Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024098907 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA LS44 met als adres Clementinastraat 24 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Floraliënlaan 363 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 23 sectie C nr. 294A8 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning en het vermeerderen van 13 naar 16 woonentiteiten |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 17/07/1989: vergunning (961#11504) voor aanvulling vergunning nr 87/018 (verhogen zwemdok);
- 06/07/1987: vergunning (961#11505) voor een appartementsgebouw met ondergrondse autobergplaatsen.
Vergunde toestand
- functie wonen:
- bouwvolume:
- hoofdvolume tot 15 m;
- volume voor zwembad tegen de rechterperceelgrens tot maximum 40 m;
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- wijkt af van de vergunde toestand:
Nieuwe toestand
- functie wonen:
- bouwvolume:
- hoofdvolume tot 15 m;
- volume tegen de rechterperceelgrens tot maximum 40 m;
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 13 naar 16;
- uitbreiden van het volume;
- optrekken van de scheidingsmuren;
- wijzigen van de voorgevel;
- inrichten van inpandige terrassen aan de voorgevel en uitkragende terrassen aan de achtergevel;
- interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 13 september 2024 | 10 oktober 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 13 september 2024 | 19 september 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 13 september 2024 | 20 september 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):
In de hal op de dakverdieping is geen vrije en vlakke draairuimte voorzien.
In de hal op de dakverdieping is geen vrije en vlakke doorgangsbreedte van 150 cm voorzien.
Aan de deuren naar de duplexappartementen op de dakverdieping zijn geen vrije en vlakke draairuimtes voorzien.
De deur naar het duplexappartement 402 is niet voorzien van een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
De uitpandige terrassen tegen de achtergevel vallen buiten de 45°-lijn vanaf de rechterperceelsgrens;
De leefruimten in de gelijkvloerse aanbouw hebben een vrije hoogte van 2,28 m en de leefruimten in de duplexappartementen hebben grotendeels een vrije hoogte van 2,15 meter waar deze bij alle leefruimten minstens 2,60 meter moet bedragen.
Ook alle slaapkamers onder de hellende daken wijken af op het voorschrift dat minimum de helft van de netto-oppervlakte te meten vanaf 1,80 meter minstens 2,60 meter vrije hoogte moet hebben;
De dakvlakramen in de slaapkamers op de 5e verdieping bevinden zich grotendeels meer dan 2 meter boven het loopvlak, waardoor de ruimten geen uitzicht hebben;
De oppervlakte van de afvalberging bedraagt 5 m² maar moet 6 m² bedragen;
De ingetekende fietsstalplaatsen voldoen niet aan de inrichtingsprincipes van dit artikel.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor Stad Antwerpen aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag omvat de vermeerdering van het aantal woongelegenheden van 13 naar 16. In de vergunde toestand heeft het pand 1 ruim appartement met 4 slaapkamers op het gelijkvloers en telkens 4 eenzijdig georiënteerde appartementen met 1 à 2 slaapkamers op de 1e, 2e en 3e verdieping. Op de zolderverdieping werd een grote gemeenschappelijke speelzaal met sanitair vergund.
In huidige aanvraag wenst men het appartement op het gelijkvloers op te splitsen in 2 appartementen met 2 slaapkamers. Het vergunde appartement is hiervoor ruim genoeg en beide appartementen hebben zowel contact met de straat als met het binnengebied, wat gunstig geadviseerd kan worden. Het nieuwe appartement aan de rechterzijde beperkt zich echter niet tot de hoofdbouw van het pand maar heeft leefruimten in de achterbouw, waar het voormalige zwembad van het vergunde gelijkvloerse appartement gelegen was. Deze aanbouw heeft slechts een vrije hoogte van 2,28 m, wat ontoereikend is voor leefruimten. (bouwcode, artikel 21) Daarnaast is de bouwdiepte van de aanbouw van bijna 40 m niet verenigbaar met een woonfunctie. Het voorzien van leefruimte zo diep in het binnengebied is niet aanvaardbaar.
