Terug
Gepubliceerd op 16/12/2024

2024_CBS_09530 - Omgevingsvergunning - OMV_2024111637. Driehoekstraat 37. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/12/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Johan Klaps, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_09530 - Omgevingsvergunning - OMV_2024111637. Driehoekstraat 37. District Ekeren - Goedkeuring 2024_CBS_09530 - Omgevingsvergunning - OMV_2024111637. Driehoekstraat 37. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024111637

Gegevens van de aanvrager:

BV Solubo met als adres Bolksedijk 8 bus 1 te 2310 Rijkevorsel

Gegevens van de exploitant:

BV Solubo (0691895258) met als adres Bolksedijk 8 bus 1 te 2310 Rijkevorsel

Ligging van het project:

Driehoekstraat 37 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 35 sectie F nr. 459Y

waarvan:

 

-          20240425-0069

afdeling 35 sectie F nr. 459Y (2223_DRIEHOEK37-IIOA)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van de bestaande bebouwing, het oprichten van een meergezinswoning met 9 woongelegenheden met een ondergrondse parking en het exploiteren van grondboringen en warmtepomp(en) voor de verwarming van de woongelegenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          15/09/1969: vergunning (803#5123) voor het bouwen van 2 garages;

-          27/06/1936: toelating (802#3714) voor het vergroten van een bestaande woning.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder zadeldak; 
  • bouwdiepte gelijkvloers: 10,73;
  • bouwdiepte hoofdvolume: 8,85 m;
  • kroonlijsthoogte: 6,50 m.

-          inrichting:

  • stal achter de woning;
  • garages, rechts achteraan het perceel.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over sloop en nieuwbouw.

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • nieuw op te trekken meergezinswoning, met in totaal 9 wooneenheden;
  • voor de nieuwe woongelegenheden zijn volgende gegevens beschikbaar:
    • 1 studio met een netto vloeroppervlakte van 41 m²;
    • 1 één-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 71 m²;
    • 6 twee-slaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte variërend tussen 78, 81, 87 en 93 m²;
    • 1 drie-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 118 m²;
  • de gemiddelde netto vloeroppervlakte van de nieuwe woongelegenheden bedraagt 84 m².

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen onder zadeldak aan linkerzijde, met overgang tot 4 bouwlagen onder plat dak aan rechterzijde;
  • bouwdiepte gelijkvloers, tot 20 m;
  • bouwdiepte eerste verdieping, tot 16,36 m;
  • bouwdiepte tweede en derde verdieping, tot 16 m;
  • kroonlijsthoogte links 9,24 m;
  • kroonlijsthoogte rechts 12,74 m;
  • ondergrondse parkeergarage;
  • dakterrassen en uitpandige terrassen op de verdiepingen;
  • trap van tuin naar ondergrondse parkeergarage.

-          gevelafwerking:

  • plint in grijs, architectonisch beton;
  • witte baksteen;
  • goudkleurig plaatmateriaal in een deel van de dagopeningen;
  • goudkleurig aluminium buitenschrijnwerk;
  • goudkleurige borstweringen;
  • goudkleurige poort naar ondergrondse parkeergarage;
  • kroonlijst rechts in grijs, architectonisch beton.

-          inrichting:

  • slopen van de bijgebouwen.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande bebouwing;

-          oprichten van een meergezinswoning;

-          wijzigen van de scheidsmuren.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag heeft betrekking op de exploitatie van een warmtepompsysteem.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) 2223_DRIEHOEK37-IIOA
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

18,80 kW

55.1.1°

verticale boringen tot en met een diepte van het dieptecriterium;

5 boringen (zonder het oppompen van grondwater)

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

12 september 2024

8 november 2024

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

12 september 2024

11 oktober 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

12 september 2024

8 oktober 2024

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Watertoets

12 september 2024

15 oktober 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

12 september 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag 

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

12 september 2024

19 september 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

12 september 2024

1 oktober 2024

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

12 september 2024

Geen advies

  

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer III overdrukt is.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

  • er wordt een afwijking aangevraagd, om de infiltratievoorziening ondergronds te voorzien.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • artikel 15: de gang naar de bergingen heeft een breedte van 0,90 m waar dit minimaal 1,20 m moet zijn, met een vrije en vlakke draairuimte op het einde;
  • artikel 24: bij de duwzijde van de deur tussen de traphal en de gang op de ondergrondse verdieping raakt de vrije en vlakke draairuimte het gesloten deurvlak niet. 

 

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 28 – Beschermen van eengezinswoningen: er wordt geen woongelegenheid voorzien die minstens 130 m² groot is en die een aansluitende buitenruimte van minimum 15 m² heeft.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

  • Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
  • Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel de Vlaamse Milieumaatschappij aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Er werd advies gevraagd aan de bevoegde waterbeheerder, zij verleenden voorwaardelijk gunstig advies.

