Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023038214 |
Gegevens van de aanvrager: | BV Miba construct met als adres Mechelsesteenweg 140 bus 5a te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kortrijkstraat 3 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 25 sectie A nr. 24/2B10 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van het aantal woongelegenheden, uitbreiden van het bouwvolume met een nieuwe bouwlaag en het wijzigen van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 25/06/2003: vergunning (180#4213) voor het verbouwen woning tot bakkerij, garage tot werkplaats en aanpassen gevel.
Vergunde toestand
- functie: meergezinswoning met 4 woongelegenheden en met op de gelijkvloerse verdieping een bakkerij (detailhandel);
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
De bestaande toestand wijkt af van de vergunde toestand:
- gewijzigde gevelopeningen;
- gewijzigd gevelschrijnwerk in zwart pvc en nieuwe borstweringen aan de ramen in zwart staal;
- gewijzigde gevelafwerking van het gelijkvloers in grijs cement;
- verlaagde plint;
- plaatsing van zaak-gebonden reclame.
Nieuwe toestand
- functie: meergezinswoning met 5 woongelegenheden en met op de gelijkvloerse verdieping een detailhandel functie;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 4 naar 5;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 31 juli 2024 | 30 augustus 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 31 juli 2024 | 1 augustus 2024 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 31 juli 2024 | 31 juli 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 31 juli 2024 | 2 augustus 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 31 juli 2024 | 16 september 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 31 juli 2024 | 28 augustus 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- 1.3 Harmonieregel en referentiebeeld
- 1.4 Draagkracht
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Het overstromingsveilig pluviaal peil bij een middelgrote kans toekomstig klimaat bedraagt 4,56 mTAW. Bij een middelgrote kans toekomstig klimaat bedraagt de pluviale waterdiepte die gemodelleerd wordt tegen het gebouw tussen 50 en 70 cm. De vloerpas van de gelijkvloerse verdieping zit daaronder. Aanbevolen wordt om de keldergaten en gevelopeningen onder dit peil te beveiligen. Terugslagkleppen kunnen opstuwend rioleringswater tegenhouden.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
Op volgende website worden oplossingen aangereikt om gebouwen te beschermen tegen waterindringing of in het geval van onvermijdbare waterindringing de kans op schade te verkleinen. https://www.vmm.be/water/overstromingen/hoe-je-woning-beschermen/
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid en Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag betreft het vermeerderen van het aantal wooneenheden van vier naar vijf. De functie wonen blijft dus behouden.
De functionele inpasbaarheid kan gegarandeerd blijven mits voldoende gebruiksgenot voor alle wooneenheden.
Dit is in voorliggende voorstel echter niet het geval.
De bestaande 4 woningen betreffen twee-slaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van 60 m2 en 55 m2 zonder buitenruimte, fietsparkeerplaatsen of afvalberging. Gezien de ligging in de oksel van het bouwblok is er geen mogelijkheid om aan de achterzijde buitenruimtes te voorzien zonder een onaanvaardbare inkijk naar de aanpalende percelen. Daarnaast heeft het ophogen van de achtergevels voor de bijkomende woongelegenheid een negatieve impact op de enige lichtinval van de naastgelegen slaapkamers van de bestaande woongelegenheden.
Elke woning dient over voldoende natuurlijk licht, lucht en uitzicht te beschikken, alsook over voldoende oppervlakte en een kwalitatieve buitenruimte. Fietsparkeerplaatsen en afvalverzameling zijn niet voorzien voor de bestaande woongelegenheden.
Het geheel van deze criteria maakt dat de bestaande woningen in voorliggend project niet kwalitatief zijn.
Het vermeerderen van het aantal wooneenheden zonder rekening te houden met de actuele eisen inzake wooncomfort en gebruiksgenot voor alle wooneenheden is niet aanvaardbaar.
Ook het supprimeren van de functionele toegang (poort) van de werkplaats, in combinatie met het supprimeren van het raam, komt het gebruiksgenot van de werkplaats niet ten goede.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het volume wordt uitgebreid met een volwaardige vierde bouwlaag onder een plat dak. De Kortrijkstraat en omgeving worden gekenmerkt door twee of drie bouwlagen onder een plat of een schuin dak. Het merendeel van de panden met drie bouwlagen bevat grotere verdiepingshoogtes dan die van het eigen perceel waardoor de kroonlijsten vaak reeds hoger liggen.
In voorliggende aanvraag betreft het een hoekgebouw aan het Groeningerplein waar een hoogteaccent niet uitgesloten is. Bijgevolg is voor dit hoekperceel een vierde bouwlaag inpasbaar in het referentiekader van de straat op voorwaarde dat deze is afgestemd op de omgeving.
Dit is in voorliggend voorstel echter niet het geval.
Het voorgestelde volume creëert hinder qua lichtinval en bezonning naar het linker aanpalende perceel en het eigen gebruik.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe bouwlaag, boven de kroonlijst, volgt de bouwlijn van de erker met aan het Groeningerplein een terugsprong aan de linkerzijde. De voorgevel wordt afgewerkt in dezelfde steen als de onderliggende bouwlagen en eveneens voorzien van buitenschrijnwerk in zwart pvc. De bestaande kroonlijst blijft behouden en de nieuwe gevel wordt bovenaan afgewerkt met een deksteen in grijs beton.
Het behoud van de kroonlijst als architecturaal element wordt als positief ervaren op voorwaarde dat het bovenliggende volume over de volledige breedte op de rooilijn wordt voorzien én de gevelopeningen in deze laag afgestemd worden in hoogte en plaatsing op de gevelopeningen van het bestaande. Dit is in voorliggend voorstel niet het geval.
Ook het supprimeren van de graniet en minimaliseren van de blauwe hardsteen van het gelijkvloers komt de afstemming niet ten goede. Het opnieuw voorzien van een steenachtige plint over de volledige hoogte van het gelijkvloers zou de afstemming vergemakkelijken.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 1 wooneenheid. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een hoekgebouw waar op het gelijkvloers een detailhandel met werkplaats behouden blijft. Het voorzien van bijkomende plaatsen is dan niet mogelijk.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 mei 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 31 juli 2024 |
Start openbaar onderzoek | 9 augustus 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 7 september 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 november 2024 |
Verslag GOA | 24 oktober 2024 |
Naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.