Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024132227 |
Gegevens van de aanvrager: | BV ABOCO met als adres Hertoginstraat 5 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kardinaal Mercierlei 50 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 23 sectie B nrs. 421C4 en 421S |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | aanleggen van een poolhouse, terras en zwembad in de achtertuin |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/03/2011: vergunning (ROL-2011346) voor het verbouwen van een herenhuis;
- 20/11/2009: vergunning (ROL-20094688) voor het dichten van openingen in scheimuur;
- 04/03/1994: bouwkundig erfgoed element: Kardinaal Mercierlei met omgeving:
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/102289;
- 04/03/1994: beschermd stads-of dorpsgezicht: Kardinaal Mercierlei met omgeving: https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/6994;
- 22/03/1978: vergunning (ROL-197818544) voor verbouwingswerken.
Vergunde toestand (de vergunningsaanvraag heeft enkel betrekking op de achtertuin)
- functie:
- bouwvolume:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- aanleggen van verharding en zwembad in de achtertuin;
- bouwen van een vrijstaand bijgebouw op de perceelsgrenzen;
- wijzigen van de tuinmuren en scheidingsmuren;
- alle handelingen, werken en wijzigingen aan de woning zelf maken geen deel uit van de aanvraag.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Onroerend Erfgoed | 12 november 2024 | 5 december 2024 | Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 12 november 2024 | 21 november 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 12 november 2024 | 25 november 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag omvat het bouwen van een vrijstaand bijgebouw op de achterste en linker perceelsgrens. De plannen tonen dat de bestaande tuinmuren hiervoor opgehoogd moeten worden van 1,85 meter en 2,30 meter tot 3,15 meter. Dit betekent een forse verhoging van de tuinmuren, wat bijkomende onaanvaardbare hinder zal creëren naar de aanpalende percelen. Dit blijkt ook uit de ingediende bezwaarschriften. De hoogte van het bijgebouw dient vervolgens beperkt te worden tot 2,30 meter waardoor de minimale vrije hoogte strijdig zal zijn met artikel 9 van de bouwcode. Het bijgebouw kan vervolgens niet ingericht worden als verblijfsruimte.
Bijkomend is de aanvraag strijdig met artikel 23 van de bouwcode. De tuinzone van het eigen perceel bedraagt ongeveer 70 m². Volgens artikel 23 van de bouwcode mag maximaal 1/3 van de tuin verhard worden. Als we de verhardingen optellen, wordt momenteel 40,45 m² verhard wat meer is dan de toelaatbare verharding. Een afwijking hierop wordt niet toegestaan wegens het belang van groen en onverharde ruimte binnen het stedelijke weefsel. De aanvraag dient vervolgens geweigerd te worden.
Het samenvoegen van de eigen tuin met de tuin van aanpaler huisnummer 52 is vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet aanvaardbaar. Het verkleinen van de tuinzone tot een onbruikbare strook van 1 meter diep met een tuinmuur van 2,10 meter hoog, creëert een onaanvaardbare hinder naar de aanpaler. De aanvraag dient geweigerd te worden.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De voorgestelde materialen zijn in overeenstemming met de architectuur van het gebouw en met de tuin. Het bijgebouw wordt afgewerkt met hout, wat aansluit bij de groenelementen van de tuin.
Het pand bevindt zich binnen woongebied van culturele, historische en/of esthetische waarde en is een beschermd stadsgezicht Kardinaal Mercierlei, Le Grellelei, De Merodelei, met inbegrip van tuinen, dat werd beschermd bij Ministerieel besluit van 04/03/1994. Er werd advies gevraagd aan het agentschap Onroerend Erfgoed. Zij hadden geen bezwaar tegen de aanvraag. Ook werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies luidt als volgt:
“De gewenste ingrepen doen geen afbreuk aan de erfgoedwaarden van het pand en het stadsgezicht waar het deel van uitmaakt.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt bovenstaand advies gevolgd in verband met de visuele inpasbaarheid in het straatbeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De plannen tonen dat het tuinvolume zich op een afstand van ongeveer 1 meter van een 100-jarige esdoorn bevindt. De mogelijke negatieve impact van het bouwen van een tuinberging in de wortelzone van deze boom zijn het volgende:
- De graafwerken zorgen voor een stabiliteitsprobleem. Tijdens de werken is er kans dat één van de stabiliteitswortels van de boom geraakt wordt. Hierdoor verhoogt de kans dat de boom niet meer stabiel staat met een verhoogd risico op windworp tot gevolg.
- De graafwerken/berging zorgen voor toekomstige stabiliteitsproblemen.
Er worden grote wortels verwijderd waardoor de kans op een besmetting van een parasitaire schimmel vergroot.
- De graafwerken zorgen voor een biologisch probleem.
Door de werken worden er zeer veel fijne opneemwortels verwijderd waardoor hij niet meer snel genoeg opnieuw voldoende opneemwortels kan aanmaken of hij dit niet meer kan omdat hij doorwortelbaar volume verliest. Hij is zijn balans dan kwijt en zijn kruin vraagt meer vocht dan zijn wortels kunnen leveren. Als hij deze balans niet meer terugvindt kan hij sterven.
