Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024089416 |
Gegevens van de aanvrager: | BV GASTRO BY MO met als adres Leopold de Waelstraat 1 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Marnixplaats 8 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nr. 3566A2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | vermeerderen van 2 naar 3 woongelegenheden en oprichten van de functie restaurant en café |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 31/05/2024: statusrapport;
- 04/05/1939 toelating (18#12378) voor gevelveranderingen;
- 22/05/1936 toelating (18#5189) voor binnenveranderingen.
Vergunde toestand
- functie wonen:
- bouwvolume:
- hoofdvolume tot 7,4 m;
- uitbouw aan de rechterkant tot achteraan het perceel;
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- wijkt af van de vergunde toestand:
Nieuwe toestand
- functie restaurant en café & wonen:
- bouwvolume:
- hoofdvolume tot 7,4 m;
- verhoogde uitbouw over 3 bouwlagen aan de rechterkant tot achteraan het perceel;
- uitbouw over 1 en 2 bouwlagen aan de linkerkant tot achteraan het perceel;
- gevelafwerking:
- interne structurele wijzigingen;
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3;
- inrichten van de functie restaurant en café;
- uitbreiden van het volume;
- toebouwen koer;
- wijzigen van de scheidingsmuur;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 30 augustus 2024 | 4 oktober 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 30 augustus 2024 | 17 september 2024 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 30 augustus 2024 | 5 september 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 30 augustus 2024 | 2 september 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 30 augustus 2024 | 4 november 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad.
- Artikel 2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen
De bebouwde oppervlakte neemt toe. De gelijkvloerse koer werd dichtgebouwd.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
De voorgevelwijzigingen, waaronder de borstwering, zijn niet verenigbaar met de erfgoedwaarde van het gebouw en de omgeving.
De draagkracht van het perceel wordt overschreden door het oprichten van de functie restaurant en café in combinatie met het vermeerderen van het aantal woonentiteiten.
De minimale hoogte in de verblijfsruimtes op de 3e verdieping bedraagt slechts 2,55 m waar deze minimaal 2,60 m zou moeten bedragen. Het is niet duidelijk of deze verblijfsruimtes (geacht) vergund zijn.
De minimale hoogte in de slaapkamers onder het hellend dak bedraagt voor minder dan de helft van de netto-vloeroppervlakte gemeten vanaf 1,80 m een vrije hoogte van 2,6 m waar dit minstens de helft moet zijn.
De woonentiteit op de 2e verdieping bedraagt slechts 34 m² netto-vloeroppervlakte waar deze minimum 35 m² dient te zijn.
De woonentiteit op de 3e verdieping en onder het dak bedraagt slechts 34 m² waar deze minimum 35 m² dient te zijn.
De dakvlakvensters in het zadeldak bevinden zich quasi volledig hoger dan 2 m boven het loopvlak van de slaapkamers.
De zone voor afvalverzameling is geen afgescheiden ruimte en dient voor de reca-functie apart voorzien te worden.
Het perceel wordt volledig dichtgebouwd terwijl dat minimaal 20 % van het perceel onbebouwd moet zijn.
De bijkomende woonentiteit is niet voorzien van een buitenruimte.
Er werden geen fietsstalplaatsen voorzien.
De afvoer van de dampkap voldoet niet aan dit artikel.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
- (De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing / Business en Innovatie. Het advies leest als volgt:
“Gunstig advies voor het herinrichten van een gelijkvloerse reca-functie in een pand gelegen in de afgebakende strategische horecakern Zuid (horecaplein Marnixplaats). Het is de beleidskeuze om in de afgebakende horecakernen de functie reca te clusteren; dit werkt kernversterkend. Op deze manier wordt ook de bestaande leegstand weggewerkt. Het huidige gelijkvloers heeft al sinds de oprichting van het pand in de vorige eeuw een horecafunctie, maar werd al lange tijd niet meer hiervoor gebruikt. De aanvrager investeert met dit dossier in de opwaardering van het vastgoed. Dit alles is in lijn met RUP Binnenstad dat reca mogelijk maakt in dit gebouw.”
De voorgestelde functies zijn functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Voorliggende aanvraag wenst het aantal wooneenheden te vermeerderen naar 3. Het statusrapport stelt dat voor de 3 huidige wooneenheden onvoldoende bewijs werd aangeleverd. Er is wel bewijs voor 2 wooneenheden.
Bijgevolg worden 2 geacht vergunde wooneenheden als uitgangspunt voor de beoordeling genomen.
