Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024126036 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BV LET'S THINK (0461389210) met als adres Museumstraat 31-33 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Olmenlaan 4 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie B nr. 218R |
waarvan: |
|
- 20240918-0001 | afdeling 42 sectie B nr. 218R (Bemaling - parkeergarage - Olmenlaan) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het exploiteren van een tijdelijke bemaling voor de bouw van een ondergrondse parking, zwembad en aansluiting met bestaande kelder |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 11 januari 2024 nam het college akte van een melding voor een tijdelijke grondwaterwinning met een debiet van 10.000 m³ (kenmerk OMV_2023171548). Door onverwacht voorkomen van niet draagkrachtige zachtere bodemlagen stijgt het waterbezwaar boven de meldingsgrens en is een vergunning nodig.
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat een grondwaterwinning noodzakelijk voor de bouw van een ondergrondse parkeergarage en een zwembad.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Bemaling - parkeergarage - Olmenlaan
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 49.000 m³/jaar |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen | 14 oktober 2024 | 21 november 2024 | Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 14 oktober 2024 | 23 oktober 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er geen bezwaar tegen de bemaling.
De omgevingsaanvraag voor het vergroten van de kelderverdieping werd reeds goedgekeurd.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de aanleg van een ondergrondse kelder wordt een bouwput gegraven van circa 45 meter op 20 meter. Het maaiveld bevindt zich op +15,10 mTAW. Het uitgraafniveau voor de kelder bedraagt +9,70 m TAW, het te bereiken grondwaterpeil +9,20 mTAW. Het grondwater bevindt zich tussen +12,09 en +14,60 mTAW. Op de site werden vier elektrische sonderingen uitgevoerd op basis waarvan de lokale grondopbouw werd afgeleid. De bemalingstermijn wordt geraamd op 183 dagen.
Voor de berekening van de pompdebieten en de invloedstraal werden initieel twee scenario’s bekeken, waarbij ter hoogte van de aansluiting van de kelder op het huis en het poolhouse gewerkt werd met een grout-injectie tot dezelfde diepte als de voorziene wand. De omgevingseffecten waren voor beide scenario’s nog aanzienlijk. Om de effecten op de omgeving (invloedstraal, waterbezwaar en zettingen) te verminderen, werd een nieuw uitvoeringsconcept voor de kelder opgemaakt.
De tunnel naar het poolhouse werd geschrapt waardoor de wand kan worden doorgetrokken. Ter hoogte van het huis wordt de wand een deel naar binnen gebracht om een volwaardige wand te kunnen plaatsen. De aansluiting van de nieuwe kelder op de bestaande kelder onder het huis zal apart kortstondig worden bemaald.
In voorliggend scenario wordt de bemaling van de kelder uitgevoerd met dieptebronnen (tot het niveau +9,20 mTAW). Voor het zwembad (tot +12,30 mTAW) en de aansluiting (tot +10,60 mTAW) wordt het grondwaterniveau verlaagd met verticale filters.
In de eerste fase van circa 4,5 maanden wordt enkel de kelder bemaald, gevolgd door een bemaling van 1 maand voor de aansluiting. Na het realiseren van de aansluiting wordt bemaald voor de bouw van het zwembad.
| kelder | aansluiting | zwembad |
opstartdebiet | 450 m³/dag – 18,5 m³/u | 660 m³/dag – 27,5 m³/u | 175 m³/dag – 7 m³/u |
stationair | 190 m³/dag – 8 m³/u | 410 m³/dag – 7 m³/u | 175 m³/dag – 7 m³/u |
duur | 183 dagen | 28 dagen | 20 dagen |
totaal | 33.000 m³ | 12.500 m³ | 3.500 m³ |
Het maximale bemalingsdebiet gedurende het project wordt geraamd op 816 m³/dag of 34 m³/u. Voor het volledige project wordt het op te pompen volume aan grondwater geraamd op 49.000 m³. De absolute theoretische zettingen voor de bouwput bedragen maximaal 0,81 cm en de differentiële theoretische zettingen bedragen maximaal 1/3.161. Deze waardes overschrijden de normen van 2 cm voor de absolute zettingen en 1/700 voor de differentiële zettingen niet.
