Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024050298 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW Monte Rosa, Jeugdzorg van de Zusters der Christelijke Scholen met als adres Heidebergstraat 249 te 3010 Leuven |
Ligging van het project: | Drakenhoflaan 246 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 32 sectie B nrs. 699Y en 699R |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van de bestaande gebouwen en bouwen van een jongerenbegeleidingscentrum |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/12/2019: vergunning (OMV_2019126131) voor het uitbreiden van een jongerenbegeleidingscentrum De Vlieger;
- 23/05/2017: vergunning (201729) voor het uitbreiden van een jongerenbegeleidingscentrum De Vlieger;
- 2/10/2002: vergunning (20022024) voor het uitbreiden van de home met 4 kamers.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume jongerenbegeleidingscentrum:
- gevelafwerking jongerenbegeleidingscentrum:
Bestaande toestand
- functie: jongerenbegeleidingscentrum “De Vlieger”, waaraan de eengezinswoning links is toegevoegd;
- bouwvolume jongerenbegeleidingscentrum: ongewijzigd;
- bouwvolume eengezinswoning:
- gevelafwerking jongerenbegeleidingscentrum: ongewijzigd;
- gevelafwerking eengezinswoning:
Nieuwe toestand
- functie: nieuw jongerenbegeleidingscentrum “De Vlieger” op 2 samengevoegde percelen:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van 2 panden, zijnde de bestaande afdeling “De Vlieger”;
- bouwen van een nieuw jongerenbegeleidingscentrum en aanhorigheden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Aquafin | 9 september 2024 | 18 november 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 9 september 2024 | 19 september 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 9 september 2024 | 23 oktober 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Proximus | 9 september 2024 | 30 september 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 9 september 2024 | 18 november 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 9 september 2024 | 19 september 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 9 september 2024 | 30 september 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 9 september 2024 | 30 september 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 9 september 2024 | 18 november 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op het volgend punt:
De parkeerbehoefte wordt niet op eigen perceel opgevangen.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via hyperlink “https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de sloop van twee panden en de nieuwbouw van een verblijf voor bijzondere jeugdzorg. De jeugdzorg “De Vlieger” is onderdeel van Monte Rosa vzw, een organisatie binnen de Jeugdzorg waar jongeren uit kwetsbare situaties opgevangen en begeleid worden.
De aanvraag heeft betrekking op twee percelen die samengevoegd worden voor de bouw van één jongerenbegeleidingscentrum. Momenteel is het pand gelegen Drakenhoflaan 246 reeds vergund als jongerenbegeleidingscentrum. Hieraan wordt het aangrenzend perceel links toegevoegd, na de sloop van de bestaande eengezinswoning op dat perceel.
De nieuwbouw omvat kamers voor jongeren, studio's, leefruimtes en ondersteunende functies. Zowel de vergunde functie van de bestaande site (jeugdzorg) als het programma (aantal personeel en inwonende kinderen) wijzigt niet ten opzichte van de huidige situatie, waardoor de functionele inpasbaarheid gewaarborgd blijft. Met het oog op het optimaliseren van de indeling en voorzieningen voor de werking en leefomgeving voor de jongeren, kan de sloop van de bestaande eengezinswoning toegestaan worden.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het hoofdgebouw wordt voorzien in twee geveldelen van drie bouwlagen met een zadeldak en een éénlaagse aanbouw achteraan. De bouwhoogte en diepte van het hoofdgebouw sluiten aan bij de omliggende bebouwing, waardoor schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid gerespecteerd blijven.
Het ontwerp heeft een logische planschikking. De interne indeling op de gelijkvloerse verdieping is georganiseerd in drie functionele stroken: ondersteunende functies (burelen, garage, vergaderruimte) aan de straatkant, centrale circulatiezones met een traphal en lift, en leefruimtes met keukens aan de tuinzijde. De centrale circulatiezone wordt doorgetrokken naar de verdiepingen met aan weerszijde de kamers voor de jongeren.
Ten opzichte van de vergunde volumes vermindert de bebouwing op maaiveldniveau, waardoor meer open ruimte ontstaat. Voor het terras en paden in de tuinzone en de doorgang aan de rechterzijde van het nieuwbouwvolume naar de schoolsite wordt waterdoorlatende verharding aangelegd. In de tuinzone wordt tevens een overdekte fietsenstalling met afvalberging opgericht tegen de muur met de school. Deze stalling is eveneens bereikbaar via de doorgang naast het nieuwbouwvolume.
De aangevraagde nieuwbouw en aanhorigheden zijn ruimtelijk inpasbaar in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels van het hoofdgebouw worden uitgevoerd in rood metselwerk, aansluitend met de materialisatie van de omliggende bebouwing. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in aluminium gemoffeld en plint en dorpels in beton. De grote raampartijen op het gelijkvloers zorgen voor een levendige plint aan de straatzijde. De dubbele plooi in het zadeldak, de dubbele puntgevel en de regenafvoerpijp ter hoogte van de centrale kielgoot zorgen voor een verschaling van het volume en verdeling in twee delen, waardoor het gebouw aansluit bij de maat en het ritme van de rijhuizen in de Drakenhoflaan.
