Terug
Gepubliceerd op 18/01/2024

2024_CBS_00471 - Principebesluit Strategisch Ruimteplan Antwerpen - Principes van de Transformatieleidraad - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 17/01/2024 - 17:00 Extra digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_00471 - Principebesluit Strategisch Ruimteplan Antwerpen - Principes van de Transformatieleidraad - Goedkeuring 2024_CBS_00471 - Principebesluit Strategisch Ruimteplan Antwerpen - Principes van de Transformatieleidraad - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Op 4 mei 2018 (jaarnummer 4144) keurde het college de inspiratienota ‘Ruimte geven aan de stad van morgen’, als voortraject voor het Strategisch Ruimteplan Antwerpen (SRA) goed.

Op 5 juni 2020 (jaarnummer 4855) keurde het college de selectieleidraad GAC_2020_01116 goed, op 23 oktober 2020 (jaarnummer 08843) het bestek GAC_2020_01116.

In de opdrachtomschrijving is de opmaak van het SRA in drie deelopdrachten uitgezet:

De opmaak van strategische visie en twee beleidskaders met integratie van milieueffectenbeoordeling;

Op 26 maart 2021 (jaarnummer 2493) keurde het college de gunning van het SRA goed aan TV BUUR cvba, Rebelgroup Advisory Belgium nv, Sweco Belgium nv goed.

Op 24september 2021 werd een themacollege gehouden over het ‘Transformatie-instrumentarium SRA’. Tijdens dat themacollege lichtte de stadsbouwmeester de inhoudelijke focus van dat instrumentarium toe.

Op 25 september 2023 (jaarnummer 638) stelde de gemeenteraad het ontwerp van het SRA voorlopig vast. De gemeenteraad nam kennis van het ontwerp-plan-MER.

Op 16 juni 2023 (jaarnummer 4240) nam het college kennis van de kennisgevingsnota van het plan-MER voor de stedenbouwkundige verordening ‘Bouwcode’. Diezelfde dag keurde het college het eerste ontwerp van de stedenbouwkundige verordening ‘Bouwcode’ goed (jaarnummer 4212).

Op 13 oktober 2023 (jaarnummer 4240) nam het college kennis van de ontwerp plan-MER voor de stedenbouwkundige verordening ‘Bouwcode’. Diezelfde dag keurde het college het ontwerp van de stedenbouwkundige verordening ‘Bouwcode’ goed (jaarnummer 4212) en nam het college kennis van de toelichtende nota bij de ontwerp Bouwcode.


Argumentatie

Stad Antwerpen formuleerde in haar Ontwerp van Strategisch Ruimteplan een groeiambitie met als basisuitgangspunt het faciliteren van de Antwerpse wooncarrière en een halt toeroepen van de stadsvlucht. Hierbij is de wens een demografische groei van 6 à 7,5% te faciliteren tegen 2040. Dit vertaalt zich naar 30.000 à 40.000 inwoners of ook wel 13.500 à 18.000 huishoudens met een gemiddelde grootte van 2,2 inwoners per huishouden.

  • Deze groei wordt aan de hand van drie verschillende ontwikkelingsdynamieken opgevangen. Eén derde is reeds voorzien in de lopende en geplande projecten.
  • De Ringstad biedt daarnaast ruimte voor nog één derde van de gewenste groei.
  • Het laatste deel wenst Stad Antwerpen grotendeels op te vangen in de 20ste-eeuwse gordel. De opgave binnen deze gordel betreft 4.500 tot 6.000 extra woonheden.

Dit gaat gepaard met het voorzien van voldoende en kwaliteitsvolle woonondersteunde voorzieningen, groen en werkgelegenheid.

De transformatie van het bestaand stedelijk weefsel vormt een hefboom voor vernieuwing en vergroening van de stad, en ook de huidige bewoners, eigenaars en bedrijven mee profiteren van het principe om méér te doen met dezelfde ruimte..

Daar waar mogelijk, gaat de transformatie gepaard met de reductie van de bebouwde footprint (door ontpitting en ontharding) en ontstaat ruimte voor buurtgroen, ten voordele van de nieuwe én de bestaande woningen. Dit zal tot een belangrijke kwaliteitssprong leiden.

Indien dit niet mogelijk of wenselijk is binnen de contouren van een project, neemt de stad deze taak op zich.

De bouwfocus ligt in eerste instantie op de rand van het bouwblok, eerder dan in het binnengebied. De reductie van de footprint wordt economisch haalbaar door functies te stapelen en de bebouwing gericht te verhogen. Dit biedt kansen op plaatsen waar de bestaande bouwhoogten lager zijn dan wat op basis van omgevingsfactoren te verantwoorden is, maar gebeurt steeds in functie van de draagkracht, het bereikbaarheidsprofiel en de leefbaarheid van de omgeving.

