Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024146113 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW Helanet met als adres Boomsesteenweg 5 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Gegevens van de exploitant: | NV BUILDING & PARTNERS (0475239919) met als contactadres Everselstraat 141 te 3580 Beringen |
Ligging van het project: | Boerendijk 26-28 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 35 sectie F nrs. 68K5, 68R5 en 68P5 |
waarvan: |
|
- 20241101-0012 | afdeling 35 sectie F nrs. 68R5, 68P5 en 68K5 (Bemaling bouwproject) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het tijdelijk exploiteren van een grondwaterbemaling in het kader van bouwwerken en een verzoek tot bijstelling van de lozingsnormen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft een grondwaterbemaling voor een bouwproject.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Bemaling bouwproject
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; | 40,90 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 40,90 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 79.388,00 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
Bemaling bouwproject
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: Lozing in oppervlaktewater volgens de basis MKN.
Voorgesteld alternatief/aanvulling:
|
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen | 13 december 2024 | 15 januari 2025 | Geen advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 13 december 2024 | 13 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 13 december 2024 | 16 december 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Uit de in de aanvraag aangeleverde plannen blijkt dat het gebouw beduidende wijzigingen zal ondergaan ten aanzien van de vergunde toestand, waaronder:
Gelet op de ruime aanpassingen (dewelke voor het overgrote deel niet vrijgesteld zijn van vergunning) en het feit dat in voorliggend dossier onvoldoende informatie beschikbaar is (de plattegronden van de verdiepingen werden bijvoorbeeld niet aangeleverd) om een degelijke ruimtelijke/stedenbouwkundige beoordeling te formuleren, is het advies dienaangaande dan ook ongunstig.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de realisatie van het bouwproject gelegen aan de Boerendijk 26-28 in Ekeren (Antwerpen), is de verlaging van de grondwatertafel vereist. Het project voorziet in een ondergrondse verdieping voor bergplaatsen, fiets- en autostalplaatsen. Volgens de bijgevoegde bemalingsstudie is de bouwput circa 630 m² (of 18*35 m) waarbinnen een ontgraving tot 3,8 m-mv zal voorzien worden.
De globale grondwaterstand werd recent ingeschat op 1 m-mv. Uit de berekening volgens het VMM-bemalingsmodel blijkt dat het waterbezwaar 79.388 m³ bedraagt, om de grondwaterstand te verlagen tot 4,3 m-mv. De geplande bemalingstermijn is voorzien op 120 dagen. Het maximaal berekend debiet bedraagt circa 40,9 m³/uur. Het gemiddeld stationair debiet bedraagt 27,0 m³/uur. Voor de modellering van de grondwaterverlaging werd gerekend met een globale doorlaatbaarheid van 20 m/dag én gravitaire filterbemaling waarbij de filters aangezet worden tot in formatie van Lillo (of tot 7 m-mv). Om onnodige volumes onttrekkingswater te vermijden en de belasting van het afstromende systeem te beperken wordt geadviseerd met peil gestuurde pompen te werken.
De invloedstraal van de bemaling wordt ingeschat op 428 m. Binnen deze bemalingscontour liggen er 9 risicopercelen waarop reeds oriënterende bodemonderzoeken werden uitgevoerd. Uit de screening van deze OBO’s werden er - met uitzondering van het dossier 17634 - geen beïnvloeding noch verspreidingsrisico’s verwacht vanwege de bemaling. Voor het dossier met kenmerk 17634 (verhoogd gehalte aan zware metalen), wordt ondanks de beperkte mobiliteit, met grote zekerheid een instroom van zink in het bemalingswater verwacht met een stijging van de zinkconcentratie in het bemalingswater tot boven de MKN. De deskundige stelt voor om een waterzuiveringsinstallatie voor zware metalen te voorzien.
In de omgeving van het bouwproject bevinden zich enkele kleinere gebieden opgenomen in de Biologische Waarderingskaart onder de vorm van groenzones en bermgebieden. Deze worden niet structureel negatief beïnvloed door de bemaling. Buiten de bemalingszone, op ruime afstand van meer dan 500 m, zijn VEN-IVON en habitatgebieden aanwezig die niet door de bemaling worden beïnvloed.