De aanbouw aan de achterzijde wordt opgevat als een lichte verandaconstructie. Deze wordt uitgevoerd in een houten skeletstructuur en houten buitenschrijnwerk met een flauw hellend dak in lichtgrijze golfplaten.
De voorgestelde materialisatie is inpasbaar in de stedenbouwkundige context.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het ontwerp heeft voldoende aandacht voor de gezondheid en het gebruiksgenot van de gebruikers. De kamers en leefruimtes hebben grote ramen die voldoende natuurlijk licht en luchtcirculatie bieden. De grote raampartijen zorgen voor een verbinding van de leefruimtes met de tuinzone.
De nieuwbouw sluit aan op de bouwdiepte en -hoogte van de aangrenzende bebouwing, waardoor de hinder voor omliggende percelen tot een minimum wordt beperkt.
De tuin wordt ingericht met aandacht voor groen en infiltratie door waterdoorlatende verharding. Er wordt voldoende hemelwater opgevangen. Er wordt hergebruik voorzien voor toiletspoeling, wasmachine, buitenkraan en onderhoud. Met het oog op veiligheid van de kinderen en jongeren die er verblijven, wordt gemotiveerd dat een open bekken een risico is. Bijgevolg wordt een ondergrondse infiltratievoorziening geplaatst. De infiltratievoorziening kan aanvaard worden, zoals ook blijkt uit het advies van Water-link in samenwerking met Aquafin. Wel wordt aangeraden te onderzoeken of het mogelijk is bovengrondse infiltratie te integreren in de speelruimte. Open infiltratievoorzieningen zijn beter inspecteerbaar, geschikt bij hoge grondwaterstanden, eenvoudig in aanleg, maken een multifunctioneel gebruik mogelijk, bieden een groene omgeving en zijn daarmee goed voor de biodiversiteit. De aanlegkosten zijn gering en door de begroeiing ontstaat er een reinigend effect op het hemelwater.
Het advies van de Water-link wordt bijgetreden en aan de vergunning gehecht.
Het voorwaardelijk gunstig advies van de brandweer dient te allen tijde strikt nageleefd te worden.
Fluvius bezorgde ook een advies, maar dit houdt geen inhoudelijke beoordeling in en er kunnen dus ook geen voorwaarden overgenomen worden.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
Bij nieuwbouw wordt de parkeerbehoefte altijd volledig berekend. Op de site zijn een aantal personeelsleden elke dag aanwezig, en een aantal slechts deeltijds. Er wordt een berekening gemaakt op basis van een maximale aanwezigheid van personeel waarbij de deeltijdse functies samengenomen worden. Voor personeel wordt een parkeerbehoefte gerekend van 1 op 2. Dit betekent dat er voor de helft van het personeel een parkeerbehoefte is en de andere helft verwacht wordt duurzaam naar het werk te komen: - 3 voltijdse personeelsleden: 3 x 1/2 = 1,5 - 4 deeltijdse personeelsleden, omgerekend naar 2 tegelijkertijd aanwezig op de site: 2 x 1/2 = 1 Dit geeft een parkeerbehoefte van 2,5 en wordt afgerond naar 3. Er zijn nog 2 voertuigen van de leefgroepen. Deze worden bij de parkeerbehoefte gerekend. De werkelijke parkeerbehoefte is 3 + 2 = 5.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet volledig gerealiseerd worden: Er wordt één autostalplaats intern voorzien. Dit volstaat. - Een ondergrondse of gelijkvloerse parking voor vier bijkomende autostalplaatsen zou te veel ruimte innemen, waardoor de geplande interne optimalisatie voor het bestaande jongerenbegeleidingscentrum onmogelijk wordt. - De doorgang naast het hoofdgebouw dient als servitude naar het achtergelegen schoolgebouw, waardoor het onveilig wordt om deze te gebruiken als doorgang voor voertuigen voor eventuele parkeerplaatsen achteraan.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5 – 1 = 4. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Hoewel de bestaande infrastructuur op de site wordt gesloopt in functie van een nieuwbouw, wijzigt het programma op de site niet ten opzichte van de huidige situatie. Dit betekent dat zowel het personeelsbestand als het aantal inwonende kinderen/ jongeren hetzelfde blijft. De afwenteling op het openbaar domein is momenteel gelijk aan de berekening van de parkeerbehoefte. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 5.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4 – 5 = 0.
|
Fietsvoorzieningen
Er kunnen 25 fietsen geplaatst worden in de overdekte fietsenstalling in de tuin. Dit dekt het aantal plaatsen dat voorzien moet worden voor de 17 kinderen/jongeren die hier verblijven en de personeelsleden die er werken. Het stallen van de fietsen gebeurt volgens het principe: loodrecht/ 1 laag, hoog-laag/ enkele rij.
Het gunstig advies van de stedelijke dienst Mobiliteit wordt bijgetreden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 1 juli 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 9 september 2024 |
Start openbaar onderzoek | 18 september 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 17 oktober 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 23 december 2024 |
Verslag GOA | 3 december 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.