Notulen  Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Op 2 januari 2025 vond de installatievergadering van de gemeenteraad plaats.

• De verkozenen die geen afstand deden van mandaat en de opvolgers die in aanmerking kwamen om het mandaat van gemeenteraadslid op te nemen, aanvaardden hun mandaat als gemeenteraadslid en hebben de eed afgelegd (jaarnummer 3): "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."

• De rangorde van de gemeenteraadsleden werd vastgesteld (jaarnummer 4). 

• Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
  • Artikel 68 bepaalt - op voorwaarde dat de raad voor maatschappelijk welzijn bestaat uit personen van verschillend geslacht - dat:
    • door het onderzoek van de geloofsbrieven en de erop volgende eedaflegging van de gemeenteraadsleden, de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van rechtswege als geïnstalleerd worden beschouwd;
    • de rang die de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn innemen, dezelfde is als de rang die ze als gemeenteraadslid innemen.
  • Artikel 73 stelt onder andere dat de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn ten laste van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn alleen presentiegeld ontvangen voor hun aanwezigheid op de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn als die vergadering niet aansluit op de vergadering van de gemeenteraad. 

De raad voor maatschappelijk welzijn, die uit dezelfde leden als de gemeenteraad bestaat, bestaat uit personen van verschillend geslacht en is dus rechtsgeldig samengesteld.

Het budget voorziet de nodige kredieten voor de uitbetaling van de presentiegelden.

Op 2 januari 2025 vond de installatievergadering van de gemeenteraad plaats.

• De voorzitter van de gemeenteraad, de heer Bart De Wever, werd verkozen verklaard aan de hand van een akte van voordracht (jaarnummer 5).
  

• Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
  • Artikel 69 bepaalt dat de voorzitter van de gemeenteraad van rechtswege de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn is.
• De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

Op 2 januari 2025 vond de installatievergadering van de gemeenteraad plaats.

• Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
  • Artikel 79 bepaalt dat:
    • de burgemeester van rechtswege de voorzitter van het vast bureau is;
    • de schepenen van rechtswege de leden van het vast bureau zijn; 
    • de eedaflegging als burgemeester ook geldt als eedaflegging als voorzitter van het vast bureau;
    • de eedaflegging als schepen ook geldt als eedaflegging als lid van het vast bureau;
    • de rang die de schepenen innemen zoals bepaald op de gezamenlijke akte van voordracht, van rechtswege de rang is die ze innemen als lid van het vast bureau, waarbij de voorzitter van het vast bureau wordt geacht een hogere rang in te nemen dan een lid van het vast bureau.
• De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

De burgemeester is van rechtswege de voorzitter van het vast bureau en de schepenen maken van rechtswege de leden van het vast bureau uit.
De rang die de burgemeester en de schepenen innemen in het college van burgemeester en schepenen is van rechtswege de rang die de leden in het vast bureau innemen.

• Bij gemeenteraadsbesluiten van de stad Antwerpen en de gemeente Borsbeek van 21 februari 2022 werd de algemeen directeur van stad Antwerpen, de heer Sven Cauwelier, op ambtelijk niveau aangeduid als de algemeen directeur-coördinator van de samenvoegingsoperatie van Antwerpen en Borsbeek. 
• Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
  • Artikel 353§3 bepaalt dat in een nieuwe gemeente, de akte van voordracht voor een kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst uiterlijk acht dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad wordt bezorgd aan de algemeen directeur-coördinator.
  • Artikel 87 bepaalt dat het bijzonder comité voor de sociale dienst bestaat uit twaalf leden (de voorzitter niet inbegrepen) voor een raad voor maatschappelijk welzijn met 53 leden of meer.
  • Artikel 88 stelt dat de voorgedragen kandidaat-voorzitter, kandidaat-leden en hun opvolgers worden opgeroepen voor de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aansluitend op de installatievergadering van de gemeenteraad.
  • Artikel 90 regelt de verkiezing van de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst hetzij onder de voorzitter of de leden van het vast bureau, hetzij onder de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
    • De voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt verkozen op basis van een akte van voordracht. Deze akte van voordracht is ondertekend door:
      • meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen;
      • de meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat zijn verkozen. Als de lijst waarop de naam van de kandidaat-voorzitter voorkomt maar twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van een van hen.
    • De voorzitter van de installatievergadering gaat na of de akte van voordracht ontvankelijk is. Alleen de handtekeningen van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn worden daarbij in aanmerking genomen, met inbegrip van de handtekeningen van de opvolgers die de akte van voordracht hebben ondertekend en die lid zijn van de raad voor maatschappelijk welzijn. 
      In voorkomend geval wordt de voorgedragen kandidaat-voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst verkozen verklaard.
    • Als de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst bij zijn verkiezing geen voorzitter of lid van het vast bureau is, legt hij, voor hij zijn mandaat aanvaardt, de eed af in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
• Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot vaststelling van de modellen van akte van voordracht en akte van opvolging in het kader van de installatie en samenstelling van de lokale bestuursorganen.
• De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

Op 18 december 2024 werd een verklaring van lijstenverbinding waarbij N-VA en Vooruit verklaren zich te verbinden, bezorgd aan de algemeen directeur-coördinator.