Reca is in huidige toestand aanwezig en opgetekend op de oude bouwtoelatingen. Echter kan ook hier geen bewijs gevonden worden dat kort voor en kort na 1979 een recafunctie in het gebouw ondergebracht was. De reca-functie kan bijgevolg niet als geacht vergund beschouwd worden en dient als nieuw beoordeeld te worden.
In huidige toestand is het perceel volledig bebouwd. Voor deze werken werd geen vergunning teruggevonden. Noch is er bewijs dat de koer aan de linkerzijde van het perceel achteraan voor 1979 dichtgebouwd werd.
Het dichtbouwen van de gelijkvloerse open ruimte is strijdig met artikel 2.2.5 van het RUP-Binnenstad en artikel 27 van de bouwcode. Een afwijking hierop zou toelaatbaar zijn omwille van de gelijkvloerse recafunctie én op voorwaarde dat de technieken zoals afzuiginstallaties inpandig verwerkt worden overeenkomstig artikel 35 van de bouwcode.
Omdat voorliggende aanvraag geweigerd wordt, kan echter geen afwijking toegestaan worden.
Ook op de verdiepingen werd onvergund bijkomend volume voorzien. Zo werd achteraan links op de 1ste verdieping een uitbouw met badkamer voorzien. Ook aan de rechterzijde van het perceel werd een entresol opgetrokken over 3 bouwlagen. De gelijkvloerse verdieping is bebouwd aan de rechterzijde van het perceel, maar over de bovenliggende verdieping is op de bouwtoelating geen bouwvolume opgetekend.
Zonder aantoonbaar bewijs dat deze volumes reeds voor 1979 aanwezig waren, kan voorgestelde ingreep niet gunstig beoordeeld worden. Een dergelijke volume-uitbreiding heeft, door de ligging in de oksel van een bouwblok, een nadelig effect op de daglichttoetreding naar de buurpanden toe en is bijgevolg niet wenselijk.
Geadviseerd wordt de aanvraag te weigeren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Omdat de huidige toestand afwijkt ten opzichte van de toestand van voor 1979, komen de wooneenheden en reca niet in aanmerking als geacht vergunde toestand. De wooneenheden moeten bijgevolg als nieuw beoordeeld worden en worden niet ontslagen van een toetsing aan de voorschriften.
Gezien het vergund geachte statuut kunnen er wel afwijkingen overwogen worden voor zover deze de basale woonkwaliteit van de woningen, het gebouw en zeker ook van de omgeving niet overschrijden.
Er wordt in de kelder 1 afvalzone voor de reca-functie voorzien. Deze inrichting is strijdig met artikel 26 van de bouwcode wat stelt dat de afvalberging afgescheiden moet zijn.
De minimale vloeroppervlakte van de wooneenheden op de tweede verdieping bedraagt 34 m². Dit is minder dan de minimaal vooropgestelde 35 m² zoals voorgeschreven in artikel 22 van de bouwcode. Dit artikel geldt als een absoluut minimum en is geenszins een streefcijfer.
Op de 3de verdieping bedraagt de vrije hoogte 2,55 m in plaats van de minimale 2,60 m. Bij deze 2 wooneenheden is geen privatieve buitenruimte aanwezig.
De 2-slaapkamerduplex onder het dak meet 34 m² en bezit geen buitenruimte. De vrije hoogte bedraagt 2,55 m op de 3de verdieping, i.p.v. de minimale 2,6 m conform artikel 21 van de bouwcode. En ook de minimale hoogte in de slaapkamers onder het hellend dak bedraagt voor minder dan de helft van de netto-vloeroppervlakte gemeten vanaf 1,80 m een vrije hoogte van 2,6 m waar dit minstens de helft moet zijn. Bijkomend bevinden de dakvlakvensters in het zadeldak zich hoger dan 2 m boven het loopvlak waardoor uitzicht en zelfs het manueel openen van de ramen zonder hulpmiddel bijna onmogelijk is.
Geoordeeld wordt dat de woonkwaliteit van de aanwezige woonentiteiten onvoldoende is. In plaats van het voorzien van een derde wooneenheid kan beter onderzocht worden hoe de woonkwaliteit van de reeds aanwezige studio’s verhoogd kan worden; bijvoorbeeld door het voorzien van een gemeenschappelijk dakterras binnen het dakvolume.