Na onderzoek blijkt dat het project mits het opleggen van de voorwaarden waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag is strijdig met een aantal van de geldende voorschriften maar voor het overgrote deel daarvan kunnen in het eindadvies voorwaarden worden opgenomen, zodat het project in uitvoering (in geval van een gunstige eindevaluatie) alsnog aan de artikels in kwestie zal voldoen.

Aangaande echter het voorschrift inzake te beschermen eengezinswoningen blijkt dat niet voldaan is aan de bepalingen die stellen dat minimaal 1 woonunit dient voorzien te worden die over een minimale netto-oppervlakte van 130 m² kan beschikken én over een buitenruimte van minimaal 15 m². In dit geval zijn alle nieuwe wooneenheden kleiner dan vermelde norm – slechts 1 unit komt in de buurt en dit met een oppervlakte van om en bij 120 m².

Betreffend appartement is echter op dergelijke wijze ingericht, namelijk door middel van een degelijke planvorm en dit met 3 volwaardige slaapkamers en een ruim leefgedeelte (inclusief een zeer ruime tuin), dat in se voldaan is aan het initiële uitgangspunt dat dergelijke unit dienst kan doen om een middelgroot gezin op een duurzame manier te kunnen huisvesten.

Er wordt dan ook geadviseerd betreffende onregelmatigheid als dusdanig te bekrachtigen.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet in het optrekken, na afbraak van de bestaande bebouwing, van een nieuwe meergezinswoning met 9 wooneenheden en gelet op de ligging van laatstgenoemde in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De geplande volumetrie, 3 tot 4 bouwlagen onder deels hellend, deels plat dak en met dieptes variërend tussen 9 en 17 m, is zonder meer ruimtelijk aanvaardbaar en correct stedenbouwkundig ingepast in zijn omgeving. Zo maken de gehanteerde dieptes een overgang tussen de in omvang meer beperkte bebouwing met individuele huizen aan de linkerzijde en de gemeentelijke bibliotheek (met ruime scheidsmuur) rechts.

Hetzelfde is het geval wat de typologie en hoogte betreft: door links 3 bouwlagen onder hellend dak te hanteren en halverwege over te schakelen naar 4 lagen onder plat dak, wordt zowel links als rechts op een correcte wijze aangesloten op de bestaande scheidsmuurgabariten. Door bijkomend niet de volledig beschikbare diepte van de scheidsmuur rechts aan te spreken, kunnen bijkomend op de verdiepingen uitpandige terrassen worden voorzien die de privacy van de buurpercelen over de gehele lijn respecteren. Ook de andere dakterrassen worden op meer dan voldoende afstand van de perceelsgrenzen en aanpalende tuinen voorzien om dit aspect te vrijwaren.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De te hanteren materialen, witte gevelsteen, goudkleurig schrijnwerk en witte dakpannen, zijn aanvaardbaar voor dit type van gebouw en in bepaalde mate reeds aanwezig in de ruime omgeving. Betreffende de kleur van de dakpannen kan zonder meer gesteld worden dat dit minder opvallend is dan kan verwacht worden (gelet op de ligging boven de kroonlijst) en dat laatstgenoemde bovendien zonder meer bijdraagt aan het beeld van een witte stad, zoals beoogd wordt.

Het advies voor dit deelaspect is bijgevolg eenduidig gunstig.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 10 parkeerplaatsen.

 

De aanvraag betreft het slopen van de bestaande bebouwing, het oprichten van een meergezinswoning met 9 woongelegenheden met een ondergrondse parking en het exploiteren van grondboringen en warmtepomp(en) voor de verwarming van de woongelegenheden.

 

1 appartement < 60 m² met parkeernorm 1 à 1 x 1 = 1;

4 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,05 à 4 x 1,05 = 4,2;

4 appartementen > 90 m² met parkeernorm 1,25 à 4 x 1,25 = 5.

 

De parkeerbehoefte is 10,2.

 

De plannen voorzien in 10 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er werden 10 parkeerplaatsen voorzien in de ondergrondse parkeergarage. Gezien de beperkte toegangsbreedte en zichtbaarheid moet er een lichtensysteem aangebracht worden voor het in- en uitrijden, opdat wagens niet frontaal tegenover elkaar komen te staan op de helling.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 10.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 10 – 10 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 10 – 10 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsvoorzieningen

Er zijn 26 fietsparkeerplaatsen noodzakelijk voor dit project. Er werden slechts 25 fietsstalplaatsen voorzien.  

 

Verder moet ook 10 % van de fietsstalplaatsen bruikbaar zijn voor buitenmaatse fietsen (cargofiets, bakfiets, enzovoort). Momenteel zijn er geen plaatsen uitgerust voor dergelijke.

Dit zou mogelijk zijn door de kelder op 1 niveau uit te voeren en de zone fietsenberging/afvalberging anders in te richten.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Voor de koeling en verwarming van 9 woonentiteiten worden bodemwarmtewisselaars aangelegd met vijf verticale boringen die elks een diepte hebben van 125 meter. Het betreft een collectief verwarmingssysteem met geothermie, gekoppeld aan een warmtepompsysteem. In de kelderverdieping wordt hiervoor een technische ruimte voorzien. Het warmtepompsysteem bestaat uit twee warmtepompen met een totaal elektrisch vermogen van 18,8 kW. De warmtepompen maken gebruik van het koelmiddel R410A.

