Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2024077810 |
Gegevens van de aanvrager: | NV PR Haven van Antwerpen - Brugge met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV PR Haven van Antwerpen - Brugge (0248399380) met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Zandvlietweg zonder nummer te 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 16 sectie B nrs. 91/2_, 171F, 186C, 186R, 186N, 187H, 187G, 187M, 187N, 204B, 207B, 219B, 221A, sectie C nrs. 5/2, 5F, 42/3, afdeling 17 sectie G nrs. 298H, 300/2, 314B, 315B, 315C, afdeling 20 sectie D nrs. 255L3 en 255H3 |
waarvan: |
|
- 20210705-0055 | afdeling 20 sectie D nrs. 255L3 en 255H3 (IIOA - Loswallen) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, vegetatiewijzigingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Afdekken stortplaats en bouwrijp maken van loswal 1A, reliëfwijziging en vegetatiewijzigingen; uitbreiding van de lozing van bedrijfsafvalwater. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen en vegetatiewijzigingen
Relevante voorgeschiedenis
Loswal 1A
- 25/02/2022: omgevingsvergunning (OMV_2021020238) voor de aanleg van terreinverharding ten behoeve van uitbreiding overslagruimte voor containers, met aanhorigheden;
- 19/05/2017: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/2017502) voor het bouwrijp maken van Loswal 1B2;
- 11/06/2012: stedenbouwkundige vergunning (8.00/11002/7115.1) voor het bouwrijp maken van de loswal 1B2, dit betreft het afgraven van de geconsolideerde baggerspecie en ringdijken tot niveau +9,00 TAW, aanbrengen van een zandpakket van 1,5 meter en het aanbrengen van drainage tussen resterende gronden en zandpakket;
- 6/10/2006: stedenbouwkundige vergunning (497.181) voor het bouwen van twee windturbines;
- 7/04/2006: stedenbouwkundige vergunning (439.311 (1)) voor het bouwen van 2 schakelmeetstations bij 2 vergunde windturbines;
- 24/09/2002: stedenbouwkundige vergunning (439.311) voor het bouwen van 2 windmolens aan de Zandvlietsluis;
- 8/09/2000: stedenbouwkundige vergunning (408.531 (1)) voor het oprichten van een opjaagpompstation met randinfrastructuur;
- 9/12/1999: stedenbouwkundige vergunning (408.531) voor loswallen ten noorden van de Zandvlietsluis.
Fortengordel Verlegde Schijns:
- 10/11/2015: stedenbouwkundige vergunning (8.00/11002/11120.2) voor de herinrichting van de wachtboezems van het Schijn.
Grote Kreek:
- 13/02/2015: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20142931) voor het afgraven van een grasland en het plaatsen van een kijkwand;
- 5/09/2014: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20141682) voor het aanleggen van een wetenschappelijke vogelringhut;
- 6/04/2012: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//2012393) voor het plaatsen van een vogelkijkwand;
- 22/01/2010: stedenbouwkundige vergunning (HVN/2009/B/0193-20095556) voor de plaatsing van drie vogelkijkwanden;
- Stedenbouwkundige vergunning (504.918) voor de terreinaanlegwerken die nodig zijn voor het inbufferen van de Grote Kreek.
Muisbroek:
Geen vergunningen teruggevonden.
Vergunde toestand
Loswal 1A:
De terreinen ten noorden van de Zandvlietweg betreffen voormalige monostortplaatsen voor baggerspecie afkomstig uit de haven. De stortplaatsen bestaan uit verschillende stortvakken (ook loswallen genoemd) en werden gecreëerd door middel van ringdijken. Binnen deze ringdijken werd de baggerspecie gestort waarbij door de inzet van stortkasten en bezinkingsbekkens de specie geleidelijk werd ontwaterd waardoor consolidatie optrad. De volledige stortplaats is onderverdeeld in drie zones: loswal 1A, loswal 1B1 en loswal 1B2 waarbij loswallen 1B1 en 1B2 reeds herontwikkeld zijn tot containerterminal.
Bestaande toestand
Loswal 1A:
Op het terrein ligt momenteel een ringdijk met daar binnenin begroeiing bestaande uit bos en riet. Buiten de ringdijk bevinden er zich vier windturbines en een bezinkingsbekken, alsook vegetatie zoals duindoorn, riet en bos.
