Terug
Gepubliceerd op 27/02/2024

2024_CBS_01338 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023088712. Amerikadok-Zuidkaai 53-54, Noordkasteel-Oost 2-3, Scheldelaan 2, Vijfde Havendok-Zuidkaai 347, Zwarteweg 1-2 en 49. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
ma 26/02/2024 - 14:30 Extra digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01338 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023088712. Amerikadok-Zuidkaai 53-54, Noordkasteel-Oost 2-3, Scheldelaan 2, Vijfde Havendok-Zuidkaai 347, Zwarteweg 1-2 en 49. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_01338 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023088712. Amerikadok-Zuidkaai 53-54, Noordkasteel-Oost 2-3, Scheldelaan 2, Vijfde Havendok-Zuidkaai 347, Zwarteweg 1-2 en 49. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2023088712

Gegevens van de aanvrager:

VVZRL RINKONIËN RECHTEROEVER met als adres Burchtstraat 89 te 9150 Kruibeke

Gegevens van de exploitant:

VVZRL RINKONIËN RECHTEROEVER (0697617169) met als adres Burchtstraat 89 te 9150 Kruibeke

Ligging van het project:

Amerikadok-Zuidkaai 53-54, Zwarteweg 1-2, 49, Noordkasteel-Oost 2-3, Scheldelaan 2, Boerinnestraat 26, Vijfde Havendok-Zuidkaai 347 te 2030 Antwerpen en Amerikadok-Zuidkaai 53-54, Zwarteweg 1-2, Noordkasteel-Oost 2-3, Scheldelaan 2 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 1327C, 1328D, F, 1330D, 1331C2, E2, T, 1332/19B, 1332/29F, 1332/29L, 1332/30E, 1332/30F, 1332/31H, 1332/31K, 1332/58, 1332/59, 1333A34, A37, B34, B37, E31, E32, F32, F33, G34, K33, L31, M31, M37, P33, R31, S35, T33, T35, V35, X35, Y33, Y36, Z33, Z35, 1338/22E, 1338/23A, 1352/7H, 1352/7K, afdeling 14 sectie C nrs. 1H, K, L, 60D, 62E, 65L, 241S2, T2, 242B7, C7, 288K, L en M

waarvan:

 

-          20220329-0073

afdeling 7 sectie G nrs. 1327C, 1328D, F, 1330D, 1331C2, E2, T, 1332/19B, 1332/29F, 1332/29L, 1332/30E, 1332/30F, 1332/31H, 1332/31K, 1332/58, 1332/59, 1333A34, A37, B34, B37, E31, E32, F32, F33, G34, K33, L31, M31, M37, P33, R31, S35, T33, T35, V35, X35, Y33, Y36, Z33, Z35, 1338/22E, 1338/23A, 1352/7H, 1352/7K, afdeling 14 sectie C nrs. 1H, K, L, 60D, 62E, 65L, 241S2, T2, 242B7, C7, 288K, L en M (Tijdelijke werken Oosterweelknoop)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

tijdelijke en enkele permanente, ondergrondse werken die noodzakelijk zijn om de werken aan de Oosterweelknoop te kunnen realiseren (Batch 3)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/07/2023: vergunning door de Vlaamse overheid (OMV_2022166030) voor het uitvoeren van voorafgaande werken Oosterweelknoop (Batch 2);

-          19/07/2023: vergunning door de Vlaamse overheid (OMV_2022130776) voor het doorvoeren van wijzigingen op de vergunning voor de Oosterweelverbinding en OWV Lot3B VA1;

-          02/06/2023: vergunning door de Vlaamse overheid (OMV_2022068899) voor het verplaatsen van kabels en leidingen in functie van de aanleg van de verdiepte ring, de ingebruikname van 4 werfzones, het exploiteren van bemalingen en waterzuiveringsinstallaties;

-          24/11/2022: vergunning door de Vlaamse overheid (OMV_2022035720) voor tijdelijke werken voor de realisatie van het projectonderdeel Oosterweelknoop (Batch 1)

-          12/11/2022: vergunning door de Vlaamse overheid (OMV_2022035792) voor het bouwen en exploiteren van 2 tijdelijke waterzuiveringsinstallaties met bijhorende persleidingen voor de verwijdering van PFAS-componenten en het bijstellen van lozingsvoorwaarden;

-          23/10/2021: vergunning door de Vlaamse overheid (OMV_2021035436) voor het uitvoeren van infrastructuurwerken met betrekking tot de Oosterweelverbinding (rechter Scheldeoever);

-          20/11/2020: vergunning door de Vlaamse overheid (OMV_2020034861) voor het bouwen en de exploitatie van de Oosterweelverbinding;

 

Vergunde toestand

-          rondgemaakte Antwerpse Ring (Oosterweelverbinding);

-          heraangelegde R1:

  • overkapt van het Albertkanaal tot de Luchtbal;
  • verdiept binnen een bermenlandschap van kerk tot Burgemeester Jozef Masurebrug;

-          vernieuwde snelwegen en heraangelegde knooppunten;

-          verlengde nutsleidingen;

-          waterzuiveringsinstallaties en persleidingen;

-          groen- en recreatiezones;

-          fietspaden en wandelwegen langsheen autowegen en door groenzones.

 

Bestaande toestand

-          projectgebied gelegen ter hoogte het Noordkasteel, deels gelegen binnen zeehavengebied;

 

Nieuwe toestand

-          Permanent en ondergronds:

  • verplaatsing van compartimenteringsschermen (op meerdere plaatsen in projectgebied);
  • onderwaterbeton van de tijdelijke fietsonderdoorgang Kastelweg.