Binnen de invloedstraal van de bemaling bevinden zich zes risicopercelen waarvoor gegevens bekend zijn bij de OVAM. De evaluatie van de dossiers toont dat ter hoogte van OVAM dossier 30215 en 102936 er een afwijking van de natuurlijke grondwaterstroming optreedt van meer dan één meter. De dossiers werden nader onderzocht. In dossier 30215 ter hoogte van de Sneeuwbeslaan werden geen verontreinigingen in het grondwater aangetroffen. Er is derhalve geen risico aan verbonden. Dossier 102936 betreft een schadegeval ter hoogte van de Cederlaan 7 waarover ook bij OVAM geen verdere informatie voorhanden is. Aangezien er geen vervolgacties waren na de melding van het schadegeval wordt ervan uitgegaan dat deze niet relevant is in het kader van de bemaling.
Gelet op het ontbreken van aantoonbare bronnen of risico’s van gekende bodemverontreinigingen, kan ervan uitgegaan worden dat het grondwater voldoet aan de kwaliteitseisen om te worden geloosd. Wel ligt de bemaling en de invloedstraal ervan volledig binnen de PFAS no regret-zone van 3M (zone in een straal van 5-10 km). Tot op heden werd het grondwater niet geanalyseerd. Voor de start van de bemaling dient de kwaliteit van het grondwater gecontroleerd te worden, zowel op PFAS als het standaard analysepakket.
De invloedstraal van de bemaling reikt tot in het park Den Brandt, waar aan de rand een verlaging optreedt van 24 cm. Deze verlaging is minder dan de natuurlijke schommelingen die in normale jaren circa 1,50 m bedragen en in drogere jaren kan oplopen tot 2,25 m. Het risico op ernstig nadeel voor de flora in het park is beperkt en aanvaardbaar.
De exploitant voorziet het water te lozen in de gemengde riolering. In een straal van 200 meter zijn er geen waterlopen of grachten aanwezig. Voor infiltratie of injectie op eigen terrein is de beschikbare ruimte te beperkt. Gelet op het ontbreken van alternatieven, is de lozing op de riolering toegestaan. Aangezien het debiet groter is dan 10 m³/uur zal voorafgaand aan de lozing een uitdrukkelijke overeenkomst met Aquafin afgesloten moeten worden.
De pompen worden elektrisch aangedreven zodat geluidshinder voor de omwonenden niet verwacht wordt.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning ter verlenen voor een periode van 200 dagen.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt voor de start van de bemaling gecontroleerd. Hiervoor wordt na 8 uur bemalen een staal genomen, waarna de bemaling terug wordt stopgezet. Het water wordt minstens geanalyseerd op de parameters opgenomen in het standaard analysepakket en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025.
De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen.
2. Na ingebruikname van de bemaling gebeurt de verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens tweewekelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80 % van de norm: maandelijks.
3. De resultaten van de wateranalyses moeten op eenvoudig verzoek ter beschikking gesteld worden van de toezichthoudende diensten.
4. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
5. Om de stedelijke diensten toe te laten de bemalingsactiviteiten op te volgen, dient de exploitant de startdatum van de bemaling vóór de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke.
6. Voor het lozen van het bemalingswater dient voorafgaandelijk een uitdrukkelijke schriftelijke goedkeuring van Aquafin bekomen te worden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 september 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 14 oktober 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 december 2024 |
Verslag GOA | 29 november 2024 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt voor de start van de bemaling gecontroleerd. Hiervoor wordt na 8 uur bemalen een staal genomen, waarna de bemaling terug wordt stopgezet. Het water wordt minstens geanalyseerd op de parameters opgenomen in het standaard analysepakket en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025.
De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen.
2. Na ingebruikname van de bemaling gebeurt de verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens tweewekelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80 % van de norm: maandelijks.
3. De resultaten van de wateranalyses moeten op eenvoudig verzoek ter beschikking gesteld worden van de toezichthoudende diensten.
4. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
5. Om de stedelijke diensten toe te laten de bemalingsactiviteiten op te volgen, dient de exploitant de startdatum van de bemaling vóór de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke.
6. Voor het lozen van het bemalingswater dient voorafgaandelijk een uitdrukkelijke schriftelijke goedkeuring van Aquafin bekomen te worden.
Het college beslist de vergunning te verlenen voor een periode van 200 dagen, ingaand bij de aanvang van de bemaling.