 

Koelmiddel R410A heeft een Global Warming Potential (GWP) van 2.088. In het kader van duurzaamheid en het minimaliseren van de impact bij accidentele vrijstelling van gefluoreerde gassen voerde de Europese Unie verstrengde regels in rond het gebruik van koelmiddelen om zodoende de invloed ervan op de opwarming van de aarde te beperken. Voor een aantal toepassingen wordt een maximum toelaatbaar aardopwarmingsvermogen (GWP) opgelegd, voor een aantal toepassingen wordt op termijn een totaalverbod op F-gassen vooropgesteld (met uitzonderingen in geval van veiligheidseisen). De exploitant dient daarom warmtepompen te selecteren met een voldoende laag GWP. Meer informatie over in de toekomst toegelaten koelmiddelen en hun eventuele uitfaseringstermijn kan teruggevonden worden op https://www.vlaanderen.be/veka/energie-en-klimaatbeleid/energie-en-klimaatbeleid-voor-ondernemingen/f-gassen/20-februari-2024-nieuwe-f-gassenverordening-gepubliceerd.

 

Voor de verticale boringen wordt Vlarem II-rubriek 55.1.1° (boringen tot en met een diepte van het dieptecriterium zoals weergegeven op kaart in bijlage 2quinquies bij dit besluit en die gelegen zijn buiten een beschermingszone type III) aangevraagd. Deze rubriek kent echter een aantal uitzonderingen. Boringen in het kader van thermische energieopslag in boorgaten waarvan de diepte beperkt blijft tot maximaal het dieptecriterium, en die gelegen zijn buiten een beschermingszone type III, vallen niet onder rubriek 55.1.1°. Deze rubriek wordt dan ook zonder voorwerp verklaard.

 

Naast collectieve bodem-waterwarmtepompen worden er ook niet-ingedeelde individuele lucht-waterwarmtepompen opgesteld per wooneenheid ten behoeve van de productie van sanitair warmwater. De warmtepompboilers hebben elks een elektrisch vermogen van 3,25 kW en maken gebruik van het koelmiddel R32. De buitenunits worden op het platte dak achter de liftschacht geplaatst. De exploitant dient te allen tijde te voldoen aan de milieukwaliteitsnormen voor geluid in openlucht zoals opgenomen in Vlarem II.

 

Er zal voor het project een grondwaterbemaling noodzakelijk zijn ter realisatie van de ondergrondse constructies. De grondwaterbemaling vormt geen onderdeel van deze omgevingsvergunningsaanvraag en zal in een latere fase aangevraagd worden. De mogelijke effecten op de omgeving zijn reeds besproken in voorliggende aanvraag.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Er dient ter hoogte van de in- en uitrit van de garage een lichtensysteem te worden aangebracht – bijkomend dient de inrichting van de fietsenberging te worden gewijzigd zodat in eerste instantie 26 fietsen kunnen worden gestald en dat 3 van die stalplaatsen worden voorzien voor buitenmaatse fietsen.

3. Gelet op de ruime omvang van de resterende beschikbare tuinzone dient de infiltratievoorziening eenduidig bovengronds te worden aangelegd.

4. De ondergrondse bouwlaag dient inzake integrale toegankelijkheid te voldoen aan de bepalingen van artikels 15 en 24 van vermelde verordening, inzake doorgangsbreedte en vrije en vlakke draairuimte.

5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting 2223_DRIEHOEK37-IIOA)

18,80 kW

55.1.1°

verticale boringen tot en met een diepte van het dieptecriterium; (inrichting 2223_DRIEHOEK37-IIOA)

Zonder voorwerp

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 augustus 2024

Volledig en ontvankelijk

12 september 2024

Start openbaar onderzoek

20 september 2024

Einde openbaar onderzoek

19 oktober 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

26 december 2024

Verslag GOA

6 december 2024

Naam GOA

Bieke Geypens en Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Er dient ter hoogte van de in- en uitrit van de garage een lichtensysteem te worden aangebracht – bijkomend dient de inrichting van de fietsenberging te worden gewijzigd zodat in eerste instantie 26 fietsen kunnen worden gestald en dat 3 van die stalplaatsen worden voorzien voor buitenmaatse fietsen.

3. Gelet op de ruime omvang van de resterende beschikbare tuinzone dient de infiltratievoorziening eenduidig bovengronds te worden aangelegd.

4. De ondergrondse bouwlaag dient inzake integrale toegankelijkheid te voldoen aan de bepalingen van artikels 15 en 24 van vermelde verordening, inzake doorgangsbreedte en vrije en vlakke draairuimte.

5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting 2223_DRIEHOEK37-IIOA)

18,80 kW

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.