Terug
Gepubliceerd op 16/12/2024

2024_CBS_09557 - Omgevingsvergunning - OMV_2024072823. Violetstraat 3. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 13/12/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Johan Klaps, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_09557 - Omgevingsvergunning - OMV_2024072823. Violetstraat 3. District Antwerpen - Weigering 2024_CBS_09557 - Omgevingsvergunning - OMV_2024072823. Violetstraat 3. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024072823

Gegevens van de aanvrager:

BV NNP Tech met als adres Grote Baan(WSP) 181 te 3150 Haacht

Ligging van het project:

Violetstraat 3 te 2060 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 5 sectie E nr. 728B23

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met twee duplexappartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          15/10/1941: toelating (18#14629) voor een frans dak;

-          13/10/1927: toelating (1927#28124) voor binnenveranderingen;

-          25/04/1924: toelating (1924#17822) voor binnenveranderingen;

-          16/04/1920: toelating (1920#9603) voor binnenveranderingen.

 

Vergunde toestand

Er zijn geen vergunningen teruggevonden in de archieven;

Toestand bij inwerkingtreding gewestplan Antwerpen:

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning met complementair magazijn en garage op de gelijkvloerse verdieping;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met daklaag onder mansardedak;
  • bouwhoogte van 10,4 m;
  • koer van 4,5 m² met uitkragend volume van 1 m2 op de eerste verdieping;

-          gevelafwerking:

  • onbekend.

 

Bestaande toestand

-          afwijkend.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • wonen – meergezinswoning met 2 woongelegenheden:

-          1 duplex tweeslaapkamerappartement op het gelijkvloers en de eerste verdieping;

-          1 duplex tweeslaapkamerappartement op de tweede- en derde verdieping;

-          bouwvolume:

  • 4 bouwlagen onder plat dak met dakterras van 11,4 m² op de derde verdieping;
  • bouwhoogte van 13,7 m;
  • bouwdiepte van 8,32 m tegen de linkerbuur en 6,97 m tegen de rechterbuur;
  • bouwdiepte derde verdieping van 5,6 m met achterliggend dakrerras;
  • open ruimte van 12,4 m² waarvan 5 m² verhard;

-          gevelafwerking:

  • wit pleisterwerk en arduin op isolatie met antracietzwarte geprofileerde aluminium panelen op de dakverdieping;
  • zwart aluminium schrijnwerk met houten gelijkvloers schrijnwerk.

 

Inhoud van de aanvraag

-          omvormen van de eengezinswoning met gelijkvloerse complementaire functie naar een meergezinswoning met 2 woongelegenheden:

  • vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 2;
  • uitbreiden van het bouwvolume;
  • wijzigen van de scheimuren;
  • wijzigen van de voorgevel;
  • isoleren en afwerken van de gevels;
  • doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Fluvius System Operator

19 juli 2024

31 juli 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

19 juli 2024

5 augustus 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

19 juli 2024

25 juli 2024

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

19 juli 2024

19 juli 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

19 juli 2024

19 juli 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone recht van voorkoop - algemene voorschriften en artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060 op volgende punten:

-          1 Algemene voorschriften

  • 1.3 Harmonieregel en referentiebeeld
    • De voorgestelde uitwerking van de bovenste laag creëert (door het voorziene terras en de voorziene glaspartijen) hinder qua privacy naar de aanpalende percelen.
    • Het project is door de voorgestelde bouwdiepte en uitwerking van de bovenste laag niet afgestemd op de schaal van de omringende bebouwing.
    • Het project overschrijdt de ruimtelijke draagkracht, zie 1.4 Draagkracht.
    • Door de uitwerking van de daklaag aan de straatzijde (volledig ‘blind’ en met verticaal geplaatste antraciet aluminium panelen), het supprimeren van de raamdorpels in blauwe steen en detaillering in de onderliggende gevel en de ‘gesloten’ uitwerking van het gelijkvloers (verticaal en horizontaal) ontstaat geen kwaliteitsvolle relatie tussen de oude en nieuwe architectuur en het bestaande weefsel.
  • 1.4 Draagkracht
    • De voorgestelde bouwdieptes genereren geen kwalitatieve aansluitingen op de aanpalende percelen. Daarnaast wordt achteraan de daklaag een grote raampartij voorzien met aansluitend een dakterras tot op de achterste perceelsgrens. Het geheel creëert een onaanvaardbare impact op de privacy van de aanpalende percelen en zorgt ervoor dat de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
  • 1.7 Publiek domein
    • De open ruimte verkleint doordat de koer (zoals zichtbaar op plan 1924#17822) wordt gesupprimeerd.

-          2 Bijzondere voorschriften

  • Artikel 1 Zone voor wonen – (Wo)
    • 1.2 Inrichting
      • 1.2.1 Bouwdiepte
        • De uitbreiding van de nieuwe bouwlaag wordt voorzien van een bouwdiepte van 5,61 meter.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • artikel 7§4:
    Het opgevangen hemelwater wordt niet maximaal gebruikt, enkel voor het kuisen van de gelijkvloerse wooneenheid.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer

De gelijkvloerse keuken beschikt niet over voldoende rechtstreeks licht, lucht en zicht. De slaapkamer achteraan de tweede verdieping wordt voorzien van een raam met een lichtdoorlatende oppervlakte van minder dan 1 vierkante meter.

