Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024129532 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Mounaim Hammou met als adres Jules Pauwelsstraat 145 te 2660 Antwerpen |
Ligging van het project: | Jules Pauwelsstraat 71 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 37 sectie A nr. 331X7 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van eengezinswoning en bouwen van een magazijn |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/10/1982: vergunning (1006#22458) voor het verbouwen van de verdieping en het bijbouwen van een garage.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume eengezinswoning:
- bouwvolume garage:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume eengezinswoning:
- gevelafwerking:
- inrichting overeenkomstig vergunde toestand uitgezonderd:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume eengezinswoning:
- bouwvolume magazijn:
- gevelafwerking eengezinswoning:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van bestaand magazijn;
- bouwen van nieuw bijgebouw (magazijn);
- uitbreiden van het volume van de eengezinswoning;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 30 oktober 2024 | 4 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 30 oktober 2024 | 8 november 2024 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 30 oktober 2024 | 31 oktober 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 7 november 2024 | 5 november 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 5 bis - 12 bis - 13 bis j. Pauwelsstraat en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 27 februari 1991. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: binnenplaatsen en tuinen, voortuinstrook, zone voor bijgebouwen en zone voor hoofdgebouwen.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op het volgend punt:
- artikel 1.01.4b bouwdiepte:
De gelijkvloerse bouwdiepte is 18 m, daar waar theoretisch een maximale bouwdiepte van 13 m toegelaten is, en waarbij men dieper bouwt dan de linkerbuur.
- artikel 1.01.5 welstand van de gebouwen: A. bedaking: 2. Dakkapellen, dakvensters, dakterrassen:
Op 0,40 m uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak en op minstens 1,00 m afstand van het midden der scheidsmuren of van de vrijstaande zijgevels.
De nieuwe dakkapel wordt voorzien op ongeveer 0,3 m uit de snijlijn van het (voormalige, zonder voorgevelisolatie) voorgevelvlak met het dakvlak. Daarnaast is de afstand tussen de dakkapel en de beide scheidsmuren 0,6 m.
Maximum breedte: 2/3 van de gevelbreedte, met een maximumbreedte van 1,50 m per dakkapel of dakvenster. Maximum hoogte: maximaal de dakhoogte van het hoofdgebouw De dakkapellen zijn voorzien van een schuin dak.
De dakkapel heeft een breedte van 5,6 m, dit is ongeveer 4/5 (81 %) van de gevelbreedte. De dakkapel wordt voorzien van een plat dak.
- artikel 1.03.2 Voortuinen:
De voortuin in de Pierre Van den Eedenstraat wordt volledig verhard door betonklinkers.
In de voortuinstrook en in de bouwvrije zijtuinstroken, tussen de erven onderling en tussen een erf en de openbare weg:
Muurtje in gevelsteen in overeenstemming met deze van de voorgevel. De hoogte zal, behoudens de posten naast de ingangen, 0,40m niet overschrijden.
De voortuin in de Pierre Van den Eedenstraat wordt afsloten door een 2 meter hoge draadafsluiting (rechter perceelgrens), een 1 meter hoge muur in betonstenen (linker perceelgrens) en een 2 meter hoge stalen toegangspoort.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§ 1. Voor het plaatsen van een toegangspoort gelden volgende regels:
§3. Volgende handelingen aan alle voorgevels en aan zijgevels van (half)open bebouwing zijn verboden:
§5. De voortuin wordt volledig verhard door betonklinkers;
§6. de voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek, alle met een hoogte van maximum 1 meter. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel afsluitingen langs de openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling.
De voortuin wordt aan de straatkant afgesloten door een 2 meter hoge poort, en langs de rechterbuur door een 2 meter hoge draadafsluiting.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Mobiliteitsgerelateerde projecten:
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af op artikel 8 en 23 van de bouwcode. Er kan niet op geldige wijze worden van afgeweken. Dit wordt verder gemotiveerd in de beoordeling hieronder en als voorwaarde opgenomen bij de vergunning.