-          Tijdelijk:

  • een werfketen aan de Kastelweg (westelijk deel projectgebied);
  • een werfinrichting aan Kastelweg (westelijk deel projectgebied);
  • een uitkijktoren ter hoogte van Kastelweg (westelijk deel projectgebied);
  • een uitkijktoren ter hoogte van Kaolin-frituur (centraal deel projectgebied);
  • een uitkijktoren ter hoogte van Hogere Zeevaartschool (Oostelijk deel projectgebied);
  • verhardingen ter hoogte van de uitkijktorens;
  • een brug over bouwput;
  • verplaatsing van ongelijkvloerse fietsonderdoorgang;
  • reliëfwijziging ten gevolge van een onderdoorgang voor fietsers langs Kastelweg.

Inhoud van de aanvraag 

-          Aanleg tijdelijke verharding;

-          Plaatsen van 3 uitkijktorens;

-          Verplaatsen van compartimenteringsschermen in de bouwput;

-          Reliëfwijziging;

-          Werfinrichtingen met bijhorende werfkeet.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 20 november 2020 werd de omgevingsvergunning afgeleverd voor de realisatie van de Oosterweelverbinding (OWV) (kenmerk OMV_2020034861). Op 24 november 2022 werden de tijdelijke werken van Batch 1 goedgekeurd (kenmerk OMV_2022035720). Hierop voortbouwend werd op 19 juli 2023 een tweede besluit genomen voor de tijdelijke werken voor de realisatie van het projectonderdeel Oosterweelknoop (OWK) (kenmerk OMV_2022166030).

 

De bemaling en het lozen van het bemalingswater werden verleend voor een periode van 27 maanden vanaf de start van de bemalingswerken. De overige activiteiten zijn vergund tot 31 december 2032.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een aanpassing van de omgevingsvergunning in functie van de volgende fase in de tijdelijke werken voor de realisatie van het projectonderdeel OWK.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Tijdelijke werken Oosterweelknoop
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

2.1.3.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Vlarebo met een capaciteit van meer dan 10.000 m³;

+248.321,00 m³

2.2.2.a)2°

opslag en mechanische behandeling van inerte afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 1.000 m³;

+13.100,00 m³

2.2.2.f)2°

opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van meer dan 100 ton;

uitbreiding stockagezones

3.4.3°

het lozen van meer dan 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+81,00 m³/uur

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

+2.442,00 m³/jaar

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

+153,00 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+4.000,00 liter

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

-263,20 kW

17.1.2.1.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter;

+24.000,00 liter

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

wijziging subrubriek

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo - wijziging locatie

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied;

+150,00 kW

53.11.1°

onttrekken van grondwater, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, en met een netto onttrokken debiet van 2.500 m³ per dag of meer;

+1.944,00 m³/dag

53.2.1°c)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in beschermde duingebieden, aangeduid op grond van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen of in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 2.000 m³ per dag;

+1.944,00 m³/dag

61.2.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo met een capaciteit van meer dan 10.000 m³; 

+92.321,00 m³

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte

Tijdelijke werken Oosterweelknoop

1.

Bij te stellen voorwaarde:

In vergunning Batch 2 werden al een aantal afwijkingen van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden toegestaan die te maken hebben met voorwaarden over de stockagezones, de bemalingen en het afvalwater.

 

In Batch 3 willen we deze afwijkingen grotendeels behouden. Daar waar aanpassingen gevraagd worden, is dit aangegeven en gemotiveerd in “Bijlage Q – Overzicht bijzondere voorwaarden”. 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Tijdelijke werken Oosterweelknoop

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

In vergunning Batch 2 werden al een aantal afwijkingen van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden toegestaan die te maken hebben met voorwaarden over de stockagezones, de bemalingen en het afvalwater.

 

In Batch 3 willen we deze afwijkingen grotendeels behouden. Daar waar aanpassingen gevraagd worden, is dit aangegeven en gemotiveerd in “Bijlage Q – Overzicht bijzondere voorwaarden”. 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

9 januari 2024

29 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (B.A.M.)

29 januari 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag 

 

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - ASTRID

9 januari 2024

23 januari 2024

Gunstig

Fluxys

11 januari 2024

5 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

10 januari 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag  

 

Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant

9 januari 2024

22 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Natuurpunt Antwerpen Noord (Haven)

29 januari 2024 - per mail

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

29 januari 2024 - per mail

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag  

 

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

29 januari 2024

2 februari 2024

Geen bezwaar

Total Olefins Antwerp

11 januari 2024

29 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

29 januari 2024

7 februari 2024

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

29 januari 2024

13 februari 2024

Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties

29 januari 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

29 januari 2024

23 februari 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit/ Oosterweelverbinding

29 januari 2024

Geen advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

29 januari 2024

8 februari 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

29 januari 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

29 januari 2024

20 februari 2024

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, gebied voor spoorinfrastructuur, gebied voor waterweginfrastructuur en gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: natuurgebied, parkgebied, gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en gebied voor wegeninfrastructuur.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in bijzonder natuurgebied (waterzuivering, afvoerleidingen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Zeehavengebied Antwerpen volgend punt:

-          artikel R1. Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven:

de 2 tijdelijke uitkijktorens Kastelweg en Kaolin/frituur zijn in functie van de realisatie van de Oosterweelverbinding;

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding-wijziging volgende punten:

-          artikel 0. Zone voor landschappelijke en functionele inpassing van weginfrastructuur:

  • de 2 tijdelijke uitkijktorens Kaolin/frituur en Hogere Zeevaartschool zijn niet in overeenstemming met de vermelde toegestane infrastructuurwerken;
  • de realisatie van de tijdelijke brug over de bouwput op de tijdelijke Oosterweelverbinding is niet in overeenstemming met de vermelde toegestane infrastructuurwerken;

-          artikel 1. Gebied voor wegeninfrastructuur:

de tijdelijke uitkijktoren Hogere Zeevaartschool is niet in overeenstemming met de vermelde toegestane infrastructuurwerken;

 

De afwijkingen op het gewestplan kunnen op basis van artikel 4.4.7. §2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en artikel 3 van het besluit ‘handelingen van algemeen belang’ gunstig worden geadviseerd.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd Bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De Bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De Bouwcode is niet van toepassing op de aanvraag voor de delen die binnen het zeehavengebied gelegen zijn. De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de Bouwcode voor de delen die buiten het zeehavengebied gelegen zijn.
 