Fortengordel Verlegde Schijns:
Het perceel bestaat uit een centraal grasland met rietkragen aan de zijkanten van grachten. Op het terrein is een fundering van een bunker aanwezig en er lopen verschillende pijpleidingen.
Grote Kreek:
Twee zones ten noordoosten en noordwesten van de Grote Kreek zijn hoger gelegen droge delen.
Muisbroek:
Ten noorden van de Ekerse putten bestaat het terrein uit grasland. De zone tussen de aanwezige hoogspanningsmast en de “Grote put” zal in gebruik genomen worden voor de compensatie.
Nieuwe toestand
Loswal 1A:
* functie:
> industrie en bedrijvigheid door het afdekken van de stortplaats en het bouwrijp maken van het terrein.
* bouwvolume:
> het terrein van loswal 1A heeft een totale oppervlakte van circa 32 ha.
* inrichting:
> na de werken is het terrein aangelegd met riolering en een asfaltverharding. In het zuidwesten wordt een ondergrondse waterzuivering geinstalleerd. Rondom het terrein zijn op vijf plaatsen infitratiegrachten aangelegd;
> de te verwijderen vegetatie wordt gecompenseerd op drie terreinen elders in het havengebied.
Fortengordel Verlegde Schijns:
Er zullen graafwerken uitgevoerd worden om het maaiveld te verlagen zodat vernatting wordt gecreëerd die gunstig is voor de ontwikkeling van riet. De omtrek van de bunker en de pijpleidingen wordt hierbij vermeden.
Grote Kreek:
De twee zones worden afgegraven zodat vernatting wordt gecreëerd die gunstig is voor de ontwikkeling van riet.
Muisbroek:
De zone ten zuiden van de aanwezige hoogspanningsmast zal worden afgegraven waardoor een hoogteverschil van 80 cm ontstaat. Een ringbuffer moet voorkomen dat het water uit Muisbroek onmiddellijk afgevoerd wordt.
Inhoud van de aanvraag
- Ontbossen en vegetatiewijzigingen;
- Reliëfwijzigingen;
- Aanleggen van riolering en plaatsen van waterzuiveringsinstallatie;
- Aanleggen van verhardingen.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 6 januari 2022 werd door de Vlaamse overheid – departement Omgeving een omgevingsvergunning verleend voor de hernieuwing van de lozing van bedrijfsafvalwater afkomstig van een monostortplaats voor baggerspecie voor een termijn van onbepaalde duur.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft het verminderen van het debiet van bedrijfsafvalwater.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur. | 6,50 m³/uur |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 29 oktober 2024 | 28 november 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 29 oktober 2024 | 27 november 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Loswal 1A:
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen
gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor de invaargeul naar de Berendrecht- en Zandvlietsluis en de sluizen zelf alsook het Kanaaldok B3 – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Scheldelaan en Oudedijkweg hebben als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel daaraan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
Fortengordel Verlegde Schijns:
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Zone voor permanente ecologische infrastructuur. Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden. Alle handelingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch milieu en van landschapswaarden zijn toegelaten. Alle handelingen voor de bestaande leidingen in het gebied zijn toegelaten voor zover het functioneren van de ecologische infrastructuur niet in het gedrang wordt gebracht.
Het goed is tevens bestemd als Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek – Logistiek park Schijns. Het gebied is bestemd als bedrijventerrein voor regionale bedrijven met de volgende hoofdactiviteiten:
- op- en overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en logistiek;
- ondersteunende dienstverlenende bedrijven gericht op transport, distributie en logistiek;
- installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie, energierecuperatie of warmtekrachtkoppeling.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
Handelingen die nodig of nuttig zijn voor:
- het behoud, het herstel of de aanpassing van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,
- het behoud, het herstel of de aanpassing van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen en de verbindingsfunctie,
- het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
- het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen zijn toegelaten.
De eerstgenoemde handelingen en activiteiten kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied.
