn de risico’s beperkt.
 

In de kelderverdieping bevindt zich een transformator met een vermogen van 1.000 kVA (niet ingedeeld).

De aanvraag omvat de gebouwgebonden activiteiten. Indien bij de invulling van de ateliers andere ingedeelde inrichtingen of activiteiten zullen plaatsvinden, zijn de gebruikers verantwoordelijk voor de melding of vergunningsaanvraag.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Proximus moeten nageleefd worden.

3. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius moeten nageleefd worden.

4. De kleur van de keramische tegels moet zich inschrijven in de tonaliteit van de stad en aansluiting zoeken bij de overige gebouwen in de omgeving.

5. De ruimte-inname per atelier moet beperkt blijven tot 200 m² bruto-vloeroppervlakte.

6. Conform het advies van de dienst Mobiliteit moet de helft van het aantal nodige fietsstalplaatsen voorzien worden als een gewone lage fietsstalplaats.

7. Conform het advies van de dienst Mobiliteit moet 10% van de fietsstalplaatsen bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen.

8. De looproute vanaf de fietslift naar de fietsstalling moet duidelijk aan de overzijde van de in- en uitrit op de vloer gemarkeerd worden.

9. De afgeronde berging in de oksel van de parkeerhelling op niveau -1 moet ook als fietsenberging ingericht worden.


Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De hinder en de effecten op mens en omgeving veroorzaakt door het project kunnen, mits naleving van de algemene en sectorale voorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting Milieuluik Blok 26)

2.861,00 m³/jaar

12.1.1.1°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; (inrichting Milieuluik Blok 26)

180,00 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Milieuluik Blok 26)

182,00 kW

55.1.1°

verticale boringen tot en met een diepte van het dieptecriterium; (inrichting Milieuluik Blok 26)

45 stuks

 

Stedenbouwkundige lasten

Artikel 75 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat de bevoegde overheid lasten aan omgevingsvergunningen kan verbinden.

 

Op 29 april 2024 (jaarnummer 244) werd de stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ definitief vastgesteld door de gemeenteraad.

 

Voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag valt onder het toepassingsgebied van deze verordening.

Artikel 6§1, 6° van de verordening bepaalt dat er van de verordening afgeweken kan worden als de omgevingsvergunningsaanvraag die voorligt reeds het voorwerp heeft uitgemaakt van een overeenkomst met stad Antwerpen, voor zover de stedenbouwkundige last hetzelfde voorwerp zou hebben als de stedenbouwkundige last die werd opgelegd in de overeenkomst.

 

De stedenbouwkundige lasten voor het volledige projectgebied Nieuw-Zuid werden vastgelegd in een overeenkomst stedenbouwkundige lasten voorgelegd aan de gemeenteraad op 26 mei 2014 (jaarnummer 455), gewijzigd en/of aangevuld in een eerste en tweede addendum op deze overeenkomst, respectievelijk voorgelegd aan de gemeenteraad op 30 maart 2015 (jaarnummer 164) en op 24 april 2017 (jaarnummer 239).

 

Het college beslist daarom om een volledige afwijking toe te staan op de verordening en geen stedenbouwkundige lasten aan deze omgevingsvergunning te verbinden.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 januari 2024

Volledig en ontvankelijk

5 april 2024

Start openbaar onderzoek

15 april 2024

Einde openbaar onderzoek

14 mei 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 juli 2024

Verslag GOA

8 juli 2024

Naam GOA

Katlijn Van der Veken

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Proximus moeten nageleefd worden.

3. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius moeten nageleefd worden.

4. De kleur van de keramische tegels moet zich inschrijven in de tonaliteit van de stad en aansluiting zoeken bij de overige gebouwen in de omgeving.

5. De ruimte-inname per atelier moet beperkt blijven tot 200 m² bruto-vloeroppervlakte.

6. Conform het advies van de dienst Mobiliteit moet de helft van het aantal nodige fietsstalplaatsen voorzien worden als een gewone lage fietsstalplaats.

7. Conform het advies van de dienst Mobiliteit moet 10% van de fietsstalplaatsen bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen.

8. De looproute vanaf de fietslift naar de fietsstalling moet duidelijk aan de overzijde van de in- en uitrit op de vloer gemarkeerd worden.

9. De afgeronde berging in de oksel van de parkeerhelling op niveau -1 moet ook als fietsenberging ingericht worden.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting Milieuluik Blok 26)

2.861,00 m³/jaar

12.1.1.1°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; (inrichting Milieuluik Blok 26)

180,00 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Milieuluik Blok 26)

182,00 kW

55.1.1°

verticale boringen tot en met een diepte van het dieptecriterium; (inrichting Milieuluik Blok 26)

45 stuks

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.