Het is vervolgens onaanvaardbaar om werken uit te voeren zo dicht tegen de waardevolle boom. Dit wordt extra bevestigd door het ingediende bezwaarschrift. De aanvraag dient geweigerd te worden.
Het is onduidelijk of de scheimuur van het overdekte terras en de berging is uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 18 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Als voorwaarde bij een vergunning dient daarom te worden opgelegd dat er tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig moet zijn.
Wegens de mogelijke impact op het milieu, wordt advies gevraagd aan de stedelijke dienst Milieu. Dit advies luidt als volgt: “De aanvraag bevat zeer weinig informatie. Er wordt zowel gesproken van een “poolhouse” als van een “kleine berging voor de zwembadtechnieken”. Het is onduidelijk of er voor de vervanging van de zwemvijver door een zwembad een bemaling noodzakelijk is.
In principe is er geen bezwaar de vergunning te verlenen. Indien er voor de aanleg van de gevraagde elementen echter een bemaling noodzakelijk is, zal de exploitant hiervoor eerst een omgevingsvergunning moeten bekomen alvorens de werken kunnen worden gestart.”
Met bovenstaande dient rekening gehouden te worden bij een vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 12 november 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 11 januari 2025 |
Verslag GOA | 19 december 2024 |
Naam GOA | Cynthia Steurs |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Foutieve maatvoering: het bezwaar tegen het vermelden van foutieve hoogtematen van de tuinmuren. De achterste tuinmuur heeft volgens de plannen een hoogte van 2,30 meter. Volgens de bezwaarindiener heeft deze muur een hoogte van 2 meter in realiteit.
Beoordeling: Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee bevestigden onze diensten dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier. Wij dienen er vanuit te gaan dat de ingediende gegevens correct zijn. Het bezwaar is ongegrond.
Negatief effect op het uitzicht en schending van de harmonie in de wijk: de bezwaarindiener geeft aan dat de geplande ontwikkeling een ingrijpende impact heeft op het uitzicht vanuit hun woning en de beleving vanuit de tuin. Het verhogen van de tuinmuur geeft een ingesloten gevoel en heeft een negatieve impact op het woongenot van de bezwaarindiener.
Beoordeling: Het bezwaar is gegrond.
Het voorzien van een volume op de perceelsgrenzen, hoger dan de bestaande tuinmuur, heeft een onaanvaardbare negatieve impact op de omgeving. De hoogte van het bijgebouw dient beperkt te worden.
Afwatering en wateroverlast: de bezwaarindiener geeft aan dat het nu niet duidelijk is hoe het water op eigen perceel zal infiltreren.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond.
Het bezwaar tegen mogelijke schade door afwatering van het poolhouse betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechterlijke afspraken voor en tijdens de uitvoer der werken.
Geluidsoverlast door zwembadtechnieken en warmtepomp: de bezwaarindiener geeft aan dat de technieken nodig voor het zwembad (pomp, warmtepomp, mechanische installaties,…) voor geluidsoverlast zullen zorgen.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond.
Op dit moment worden er geen vergunningsplichtige technieken aangevraagd. Indien dit toch het geval blijkt te zijn, moet dit alsnog in een vergunning aangevraagd worden. De aanvaardbaarheid van de technieken wordt op dat moment afgetoetst aan een goede ruimtelijke ordening.
Foutieve aanschrijving aanpalers: de bezwaarindiener geeft aan dat niet al de aanpalende percelen aangeschreven werden.
Beoordeling: Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard en werden de aanpalende percelen welke aangeschreven dienen te worden, aangeschreven. Enkel de percelen waarbij de tuinmuren of scheimuren wijzigen, dienen aangeschreven te worden. Het bezwaar is ongegrond.
Negatieve impact en belasting op het beschermde stadgezicht: de bezwaarindiener geeft aan de aanvraag de waardevolle indeling van de tuinen zal verstoren en de esthetische integriteit zal aantasten.
Beoordeling: De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de dienst Monumentenzorg en het Agentschap Onroerend Erfgoed. Zij gaven een gunstig advies. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dat advies gevolgd. Het bezwaar is ongegrond.
Negatieve impact op de aanpalende historische esdoorn: de bezwaarindiener geeft aan dat de bouwactiviteiten en het bouwwerk zelf van het poolhouse het worstelstelsel en de gezondheid van de waardevolle boom zal aantasten.
Beoordeling: Het is inderdaad zo dat de bouw van het tuinvolume een negatieve impact heeft op de waardevolle esdoorn. Dit werd in detail besproken onder ‘Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen’. Het bezwaar is gegrond.
De hoogte is niet in verhouding met de omgeving en eerdere richtlijnen: de bezwaarindiener geeft aan zelf een vergunning ontvangen te hebben voor het oprichten van zijn tuinberging. In deze vergunning werd opgelegd om de tuinberging niet hoger te voorzien dan de tuinmuren. Bijkomend komt de hoogte van het poolhouse niet overeen met de huidige omringende omgevingskenmerken.
Beoordeling: Het is inderdaad zo dat de voorgestelde hoogte van het poolhouse de aanvaardbare hoogte overschrijdt. Het poolhouse dient beperkt te worden in hoogte. Dit wordt verder besproken onder ‘Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid’. Het bezwaar is gegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.