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen

Het aantal ontbrekende autostalplaatsen bedraagt 2.

  • artikel 38 Groendaken

De blinde gevel van de optopping wordt niet van gevelbegroening voorzien.

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Programmatorische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing.
Er werd geen impactscore berekening aan het dossier toegevoegd. Na onderzoek kan echter in alle redelijkheid worden geconcludeerd dat de impactscore voor dit project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.  

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het omvormen van een eengezinswoning met complementaire functie naar een meergezinswoning met twee wooneenheden.

 

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen naar de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen.

Het omvormen van de woning naar een meergezinswoning is bijgevolg onaanvaardbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid en Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het volume wordt omgevormd van twee bouwlagen onder een mansardedak naar 3 bouwlagen plus een daklaag.

De gelijkvloerse koer wordt dichtgebouwd over een hoogte van drie bouwlagen waardoor de open ruimte verkleint tot 17 % van de totale perceeloppervlakte. Daarboven wordt een daklaag voorzien met een bouwdiepte van 5,6 meter en een dakterras tot aan de achtergevellijn van de onderliggende bouwlagen. Deze gevellijn bevindt zich op slechts 4,6 meter van de achterste perceelsgrens aan de rechterzijde en gelijk met de achterste perceelsgrens aan de linkerzijde. De achtergevel van de daklaag bevindt zich op slechts 1,6 tot 2,6 meter van de achterste perceelsgrens aan de linkerzijde. Daarmee wordt ook de bouwdiepte van de linker aanpalende met 1 meter overschreden. Op de rechter perceelsgrens wordt een vrijstaande scheimuur voorzien met een diepte van 1,25 meter.

De voorgestelde bouwdieptes genereren geen kwalitatieve aansluitingen op de aanpalende percelen. Daarnaast wordt achteraan de daklaag een grote raampartij voorzien met aansluitend een dakterras tot op de achterste perceelsgrens. Het geheel creëert een onaanvaardbare impact op de privacy van de aanpalende percelen en zorgt ervoor dat de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.

 

De gelijkvloerse keuken beschikt niet over voldoende lichtinval en uitzicht, net zoals de slaapkamer achteraan de tweede verdieping. Elke woning dient over voldoende natuurlijk licht, lucht en uitzicht te beschikken. Dit is niet het geval in het voorliggend project waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.

 

Bijkomend wordt de garage van de bestaande woongelegenheid gewijzigd naar een kleinere fietsenberging die niet voldoende groot is voor de behoefte van het nieuwe geheel. Het vermeerderen van het aantal wooneenheden zonder rekening te houden met de actuele eisen inzake wooncomfort en gebruiksgenot voor alle wooneenheden is niet aanvaardbaar.

 

Door het voorzien van voorgestelde bijkomende woongelegenheid en de gewenste verbouwingen van de bestaande woongelegenheid overschrijdt het voorstel de draagkracht van het perceel.

 

Visueel-vormelijke elementen

Door de uitwerking van de daklaag aan de straatzijde (volledig ‘blind’ en met verticaal geplaatste antraciet aluminium panelen), het supprimeren van de raamdorpels in blauwe steen en detaillering in de onderliggende gevel en de ‘gesloten’ uitwerking van het gelijkvloers (verticaal en horizontaal) ontstaat geen kwaliteitsvolle relatie tussen de oude en nieuwe architectuur en het bestaande weefsel.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van 1 naar 2 wooneenheden.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

1 bijkomende wooneenheid : parkeerbehoefte = 1

De bestaande garage verdwijnt.

Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaatsen. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.

De werkelijke parkeerbehoefte is 2.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 mei 2024

Volledig en ontvankelijk

19 juli 2024

Start 1e openbaar onderzoek

29 juli 2024

Einde 1e openbaar onderzoek

27 augustus 2024

Beslissing toepassing administratieve lus

10 september 2024

Start laatste openbaar onderzoek

19 september 2024

Einde laatste openbaar onderzoek

18 oktober 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 december 2024

Verslag GOA

2 december 2024

Naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

De affiche werd niet aangeplakt uiterlijk op de dag voor de begindatum van het openbaar onderzoek en tot en met de laatste dag daarvan conform de bepalingen van artikel 20 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

 

De bezwaarindiener geeft aan dat het voorstel niet voldoet aan artikel 28 van de bouwcode.

Evaluatie: Het klopt dat het voorstel niet voldoet aan artikel 28 van de bouwcode, definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024. Voorliggende aanvraag dient echter verenigbaar te zijn met de bouwcode, definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014 daar voorliggende aanvraag is ingediend op 27 mei 2024.

Het bezwaar is bijgevolg ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.