De algemeen directeur-coördinator maakte op 21 december 2024 op de webtoepassing van de gemeente bekend hoeveel zetels in het bijzonder comité voor de sociale dienst toekomen aan de verschillende lijsten die aan de lokale verkiezingen deelnamen.
De zetelverdeling (12 zetels, de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst niet inbegrepen) ziet er als volgt uit. 

De verkozenen voor de gemeenteraad verkiezen op basis van akten van voordracht de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst. 

• Bij gemeenteraadsbesluiten van de stad Antwerpen en de gemeente Borsbeek van 21 februari 2022 werd de algemeen directeur van stad Antwerpen, de heer Sven Cauwelier, op ambtelijk niveau aangeduid als de algemeen directeur-coördinator van de samenvoegingsoperatie van Antwerpen en Borsbeek. 
• Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
  • Artikel 353§3 bepaalt dat in een nieuwe gemeente:
    • de verklaring van lijstenverbinding binnen twee werkdagen voor de uiterste dag van het indienen van de akten van voordracht, aan de algemeen directeur-coördinator bezorgd wordt;
    • de algemeen directeur-coördinator uiterlijk de dag na de uiterste datum om een verklaring van lijstenverbinding in te dienen, nagaat hoeveel zetels in het bijzonder comité voor de sociale dienst aan de verschillende lijsten toekomen, en op dezelfde dag die zetelverdeling bekendmaakt op de webtoepassing;
    • de akte van voordracht voor kandidaat-leden en kandidaat-opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst, uiterlijk acht dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad bezorgd wordt aan de algemeen directeur-coördinator.
  • Artikelen 10 en 100 geven  aan welke personen geen deel kunnen uitmaken van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
  • Artikel 87 bepaalt dat het bijzonder comité voor de sociale dienst bestaat uit twaalf leden (de voorzitter niet inbegrepen) voor een raad voor maatschappelijk welzijn met 53 leden of meer.
  • Artikel 88 stelt dat de voorgedragen kandidaat-voorzitter, kandidaat-leden en hun opvolgers worden opgeroepen voor de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aansluitend op de installatievergadering van de gemeenteraad.
  • Artikel 91 regelt dat het aantal leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat wordt toegewezen aan de verschillende lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen, wordt bepaald naar verhouding van het aantal zetels waarover elke lijst binnen de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt.
    De verkozenen van de lijsten kunnen verklaren dat zij zich met elkaar wensen te verbinden. Om ontvankelijk te zijn moet die verklaring ondertekend zijn door minstens een meerderheid van de verkozenen van iedere lijst die zich wenst te verbinden.
    
  • Artikel 92 regelt de verkiezing van de leden en kandidaat-opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst door de verkozenen voor de gemeenteraad op basis van een akte van voordracht.
    Deze akte van voordracht is ondertekend door:
    • de kandidaat-leden;
    • de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst of groep van lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen, of, als de voorgedragen kandidaat deelgenomen heeft aan de lokale verkiezingen, door de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst of groep van lijsten die aan de lokale verkiezingen hebben deelgenomen. 
  • Artikel 92 stelt dat de akte van voordracht ook de einddatum van het mandaat van een kandidaat-lid kan vermelden.  In voorkomend geval is het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld. Als het mandaat eindigt voor de einddatum, vermeld in de akte van voordracht, neemt de opvolger vervroegd het mandaat op.
  • Artikel 93 stelt dat:
    • de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn nagaat of de voordrachtakten ontvankelijk zijn. In voorkomend geval worden de voorgedragen kandidaat-leden en hun opvolgers verkozen verklaard; 

    • indien een lijst een ontvankelijke akte heeft ingediend waarop minder kandidaat-leden staan dan het aantal dat aan de lijst of groep van lijsten is toegewezen conform artikel 91, voor de mandaten die nog niet zijn vervuld, de procedure, vermeld in artikel 95, vierde lid, van toepassing is: de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van de desbetreffende lijst kunnen een kandidaat-lid en een of meer kandidaat-opvolgers voordragen via een akte.

  • Artikel 94 legt vast dat het bijzonder comité voor de sociale dienst uit personen van verschillend geslacht moet bestaan.
  • Artikel 96 verduidelijkt dat de verkozen leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst van wie de geloofsbrieven door de raad voor maatschappelijk welzijn zijn goedgekeurd, voor ze hun mandaat aanvaarden, de volgende eed afleggen in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
  • Artikel 107 duidt dat de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst ten laste van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn presentiegeld ontvangen voor hun aanwezigheid op vergaderingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst. 
• Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot vaststelling van de modellen van akte van voordracht en akte van opvolging in het kader van de installatie en samenstelling van de lokale bestuursorganen.
• De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

• N-VA;
• Vooruit;
• VLAAMS BELANG;
• GROEN;
• PVDA. 

Het budget voorziet de nodige kredieten voor de uitbetaling van de presentiegelden.