Over het gebied, ten noorden van het project, loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP deels van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Specifiek regionaal bedrijventerrein voor afvalverwerking en recyclage, Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek – Logistiek Park Schijns, Gebied voor zeehaven- en watergebonden activiteiten en overdruk Leidingstraat. De spoorwegen zijn bestemd als Gebied voor spoorinfrastructuur.
Ten zuiden van de aanvraag ligt, buiten de afbakeningslijn van het GRUP, de Kuifeend met bestemming Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur.
Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Zeehaven Antwerpen rechteroever “Bietenveld” gelegen. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Zone voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, Bouwvrije strook (ten zuiden van de A12) en overdruk Bestaande hoogspanningsleiding.
Grote Kreek:
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Zone voor permanente ecologische infrastructuur. Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden. Alle handelingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch milieu en van landschapswaarden zijn toegelaten. Alle handelingen voor de bestaande leidingen in het gebied zijn toegelaten voor zover het functioneren van de ecologische infrastructuur niet in het gedrang wordt gebracht.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden activiteiten en Gebied voor spoorinfrastructuur. De Noorderlaan ten zuiden heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel aan de Noorderlaan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Tussen het Gebied voor spoorinfrastructuur en de Noorderlaan is de bestemming Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ van toepassing.
Ten noorden van de aanvraag, buiten de afbakeningslijn van het GRUP, is de Kuifeend bestemd als Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur.
Muisbroek:
Het goed is gelegen binnen het GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen. Volgens dit GRUP zijn voor dit gebied de bestemmingen van het Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979, nog van toepassing. Het goed is hier bestemd als Parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het gewestplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde gewestplan tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Parkgebieden, Natuurgebieden, Gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorzieningen, en overdruk Bestaande hoogspanningsleiding.
Ten noorden van de aanvraag is het GRUP Afbakening Zeehavengebied Antwerpen van toepassing met bestemmingen Gebied voor spoorinfrastructuur en Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De aanvraag betreft de aanleg van nieuwe verhardingen waardoor de hemelwaterverordening van toepassing is. Het hemelwater dat valt op de verharding wordt verzameld in rioleringsleidingen en afgevoerd naar de infiltratiegrachten rondom de verharding. De aanwezigheid van bestaande ondergrondse infrastructuren en de toegang naar het terrein laten niet toe om volledig rondom infiltratiegrachten aan te leggen waardoor de infiltratiecapaciteit niet overeenstemt met de minimale vereisten volgens de verordening. Voor het overige deel wordt het hemelwater gebufferd. Gezien de specifieke context, waarbij een verbod op infiltratie van water naar de ondergrond werd meegegeven als voorwaarde in het ministerieel besluit voor de afwerking van loswal 1A (OMV_202013180), kan de afwijking op de hemelwaterverordening gunstig worden geadviseerd.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Overige regelgeving
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van
12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden
toegevoegd.
In voorliggende aanvraag, die door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, is de aanvrager verplicht een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Volgende archeologienota’s werden opgemaakt per desbetreffend deelgebied:
- Loswal 1A met archeologienota ID 20678 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/20678) zonder programma van maatregelen
- Natuurgebied Verlegde Schijn met archeologienota ID 30667 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/30667) met programma van maatregelen van uitgesteld vooronderzoek.
- Natuurgebied Muisbroek Ekersedijk met archeologienota ID 30684 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/30684) met programma van maatregelen van uitgesteld vooronderzoek.
Advies werd gevraagd aan de dienst archeologie van de stad. Zij merken op dat voor de Grote Kreek geen archeologienota werd opgemaakt.
Het agentschap Onroerend Erfgoed legt op dat, indien een archeologienota verplicht is, zowel de niet-vergunningsplichtige als de wel vergunningsplichtige ingrepen moeten uitgewerkt worden naar zowel cartografie, historische context, archeologische waardebepaling en impactanalyse.
