Op 17 december 2012 (jaarnummer 57) besliste de districtsraad welke principes gehanteerd moeten worden bij het toekennen van de eretitel districtsraadslid.
Ook de gemeenteraad verleent eretitels aan verdienstelijke leden van college en gemeenteraad en keurde hiervoor een aangepast reglement goed in 2021.
Naar analogie hiervan stelt het districtscollege aan de districtsraad voor ook aan uittredende/uitgetreden verdienstelijke leden van het districtscollege en de districtsraad een eretitel toe te kennen en hiervoor een reglement goed te keuren.
Artikel 17, § 4 van het decreet lokaal bestuur stelt: De gemeenteraad kan de eretitels toekennen aan de gemeenteraadsleden onder de voorwaarden die hij bepaalt.
Artikel 119 van het decreet lokaal bestuur stelt: Artikel 5, 6, 8 tot en met 14, artikel 16 en 17, met uitzondering van artikel 6, § 3, tweede lid, artikel 10, eerste lid, 4°, wat betreft de personeelsleden van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en de personeelsleden van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen, en artikel 10, eerste lid, 5°, zijn van toepassing op de districtsraden en hun leden, met dien verstande dat "de gemeenteraad" wordt gelezen als "de districtsraad", "de gemeenteraadskiezer" wordt gelezen als "de districtsraadskiezer", "het college van burgemeester en schepenen" wordt gelezen als "het districtscollege", "de voorzitter van de gemeenteraad" wordt gelezen als "de voorzitter van de districtsraad", "het gemeenteraadslid" wordt gelezen als "het districtsraadslid", "het gemeentehuis" wordt gelezen als "het districtshuis" en "de algemeen directeur" wordt gelezen als "de districtssecretaris".
Artikel 122 van het decreet lokaal bestuur stelt: Artikel 45, 47, 48, 49, § § 1, 2 en 4, en artikel 148 tot en met 156 en 160 zijn, als ze de burgemeester en de schepenen betreffen, ook van toepassing op de districtsburgemeester en op de districtsschepenen, met dien verstande dat "gemeente" wordt gelezen als "district", "gemeenteraad" wordt gelezen als "districtsraad", "voorzitter van de gemeenteraad" wordt gelezen als "voorzitter van de districtsraad", "gemeenteraadslid" wordt geleden als "districtsraadslid", "schepen" wordt gelezen als "districtsschepen", "college van burgemeester en schepenen" wordt gelezen als "districtscollege", "burgemeester" wordt gelezen als "districtsburgemeester" en "de algemeen directeur" wordt gelezen als "de districtssecretaris", met dien verstande dat personeelsleden van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen zetelen in het districtscollege en met dien verstande dat de wedde van de districtsschepenen wordt bepaald door de Vlaamse Regering, die daarbij rekening kan houden met de omvang van de bevoegdheden die aan de districten toegewezen worden, alsook met het inwonersaantal van het district, en dat de districtsraad de eretitel van de districtsburgemeester kan toekennen onder voorwaarden die hij bepaalt.
De belangrijkste uitgangspunten voor het toekennen van eretitels zijn:
NV-a: voor
CD&V: voor
Open VLD: voor
Vooruit: voor
PVDA: voor
Vlaams Belang: voor
Groen: onthouding
De districtsraad keurt het reglement "Toekennen eretitels aan districtsraadsleden en districtscollegeleden van het district Wilrijk" goed.