Deze transformatie in goede banen leiden is een complexe inhoudelijke en juridische opgave, omdat ze doorwerkt op alle niveaus van het ruimtelijk instrumentarium. Van SRA, over RUPS en Bouwcode tot concrete vergunningsvoorwaarden. Dit vraagt een overzichtelijk inhoudelijk, operationeel en juridisch kader. De Transformatieleidraad wordt daarbij een belangrijk innovatief instrument dat stad Antwerpen moet toelaten om de kansen en randvoorwaarden van deze transformatieprojecten te identificeren en af te wegen.

In afwachting van de goedkeuring van de transformatieleidraad is de goedkeuring van een aantal basisprincipes op korte termijn relevant om inzicht te verschaffen in de voortschrijdende besluitvorming van het SRA, de bouwcode en de stedenbouwkundige verordening inzake de stedenbouwkundige lasten. Deze basisprincipes geven het gewenst beleid voor de transformatie van de stad weer in het ruimer perspectief van het bouwblok en de omgeving.

Samenvattend worden voor de Transformatieleidraad onderstaande basisprincipes gehanteerd. Er wordt tevens aangeven hoe dit inspeelt op het bestaande of in opmaak zijnde ruimtelijke instrumentarium:

  • De transformatie van de stad loopt via twee sporen: enerzijds de verdichting van de randen van bouwblokken, anderzijds de ontwikkeling van binnengebied in bouwblokken;
  • De verdichting van de randen wordt bepaald door de locatie in de stad, de maat van de publieke ruimte, de maat van het bouwblok, de draagkracht, het bereikbaarheidsprofiel en de leefbaarheid van de omgeving. Deze principes worden verankerd in het ontwerp van de nieuwe bouwcode in artikels 6 en 7. Een kwalitatieve verdichting moet gepaard gaan met een evenwicht tussen bouwpotentieel en open ruimte, waarbij de transformatie van het bestaand stedelijk weefsel bijdraagt aan de vergroening van de stad. Indien dit niet wenselijk, mogelijk of onvoldoende is binnen de eigen contouren van een project, neemt de stad deze taak op zich. Ze richt daarvoor een stadsgroenfonds op dat mede wordt gefinancierd vanuit een specifieke stedenbouwkundige last.
  • De ontwikkeling van binnengebieden hangt af van de maat van het bouwblok en het bouwpotentieel van de rand van het bouwblok. De ontwikkeling van open ruimte is noodzakelijk voor de realisatie van een inbreidingsproject. Al naar gelang de bestemming kan de opmaak van een RUP noodzakelijk zijn.
  • Waar de maat van het bouwblok eerder beperkt is, wordt ingezet op gedeeld gebruiksgroen voor bewoners, die wonen in de rand van het bouwblok. Onder gebruiksgroen wordt verstaan een aaneengesloten groen-blauwe open ruimte van minimaal 500m² die voornamelijk gericht is op een zacht recreatief gebruik (o.a. vertoeven, wandelen,… ). De inrichting, beveiliging, en het beheer van gebruiksgroen zijn expliciet hierop afgestemd met o.a. wandelpaden, zitbanken, speel- en sportaanleidingen,… .
  • Waar het bouwblok beschikt over een voldoende maat, kan worden ingezet op een nieuwe publieke ruimte voor bewoners en gebruikers uit de ruime omgeving. De maat en inrichting van deze publieke ruimte zijn afgestemd op het bouwprogramma en het gebruik van de open ruimte zelf, een richtinggevende maat voor deze publieke ruimte is 1.500m².
  • Indien het bouwblok niet aan bovenstaande voorwaarden kan voldoen, wordt er ingezet op behoud van ruimte voor bedrijvigheid, voorzieningen en/of ontpitting. Deze principes worden verankerd in het ontwerp van de nieuwe bouwcode in hoofdstuk 5 Open ruimte en hoofdstuk 7 Werken.

Fasering

De Transformatieleidraad behoeft zowel nog een morfologische toetsing als een thematische toetsing om een meer contextuele en gebiedsgerichte afweging te kunnen faciliteren. In de komende weken zal de methodiek en het toetsingskader verder worden uitgewerkt door atelier stadsbouwmeester en de dienst Stadsonwikkeling/Omgeving en aan het college worden voorgelegd.

Beleidsdoelstellingen

5 - Woonstad
2WNS03 - Ruimtelijke ordening
2WNS0302 - Plannen
2WNS030201 - Strategisch ruimteplan Antwerpen

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt de principes van de Transformatieleidraad goed.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
Atelier stadsbouwmeester en SW/OMG
De algemene methodiek, het toetsingskader en de interne operationele (samen)werking van de Transformatieleidraad verder uit te werken in samenwerking met de betrokken stedelijke diensten, en dit samen te laten lopen met de verdere besluitvorming rond SRA en nieuwe Bouwcode.