Wegens bovenstaande strijdigheden wordt geadviseerd de aanvraag te weigeren.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“Het pand vormt samen met het buurpand een ensemble dat dateert uit het laatste kwart van de 19e eeuw. Gelet op de ensemblewaarde en de gedetailleerde uitwerking van de voorgevel zetten we in op het herstel van het historische beeld. Beide panden zijn gelegen in che-gebied waarbij de wenselijkheid van behoud voorop staat.
Principieel is er geen bezwaar tegen de voorgestelde wijzigingen/regularisatie aan/van een handelspand met drie woongelegenheden.
De gevels ondergingen een aantal wijzigingen:
Als voorwaarde zal opgelegd worden om alle gevelwerken uit het verleden uit te sluiten, net als het schrijnwerk op de gelijkvloerse verdieping.
Wanneer er in de toekomst plannen zouden zijn om de gevel integraal aan te pakken, dient dit in samenspraak met onze diensten te gebeuren. Een handelspandenpremie zou een financiële stimulans kunnen zijn voor de eigenaar om de erfgoedwaarde van de gevel op te waarderen.
Er wordt conform de plannen nieuw schrijnwerk voorzien in hout op de verdiepingen. Als voorwaarde zal opgelegd worden om detailtekeningen voor te leggen voor verder advies aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.
Op de plannen wordt niet duidelijk weergegeven in welk materiaal de borstweringen worden voorzien. Als voorwaarde zal opgelegd worden een voorstel en materiaalgebruik voor te leggen voor verder advies.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het voorwaardelijk gunstig advies bijgetreden met voorwaarden:
- uitsluiten gevel en schrijnwerk gelijkvloers
- voorleggen detailtekeningen schrijnwerk voor verder advies
- voorleggen detailtekeningen en materiaalgebruik borstweringen voor verder advies
Echter kunnen de voorwaarden niet in deze vergunning opgenomen worden aangezien het een weigering betreft.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
De aanvraag betreft het vermeerderen van 2 naar 3 woongelegenheden en oprichten van de functie restaurant en café
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.
De meergezinswoning met horeca op het gelijkvloers en 2 appartementen wordt uitgebreid naar een meergezinswoning met horeca op het gelijkvloers en 3 appartementen.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.
De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor het bijkomende appartement moeten er 3 fietsstalplaatsen voorzien worden:
- 1 appartement met 2 slaapkamers = 1 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 3
Er zijn geen fietsstalplaatsen.
De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
- Er moeten 3 fietsstalplaatsen voorzien worden conform de afmetingen van de bouwcode
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften, een goede ruimtelijke ordening en gegronde bezwaren.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 28 juni 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 30 augustus 2024 |
Start 1e openbaar onderzoek | 10 september 2024 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 9 oktober 2024 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 6 november 2024 |
Start laatste openbaar onderzoek | 18 november 2024 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 17 december 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 11 februari 2025 |
Verslag GOA | 20 januari 2025 |
Naam GOA | Axel Devroe |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De gele affiche werd niet minstens één dag voor de start van het openbaar onderzoek aangeplakt.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
1. Afvalberging: De gewenste afvalberging is te klein en voldoet niet aan de vereisten van artikel 26 van de bouwcode. Hierdoor zal afval in container of in bakken permanent op het openbaar domein geplaatst worden.
Beoordeling: De aanvraag voldoet niet aan artikel 26 van de bouwcode.
Het bezwaar is gegrond.
2. Mobiliteit parkeren: Het bezwaar dat de aanvraag voor bijkomende parkeerdruk zal zorgen.
Beoordeling: uit het advies van de dienst Mobiliteit blijkt dat er een bijkomende parkeerbehoefte is van 1 plaats. Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. Hierdoor kan de parkeerbehoefte op eigen perceel niet voorzien worden.
Het bezwaar is ongegrond.
3. Mobiliteit fietsen: Er worden geen fietsen voorzien.
Beoordeling: In voorliggende aanvraag worden geen fietsstalplaatsen voorzien. Uit het advies van de dienst Mobiliteit blijkt dat er bijgevolg een stalplaats voor 3 fietsen ontbreekt.
Het bezwaar is gegrond.
4. Overconcentratie reca: Het bezwaar dat in de buurt reeds een overconcentratie aan recazaken aanwezig is. Dit werd erkend in het gemeenteraadsbesluit 2024 Gr 00569 omwille van Maatschappelijke Veiligheid.
Beoordeling: het besluit werd goedgekeurd op de zitting van 21/10/2024 toen de vergunningsaanvraag al lopende was.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.