Dit is bij deze aanvraag niet gebeurd. De bouwheer dient een nieuwe archeologienota te bekomen waarin zowel het projectgebied volledig correct is afgebakend en waar ook de ingrepen en het te volgen programma van maatregelen correct worden vermeld in één overkoepelende archeologienota.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De monostortplaats ten noorden van de Zandvlietweg is onderverdeeld in drie stortvakken of loswallen. De loswallen zijn heden niet meer in gebruik als stortplaats en loswallen 1B1 en 1B2 zijn reeds afgewerkt en worden gebruikt volgens de bestemming die van kracht is. Loswal 1A is de laatste resterende loswal waarop nog een afwerkingsplicht rust. De administratieve voorbereidingen voor de afwerking van loswal 1A zijn reeds gestart en de nodige afwijkingen zijn verkregen (OMV_2020131840 en AMV/2369/1014).
Voorliggende aanvraag betreft enerzijds de afdekking van de stortplaats om in regel te zijn met de bepalingen opgelegd door de Vlaamse overheid voor het beëindigen van de stortvergunning. Anderzijds omvat de aanvraag het bouwrijp maken van het terrein met het oog op het in concessie geven van deze gronden. Volgende handelingen zijn het voorwerp van de aanvraag:
- Het kappen van het aanwezige bos binnen de ringdijk (2,7 ha bos) en ten zuiden van de ringdijk ( 0,9 ha). De zone van 0,9 ha dient te worden gecompenseerd.
- Reliëfwijzigingen bestaande uit het afgraven van de ringdijk, het opvullen van het slibbekken, het aanbrengen van een zandbed met een dikte van 2 meter, het wegnemen van de overhoogte, de eindprofilering van het terrein en de aanleg van bovengrondse infiltratiegrachten en bufferzones. Deze reliëfwijzigingen worden uitgevoerd in verschillende fases.
- Infrastructuurwerken bestaande uit het plaatsen en in gebruik nemen van een waterzuiveringsinstallatie, alsook de aanleg van rioleringen en de eindafdek (fundering en asfaltverharding).
Deze werken zullen uitgevoerd worden in vijf fases.
Op het terrein bevindt zich naast het te kappen bos ook rietvegetatie en duindoorn. Deze vegetaties dienen, evenals het te kappen bos van 0,9 ha gecompenseerd te worden. Het bos wordt gecompenseerd door het betalen van een financiële compensatie. De rietvegetatie en duindoorn wordt gecompenseerd op drie verschillende terreinen: Grote Kreek, Muisbroek en Fortengordel Verlegde Schijns. Om deze compensatie te kunnen verwezenlijken, dienen in deze gebieden reliëfwijzigingen uitgevoerd te worden die eveneens het voorwerp uitmaken van voorliggende aanvraag. In de Grote Kreek worden tevens infrastructuurwerken uitgevoerd door de aanleg van een stuw.
Door een in onbruik geraakt terrein terug vrij te geven, kan dit herontwikkeld worden volgens de bestemming die van toepassing is op dit gebied en kan het aansnijden van nieuwe ruimte vermeden worden. De aanvraag is bijgevolg functioneel inpasbaar.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag heeft tot doel een terrein gelegen in het havengebied bouwrijp te maken voor een nieuwe ontwikkeling in overeenstemming met de bestemming. Gelet op deze doelstelling kan gesteld worden dat de aanvraag inpasbaar is in de ruimtelijke context.
Visueel-vormelijke elementen
Na de werken is de ringdijk weggenomen en het terrein geëffend. De vegetatie is weggenomen en het terrein is aangelegd met asfaltverharding. Dit is een gebruikelijke verharding in industriegebied.
Bodemreliëf
Voor de afwerking van loswal 1A wordt gestreefd naar een genivelleerd terrein op een niveau van circa +14,50 meter TAW (= niveau onderzijde verharding). De dikte van de verharding (inclusief de fundering) zal circa 70 cm bedragen. Momenteel ligt het terrein onder het voorziene afwerkingsniveau en is het aanwezige slibpakket niet draagkrachtig genoeg voor latere terreinbelastingen. Om het terrein genoeg te consolideren zodat het in de gebruiksfase voldoende stabiliteit en een aanvaardbaar zettingsgedrag kent, dienen de nodige stabiliserende maatregelen genomen te worden. De grond die als voorbelasting gebruikt wordt, zal het volume dat overeenkomt met de zettingen gedeeltelijk compenseren. Het overige deel zal afgegraven en gebruikt worden voor de aanvulling en herprofilering van het terrein buiten de slibberging alsook het opvullen van het bezinkingsbekken.