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.

(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))

Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag omvat het plaatsen van 3 tijdelijke uitkijktorens ter hoogte van de Kastelweg, Koalin en Hogere Zeevaartschool. Om deze torens te bereiken, wordt er ook tijdelijke verharding voorzien. Het plaatsen van de uitkijktorens en de bijhorende verharding zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.

In functie van de bouw van de fietsonderdoorgang ter hoogte van de Kastelweg wordt er een reliëfwijziging uitgevoerd en bijkomende tijdelijke verharding aangelegd.

Ter hoogte van de bouwput op de Oosterweelsteenweg wordt een tijdelijke brug aangelegd met bijhorende verharding. Omwille van de tijdelijkheid zijn de werken stedenbouwkundig aanvaardbaar.

Op meerdere plaatsen in het projectgebied worden compartimenteringsschermen verplaatst. Omwille van de tijdelijkheid zijn de werken stedenbouwkundig aanvaardbaar.

Verder wordt ter hoogte van de Kastelweg een werf ingericht en een werfkeet geplaatst. Omwille van de werfzones is het aangewezen dat de grond optimaal gebruikt wordt en naar maximale verdichting wordt gestreefd. De aanvraag voldoet hieraan.

Visueel-vormelijke elementen

Met betrekking tot de uitkijktorens, tijdelijke brug en de werfzone primeert de functionaliteit van de gebruikte materialen, niet zozeer het esthetisch aspect. In dat opzicht kan de aanvraag aanvaard worden.

Bodemreliëf

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de stedelijke dienst Onroerend Erfgoed-Archeologie. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen buiten een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven 3.000 m² (402.237 m²) en een ingreep in de bodem groter dan 5.000 m² (circa 8.326 m²). De aanvrager is niet publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht. 

 

De archeologienota werd opgemaakt door de dienst archeologie van de stad Antwerpen en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 22 juli 2024 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/26756). Er werd geen programma van maatregelen opgesteld.“


De voorwaarden geformuleerd in dit advies zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De Verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen bezwaar tegen de aanvraag voor tijdelijke en enkele permanente, ondergrondse werken die noodzakelijk zijn om de werken aan de Oosterweelknoop te kunnen realiseren.


Mobiliteitsimpact

Ter voorbereiding van de bouw van de Oosterweelknoop moet Rinkoniën een aantal voorbereidende werken uitvoeren. De volgende werken zijn vergunningsplichtig en hebben een zekere impact op de mobiliteit in deze omgeving: 

  • De bouw van 3 werfketen ter hoogte van de Kastelweg, de Hogere Zeevaartschool en Kaolin waarbij enkel de eerste 2 toegankelijk zijn vanaf het openbaar domein 
  • Het verplaatsen van de reeds eerder aangevraagde ongelijkvloerse fietsdoorgang ter hoogte van de werftoegang naar de Kastelweg. 
  • De bouw van 3 uitkijktorens ter hoogte van de Kastelweg, Kaolin/Frituur en de Hogere Zeevaartschool. 
  • De bouw van een tijdelijke brug voor de Oosterweelsteenweg over de bouwput.  


Het vervangen van de tijdelijke brug voor de werfweg over de Oosterweelsteenweg door een gelijkgrondse kruising in fase 2 van de werken heeft eveneens een impact op de verkeersdoorstroming. Deze aanpassing is niet vergunningsplichtig maar heeft wel een impact op de doorstroming op de Oosterweelsteenweg.

De bouw van de werfketen aan de Kastelweg en de Hogere Zeevaartschool heeft een impact op het verkeer op de Oosterweelsteenweg en de Kastelweg. Op basis van de mobiliteitsstudie blijkt die impact op de verkeersafwikkeling aanvaardbaar te zijn. Men hanteert daarbij een modal split waarbij 95% van de werknemers en bezoekers met de auto naar deze locatie komt en 5% met de fiets. De mobiliteitsstudie houdt echter geen rekening met bestaande aanbod aan openbaar vervoer op de Kastelweg en de Oosterweelsteenweg (buslijn 764 met een 10-tal ritten op werkdagen tijdens de ochtend- en avondspits en op het moment van de ploegenwissels) en de mogelijkheden voor collectieve verplaatsingen naar de werflocatie.

Het hoge aandeel verplaatsingen met de wagen resulteert in een grote parkeerbehoefte voor de werfburelen aan de Hogere Zeevaartschool en de Kastelweg met respectievelijk 44 parkeerplaatsen en 178 parkeerplaatsen. Bovendien worden er nog ongeveer 40% extra parkeerplaatsen gerealiseerd. In de plannen voorziet men 256 parkeerplaatsen aan de Kastelweg en 52 parkeerplaatsen aan de Hogere Zeevaartschool. Het aantal beschikbare plaatsen voldoet daarmee ruimschoots aan de vraag en er zal geen impact zijn op het openbaar domein.

Tot slot moet er ook nog bekeken worden of de parkeerplaatsen ook bruikbare parkeerplaatsen zijn. Voor de meeste plaatsen is dit het geval met uitzondering van de parkeerplaatsen ter hoogte van de inrit en de voorziene fietsenstalling aan de Kastelweg: 

  • De parkeerplaatsen die tegen de fietsenstalling liggen zijn niet bruikbaar omdat er onvoldoende ruimte is om de plaatsen correct te verlaten.  
  • Een aantal parkeerplaatsen aan de inrit geven uit op het zebrapad dat de toegangsweg kruist. Dit is geen veilige situatie voor voetgangers die het zebrapad gebruiken.   
  • Als men de parkeerplaatsen wil verlaten die het dichtst bij de inrit liggen ontstaat er een conflict met in- en uitrijdende voertuigen op de hoofdtoegang tot de site.  

