Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024091818 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Daria Piskorz met als adres Klein Heiken 15 te 2180 Antwerpen en de heer Terry Hargie met als adres Klein Heiken 15 te 2180 Antwerpen |
Ligging van het project: | Klein Heiken 15 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 33 sectie H nr. 464G3 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning en het regulariseren van een vrijstaand bijgebouw en verharding |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 03/11/1965: vergunning (803#5654) voor het bouwen van een eengezinswoning;
- 27/02/1965: vergunning (196512) voor het verkavelen van gronden voor woningbouw.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- overeenkomstig vergunde toestand, afgezien van:
Nieuwe toestand
- conform bestaande toestand, uitgezonderd:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- regulariseren van wijzigingen aan raamopeningen, in voor- en zijgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- regulariseren van een vrijstaand bijgebouw, op minder dan 1 m van de perceelsgrens, en van verharding tot tegen de perceelgrens.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Polder Ettenhoven en Muisbroek | 3 oktober 2024 | 10 oktober 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend(e) punt(en):
- artikel 2.1 – Strook voor bijgebouwen: een bijgebouw kan niet ingericht worden als autostalplaats, een autostalplaats kan in de zijtuin ingericht worden.
- artikel 2.2 – Strook voor bijgebouwen: de minimumafstand van de vrijstaande zijgevel tot de zijgrens van het perceel bedraagt 3 m, in voorliggende aanvraag wordt een garage voorzien dewelke 0,40 m afstand houdt tot de zijdelingse perceelgrens;
- artikel 2.3 – Strook voor bijgebouwen: de bouwdiepte bedraagt maximaal 17 m gemeten vanaf de voorbouwlijn van het hoofdgebouw. De garage heeft een bouwdiepte tot 21,50 m vanaf de voorbouwlijn van het hoofdgebouw;
- artikel 2.3 – Strook voor bijgebouwen: de gevels moeten afgewerkt worden in gevelsteen. De garage is afgewerkt in zwart geschilderd hout;
- artikel 2.3 – Strook voor bijgebouwen: de dakvorm moet een plat dak zijn. De garage heeft een hellend dak.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor Polder van Ettenhoven en Muisbroek aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met gedeeltelijk een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B), gedeeltelijk een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C) en gedeeltelijk een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met een aantal van de geldende bepalingen en voor een deel daarvan kunnen aan de eindevaluatie voorwaarden worden toegevoegd, zodat het project in uitvoering alsnog zal voldoen aan de artikels in kwestie.
Inzake echter het bijgebouw, dat zowel qua inplanting, bestemming, materialisatie als betreffende dakvorm afwijkend is, kan eenduidig worden vastgesteld dat enerzijds de typologie en plaatsing zonder meer kenmerkend is voor dit soort van bijgebouwen in de ruime omgeving van het project; de materialisatie is dienaangaande van minder belang, dit gelet op de ligging achter de woning en beperkte zichtbaarheid ervan vanop het openbare domein, maar ook dit, zwart geschilderde houten beplanking, is algemeen aanvaardbaar voor dit soort van bijgebouwen. Anderzijds staat de constructie voldoende vooraan in de ruime tuin om een invulling als garage te verantwoorden, dit aangezien hiervoor geen onnodige verharding tot geheel achteraan wordt voorzien.
Betreffende de te beperkte plafondhoogte van de nieuw op te trekken veranda, dewelke 1 cm te laag blijkt te zijn, kan net omwille van deze zeer geringe onregelmatigheid (minder dan 0,5 %) worden afgeweken van het voorschrift in kwestie.
Ten slotte blijkt niet voldaan te zijn aan artikel 8, aangaande de visuele inpassing van een project, dit aangezien het nieuwe schrijnwerk (aan de achterzijde) in een zwarte tint wordt voorzien, terwijl de rest ervan wit blijkt te zijn. Gelet echter op het feit dat de zwarte delen zich enkel achteraan bevinden, niet zichtbaar zijn vanop het openbare domein en bovendien net door de keuze van zwart een architecturaal verantwoord contrast vormen met de bestaande delen van de woning, kan ook hier betreffende worden aanvaard.
Er wordt dienaangaande dan ook geadviseerd voor het bijgebouw, inzake de hoogte van de veranda en betreffende het schrijnwerk de hierboven opgesomde afwijkingen als dusdanig te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving en bovendien gelegen in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, waardoor een correcte functionele inpasbaarheid ontegensprekelijk is.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande volumetrie, tot een gelijkvloerse diepte van 13 m, is zonder meer aanvaardbaar vanuit ruimtelijk oogpunt; betreffende voldoet aan de doorgaans gehanteerde richtlijnen voor dit type van bebouwing en er resteert meer dan voldoende onbebouwde tuinruimte om een degelijke woonkwaliteit te garanderen.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De te hanteren materialen, wit en zwart schrijnwerk, zijn zonder meer aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en bovendien reeds voorkomend in de ruime omgeving; zoals bovendien reeds in bovenstaande paragraaf beargumenteerd, is deze afwijking van zodanig beperkte aard dat er alsnog sprake is van een correcte visuele inpassing in de gebouwde context.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van de bevoegde waterbeheerder, Polder Ettenhoven en Muisbroek, zijn bij eerste ingebruikname na te leven.
2. De ruimte onder het hellende dak kan niet als verblijfsruimte/slaapkamer worden gebruikt doch louter als zolder-/bergruimte.
3. De voortuin dient qua afsluitingen te voldoen aan de bepalingen van artikel 23 van de Antwerpse bouwcode.
4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 14 augustus 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 3 oktober 2024 |
Start openbaar onderzoek | 11 oktober 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 9 november 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 januari 2025 |
Verslag GOA | 3 december 2024 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van de bevoegde waterbeheerder, Polder Ettenhoven en Muisbroek, zijn bij eerste ingebruikname na te leven.
2. De ruimte onder het hellende dak kan niet als verblijfsruimte/slaapkamer worden gebruikt doch louter als zolder-/bergruimte.
3. De voortuin dient qua afsluitingen te voldoen aan de bepalingen van artikel 23 van de Antwerpse bouwcode.
4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.