Op de terreinen waar de compensatie zal worden ingericht, worden er zones afgegraven voor de aanplanting van rietvegetatie. Deze terreinen worden reeds gekenmerkt door allerhande vegetatie.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door de aanwezigheid van pijpleidingen in de nabijheid van de werken, werd door de vergunningverlenende overheid het advies ingewonnen van de pijpleidingbeheerders. Het college sluit zich aan bij deze adviezen die gericht zijn op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande
werkzaamheden en met het oog op de veiligheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De afwerking van loswal 1A heeft geen mobiliteitsimpact. Er is enkel een effect op de mobiliteit gedurende de werken. De bouwheer dient de nodige (organisatorische) acties te ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De Haven van Antwerpen-Brugge exploiteert een waterzuivering ten behoeve van een stortplaats. De loswallen aan de Zandvlietweg zijn een voormalige monostortplaats voor baggerspecie, waarop baggerspecie afkomstig uit de Rechteroeverhaven hydraulisch werd opgespoten en ontwaterd binnen ringdijken. De volledige afdekking van de stortplaats is voorzien ten laatste tegen 5 november 2032.
De exploitatie betreft het lozen van bedrijfsafvalwater afkomstig van het nabezinkbekken via waterzuivering. Door het bouwrijp maken van het terrein wordt het slibpakket verdicht en aangevuld met grond, daardoor wordt er 21 tot 33 cm aan water weggedrukt. In totaal komt dit neer op 115.000 m³. Een consolidatie op 2 jaar komt dan neer op het gevraagde lozingsdebiet van 6,5 m³ per uur. Het gezuiverde percolaat wordt samen geloosd met het hemelwater vanuit het nabezinkbekken in de Schelde. De aanvrager stelt dat de metingen voor aftoetsing op de lozingsnormen pas worden gedaan na samenvoegen met het hemelwater. Indien er voor lozing en analyse gemengd wordt met hemelwater, dient dit ook gezien te worden als bedrijfsafvalwater en dient het gezamenlijke debiet aangevraagd te worden. Verder wordt er geen bijstelling van de lozingsnormen aangevraagd. De eerder vergunde lozingsnormen (OMV_2021097522) blijven dus onverminderd gelden. Dit wil dus zeggen dat er, behalve PFOS, geen individuele PFAS vergund worden. Dit staat haaks op de toelichting zoals toegevoegd in de aanvraag. Dit dient geduid te worden.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu
De aanvraag omvat het compenseren van riet voor afgravingen van Loswal 1A. Het rapport stelt voor om het riet te compenseren op drie locaties, waaronder te Muisbroek. De voorgestelde locatie in Muisbroek is nu permanent grasland en wordt extensief beheerd als grasland.
De locatie Muisbroek betreft parkgebied (gewestplan) en is gelegen in pluviaal overstromingsgevoelig gebied, net ten noorden van de ‘De Grote Put’ in de Ekerse putten. Ten noorden van de projectzone ligt historisch permanent grasland (een verboden te wijzigen vegetatie). Op de biologische waarderingskaart is de projectzone niet ingekleurd (biologisch minder waardevol), in tegenstelling tot de aangrenzende percelen. Enkel aan de noordzijde is een kleine zone aangeduid als biologisch waardevol, gelegen tegen het permanent grasland. Deze waardevolle zone betreft jonge bomen, in rijen, met voornamelijk esdoorn en populier. Uit de gedetailleerde inplantingsplannen valt op te maken dat deze waardevolle zone behouden blijft en de werkelijke projectzone zich enkel ten oosten en zuiden van de bestaande hoogspanningsmast op het terrein bevindt. Er gaat aldus geen waardevolle natuur verloren door het omvormen van deze zone naar (lagergelegen) rietvegetatie.
Opgemerkt wordt dat de intekeningen op het omgevingsloket ruimer zijn, waardoor verkeerdelijk de indruk gewekt wordt dat bepaalde zones aangetast zullen worden.
Uit het plaatsbezoek van de aanvrager blijkt dat de huidige vegetatie te Muisbroek voornamelijk nat, voedselrijk grasland (klaver, distel, …) betreft, met potentieel voor de ontwikkeling van rietvegetatie gezien de spontane rietscheuten die zichtbaar waren.
