Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024111576 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Benoit Stuyck met als contactadres Sint-Pietersvliet 7 te 2000 Antwerpen en mevrouw Julie Seutin met als adres Van Hersbekelei 13 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Van Hersbekelei 13 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 32 sectie B nr. 965K12 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/2019: vaststelling als bouwkundig erfgoed: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/305164;
- 06/02/1992: vergunning (629#5615) voor de verbouwing woonruimte gelijkvloers;
- 03/01/1963: vergunning (627#21585) voor een gevelverandering.
Vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume: dakkapel aan de achterzijde van het dak;
- gevelafwerking:
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande aanbouw;
- bouwen van een nieuwe aanbouw;
- uitbreiden van het bouwvolume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Watertoets | 9 december 2024 | 16 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 9 december 2024 | 17 december 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij.
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt mits naleven van het advies van de VMM.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is inpasbaar in de woonwijk.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De woning wordt op de gelijkvloerse verdieping voorzien van een nieuwe aanbouw. De bestaande aanbouw wordt gesloopt en vervangen door een aanbouw tot dezelfde bouwdiepte.
De voorgestelde bouwdiepte is inpasbaar in de omgeving en overschrijdt de bouwdiepte in de wijk niet. Na de uitbreiding blijft er voldoende open ruimte op het perceel om een kwalitatieve tuinzone te behouden.
Daarnaast worden voornamelijk interne verbouwingen uitgevoerd en een vergroting van de bestaande dakkapel aan de tuinzijde om voldoende wooncomfort te krijgen in de nieuwe slaapkamers onder het dak. Ook deze wijzigingen zijn ruimtelijk inpasbaar.
Visueel-vormelijke elementen – cultuurhistorische aspecten
De bestaande voorgevel blijft ongewijzigd. Ten opzichte van de laatst vergunde toestand is echter de indeling en afmeting van het raam op de eerste verdieping gewijzigd, wat in principe verboden is volgens artikel 8 uit de bouwcode. Aangezien de huidige raamverdeling overeenkomt met die van de gelijkvloerse verdieping en zich inpast in de gevel, kan op basis van artikel 3 van de bouwcode een afwijking worden toegestaan.
De achtergevel wordt geïsoleerd en afgewerkt met een nieuwe witte sierpleister. Het dak wordt eveneens geïsoleerd en opnieuw afgewerkt met dakpannen in een roodbruine kleur. De gevelopeningen in de achtergevel worden vergroot. Het buitenschrijnwerk op de gelijkvloerse verdieping wordt uitgevoerd in witgelakt staal en op de verdieping in donkergekleurd aluminium. De voorgestelde wijzigingen en materialisatie kunnen worden toegestaan.
Aangezien de woning is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, is het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. De stedelijke dienst Monumentenzorg verleent een voorwaardelijk gunstig advies:
“Men wenst de achterbouw te vervangen, de achtergevel te isoleren en gevelopeningen aan te passen. Ook het dak wordt vernieuwd en langs buiten geïsoleerd volgens de zeer summier opgetekende plannen.
Aangezien detailtekeningen ontbreken is het ons niet duidelijk of de kroonlijst onderaan het zadeldak en rondom de puntgevel behouden kunnen blijven. Als voorwaarde zal dan ook opgelegd worden om detailtekeningen te bezorgen van de aansluitingen ter hoogte van de kroonlijst en puntgevel aan de straatzijde, uitgangspunt is behoud van het gevelbeeld zonder zware aanpassingen aan de kroonlijst en puntgevel.
Er is geen principieel bezwaar tegen het verplaatsen van deuren op de verdiepingen, maar gelet op de erfgoedwaarde van de traphal is herbruik van de bestaande deuren hier wel te motiveren.”
Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg wordt bijgetreden en de voorwaarden dienen te worden gevolgd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De scheimuurophoging zorgt voor hinder inzake lichtinval, uitzicht en bezonning naar de aangrenzende percelen. In dit kader werd een gegrond bezwaar ontvangen. De meerwaarde van een hogere interne hoogte in de uitbreiding, met de bijbehorende ophoging van de scheimuur tot gevolg, weegt niet op tegen de hinder die dit voor de directe buren veroorzaakt. Daarom wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen dat de interne hoogte van de uitbreiding wordt beperkt tot 2,60 meter en het dakpakket tot het strikt noodzakelijke wordt beperkt. Hierdoor kunnen de bestaande scheimuurhoogtes nagenoeg behouden blijven. Op deze manier overschrijdt de hinder die eventueel zou ontstaan, de gangbare burenhinder in een stedelijke omgeving niet.
Volgens artikel 18 van de bouwcode moeten zowel de constructie als de afwerking van de scheidingsmuren brandoverslag verhinderen. Het is niet duidelijk of de scheidingsmuur en de afwerking ervan in brandwerend materiaal wordt uitgevoerd. Enkelvoudige scheidingsmuren dienen te worden uitgevoerd in massief, ongeperforeerd materiaal. De minimale dikte hiervan bedraagt 0,18 meter. Het voldoen aan deze bepalingen wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.
Artikel 20 van de bouwcode schrijft voor dat bij nieuwe platte daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies een groendak verplicht is indien deze een oppervlakte hebben van ten minste 20 vierkante meter. Hoewel het nieuwe dak van de aanbouw op de plannen in het groen is weergegeven, ontbreekt een verduidelijking hiervan in de legende. Daarom wordt in de voorwaarden bij de vergunning opgenomen het nieuw plat dak als groendak te voorzien.