Bijgevolg stellen we voor om de parkeerplaatsen langs de inrit te schrappen. Aangezien er veel meer parkeerplaatsen worden voorzien dan nodig is op basis van de parkeerbehoeftestudie vormt het schrappen van deze parkeerplaatsen geen probleem.

We hebben ook de locaties en de bereikbaarheid bekeken van de 3 uitkijktorens die worden voorzien. De locatie aan de Hogere Zeevartschool zal permanent bereikbaar zijn. Er zijn echter geen parkeerplaatsen beschikbaar in de directe omgeving van deze toren zodat deze locatie voornamelijk per fiets of te voet bereikbaar is. Enkel aan de Hogere Zeevaartschool zijn er parkeerplaatsen beschikbaar. De uitkijktorens aan de Kastweg en Kaolin/Frituur zijn niet permanent bereikbaar en zijn alleen toegankelijk tijdens de werkuren of onder begeleiding. We hebben hier geen opmerkingen op.

Ter hoogte van de tijdelijke brug voor de Oosterweelsteenweg over de bouwput werd er geen rijstrookverbreding voorzien. Volgens het draaiboek openbaar domein van de stad Antwerpen zou er bij een de bochtstraal van 60 à 70 meter een rijstrookverbreding nodig zijn van 0,65 meter in iedere richting. Volgens de ontwerpplannen is er wel voldoende ruimte voorzien maar zijn de wegmarkering niet in deze zin aangepast. We dringen erop aan om hiermee rekening te houden.

Fiets- en voetgangersvoorzieningen:  

Dit aspect valt uit elkaar in 2 deelaspecten. Enerzijds de tijdelijke onderdoorgang voor fietsers onder de werftoegang aan de Kastelweg en anderzijds de fietsvoorzieningen ter hoogte van de werfketen.

De onderdoorgang voor de fietsers is in totaal slechts 4,40 meter breed waarbij er een dubbelrichtingsfietspad voorzien wordt van 2,40 meter breedte en een aan beide kanten schrikstroken met een breedte van 1 meter. Het fietspad voldoet daarmee niet aan de normen van het fietsersvademecum. De stad heeft recent beslist om in een dergelijke situatie het fietspadmateriaal over de volledige breedte van de fietstunnel door te trekken en geen schrikstroken te markeren. Er moeten wel de nodige middenmarkeringen op het dubbelrichtingsfietspad aangebracht worden.

De fietsenstallingen ter hoogte van de werfketen aan de Kastelweg en de Hogere Zeevaartschool zijn zeer ruim opgevat zodat er wel de nodige marge is om extra fietsers op te vangen. De locatie van de fietsenstallingen op het terrein is echter niet ideaal omdat ze relatief ver van de toegangen tot de werfburelen zijn ingepland. We vragen om deze fietsenstallingen te verschuiven naar de toegangen tot beide werfketen. Voor de veiligheid van de fietsers is het noodzakelijk om veilige fietsroutes te voorzien vanaf de Oosterweelsteenweg en de Kastelweg tot aan de fietsenstallingen op het eigen terrein. Door de tussenafstand tussen de haakse parkeerplaatsen te verkleinen tot 6,50 meter komt hiervoor ruimte vrij. Indien nodig is er zelfs voldoende marge om hiervoor een tiental parkeerplaatsen te schrappen.

Werfverkeer

Stad Antwerpen betreurt het dat de ongelijkgrondse kruising van de werfweg met de Oosterweelsteenweg niet gedurende de volledige duur van de werken kan behouden blijven omwille van de verkeersveiligheid en de doorstroming op de Oosterweelsteenweg maar begrijpt dat dit de enige optie is voor deze kruising.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvraag omvat een tweede aanpassing van de omgevingsvergunning voor de realisatie van de tijdelijke werken voor de realisatie van het projectonderdeel Oosterweelknoop (verder batch 3). Batch 3 bouwt verder op de vergunde toestand uit het besluit van 19 juli 2023 (batch 2). Het doel is de vergunde toestand te actualiseren met de geplande activiteiten.


Het projectonderdeel OWK wordt in grote lijnen begrensd door het Amerikadok in het noorden, de Royerssluis in het oosten, de Schelde in het zuiden en de Scheldelaan-Oosterweelsteenweg in het westen. Ten opzichte van batch 2 worden de contouren licht aangepast zodat deze beter overeenkomen met de werkelijk zones waar IIOA werden of zullen worden uitgevoerd.

 

Bemalingen

In batch 2 werden al een aantal kunstwerken (afzonderlijk benoemde bemalingsstrengen of bouwkuipen) opgenomen. In batch 3 worden nieuwe kunstwerken aangevraagd die in tijd gesitueerd zijn na de bemalingen van batch 2. Voor de kunstwerken van batch 1 en 2 wordt voortzetting van de exploitatie gevraagd omdat de kans bestaat dat er nog in exploitatie zijn als batch 3 al vergund is. Voor deze kunstwerken wordt géén wijziging aangevraagd.