De aanvraag wijkt af op volgende artikels van het bijzonder plan van aanleg:
- Artikel 1.01.4b bouwdiepte:
De gelijkvloerse bouwdiepte is 18 meter, daar waar theoretisch een maximale bouwdiepte van 13 meter toegelaten is, en waarbij men dieper bouwt dan de linkerbuur.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er geoordeeld dat de vergunde gelijkvloerse bouwdiepte op dit perceel 24,51 meter bedraagt grenzend aan het rechterbuurperceel en 16 meter bouwdiepte grenzend aan het linkerbuurperceel. In de huidige aanvraag wenst men de bestaande bouwdiepte net te reduceren door de sloop van allerlei aanbouwen. Er wordt een perceelsbreed minder diep en meer bruikbaar volume gerealiseerd tot een bouwdiepte van 18 meter. De verblijfsruimtes kunnen hierdoor genieten van voldoende licht, lucht en zicht langs de voor- en achterzijde van de woning. Centraal op het gelijkvloers worden hierbij de niet-verblijfsruimtes (berging, sanitair, vestiaire, ..) georganiseerd. Hierdoor ontstaat er bovendien een meer kwalitatieve aaneensluitende en grotere tuinzone. Er kan bijgevolg een afwijking op dit artikel worden verleend.
- Artikel 1.01.5 welstand van de gebouwen: A. bedaking: 2. Dakkapellen, dakvensters, dakterrassen:
a. Plaats van oprichting:
Op 0,40 m uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak en op minstens 1,00 m afstand van het midden der scheidsmuren of van de vrijstaande zijgevels.
De nieuwe dakkapel wordt voorzien op ongeveer 0,3 m uit de snijlijn van het (voormalige, zonder voorgevelisolatie) voorgevelvlak met het dakvlak. Daarnaast is de afstand tussen de dakkapel en de beide scheidsmuren 0,6 m.
Maximum breedte: 2/3 van de gevelbreedte, met een maximumbreedte van 1,50 m per dakkapel of dakvenster. Maximum hoogte: maximaal de dak hoogte van het hoofdgebouw De dakkapellen zijn voorzien van een schuin dak.
De dakkapel heeft een breedte van 5,6 m, dit is ongeveer 4/5 (81 %) van de gevelbreedte. De dakkapel wordt voorzien van een plat dak.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er geoordeeld dat de plaatsing van de dakkapel en de verhouding ten opzichte van het dakvlak aanvaardbaar is. De hellende dakvorm blijft bovendien behouden. Tot slot is een dakkapel met een plat dak volgens hedendaagse uitvoering niet vreemd. Er komen bovendien meerdere daken met gelijkaardige dakkapellen voor in deze context. Er kan bijgevolg een afwijking op dit artikel worden verleend.
De dakkapel in de voorgevel wordt voorzien tot op een afstand van 0,60 m ten opzichte van de perceelgrenzen. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er geoordeeld dat de maat en de afstand van de dakkapel tot de buurpercelen voldoende is en geen hinder veroorzaakt naar de omgeving. Er kan bijgevolg door middel van artikel 4.4.1 afgeweken worden afgeweken van het bijzonder plan van aanleg.
- artikel 1.03.2 Voortuinen:
Omwille van de waterproblematiek en de opwarming van de stedelijke omgeving is verharding meer dan ooit een actueel thema. In voorwaarde bij de vergunning zal om die reden worden opgenomen om groendoorgroeibare verharding te gebruiken zoals opgenomen in artikel 23 van de bouwcode. Dit wordt ook nog verder gemotiveerd onder de rubriek ‘Visueel vormelijke elementen.
In de voortuinstrook en in de bouwvrije zijtuinstroken, tussen de erven onderling en tussen een erf en de openbare weg:
Muurtje in gevelsteen in overeenstemming met deze van de voorgevel. De hoogte zal, behoudens de posten naast de ingangen, 0,40m niet overschrijden.
De voortuin in de Pierre van Den Eedenstraat wordt afsloten door een 2 meter hoge draadafsluiting (rechter perceelgrens), een 1 meter hoge muur in betonstenen (linker perceelgrens) en een 2 meter hoge stalen toegangspoort.