De aanvraag omvat een verbouwing en volume-uitbreiding, inclusief het uitbreiden van het aantal slaapkamers, zodat volgens artikel 33 van de bouwcode minimaal de fietsparkeernormen uit dit artikel moeten worden nageleefd. Verder moeten deze fietsparkeerplaatsen ook functioneel en comfortabel in gebruik zijn. Omdat op de plannen geen ruimte is ingetekend voor fietsen, wordt bekeken of fietsparkeren maximaal op eigen terrein kan voorzien worden. Er is een kelderruimte beschikbaar, toegankelijk via de garage, waar fietsen kunnen gestald worden. In de voorwaarden bij de vergunning wordt opgenomen om vier fietsstalplaatsen te voorzien in de kelderruimte.
In de aanvraag wordt aandacht besteed aan de opvang, buffering en infiltratie van hemelwater. Er wordt voorzien in de aanleg van een hemelwaterput en een infiltratiekom op het perceel.
Het project wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd door het Vlaamse Milieumaatschappij. Er moet een goed onderhoudbare terugslagklep geplaatst worden op de aansluiting naar de straatriolering.
Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden, is de aanvraag in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 31 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 9 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 7 februari 2025 |
Verslag GOA | 21 januari 2025 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Onvolledige documentatie:
Het bezwaar vermeldt de gebrekkige documentatie en onduidelijkheid in de ingediende plannen, zoals onvoldoende maatlijnen, ontbreken van een snede en ontbreken van een stabiliteitsstudie.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier ontvankelijk en volledig verklaard. Hiermee bevestigt de vergunningverlenende overheid dat de inhoud van het dossier en de ingediende documenten volstaan om een gepaste en gegronde beoordeling van dit project te kunnen maken.
Ophoging van de scheidingsmuren:
Het bezwaar stelt dat door de impact die het ophogen van de scheidingsmuur met zich meebrengt zoals voorgesteld in de aanvraag, overdreven hinder veroorzaakt wordt inzake uitzicht, lichtinval en bezonning.
Beoordeling:
Het bezwaar is gegrond. De impact van de aangevraagde ophoging van de scheimuur op de aangrenzende percelen wordt gevolgd. De meerwaarde van een hogere interne hoogte in de uitbreiding, met de bijbehorende ophoging van de scheimuur tot gevolg, weegt niet op tegen de hinder die dit voor de directe buren veroorzaakt. Daarom wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen dat de interne hoogte van de uitbreiding wordt beperkt tot 2,60 meter en het dakpakket tot het strikt noodzakelijke wordt beperkt. Hierdoor kunnen de bestaande scheimuurhoogtes nagenoeg behouden blijven. Op deze manier overschrijdt de hinder die eventueel zou ontstaan, de gangbare burenhinder in een stedelijke omgeving niet.
Bouwdiepte:
Het bezwaar is gekant tegen de uitbreiding op de eerste en tweede verdieping en de impact ervan op lichtinval en bezonning van de aangrenzende buren.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. In het bezwaar wordt gesteld dat de eerste verdieping en tweede verdieping worden uitgebreid. In kwestie gaat het over het isoleren van de achtergevel ter hoogte van de eerste verdieping en het uitbreiden (hoger en dieper) van de bestaande dakkapel in de dakverdieping, op dezelfde afstand (niet breder) tot de perceelsgrens. Deze wijzigingen zijn vanuit stedenbouwkundig oogpunt inpasbaar en zorgen niet voor een onaanvaardbare hinder naar de directe buren.
Groendak:
Het bezwaar tegen het ontbreken van een groendak en de strijdigheid ervan op artikel 20 uit de bouwcode.
Beoordeling:
Het bezwaar is gegrond. Artikel 20 van de bouwcode schrijft voor dat bij nieuwe platte daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies een groendak verplicht is indien deze een oppervlakte hebben van ten minste 20 vierkante meter. Hoewel het nieuwe dak van de aanbouw op de plannen in het groen is weergegeven, ontbreekt een verduidelijking hiervan in de legende. Daarom wordt in de voorwaarden bij de vergunning opgenomen het nieuw plat dak als groendak te voorzien.
Scheidingsmuren:
Het bezwaar heeft betrekking op de dwarsbalk die in de gemene muren zal verankerd worden. Uit de plannen blijkt niet hoe de dwarsbalk verankerd zal worden in de gemene muren, maar gelet op het feit dat deze muren geen dragende functie hebben, kan er vanuit gegaan worden dat deze verankering zich niet zal beperken tot de helft van de gemene muur die eigendom is van de vergunningsaanvragers.
Beoordeling:
Het bezwaar is gegrond. In de artikel 18 van de bouwcode wordt voorgeschreven dat enkelvoudige scheidingsmuren dienen te worden uitgevoerd in massief, ongeperforeerd materiaal. De minimale dikte bedraagt 0,18 meter. Op het plan is hier onvoldoende informatie over voorzien. Het naleven van deze bepalingen wordt in de voorwaarden bij de vergunning opgenomen.
Schade:
Er zal schade veroorzaakt worden doordat de aangevraagde constructie niet stabiel zal zijn.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. De bezorgdheden van de bezwaarindiener hebben betrekking op een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de beoordeling van voorliggende aanvraag voor een omgevingsvergunning door de vergunningverlenende overheid. Dit betekent niet dat de bouwheer/aannemer zich kan ontzien van burgerrechtelijke plichten. De aanvrager is verplicht de werken uit te voeren zonder schade aan derden en volgens de regels van de kunst.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.