Terug
Gepubliceerd op 26/01/2024

2024_BB_00129 - Maatregelen tot behandeling schadegeval bodemverontreiniging - Cederlaan 7, 2610 Wilrijk - Goedkeuring

burgemeester
do 25/01/2024 - 10:00 bureau burgemeester
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_BB_00129 - Maatregelen tot behandeling schadegeval bodemverontreiniging - Cederlaan 7, 2610 Wilrijk - Goedkeuring 2024_BB_00129 - Maatregelen tot behandeling schadegeval bodemverontreiniging - Cederlaan 7, 2610 Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Melding schadegeval in een woning  gelegen op het adres Cederlaan 9, 2610 Wilrijk door Brandweer Zone Antwerpen.

Op 7 januari 2024 meldt de brandweer aan de milieuwacht van de stad Antwerpen dat zij op bovenstaand adres ter plaatse zijn voor wateroverlast in een kelder en dat er een sterke stookoliegeur in de kelder hangt. Er wordt tevens meegedeeld dat er in de voortuin van Cederlaan 7, 2610 Wilrijk een ondergrondse stookolietank ligt.

Op 15 januari 2024 brengt de raadsman van de bewoners van Cederlaan 9, 2610 Wilrijk de stad Antwerpen op de hoogte van dit schadegeval.

Op 16 januari 2024 werd deze vaststelling overgemaakt aan de burgemeester van de stad Antwerpen.

Het perceel waar de accidentele spill zich heeft voorgedaan wordt gekwalificeerd als een schadegeval dat valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling, vermeld in artikelen 74 tot en met 82 van het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet).

Eigenaar van de grond: mevrouw Nathalie van Pottelsberghe de la Potterie

Juridische grond

De artikelen 74 tot en met 82 van het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet).

Overeenkomstig artikel 75 van Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet) is de burgemeester van de stad Antwerpen de bevoegde overheid voor het betreffende schadegeval.

Argumentatie

Het schadegeval valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling vermeld in de artikelen 74 tot en met  82 van het Bodemdecreet.

Aangezien het schadegeval plaatsvond op een grond waar een woning gelegen is, is de burgemeester van de stad Antwerpen overeenkomstig artikel 75 van het Bodemdecreet de bevoegde overheid voor het betreffende schadegeval.

Maatregelen noodzakelijk om de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval te behandelen dienen zich dringend aan.

Volgende maatregelen moeten worden genomen om de bodemverontreiniging te behandelen:

  • de bodemsaneringsdeskundige voert een bodem- en grondwateronderzoek uit;
  • als bodemverontreiniging wordt vastgesteld, bepaalt de bodemsaneringsdeskundige of de verontreiniging binnen de 180 dagen kan worden verwijderd in het kader van de schadegevalregeling;
  • als de verontreiniging verwijderd kan worden in het kader van de schadegevalregeling moet minstens het volgende gedaan worden:
  • onder leiding van de bodemsaneringsdeskundige de verontreinigde bodem uitgraven;
  • de verontreinigde grond door een erkende ophaler laten afvoeren;
  • de verontreinigde grond verwerken in een centrum voor grondreiniging;
  • het attest van de verwerking van de verontreinigde grond voorleggen;
  • ter controle van de aanwezigheid van een grondwaterverontreiniging, controlestalen nemen en laten analyseren op de relevante parameters;
  • indien een grondwaterverontreiniging wordt aangetroffen, worden maatregelen genomen om de verspreiding van deze verontreiniging te voorkomen en om deze verontreiniging te behandelen;
  • een evaluatierapport conform de richtlijnen van de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) opmaken binnen de 30 dagen na het afsluiten van het onderzoek, door de erkende bodemsanering;
  • de OVAM informeren binnen de termijn vermeld in de begeleidende brief bij dit besluit;

Bovenvermelde maatregelen moeten worden uitgevoerd binnen 180 dagen na de melding of de vaststelling van het schadegeval.

Indien alle noodzakelijke maatregelen ter behandeling van de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval niet binnen de vooropgestelde termijn van 180 dagen kunnen uitgevoerd worden, dient de bodemsaneringsdeskundige de bevoegde overheid en de OVAM hiervan onverwijld in kennis te stellen.