Het compenseren van de rietvegetatie die verdwijnt op Loswal 1A kadert ook in de doelstellingen van het SBP Antwerpse Haven met betrekking tot de blauwborst. Het verplaatsen van biologisch waardevolle natuur met habitats/broedzones van te midden industrie naar een locatie gelegen te midden van groengebieden, zorgt voor een grotere samenhang en verbetering van de kwaliteit van het leefgebied van de betreffende soorten. Dit valt ook op te maken uit de nota ‘ecologische balans’ die onderdeel uitmaakt van de MER-screening.
Het Agentschap Natuur en Bos werd betrokken bij de keuzes van de drie compensatielocaties en gaf hierop reeds gunstig advies.
Veder bevat de huidige omgevingsvergunningsaanvraag alle onlosmakelijk verbonden aspecten (stedenbouwkundige handelingen en vegetatiewijzigingen), nodig om tot een volledige uitvoering te komen.
Er werd omschreven hoe het ter plaatse verwerken van de gronden uitgevoerd zal worden te Muisbroek. De aanvrager geeft aan dat de grond afgevoerd zal worden, zonder meer detail. Slechts een beperkt deel kan hergebruikt worden ter plaatse voor de aanleg van een greppel. Het is aangewezen dat de aanvrager meer duiding geeft bij de afvoer van deze grond.
Men stelt in het document 'E6-4 Plan van aanpak' dat het beheer van de waterhuishouding essentieel is om verbossing of kolonisatie met ongewenste soorten te voorkomen. Dit impliceert dat het beheer nadien bij stad Antwerpen gelegd wordt wat in een overeenkomst opgenomen en bevestigd dient te worden. Juridische kwesties omtrent eigendom en contractuele afspraken maken echter geen deel uit van de beoordeling van een omgevingsvergunning, gelet op het zakelijke karakter van een vergunning. Uit navraag blijkt de bedoeling van de aanvrager om dit gebied, na akkoord met de eigenaar (NMBS), in beheer van Natuurpunt te geven.
De vegetatiewijzigingen op loswal 1A zijn onvermijdelijk, gelet op de onderliggende stortplaats die afgedekt dient te worden.
De vegetatiewijzigingen in Grote Kreek en Verlegde Schijns vormen een versterking van de reeds aanwezige rietvegetatie.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Er dient één overkoepelende archeologienota opgemaakt te worden die alle terreinen van het project omvat.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur. | 6,50 m³/uur |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Het volledige debiet (hemelwater en percolaatwater) dient gezien te worden als lozing van bedrijfsafvalwater, aangezien het gezamenlijk geanalyseerd en geloosd wordt; 2. Er dient geduid te worden waarom er niet gekozen werd om lozingsnormen aan te vragen voor individuele PFAS-parameters. |
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 28 oktober 2024 |
Start openbaar onderzoek | 1 november 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 30 november 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste adviesdatum | 17 december 2024 |
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Bezorgdheden werden geuit over de impact van de aangevraagde werken op de nabijgelegen pijpleiding in beheer van de bezwaarindiener.
Tevens werden bezorgdheden geuit over de impact van de werken ter hoogte van het gebied de Grote Kreek op de nabijgelegen spoorinfrastructuur en over het ontbreken van een akkoord tussen de aanvrager en bezwaarindiener over het gebruik van het spoorwegdomein.
Verder is men bezorgd over de impact van de werken ter hoogte van het gebied Fortengordel Verlegde Schijns op een aanwezige, reeds uit dienst genomen, persleiding. Men wenst te waarschuwen dat deze leiding bestaat uit asbestcement dus dat er absolute voorzichtigheid moet zijn bij graafwerken.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Er dient één overkoepelende archeologienota opgemaakt te worden die alle terreinen van het project omvat.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Het volledige debiet (hemelwater en percolaatwater) dient gezien te worden als lozing van bedrijfsafvalwater, aangezien het gezamenlijk geanalyseerd en geloosd wordt; 2. Er dient geduid te worden waarom er niet gekozen werd om lozingsnormen aan te vragen voor individuele PFAS-parameters. |