Terug
Gepubliceerd op 16/12/2024

2024_CBS_09532 - Omgevingsvergunning - OMV_2024082703. Jan Frans Van de Gaerstraat zonder nummer (zn), Boomsesteenweg 270, Wittestraat 10. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/12/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Johan Klaps, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_09532 - Omgevingsvergunning - OMV_2024082703. Jan Frans Van de Gaerstraat zonder nummer (zn), Boomsesteenweg 270, Wittestraat 10. District Wilrijk - Goedkeuring 2024_CBS_09532 - Omgevingsvergunning - OMV_2024082703. Jan Frans Van de Gaerstraat zonder nummer (zn), Boomsesteenweg 270, Wittestraat 10. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024082703

Gegevens van de aanvrager:

AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als contactadres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen (0824037071) met als contactadres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Jan Frans Van de Gaerstraat zonder nummer (zn), Boomsesteenweg 270, Wittestraat 10 te 2020 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nr. 2417D

waarvan:

 

-          20240617-0057

afdeling 9 sectie I nr. 2417D (Jan Frans van de Gaerstraat)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van tijdelijke klasmodules (16 maanden), exploiteren van warmtepompen, lozen van huishoudelijk afvalwater en opslaan van gevaarlijke producten

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          22/06/2018: tijdelijke vergunning college (OMV_2018034793) voor het verlengen van een bouwvergunning en de uitbreiding van een bestaande school (periode van 5 jaar);

-          02/09/2016: vergunning (20161006) voor het verlengen van een afgeleverde bouwvergunning voor tijdelijke prefabmodules en 2 luifels bij een kleuterschool;

-          03/06/2016: vergunning (2016494) voor het plaatsen van een tijdelijk paviljoen;

-          01/08/2011: vergunning (20112487) voor het bouwen van tijdelijke prefabmodules en twee luifels voor een kleuterschool.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • schoolcomplex;

-          bouwvolume:

  • vrijstaand hoofdgebouw van 3 bouwlagen;
  • apart schoolgebouw geschakeld omheen de speelplaatsen;

-          inrichting:

  • verharde speelplaats met aangrenzende groenzone.

 

Bestaande en nieuwe toestand

-          bouwvolume:

  • 5 prefabschoolgebouwen van 1 tot 2 bouwlagen met platte daken;
  • 2 luifels en fietsenstalling;

-          gevelafwerking:

  • grijze gevelbekleding met geel kunststoffen schrijnwerk en luifels;
  • trappen in staal met grijze kleur;

-          inrichting:

  • verharde speelplaats en open ruimte tussen constructies met beperkte groenzones.

 

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen tijdelijke klasmodules, luifels, fietsenstalling en aanleggen van verharding (16 maanden).

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de exploitatie van een tijdelijke schoolinrichting en het ontplooien van de bijhorende ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Aangevraagde rubriek(en) 

 

Aangevraagde rubriek(en) Jan Frans van de Gaerstraat
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.000,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

31,81 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

80,00 liter

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

8 oktober 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Fluvius System Operator

8 oktober 2024

27 november 2024

Geen advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

8 oktober 2024

8 november 2024

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

8 oktober 2024

9 oktober 2024

Geen bezwaar

De Lijn Entiteit Antwerpen

8 oktober 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

8 oktober 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

8 oktober 2024

22 oktober 2024

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

8 oktober 2024

29 oktober 2024

Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Onderwijsbeleid/ Capaciteit

8 oktober 2024

24 oktober 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

  • De hemelwaterputten zijn niet aangesloten op de aanwezige infiltratievoorziening. Hiervoor wordt een afwijking aangevraagd.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 20: Daken

het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 m². Er werden geen groendaken voorzien;

  • artikel 23: Inrichting van de open ruimte

de onverharde ruimte moet als kwalitatieve groene ruimte aangeplant worden. Bij het aanleggen van groen moet er gekozen worden voor klimaatbestendige en niet-invasieve planten en dit in de verschillende vegetatielagen (strooisel-, kruid-, struik- en bomenlaag) met aandacht voor de juiste locatie (zon/schaduw). De oorspronkelijke groenzone werd bijna volledig verhard.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

                Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist. 

                Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten                 aanzien van SBZ-H is niet vereist.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

Op volgende website worden oplossingen aangereikt om gebouwen te beschermen tegen waterindringing of in het geval van onvermijdbare waterindringing de kans op schade te verkleinen. https://www.vmm.be/water/overstromingen/hoe-je-woning-beschermen/.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvrager vraag een afwijking op de hemelwaterverordening 2023 en meer specifiek op de verplichting tot infiltratie. De motivatie luidt als volgt:

De grootte van de bestaande hemelwaterputten: de bestaande putten zijn over gedimensioneerd. Bijkomend is er een grote afname. Er kan aangenomen worden dat de bestaande putten ook dienstdoen als bufferbekken waardoor er weinig overloop te verwachten is naar de infiltratievoorziening.

- het tijdelijke karakter van de klassen: de klassen zullen nog tot maximaal eind 2025 in gebruik blijven en verdwijnen dan definitief van deze site. Gezien het tijdelijke karakter van de units is het uitbreiden van de infiltratievoorziening geen duurzaam gegeven.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan er hiermee akkoord worden gegaan en kan een afwijking gunstig geadviseerd worden.

 

De aanvraag wijkt af op artikel 20 en artikel 23 van de bouwcode. Zo is het volgens artikel 20 verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 m². Bovendien moet de onverharde ruimte volgens artikel 23 als kwalitatieve groene ruimte aangeplant worden. Bij het aanleggen van groen moet er gekozen worden voor klimaatbestendige en niet-invasieve planten en dit in de verschillende vegetatielagen (strooisel-, kruid-, struik- en bomenlaag) met aandacht voor de juiste locatie (zon/schaduw). Er worden geen groendaken voorzien en de oorspronkelijke groenzone is bijna volledig verhard.