Hiervoor zal eveneens een actuele voorwaarde worden opgenomen volgens de voorschriften van artikel 23 van de huidige bouwcode.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt. Het nieuw magazijn aan de Pierre van den Eedenstraat is in overeenstemming met de bestemming en maatvoering van het bijzonder plan van aanleg. De functionele inpasbaarheid blijft ook aan deze straat behouden.
Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie. Het advies is ongunstig:
De site is gelegen binnen een kmo-zone zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie.
Voor het woongedeelte is er geen probleem. Maar de toelichting in het dossier over het economisch luik binnen de kmo-zone ontbreekt. De stalling van een marktwagen en een beperkte opslag van de marktgoederen kan niet beschouwd worden als een activiteit die past binnen een kmo-zone.
Het dossier voldoet daarom ook niet aan artikel 31 van de bouwcode en moet beschouwd worden als een verbouwing van een woning.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er geen reden om de functie van magazijn ongunstig te adviseren. De zone langs de Pierre Van den Eedenstraat is volgens het bijzonder plan van aanleg een zone voor bijgebouwen. Volgen het gewestplan is deze zone gelegen in woongebied. Een magazijn ‘met economische functie’ is een functie die in deze zone van het bijzonder plan van aanleg toegelaten is. In de toekomst kan er een andere economische activiteit in onder gebracht worden. De verwijzing naar artikel 31 van de bouwcode impliceert dat er volgens dit artikel een gebouwvolume moet voorzien worden met een minimale plafondhoogte van 6 meter. Er wordt echter geoordeeld dat het voorgesteld bijgebouw volgens het bijzonder plan van aanleg gelegen is in een zone voor bijgebouwen en volgens het gewestplan gelegen is in woongebied. Het betreft aldus geen bedrijventerrein ((grootschalig, KMO en productieve zones) in de strikte vorm van het woord. Er dient bijgevolg niet te worden voldaan aan artikel 31 van de bouwcode. Bovendien is het te voorziene bijgebouw inpasbaar bij de reeds bestaande bijgebouwen aan deze zijde van de Pierre van Den Eedenstraat en grenzend aan de tuinen van de eengezinswoningen aan de Jules Pauwelsstraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Schaal en ruimtegebruik zijn gunstig.
De aanvraag beoogt het renoveren van de eengezinswoning gelegen aan de Jules Pauwelsstraat. Het doel is om de woonkwaliteit te verbeteren. Dit gebeurt door de sloop van de achterbouwvolumes die doorheen de tijd telkens werden aangebouwd tot over de volledige tuinzone. Het bouwvolume wordt hierbij teruggebracht naar 18 meter over de volledige perceelbreedte. Deze bouwdiepte is inpasbaar in de bebouwde context. Het hoofdgebouw van de eengezinswoning wordt voorzien van een nieuw zadeldak met een dakkapel over de volledige perceelbreedte. Aan de Pierre van den Eedenstraat wordt er een nieuw magazijn voorzien conform de maatvoering van het bijzonder plan van aanleg. Na verbouwing wordt er een kwalitatieve open groene tuin ruimte gecreëerd wat bijdraagt aan de woonkwaliteit op het perceel en de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt afgewerkt met rode steenstrips op gevelisolatie in combinatie met zwart aluminium schrijnwerk. De doorrij in het rechterdeel van de voorgevel, zichtbaar op het vergund plan, werd gesupprimeerd en bestaat nu uit een raam.
Het hoofdmateriaal van de voorgevel (rode steenstrips naar analogie van de bestaande gevelsteen) blijft hiermee hoofdzakelijk behouden. Het schrijnwerk wordt echter strijdig met artikel 8 van de bouwcode gewijzigd van wit in bestaande toestand (materiaal niet gekend) naar zwart aluminium.
Het vervangen van bestaand schrijnwerk door schrijnwerk in een ander materiaal, in een andere kleur of met een andere raamverdeling is volgens dit artikel verboden.
Er wordt echter geoordeeld dat het vervangen van het schrijnwerk het gevelbeeld respecteert. Er kan bijgevolg een afwijking op artikel 8 worden verleend.