 

Volgende bemalingen zijn reeds opgenomen in de lopende vergunning:

batch

naam kunstwerk

aanvraag

debiet

batch 1

K&L (kabels en leidingen)

verderzetting

6.150

 

fietstunnel

verderzetting

6.153

 

W&S (water en stroom)

verderzetting

1.749

 

Samgadok (3 delen)

verderzetting

23.201

batch 2

afwatering OWS

verderzetting

29.873

 

fietstunnel Kastelweg

verderzetting

8.456

 

riolering COTU (tijdelijk tracé)

verderzetting

46.331

 

riolering Doperkerk

verderzetting

2.681

 

elektriciteit betoncentrale

niet meer gevraagd

-

 

riolering betoncentrale

niet meer gevraagd

-

 

werfriolering Kastelweg

verderzetting

3.699

 

werfriolering HZS

verderzetting

3.541

 

 

totaal

134.184 m³

 

In onderstaande tabel worden de batch 3 voorziene bemalingen samengevat:

bemaling

opstart

stationair

totaal

 

m³/u

m³/dag

m³/u

m³/dag

plaatsen diepwanden

42,3

1.016

3,5

84,5

24.546

ankers diepwanden

16,8

404,3

3,1

73,8

12.584

afkappen diepwanden

16,7

400,2

2,1

51,2

5.828

leegpompen bouwkuip

158,8

3.811,2

158,8

3.811,2

3.428.090

bemalingen buiten bouwkuip*

28,2

677,7

17,3

415,9

224.148

 

 

 

 

totaal

3.695.196 m³

* vleermuisbunker, riolering COTU (definitief tracé), fietstunnel TEPA, afwatering fietstunnel TEPA.

 

De bemalingen werden in detail bestudeerd in de hydrogeologische studie van 11 juli 2023.

 

De berekende bemalingsdebieten bedragen 3.480 m³/dag en 1.017.899 m³/jaar, uitgaande van een worstcasescenario voor het hele projectgebied. Over een voorziene bemalingsperiode van 2.338 dagen wordt er in totaal maximaal 3.828.704 m³ opgepompt. Uit de simulaties blijkt dat het bemalingsdebiet sterk varieert in de tijd en tussen 160 m³/uur (piekdebiet) en 2 m³/uur fluctueert. 90% van de bemalingsperiode bedraagt het bemalingsdebiet minder dan 133 m³/uur.

 

Voor de bemalingen in batch 3 wordt een vergunningstermijn gevraagd tot het einde van de werken, meer bepaald einde 2032.


Het overgrote deel van de bemalingen wordt uitgevoerd in de freatische aquifer (zandlaag LI) boven de polderklei (bemaling voor plaatsing diepwanden, droog boren bovenste ankerrij, afkappen diepwanden en verlegging riolering COTU). Er wordt enkel in de tertiaire zandlagen (LIII/LIV) onder de polderklei bemaald voor de vleermuisbunker en de fietstunnel TEPA.

Binnen de afgesloten kuipen wordt er ook bemaald tot in deze tertiaire zandlagen.
 

Voor het plaatsen van de diepwanden worden de bemalingen gefaseerd uitgevoerd in trajecten tot 300 meter.  Per kwartaal worden twee stellingen uitgevoerd waarbij met horizontale drains het grondwater verlaagd wordt tot maximaal +3 mTAW.

 

Zodra de diepwanden en de compartimenteringsschermen klaar zijn, kan gestart worden met het ontgraven van de bouwkuip, verdeeld in zeven subkuipen. De bemaling gebeurt gefaseerd via dieptebronnen en horizontale drains tot -10 mTAW (kuip 6-en 7) à -20,1 mTAW (kuip 1).
 

De overhoogte van de diepwanden, nodig voor de stabiliteit bij de aanleg van de diepwand, wordt aan het einde van de bouwfase afgekapt tot het voorziene ontwerpniveau. Het afkapniveau ligt onder de grondwaterstand waardoor een tijdelijke verlaging ervan nodig is tot +4,5 mTAW via horizontale drains.
 

De onderkant van vleermuisbunker ligt onder de grondwaterstand. Om de vleermuisbunker te realiseren is een bemaling noodzakelijk tot +0,8 mTAW met dieptebronnen. In de eindsituatie kan de vleermuisbunker bij een hoge grondwaterstand onder water lopen.
 

Om de diepwanden voor de eindsituatie te kunnen aanleggen, dient de huidige riolering en waterleiding in het projectgebied tijdelijk verlegd te worden (vergund in batch 2). Voor aanleg van het eindtracé is ook een verlaging van het grondwater tot +1,3 mTAW nodig met horizontale drains en open bemaling.
 

De fiets- en voetgangerstunnel (TEPA-tunnel) laat in de eindfase toe de nieuwe Kastelweg/Scheldelaan ongelijkvloers te kruisen. Voor de aanleg van de tunnel is verlaging nodig tot maximaal -1,1 mTAW met open bemaling en dieptebronnen.
 

De effecten van de bemalingen in de aanlegfase van het Oosterweelproject zijn beoordeeld in het MER Oosterweelwerken (OMG/MER/PR2236). De actualiteitsmemo 4723753011 van 7 juli 2023 bevestigt dat de beoordelingen van het MER actueel zijn voor de bemalingen in batch 3.

 

Zettingen

Ter hoogte van TEPA – ‘Zone Plant’ worden er 9,5 mm absolute theoretische eindzettingen berekend wat minder is dan de toegestane zettingen (10 mm) in dit gebied. Ter hoogte van de andere zettingsgevoelige constructies zijn er geen onaanvaardbare theoretische (differentiële) zettingsrisico’s te verwachten onder invloed van de bemalingen. De zettingen ter hoogte van ‘Zone Plant’ moeten in ieder geval continu opgevolgd worden voor en tijdens de bemalingswerken.

 

PFAS en OVAM dossiers

Heel de projectzone bevindt zich binnen de perimeter rond de 3M-fabriek waarbinnen no regret-maatregelen gelden. Grondwateranalyses in 2021 tonen dat grondwaterverontreiniging met PFAS zowel boven als onder de polderklei voorkomt en dit bijna langs het gehele traject.
 