Gelet op de bestaande situatie, die beperkt wordt verdergezet (16 maanden) kan eveneens een afwijking worden toegestaan op voormelde artikels.

 

Functionele inpasbaarheid

In het jaar 2010-2011-2012 stond stad Antwerpen voor een grote uitdaging vanwege een groot capaciteitstekort in de basisscholen. Om een antwoord te bieden op deze capaciteitstekorten heeft AG Stedelijk Onderwijs in die periode een tiental nieuwe basisscholen op zeer korte termijn gerealiseerd. Samen met stad Antwerpen is er toen gezocht naar lege terreinen om daar mobiele units te plaatsen in functie van het realiseren van capaciteitsuitbreiding op zeer korte termijn.

 

Bijkomend heeft het AG Stedelijk Onderwijs te kampen met schoolgebouwen in zeer slechte toestand. De nood is dan ook hoog om deze schoolgebouwen zo snel mogelijk in orde te krijgen. Het masterplan Stedelijk Onderwijs voorziet 209 bouw- en renovatieprojecten. Om deze renovatieprojecten te kunnen uitvoeren is tijdelijke huisvesting noodzakelijk. Het AG Stedelijk Onderwijs realiseerde intussen verschillende duurzame projecten ter vervanging van deze mobiele units.

Echter is 10 jaar te kort (in functie van tijd, maar ook in functie van budget) om alle toenmalige unitsites te verduurzamen.

 

AGSO hanteert een uitdoofbeleid wat betreft klassieke mobiele units en zoekt naar nieuwe oplossingen die passen binnen een duurzaam vastgoedbeheer.

 

Daarom is het bijkomend tijdelijk intensifiëren van deze schoolsite aanvaardbaar. Hierbij blijft de functie gemeenschapsvoorziening behouden waardoor de functionele inpasbaarheid ongewijzigd en aldus gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Schaal en ruimtegebruik blijven ongewijzigd ten opzichte van de laatste vergunning. De bestaande toestand van de mobiele units blijft behouden. Omwille van het tijdelijk karakter (=16 maanden) en de gemotiveerde noodzaak is dit stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De dakbedekking is momenteel niet uitgevoerd in een lichtkleurige dakbedekking maar gezien het tijdelijke karakter van de units lijkt het ons niet duurzaam om dit te vernieuwen. De materialen en bouwwijze wijken hiermee af van het algemene gangbare in de omgeving maar gezien de tijdelijke invulling (=16 maanden) en het feit dat deze units kaderen in een capaciteitstekort en zo bijdragen aan extra gemeenschapsvoorzieningen, is dit stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies van de stedelijke dienst Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/Onderwijsbeleid/Capaciteit is gunstig:

Gezien de grote vraag aan tijdelijke huisvesting en de aanhoudende capaciteitsuitdagingen in het onderwijs in Antwerpen adviseren wij gunstig.

 

Het advies van Verkeerspolitie is gunstig:

De verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen opmerking op de aanvraag tot het bouwen van tijdelijke klasmodules (16 maanden), de exploitatie van warmtepompen, het lozen van huishoudelijk afvalwater en de opslag van gevaarlijke producten.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de tijdelijke huisvesting van een school door middel van mobiele units. De school bestaat uit 1 gebouw van 1 bouwlaag, 3 gebouwen van 2 bouwlagen en 2 luifels. De tijdelijke school is gelegen naast een bestaande school van het stedelijk Lyceum aan de Jan Frans van de Gaerstraat in 2020 Antwerpen. De modules zullen afgebroken worden na de verhuis van De Stiel naar de Begijnenvest (naar schatting eind 2025).

Milieutechnisch omvat de aanvraag de exploitatie van de volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten:

  • rubriek 3.2.2.a) of het lozen van huishoudelijk afvalwater met een debiet van maximaal 1.000 m³/jaar;
  • rubriek 16.3.2.a) of warmtepompen met een totaal vermogen van 31,81 kW;
  • rubriek 17.4 of opslag van maximaal 80 liter diverse gevaarlijke producten in verpakkingen tot en met 30 liter.

Uit de evaluatie van potentiële milieueffecten gegenereerd door het ontplooien van de beoogde ingedeelde inrichtingen of activiteiten worden er geen noemenswaardige effecten verwacht.

Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van sanitaire installaties zoals lavabo’s, douches en toiletten wordt geloosd op de openbare riolering. De buitenunits van de warmtepompen situeren zich op het dak, maar voldoende verwijderd van de perceelsgrenzen om aan te nemen dat er geen geluidshinder gegenereerd zal worden.

 

De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 16 maanden na de datum waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning en binnen een termijn van maximaal 6 maanden, moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld de ingedeelde inrichtingen of activiteiten te akteren.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting Jan Frans van de Gaerstraat)

1.000,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Jan Frans van de Gaerstraat)

31,81 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting Jan Frans van de Gaerstraat)

80,00 liter

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 september 2024

Volledig en ontvankelijk

8 oktober 2024

Start openbaar onderzoek

16 oktober 2024

Einde openbaar onderzoek

14 november 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 januari 2025

Verslag GOA

6 december 2024

Naam GOA

Bieke Geypens en Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 16 maanden na de datum waarop de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning en binnen een termijn van maximaal 6 maanden, moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting Jan Frans van de Gaerstraat)

1.000,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Jan Frans van de Gaerstraat)

31,81 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting Jan Frans van de Gaerstraat)

80,00 liter

 

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.