Voor de gevel aan de Pierre van Den Eedenstraat worden er twee poorten voorzien. De voorgevel aan deze zijde zal bestaan uit rood parement met twee zwarte sectionaal poorten. In bestaande toestand is er een deur en 1 overdekte plaats zonder poort. Volgens artikel 8 van de bouwcode is er maximaal 1 toegangspoort toegestaan per 8 meter perceelsbreedte. De context van de Pierre van Den Eedenstraat kenmerkt zich echter met magazijn volumes en voornamelijk economische functies waardoor twee poorten niet vreemd zijn in deze omgeving. Er kan bijgevolg een afwijking op artikel 8 van de bouwcode worden verleend. Er zal wel worden opgenomen in voorwaarde om te voldoen aan artikel 23 van de bouwcode. Zo zal er worden opgenomen om de voortuin te voorzien van waterdoorlatende verharding in de vorm van grasdoorgroeibare dals. Op die manier is het alsnog mogelijk om regenwater te laten infiltreren en een minimum aan vergroening te voorzien. Dit kan bovendien het uitzicht in dit straatbeeld allicht iets verbeteren.
Bijkomend wordt er, eveneens strijdig met artikel 23 van de bouwcode, opgemerkt dat de voortuin aan de straatkant afgesloten is door een 2 meter hoge poort met langs de rechterbuur een 2 meter hoge draadafsluiting. Dit zal eveneens samen met de grasdals als voorwaarde worden opgenomen bij de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er wordt opgemerkt dat van op de brede buitentrap aansluitend aan de eetplaats en keuken rechtstreeks zicht mogelijk is naar het linkerbuurpand. Om de privacy te respecteren zal er in voorwaarde worden opgenomen om een afstand van 1,90 meter van de linker perceelgrens met huisnummer 69 te bewaren.
Het hemelwater wordt hergebruikt voor toiletspoeling en buitenkranen waardoor de verplichting uit de bouwcode tot aanleg van een groendak vervalt.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. Een bestaande eengezinswoning wordt verbouwd en het magazijn achter de woning (met eigen toegang via de Pierre Van den Eedenstraat) breidt uit. Het bestaande magazijn van 42 m² vergroot tot een magazijn van 326 m². Bij de woning vermeerdert het aantal slaapkamers tot 4 slaapkamers. Een bestaande garage vergroot. De uitbreiding van het magazijn (326 m²- 42 m²) / 100 m² x 0,75 = 2,13 afgerond 2 parkeerplaatsen. De werkelijke parkeerbehoefte voor de uitbreiding is 2 plaatsen. (De totale parkeerbehoefte is 2 plaatsen voor het magazijn en 1 plaats voor de woning)
De werkelijke parkeerbehoefte is 2 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 3 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Er waren 2 nuttige plaatsen. (2 poorten). Er blijven twee poorten. Achter beide poorten worden dubbele wagens geplaatst. Ten behoeve van het magazijn kunnen we werken met achterliggende plaatsen. Voor de woning kunnen we geen achterliggende plaats meerekenen. In totaal zijn er 3 nuttige plaatsen (1 bijkomende plaats)
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3. Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 3 < 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 3 < 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Ontsluiting/bereikbaarheid:
Via de achterkant is het magazijn via de garage te bereiken.
Fietsvoorzieningen:
De woning krijgt bijkomende slaapkamers. In totaal zijn er 4 slaapkamers en dus zijn er 5 fietsstalplaatsen nodig voor de woning.
Voor het magazijn zijn er 326 m²/100 m² x 0,60 = 1,96 afgerond 2 fietsstalplaatsen nodig.
Er worden 14 fietsstalplaatsen ingetekend in de garage. Er zijn een aantal voorwaarden nodig om deze plaatsen goed bereikbaar en bruikbaar te maken.
Er moet een fysieke afscheiding zijn tussen de fietsstalplaatsen en de wagens zodat fietsen niet aangereden kunnen worden of de ruimte waar fietsen moeten staan niet bezet kan worden door een te ver doorgereden wagen.
