Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024120105 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Abdenbi Achetioui met als adres Van Hallestraat 24 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Van Hallestraat 22-24 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 27 sectie A nr. 128W14 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | opsplitsen van een eengezinswoning naar twee eengezinswoningen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 07/05/2004: vergunning (3150#576) voor het verbouwen + wijzigen van de
bestemming tot een eengezinswoning;
Van Hallestraat 22:
- 14/03/1973: vergunning (627#37360) voor het uitvoeren van verbouwingswerken;
Van Hallestraat 24:
- 29/01/1964: vergunning (627#34620) voor het bouwen van een woning;
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking
Bestaande toestand
- overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd van:
Nieuwe toestand
- Van Hallestraat 22:
- Van Hallestraat 24:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de achterbouw;
- opsplitsen van een eengezinswoning in 2 eengezinswoningen;
- wijzigen van de voorgevels;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Fluvius System Operator | 4 november 2024 | 12 november 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 4 november 2024 | 18 november 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 4 november 2024 | 14 november 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. De bestaande vergunde functie wonen blijft behouden en blijft verenigbaar met de bestemming woongebied volgens gewestplan.
De aanvraag omvat het opsplitsing van één grote eengezinswoning in twee kleinere woningen. De bestaande vergunde eengezinswoning betreft een samenvoeging van twee aan elkaar grenzende woningen die afzonderlijk van elkaar werden gebouwd. De oorspronkelijke woningen zijn nog steeds af te lezen in het straatbeeld en terug te vinden in de planindeling. De bestaande vergunde eengezinswoning heeft een brutovloeroppervlakte van 372 m² en kan dus niet beschouwd worden als een beschermde eengezinswoning. Na de opsplitsing worden twee ruime eengezinswoningen gerealiseerd met een private buitenruimte.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bebouwing op perceel 24 wordt gedeeltelijk afgebroken zodat een private tuinzone ontstaat. De bouwdiepte van het gelijkvloers wordt afgestemd op de bebouwing op perceel 22. De bouwdiepte is in overeenstemming met de volumes in de omgeving. Op de verdiepingen wordt de vergunde volumetrie behouden.
De tuinmuren met de aanpalende percelen staan niet opgetekend op de terreinprofielen. De nieuwe tuinmuur tussen de twee woningen uit de aanvraag zal een hoogte hebben van ongeveer 2,20 meter. De tuinmuren met het linker- en rechteraanpalende perceel moeten dezelfde hoogte aanhouden. De tuinmuren zullen in de nieuwe toestand dus lager zijn dan in de bestaande toestand. Hierdoor zal de zonlichttoetreding op de aanpalende percelen toenemen zonder de privacy te schenden. De hoogte van de tuinmuren met het linker- en rechteraanpalende perceel moet als een voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
Visueel-vormelijke elementen
Het oorspronkelijke vergunde schrijnwerk in hout en staal wordt vervangen door PVC. Dit is in strijd met artikel 8 van de bouwcode. Het schrijnwerk in de woningen van de Van Hallestraat wordt gekenmerkt door een breed pallet aan kleuren en materialen. Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking van artikel 8 van de bouwcode worden toegestaan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
De aanvraag betreft het opsplitsen van een eengezinswoning naar twee eengezinswoningen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. In de nieuwe toestand komen er 2 eengezinswoningen. Bij projecten tot 5 en met wooneenheden is de parkeernorm 1. 2 wooneenheden hebben een parkeerbehoefte van 2.
|
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er zijn 2 nuttige parkeerplaatsen, een voor elke woning.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.
De aanvraag voldoet hieraan. Niettegenstaande de gevelbreedtes van de eengezinswoningen minder dan 8 meter bedragen, zijn in beide woningen garagepoorten aanwezig conform de laatst vergunde toestand. Bovendien zijn garagepoorten kenmerkend in het straatbeeld.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 2 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing. |
fietsstalplaatsen:
Voor de bijkomende woning moeten er 3 fietsstalplaatsen voorzien worden.
Het advies wordt bijgetreden en moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld. Beide garages zijn voldoende ruim maar de woning met huisnummer 24 leent zich hiertoe het beste.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voorwaarden in het bijgevoegde advies van Fluvius moeten nageleefd worden.
2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. Voor de bijkomende woning moeten er 3 fietsstalplaatsen voorzien worden.
4. De tuinmuren met het linker- en rechteraanpalende perceel moeten dezelfde hoogte aanhouden als de tuinmuur tussen de twee woningen uit de aanvraag (ca. 2,20 meter).
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 september 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 4 november 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 3 januari 2025 |
Verslag GOA | 9 december 2024 |
Naam GOA | Axel Devroe |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Onjuiste weergave van de bestaande toestand en onduidelijkheid over de toekomstige scheidingsmuur: Het bezwaar dat de bestaande toestand niet correct wordt weergegeven. Er is een hoge scheidingsmuur ter hoogte van de tuin op de perceelsgrens met de rechteraanpalende woning. Deze muur wordt niet opgetekend. Het is de bezwaarindiener niet duidelijk of de bestaande muur behouden blijft en het is de bezwaarindiener niet duidelijk hoe hoog de tuinmuur zal zijn. De bezwaarindiener is bezorgd of de rechteraanpalende tuin nog voldoende zonlichttoetreding zal kennen;
Beoordeling: Het is een terechte opmerking dat de scheidingsmuur tussen het overdekte terras van de woning uit de aanvraag en de tuin van de rechteraanpalende woning niet opgetekend staat op het terreinprofiel, noch in de bestaande toestand noch in de nieuwe toestand. Na uitvoering van de werken zal deze scheidingsmuur de functie van tuinmuur krijgen. De tuinmuur tussen de percelen van de twee woningen uit de aanvraag zal na de uitvoering van de werken een hoogte hebben van ongeveer 2,20 meter. Dit kan nagemeten worden op het plan ‘snede aa nieuwe toestand’. De tuinmuren met het linker- en rechteraanpalende perceel moeten dezelfde hoogte aanhouden. De tuinmuren zullen in de nieuwe toestand dus lager zijn dan in de bestaande toestand. Hierdoor zal de zonlichttoetreding op de aanpalende percelen toenemen zonder de privacy te schenden. De hoogte van de tuinmuren met het linker- en rechteraanpalende perceel moet als een voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
Het bezwaar is gegrond.
Impact op de zonlichttoetreding in de aanpalende woning: De bezwaarindiener vraagt verduidelijking over de materialen van de muren rond het terras op de eerste verdieping. De bezwaarindiener is bezorgd dat de uitwerking van een terras een impact heeft op de zonlichttoetreding in de aanpalende woning;
Beoordeling: Het dak wordt ingericht als groendak en niet als dakterras. De bouwdiepte van de eerste verdieping komt niet dieper dan de bouwdiepte van de rechteraanpalende woning. De aanvraag heeft geen nadelig effect op de zonlichttoetreding van de rechteraanpalende woning.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voorwaarden in het bijgevoegde advies van Fluvius moeten nageleefd worden.
2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. Voor de bijkomende woning moeten er 3 fietsstalplaatsen voorzien worden.
4. De tuinmuren met het linker- en rechteraanpalende perceel moeten dezelfde hoogte aanhouden als de tuinmuur tussen de twee woningen uit de aanvraag (ca. 2,20 meter).
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.