Voor 16 OVAM-bodemdossiers binnen de invloedstraal van de bemalingen werd nagekeken of er een grondwaterverontreiniging werd aangetroffen en, zo ja, of deze mobiel is of kritisch is voor verspreiding. Twee dossiers werden in detail bekeken omdat ze verhoogde risico’s vertonen.
 

De locatie voor het plaatsen van de diepwanden bevindt zich binnen de perceelsgrenzen van het OVAM dossier 26134. Het betreft een afgerond BSP waarvoor nog monitoring loopt tot 2029.

 

Uit de grondwatermodellering volgt dat de stromingsrichting van het grondwater behoorlijk verandert (van west naar zuid). De verontreiniging met 1,1-dichloorethaan wordt slechts circa 22 meter verplaatst, rekening houdend met een retardatiefactor van 1,8. Omdat de verontreiniging binnen de perceelgrenzen blijft, wordt de verplaatsing als aanvaardbaar beschouwd. Na de saneringswerken bleef ook een restverontreiniging over met minerale olie in het grondwater, met een ondiepe drijflaag. De verontreiniging met minerale olie wordt slechts met 4,4 meter verplaatst en wordt als aanvaardbaar beschouwd. De gevolgen voor de drijflaag dienen wel opgenomen te worden met de bodemsaneringsdeskundige die het BSP opvolgt. Er moeten monitoringspeilbuizen geplaatst worden tussen de bemalingen en de verontreiniging. De grondwaterverlaging en de grondwaterkwaliteit moet voor opstart en tijdens de bemalingswerken gemonitord worden. De bodemsaneringsdeskundige voor dit dossier gaat akkoord met het monitoringsvoorstel.
 

OVAM-dossier 10702 is gelegen ter hoogte van site TEPA, waarin een verontreiniging met minerale olie en BTEX werd vastgesteld (BSP, 2002 – EEO, 2015). Er worden nog concentraties minerale olie gemeten in meerdere peilbuizen maar de aangetroffen concentraties zijn lager zijn dan de richtwaarde (RW). Een eventuele verplaatsing van deze restconcentraties ten gevolge van de bemalingswerken is acceptabel.

 

Lozing en lozingsvoorwaarden

In het projectgebied werden in de periode 2014-2019 op verschillende locaties monsters genomen via peilbuizen. Uit de grondwateranalyses blijkt dat de freatische aquifer concentraties bevat aan sulfaat, calcium, mangaan, arseen, koper, nikkel, fenolen en cyclohexaan hoger dan de milieukwaliteitsnorm voor grondwater.
 

In de diepe aquifer (zandlagen onder de polderklei) zijn slechts resultaten voor twee peilbuizen beschikbaar (geen representatief beeld), er werden geen concentraties aangetroffen die de milieukwaliteitsnorm voor grondwater overschrijden.
 

De resultaten tonen de noodzaak op bijzondere lozingsvoorwaarden bij lozing op het Albertkanaal en de Schelde voor de volgende parameters: geleidbaarheid, nitriet, chloride, sulfaat, ammonium, calcium, kalium, magnesium, mangaan, natrium, arseen, koper, nikkel, zink, fenolen en cyclohexaan.
 

Aangezien retourbemaling niet mogelijk is (door waterkwaliteit en belucht bemalingswater) en hergebruik relatief beperkt zal zijn, wordt geloosd op oppervlaktewater. De vergunde lozingspunten wijzigen niet (drie op het Amerikadok en één op de Schelde), zodat de aannemer voldoende flexibiliteit heeft tijdens de werken.

 

De in batch 2 voorziene locaties voor drie WZI blijven behouden: WZI 1 nabij de Doperkerk, WZI 2 nabij het Noordkasteel en WZI 3 nabij Samga. In batch 3 worden nog twee bijkomende locaties aangevraagd: WZI 4 ter hoogte van Kaolin en WZI 5 nabij de Boerinnesluis. Er zullen maximaal twee WZI tegelijkertijd gebruikt worden, één voor lozing in LP Amerikadok en één voor lozing in LP Schelde. Op basis van de ligging van de bouwputten ten opzichte van de lozingspunten wordt het lozingsdebiet per oppervlaktewater bepaald:

-         debiet LP Amerikadok: 47 m³/uur en 1.128 m³/dag;

-         debiet LP Schelde: 159 m³/uur en 3.816 m³/dag;

-          cumulatief debiet Amerikadok – Schelde: 160 m³/uur en 3.840 m³/dag.

 

Op basis van de beschikbare analyseresultaten en informatie over bodemdossiers in de buurt van de site, worden volgende bijzondere lozingsvoorwaarden gevraagd:

parameter

gevraagd

opmerking

geleidbaarheid

5.200 µS/cm

gemeten max concentratie

chloride

1.000 mg/l Cl-

gemeten max concentratie

sulfaat

1.400 mg/l SO42-

gemeten max concentratie

arseen

50 µg/l

10x IC

koper

350 µg/l

7x IC

nikkel

90 µg/l

3x IC

zink

400 µg/l

2x IC

ethylbenzeen

10 µg/l

2x IC

xyleen

10 µg/l

2,5x IC

1,1-dichloorethaan

330 µg/l

3,3x IC

som VOCl

100 µg/l

 

minerale olie

500 µg/l

 

vinylchloride

5 µg/l

55x IC

ijzer

20 mg/l Fe2+/3+

gemeten max concentratie

mangaan

8 mg/l

gemeten max concentratie

P tot

2 mg/l

 

N tot

15 mg/l

 

fenolen

2 µg/l

gemeten max concentratie

cyclohexaan

0,2 µg/l

10x IC

PFAS indiv

100 ng/l

 

 

De impact van de voorgestelde lozingsnormen en -debieten werd geëvalueerd volgens de methodiek van de Wezertool. De worst-case theoretische lozing van het water met de gevraagde lozingsnormen zal procentueel gezien een bijdrage hebben die kleiner is dan 10% voor alle getoetste parameters in beide waterlichamen, behalve de voorgestelde lozing van ‘totaal fosfor’ in het Amerikadok. Hiervoor wordt rekening gehouden met een stroomopwaarts jaargemiddelde concentratie van 0,18 mg P/liter. De toestand van het waterlichaam is matig. De voorgestelde lozing met een concentratie van 2 mg P/liter zal geen duidelijke achteruitgang van de ecologische toestand van de waterloop veroorzaken. Een gunstig advies is daarom aanvaardbaar.