De tussenruimte tussen de wagen(s) die links en de wagen(s) die rechts staan moet steeds minstens 1 meter zijn om met de fiets toe te kunnen komen of uit de garage te vertrekken wanneer de wagens inpandig gestald staan.
De kant waar er maar 1 wagen staat (behorende bij de woning) moet de wagen voldoende ver naar voren staan zodat fietsers via de poort buiten kunnen.
Laden en lossen:
Gebeurt op eigen terrein zoals voorzien in de bouwcode.
De dienst Mobiliteit geeft bijgevolg advies met volgende voorwaarden:
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen bij de aanvraag.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voortuin/oprit aan de Pierre van Den Eedenstraat dient te worden uitgevoerd in groendoorgroeibare verharding conform artikel 23 van de bouwcode.
2. De voortuin aan de Pierre van Den Eedenstraat is af te sluiten conform artikel 23 van de bouwcode.
3. De trap naar de tuin van de eengezinswoning dient beperkt te worden tot op 1,90 meter van de linkerperceelgrens met huisnummer 69.
4. In het magazijn dient er een fysieke afscheiding te worden voorzien tussen de wagens en de fietsstalplaatsen.
5. Tussen de wagens en de fietsstalplaatsen in het magazijn dient er een tussenruimte te zijn van minimum 1 meter.
6. De nieuwe constructie moet aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
7. De arrière-corps is te behouden.
8. De bestaande elementen in natuursteen zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
9. De bestaande plint is te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element in hetzelfde materiaal als het bestaande. Na het uitvoeren van de werken moet de plint voorbij het gevelmateriaal steken.
10. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, kroonlijst, …) zijn te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.
11. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, zijn integraal te verplaatsen.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 september 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 30 oktober 2024 |
Start openbaar onderzoek | 8 november 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 7 december 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 februari 2025 |
Verslag GOA | 21 januari 2025 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de procedure werd er een openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd één bezwaarschrift ingediend dat zich laat lezen als volgt:
Lichtinval: Bezwaarindiener heeft het bezwaar niet tekstueel uitgeschreven maar foto’s toegevoegd waar hij aanduidingen doet ter hoogte van de scheidingsmuur, de verhoging ervan met de vermelding ‘lichtinval’. Hieruit wordt geconcludeerd dat bezwaarindiener zich zorgen maakt over de lichtinval op zijn perceel.
Beoordeling: Het klopt dat er nu een perceelsbreed volume wordt voorzien dat grenst aan het linker buurperceel. Het ontwerp voorziet hierbij echter in het slopen van achterbouwvolumes waardoor er nu meer tuinruimte ontstaat op het perceel wat eveneens een gunstig effect heeft voor de aanpalende tuinen in het binnengebied. Er wordt bijgevolg geoordeeld dat de impact van verminderde lichtinval eerder beperkt zal zijn. De zone aan de Pierre Van den Eedenstraat is bestemd voor bijgebouwen. Het bijgebouw dat voorzien wordt, voldoet bovendien aan de voorschriften van het bijzonder plan van aanleg Jules Pauwelstraat en Omgeving. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voortuin/oprit aan de Pierre van Den Eedenstraat dient te worden uitgevoerd in groendoorgroeibare verharding conform artikel 23 van de bouwcode.
2. De voortuin aan de Pierre van Den Eedenstraat is af te sluiten conform artikel 23 van de bouwcode.
3. De trap naar de tuin van de eengezinswoning dient beperkt te worden tot op 1,90 meter van de linkerperceelgrens met huisnummer 69.
4. In het magazijn dient er een fysieke afscheiding te worden voorzien tussen de wagens en de fietsstalplaatsen.
5. Tussen de wagens en de fietsstalplaatsen in het magazijn dient er een tussenruimte te zijn van minimum 1 meter.
6. De nieuwe constructie moet aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
7. De arrière-corps is te behouden.
8. De bestaande elementen in natuursteen zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
9. De bestaande plint is te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element in hetzelfde materiaal als het bestaande. Na het uitvoeren van de werken moet de plint voorbij het gevelmateriaal steken.
10. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, kroonlijst, …) zijn te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.
11. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, zijn integraal te verplaatsen.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.