Op de 1e, 2e en 3e verdiepingen worden de vergunde appartementen gereorganiseerd en voorzien van een buitenruimte, wat in principe gunstig geadviseerd kan worden. De appartementen aan de straatzijde krijgen een inpandig terras. Bij deze aan de achterzijde wordt een staalstructuur met uitpandige terrassen tegen de achtergevel voorzien. In de bestaande toestand werd op het dak van het gelijkvloers aan de slaapkamer van appartement 101 een dakterras ingericht. In de nieuwe toestand blijft dit terras behouden terwijl dit niet voldoet aan de wetgeving aangaande lichten en zichten van het Burgerlijk Wetboek. Het terras ligt tegen de rechterperceelsgrens en creëert een onaanvaardbare inkijk op het perceel van de rechterbuur. Het inrichten van het dak als dakterras kan daarom niet gunstig geadviseerd worden.
De bestaande dakvorm wijkt af van de vergunde toestand. Het dak werd hoger uitgevoerd en het bovenste gedeelte van de mansarde helt aan de zijkanten niet af. In deze zolderverdieping worden 2 bijkomende duplexappartementen voorzien. Deze appartementen hebben onvoldoende woonkwaliteit omwille van de beperkte vrije hoogte in de verblijfsruimten zowel onder als boven de nieuwe tussenvloer (bouwcode, artikel 21) en het gebrek aan uitzicht in de slaapkamers onder het dak (bouwcode, artikel 24). Daarnaast houdt het omvormen van de zolderverdieping in dat de bestaande wooneenheden de gemeenschappelijke speelzaal verliezen.
De voorgenoemde knelpunten bij de nieuwe wooneenheden wijzen erop dat de voorgestelde inpassing van 16 units niet kwalitatief kan zijn. Daarnaast stijgt de densiteit door de vermeerdering van het aantal wooneenheden en verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
Er wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De afvalberging bedraagt 5 m2 terwijl de bouwcode voor meergezinswoningen met 16 wooneenheden een oppervlakte van 6 m2 oplegt. Moest voorliggende aanvraag gunstig geadviseerd worden, zou het vergroten van de afvalberging tot 6 m2 opgelegd worden als voorwaarde voor vergunning.
Uit een ingediend bezwaarschrift met fotomateriaal valt op te maken dat de optekening van de rechterscheimuur niet volledig overeenkomt met de realiteit. Hierdoor is de 45°-lijn, die gebruikt wordt om de uitpandige terrassen aan de achtergevel te toetsen aan artikel 13 van de bouwcode, niet correct opgetekend. De correcte 45°-lijn doorsnijdt een stuk van deze terrassen, waardoor ze afwijken van artikel 13. Gezien de afstand van 3,43 m tussen de uitpandige terrassen en de rechterperceelsgrens kan echter gesteld worden dat er vanop de terrassen geen onaanvaardbare inkijk in de achtergevel van de rechterbuur gecreëerd wordt en de terrassen geen negatieve invloed hebben op de bezonning van het naastgelegen perceel. Mocht voorliggende aanvraag gunstig geadviseerd worden, zou een afwijking op artikel 13 toegestaan kunnen worden.