Als deze maatregelen handelingen, inrichtingen of activiteiten omvatten die meldings- of vergunningsplichtig zijn krachtens titel V van het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid of krachtens titel IV, hoofdstuk II van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, geldt deze beslissing overeenkomstig artikel 77 van het Bodemdecreet als meldingsakte of omgevingsvergunning.

De toepasselijke code van goede praktijk van de OVAM dient bij saneringswerkzaamheden steeds nageleefd te worden.

Besluit

De burgemeester beslist:

Artikel 1

De burgemeester beslist dat op basis van de beschikbare informatie de bodemverontreiniging gekwalificeerd wordt als een schadegeval dat valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling, vermeld in de artikelen 74 tot en met 82 van het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. 

Volgende maatregelen ter behandeling van de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval dat zich heeft voorgedaan op 7 januari 2024 op de grond, kadastraal bekend als Antwerpen afdeling 1100242, sectie B met grondnummer 0145 C 4 en gelegen op het adres Cederlaan 9, 2610 Wilrijk, met als bronperceel de grond, kadastraal bekend als Antwerpen afdeling 1100242, sectie B met grondnummer 0145 D 4 en gelegen op het adres Cederlaan 7, 2610 Wilrijk, moeten worden uitgevoerd: 

  • de bodemsaneringsdeskundige voert een bodem- en grondwateronderzoek uit;
  • als bodemverontreiniging wordt vastgesteld, bepaalt de bodemsaneringsdeskundige of de verontreiniging binnen de 180 dagen kan worden verwijderd in het kader van de schadegevalregeling;
  • als de verontreiniging verwijderd kan worden in het kader van de schadegevalregeling moet minstens het volgende gedaan worden:
  • onder leiding van de bodemsaneringsdeskundige de verontreinigde bodem uitgraven;
  • de verontreinigde grond door een erkende ophaler laten afvoeren;
  • de verontreinigde grond verwerken in een centrum voor grondreiniging;
  • het attest van de verwerking van de verontreinigde grond voorleggen;
  • ter controle van de aanwezigheid van een grondwaterverontreiniging controlestalen nemen en laten analyseren op de relevante parameters;
  • indien een grondwaterverontreiniging wordt aangetroffen, worden maatregelen genomen om de verspreiding van deze verontreiniging te voorkomen en om deze verontreiniging te behandelen;
  • een evaluatierapport conform de richtlijnen van de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) opmaken binnen de 30 dagen na het afsluiten van het onderzoek, door de erkende bodemsanering;
  • de OVAM informeren binnen de termijn vermeld in de begeleidende brief bij dit besluit;

Deze maatregelen moeten worden uitgevoerd door mevrouw Nathalie van Pottelsberghe de la Potterie eigenaar van het bronperceel, uiterlijk 180 dagen na de datum van de melding of de vaststelling van het schadegeval.

Artikel 2

De burgemeester beslist dat na de uitvoering van de maatregelen vermeld in artikel 1 en uiterlijk 180 dagen na de datum van de melding of de vaststelling van het schadegeval, de eigenaar van het bronperceel, Nathalie van Pottelsberghe de la Potterie met rijksregisternummer 89.10.27-412.38, onder leiding van een erkende bodemsaneringsdeskundige, een evaluatierapport moet opstellen en bij de OVAM moet indienen.

Indien alle noodzakelijke maatregelen ter behandeling van de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval niet binnen de vooropgestelde termijn van 180 dagen kunnen uitgevoerd worden, dient de bodemsaneringsdeskundige de bevoegde overheid en de OVAM hiervan onverwijld in kennis te stellen.

Artikel 3

De burgemeester beslist dat de maatregelen vermeld in artikel 1 altijd door een beslissing van de burgemeester aangepast of opgeheven kunnen worden.

Artikel 4

Tegen deze beslissing kan een beroep worden ingesteld door binnen de zestig (60) dagen na ontvangst, een verzoekschrift tot schorsing of vernietiging in te dienen bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het ondertekende verzoekschrift kan per aangetekend zending aan de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel worden gericht of elektronisch worden ingediend via http://eproadmin.raadvst-consetat.be.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.