Vanaf 1 januari 2020 voorziet het Decreet Lokaal Bestuur dat er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, over het eerste semester van het boekjaar wordt voorgelegd.
Het college keurde in de zitting van 27 maart 2020 (jaarnummer 2852) de werkwijze van opvolgingsrapportering goed.
Het college keurde in de zitting van 31 mei 2024 (jaarnummer 4667) de timing van de opvolgingsrapportering goed.
De districtsraad keurde in zitting van 16 november 2023 (jaarnummer 110) de aanpassing 7 van het meerjarenplan 2020-2025, overeenkomstig de bepalingen van de beleids- en beheerscyclus, goed.
Artikel 263 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB) bepaalt dat er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar moet worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Artikel 143 DLB bepaalt dat de verplichte opvolgingsrapportering in artikel 263 DLB ook van toepassing is op de districten
Artikel 29 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen (BBC 2020) bepaalt dat de opvolgingsrapportering minstens volgende elementen bevat:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's.
In de beleids- en beheerscyclus (BBC) 2020 verschuift de focus in de rapportering over de beleidsplanning naar de prioritaire actieplannen. Het meerjarenplan en de jaarrekening worden opgesteld volgens nieuwe schema’s (die eenvoudiger en minder complex zijn) en het autorisatieniveau van de kredieten wordt verhoogd, waardoor er meer mogelijkheden zijn om interne kredietverschuivingen uit te voeren die niet worden voorgelegd aan de districtsraad. Om ervoor te zorgen dat de districtsraad toch voldoende geïnformeerd blijft over het beleid, heeft BBC 2020 de bijkomende verplichting opgelegd om minstens éénmaal per jaar, in de loop van het derde kwartaal, te rapporteren over de stand van zaken van het eerste semester van het lopende jaar, zowel op financieel als op inhoudelijk vlak. De rapportering is gebaseerd op wettelijke rapporten die worden gebruikt bij het meerjarenplan en de jaarrekening.
Alle raadsleden krijgen een aantal maal per jaar een rapportering over de beleidsdoelstellingen en de uitvoering ervan:
1. bij de aanpassing(en) van het meerjarenplan;
2. bij de vaststelling van de jaarrekening (in het voorjaar);
3. bij de tussentijdse opvolgingsrapportering (in september)
De opvolgingsrapportering bevat volgende documenten:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's.
De districtsraad van Deurne neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester 2024 van meerjarenplan 2020-2025.