Daarnaast wijkt de aanvraag op verschillende punten af van de verordening toegankelijkheid. De gemeenschappelijke hal op de 4e verdieping, die toegang geeft tot de nieuwe duplexappartementen, is te krap gedimensioneerd waardoor de minimale doorgangsbreedte en nodige draaicirkels niet gerespecteerd worden. Dit is niet aanvaardbaar en kan niet in voorwaarden geremedieerd worden zonder de duplexappartementen volledig te reorganiseren.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag omvat enkele voorgevelwijzigingen. Het vergunde houten buitenschrijnwerk wordt vervangen door beigegrijs PVC buitenschrijnwerk. Het bruine gevelmetselwerk wordt wit geschilderd. Deze wijzigingen zijn aanvaardbaar. De natuurstenen plint, dorpels en gevelbekleding blijven bewaard. De inpandige terrassen aan de voorgevel zijn niet kenmerkend voor de omgeving van de aanvraag, maar wel aanvaardbaar gezien de breedte van het pand. Het mansardedak wordt voorzien van extra raamopeningen in zwart PVC schrijnwerk in hetzelfde formaat als de vergunde raamopeningen, wat in principe gunstig geadviseerd kan worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 3 wooneenheden. 3 appartementen > 90 m² met parkeernorm 1.55 à 3 x 1.55 = 4.65
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
‘Het betreft een pand in gesloten bebouwing, waarvan bijna het volledige perceel onderkelderd is en de bestaande parkeerkelder niet uitgebreid kan worden. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5 – 0 = 5.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5 – 0 = 5. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Door het ontbreken van een motivatienota met een beschrijving van de laatst vergunde toestand (vorige functies, oppervlaktes, aantal gebruikers/werknemers,…) is het niet mogelijk deze bijstelling toe te passen. |
Artikel 29 van de bouwcode legt voor de nieuwe wooneenheden 9 overdekte en afsluitbare fietsstalplaatsen op. In de kelder werd een fietsenberging met 11 fietsen ingetekend. Deze fietsenberging voldoet echter niet aan de inrichtingsprincipes van de bouwcode. Bij gebruik van een hoog laag systeem dient er tussen de middenas van de fietsen minstens 40 cm afstand gehouden te worden, terwijl er slechts 35 cm voorzien werd. Daarnaast is de fietsenberging enkel toegankelijk via de inrit die ook dient als toegang voor auto’s tot de parkeergarage. Deze inrit is 3 m breed en 25 m lang. Omwille van de lengte kan het voorkomen dat een fietser en een auto elkaar kruisen, terwijl dit op een breedte van 3 m niet veilig is. Het is aangewezen om de toegang op een andere, veilige manier te voorzien. Dit geldt eveneens voor de toegang voor voetgangers van en naar de parkeergarage. Eventueel kan de bestaande helling naast de inrit hiervoor ingezet worden, mits de tuin gemeenschappelijk wordt ingezet en bereikbaar is vanuit de gemeenschappelijke delen.
Omwille van de voorgenoemde strijdigheden met de verordening toegankelijkheid, de bouwcode en de goede ruimtelijke ordening in combinatie met de knelpunten op vlak van mobiliteit, wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 juli 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 13 september 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 november 2024 |
Verslag GOA | 24 oktober 2024 |
Naam GOA | Cynthia Steurs |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
In het kader van de bevraging van de aanpalers werd 1 bezwaarschrift ingediend dat zich als volgt laat samenvatten:
Beoordeling: Het klopt dat in de beschrijvende nota incorrect vermeld wordt dat dit terras vergund zou zijn. De bijgevoegde plannen van de vergunde toestand bevestigen echter dat het dakterras niet vergund werd.
Uit de aangeleverde foto’s bij het bezwaarschrift kan afgeleid worden dat de optekening van de rechterscheimuur inderdaad niet volledig overeenkomt met de realiteit. Bijgevolg is de opgetekende 45°-lijn om de uitpandige terrassen achteraan te toetsen aan artikel 13 van de bouwcode niet correct.
Het bezwaar is deels gegrond.
Beoordeling: Artikel 13 van de bouwcode stelt dat bovengrondse uitsprongen tusssen 2 verticale vlakken onder een hoek van 45° ten opzichte van elke erfscheiding begrepen moeten zijn. De correcte 45°-lijn vanaf de rechterperceelsgrens achteraan doorsnijdt de uitpandige terrassen aan de achtergevel, waardoor deze afwijken van artikel 13 van de bouwcode.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling: Desbetreffend terras voldoet inderdaad niet aan het Burgerlijk Wetboek, aangezien geen 1,90 m afstand gehouden wordt van de perceelsgrens. Het terras creëert een onaanvaardbare inkijk op het perceel van de rechterbuur.
Het bezwaar is gegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.