De voorgestelde lozingsnormen moeten dus niet worden bijgesteld (conclusie Wezertool).
 

Voor PFAS wordt gevraagd om de in batch 2 vergunde lozingsnormen te behouden voor deze lozing. Voor individuele parameters betreft het een norm van 100 ng/l. De huidige rapportagegrens van 20 ng/l (of voor een aantal 50 ng/l) per individuele component geldt hierbij als richtwaarde. Een tijdelijke lozingsvoorwaarde van 100 ng/liter wordt courant toegestaan in dossiers waarbij bemalingswater geloosd wordt. Het geloosde volume van voorliggend project maakt wel dat een grote bijkomende druk ontstaat op de ontvangende waterlopen voor PFAS. Momenteel is PFOS de enige PFAS- verbinding die aangeduid is als Prioritair Gevaarlijke Stof (conform de kaderrichtlijn Water) waarvoor op Europees niveau een milieukwaliteitsnorm werd vastgelegd en waarvoor de verplichting geldt dat de lozing ervan moet stopgezet of geleidelijk beëindigd worden. Bij de Europese Commissie is momenteel wel een ontwerpvoorstel waarbij 24 extra PFAS-stoffen zouden opgenomen worden als Prioritair Gevaarlijke Stoffen en er bijhorende Milieukwaliteitsnormen zullen worden vastgelegd. Alle PFAS dienen zo ver als mogelijk uitgezuiverd te worden, gelet op het zeer persistente karakter ervan. Verdergaande zuivering dringt zich dan ook op voor deze stoffen. Het is aangewezen de aangevraagde lozingsparameters van PFAS-verbindingen te beperken in tijd, zodanig dat de zuiveringstechnieken verder geëvalueerd kunnen worden op basis van nieuwe inzichten uit momenteel lopende onderzoeksprojecten. Het is echter finaal aan de Vlaamse Milieumaatschappij om een gemotiveerd advies te leveren op de bijstelling van de bijzondere lozingsvoorwaarden.

 

Koelinstallatie en warmtepompen

Voor de klimatisatie van de werfketens zal gebruik gemaakt worden van warmtepompen. De precieze toestellen zijn nog niet gekend maar het zullen eerdere kleine toestellen zijn, die gelet op de projectlocatie niet voor hinder zullen zorgen. Aan de toeleverancier wordt meegegeven dat het gebruikte koelmiddel een lage GWP-waarde dient te hebben.

 

Opslag gevaarlijke producten

Gekoppeld aan de WZI’s in batch 2 werd elke WZI (3 mogelijke locaties aangevraagd) voorzien van elk 2 vaste houders. In voorliggende aanvraag worden twee extra locaties aangeduid waar een WZI kan komen te staan. Gezien op elk moment maximaal 2 WZI’s actief zullen zijn, worden er geen bijkomende vaste houders aangevraagd voor de opslag. Indien één van de WZI’s niet langer worden gebruikt of verplaatst wordt, zullen de houders met chemicaliën mee verplaatst of verwijderd worden.


Er worden vijf bijkomende locaties ingericht voor de opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten (in functie van laswerken). De afstand tussen zuurstof (groep 3) en acetyleen/propaan (groep 1) zal minimaal 5 m bedragen (conform bijlage 5.17.1. §2, B, van Vlarem II). Voor elke locatie wordt de opslag voorzien van 1.200 liter acetyleen, 1.200 liter zuurstof en 2.400 liter propaan. Het betreft courant opgeslagen en gebruikte gassen op werven. Ervan uitgaand dat met kennis van zake en respect voor de sectorale regels geëxploiteerd zal worden, is het risico aanvaardbaar. Gelet op het mogelijke (zwaar) werfverkeer is een oordeelkundige opstelling en eventuele aanrijbeveiliging aangewezen.

 

Er komen in totaal 6 Romney loodsen verspreid over de werf. In elke loods zal er opslag zijn van maximaal 400 liter vetten en 400 liter oliën, dit op een inkuiping. In de loodsen zullen ook toestellen aanwezig zijn voor mechanisch behandelen van metalen (boor-, zaag- en freesmachines). De drijfkracht stijgt van 30 kW naar 180 kW.

 

Opslag gronden/afval

In voorgaande vergunning werden verschillende zones afgebakend voor het opslaan van herbruikbare grond (rubriek 61) en voor het opslaan van niet herbruikbare grond (rubriek 2). In deze aanvraag wordt dit onderscheid niet langer gemaakt en worden alle opslagzones voorzien voor zowel hergebruikbare als niet-hergebruikbare grond. De zones zullen moeten voldoen aan de strengste sectorale voorwaarden.

 

Conclusie

In het dossier wordt voldoende aangetoond dat de risico’s voor en de impact op de omgeving voldoende onderzocht werden en dat rekening houdende met de BBT, maatregelen zijn genomen deze zoveel mogelijk te beperken. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning aan te passen.


Het college vraagt in de vergunning mechanismen in te bouwen die de garantie verhogen dat te allen tijde de lozing van PFAS in het oppervlaktewater maximaal beperkt wordt, rekening houdend met de nieuwste saneringstechnieken en inzichten.


Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De aanvrager moet voldoen aan de voorwaarden van de dienst Onroerend Erfgoed/Archeologie:

-          De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

-          De bouwheer nodigt de dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be) uit voor een startvergadering waarin de praktische kant en de noodzaak van eventueel toevalsvondst en/ of onderzoek wordt geduid.

-          De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst Archeologie kan de noodzaak hiervan steeds komen inschatten.

3. Stad Antwerpen adviseert om aan de Kastelweg de parkeerplaatsen langs de hoofdtoegang van de site te schrappen.
4. Ter hoogte van de tijdelijke brug van de Oosterweelsteenweg over de werfput adviseert de stad om voldoende rijstrookverbreding te voorzien in de bocht zodat vrachtverkeer veilig kan kruisen.
5. Stad Antwerpen adviseert om in de fietstunnel aan de Kastelweg het fietspadmateriaal door te trekken over de volledige breedte en geen schrikstroken te voorzien. Er moeten wel middenmarkeringen op het dubbelrichtingsfietspad aangebracht worden.
6. Stad Antwerpen adviseert de fietsenstallingen te voorzien ter hoogte van de toegangen tot de werfburelen en een veilige fietsroute te voorzien tussen de fietspaden langs de Kastelweg en de Oosterweelsteenweg en de fietsenstalling op het eigen terrein.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.1.3.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Vlarebo met een capaciteit van meer dan 10.000 m³;

+248.321,00 m³

2.2.2.a)2°

opslag en mechanische behandeling van inerte afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 1.000 m³;

+13.100,00 m³

2.2.2.f)2°

opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van meer dan 100 ton;

uitbreiding stockagezones

3.4.3°

het lozen van meer dan 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+81,00 m³/uur

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

+2.442,00 m³/jaar

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

+153,00 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+4.000,00 liter

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

-263,20 kW

17.1.2.1.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter;

+24.000,00 liter

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

wijziging subrubriek

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo - wijziging locatie

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied;

+150,00 kW

53.2.1°c)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in beschermde duingebieden, aangeduid op grond van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen of in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 2.000 m³ per dag;

+1.944,00 m³/dag

53.11.1°

onttrekken van grondwater, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, en met een netto onttrokken debiet van 2.500 m³ per dag of meer;

+1.944,00 m³/dag

61.2.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het Vlarebo met een capaciteit van meer dan 10.000 m³; 

+92.321,00 m³

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

9 januari 2024

Start openbaar onderzoek

18 januari 2024

Einde openbaar onderzoek

16 februari 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

28 februari 2024

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

18 januari 2024

16 februari 2024

0

0

0

2

 

Bespreking van de bezwaren

 

  1. Een reactie werd ontvangen waarbij gewezen wordt dat voor een bemaling een vergunningsprocedure doorlopen moeten worden.
    Beoordeling: Het betreft geen echt bezwaar. Voorliggend dossier omvat de bemalingen.

 

  1. TotalEnergies Polymers Antwerp. Bijlage ‘OWRA-WBS-LAN-BST-0063_C.3.1.2 Specifieke voorwaarden TPA’ van het aanvraagdossier omvat een aantal specifieke voorwaarden die moeten worden nageleefd om de exploitatie, veiligheid, integriteit, bereikbaarheid en toegankelijkheid van TPA en personen ten tijde van de werken te vrijwaren. Tussen BAM NV van publiek recht (Lantis) en TotalEnergies Polymers Antwerp werden er aanvullingen op deze voorwaarden besproken en overeengekomen. 
    Deze zijn evenwel niet opgenomen in de bijlage. De bepalingen onder titel 11. Monitoring van trillingen dienen meer bepaald aangevuld te worden en samen gelezen te worden met de gegevens uit de documenten “ 20220422 Trillingsmonitoring op TPA-site revisie 7 dd 22042022”en “Bijgeplaatste prisma’s zoals vermeld in de mail van 07122022 van Jasper Laurent -COTU”.
    Beoordeling: In het belang van veiligheid op de werven en op de site van Total lijkt het aangewezen te verwijzen naar de meest recente afspraken tussen de bouwheer en TotalEnergies Polymers Antwerp. Het bezwaarschrift omvatte als bijlage de documenten “20220422 Trillingsmonitoring op TPA-site revisie 7 dd 22042022”en “Bijgeplaatste prisma’s zoals vermeld in de mail van 07122022 van Jasper Laurent -COTU” die de vergunningverlenende overheid desgewenst kan toevoegen aan het vergunningbesluit.

Informatievergadering

Over de aanvraag werd een informatievergadering georganiseerd op 25 januari 2024. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De aanvrager moet voldoen aan de voorwaarden van de dienst Onroerend Erfgoed/Archeologie:

-          De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be). 

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

-          De bouwheer nodigt de dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be) uit voor een startvergadering waarin de praktische kant en de noodzaak van eventueel toevalsvondst en/ of onderzoek wordt geduid.

-          De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst Archeologie kan de noodzaak hiervan steeds komen inschatten.

3. Stad Antwerpen adviseert om aan de Kastelweg de parkeerplaatsen langs  de hoofdtoegang van de site te schrappen.

4. Ter hoogte van de tijdelijke brug van de Oosterweelsteenweg over de werfput adviseert de stad om voldoende rijstrookverbreding te voorzien in de bocht zodat vrachtverkeer veilig kan kruisen.

5. Stad Antwerpen adviseert om in de fietstunnel aan de Kastelweg het fietspadmateriaal door te trekken over de volledige breedte en geen schrikstroken te voorzien. Er moeten wel middenmarkeringen op het dubbelrichtingsfietspad aangebracht worden.

6. Stad Antwerpen adviseert de fietsenstallingen te voorzien ter hoogte van de toegangen tot de werfburelen en een veilige fietsroute te voorzien tussen de fietspaden langs de Kastelweg en de Oosterweelsteenweg en de fietsenstalling op het eigen terrein.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.