Voor de lozing van het bemalingswater geeft de aanvrager aan dat infiltratie in de directe omgeving van de bouwzone niet mogelijk is (een sterk verstedelijkt gebied met beperkte groenzones). Lozing in de ruimere omgeving naar oppervlaktewater is als valabel alternatief te beschouwen. Hiervoor dient de geplande bemaling te worden afgeleid naar een gescheiden hemelwaternet ter hoogte van de Boerendijk waarna dit via het RWA-systeem verder wordt afgeleid naar een oppervlaktewater (Kaartse Beek) ter hoogte van de Zoomse Weg.
Tenslotte wordt er een bijstelling gevraagd van de lozingsnormen voor verscheidene metalen en PFAS-stoffen. De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert de aanvraag en de bijstellingen voorwaardelijk gunstig.
parameter | lozingsnorm |
cadmium | 10 µg/l |
koper | 500 µg/l |
nikkel | 300 µg/l |
lood | 500 µg/l |
zink | 2.000 µg/l |
kwik | 0,3 µg/l |
chroom | 500 µg/l |
arseen | 50 µg/l |
PFAS individueel | 100 ng/l |
VMM merkt ook op dat de lozing van het bemalingswater op de Kaartse Beek onderhevig is aan een toelating van de beheerder. De kwaliteit van het geloosde grondwater wordt gedurende de werken inzake zware metalen en PFAS opgevolgd volgens onderstaande frequentie:
1) Na plaatsing van de installatie wordt deze bemonsterd binnen 4 uur, waarna de installatie wordt stopgezet in afwachting van de resultaten.
2) Binnen 24 uur na start van de bemaling;
3) Na 2 dagen;
4) Na de eerste week;
5) Vervolgens periodiek om de 2 weken tot het einde van de bemalingswerken.
Een afwijking op de meetgoot werd niet aangevraagd; vermoedelijk uit vergetelheid. Er wordt voorgesteld om een vrijstelling op de plaatsing van een meetgoot te verlenen, in plaats van het voorzien in een staalnamepunt. Deze sectorale voorwaarde voor de lozing van afvalwater (of rubriek 3.4) wordt opgevangen door de sectorale bepaling aangaande de bemaling (of rubriek 53).
Uit de adviesronde bleek dat de plannen - toegevoegd als bijlage van de bemalingsstudie - niet overeenkomen met de plannen conform de vergunde situatie. Bijgevolg wordt de aanvraag ongunstig geadviseerd vanuit de dienst Vergunningen/Stedenbouw. “Uit de in de aanvraag aangeleverde plannen blijkt dat het gebouw beduidende wijzigingen zal ondergaan ten aanzien van de vergunde toestand, waaronder:
Gelet op de ruime aanpassingen (dewelke voor het overgrote deel niet vrijgesteld zijn van vergunning) en het feit dat in voorliggend dossier onvoldoende informatie beschikbaar is (de plattegronden van de verdiepingen werden bijvoorbeeld niet aangeleverd) om een degelijke ruimtelijke/stedenbouwkundige beoordeling te formuleren, is het advies dienaangaande dan ook ongunstig.”
Wij merken op dat de omgevingsvergunning met referentie OMV_2021086391 voor het optrekken van het bouwwerk onverminderd van toepassing blijft. Voorliggende aanvraag beoogt enkel het verlagen van de grondwatertafel. Opmerkingen over raamopeningen en materiaalgebruik in het kader van voorliggende aanvraag hebben bijgevolg geen milieutechnische relevantie. Een wijziging van de ondergrondse inname heeft wel gevolgen voor het uittekenen van de bouwkuip én bij uitbreiding de bemalingsmodelering.
In een mail van 21 januari 2025 bevestigt de deskundige dat de bemalingszone afwijkt van de meest recente plannen. De bemalingsstudie is niet gebaseerd op de plannen uit het vergunde bouwdossier. Het bouwdeel met inspectietunnel van leidingen is niet inbegrepen als bemalingsvolume. De integratie van de ontbrekende volumes vereist een aanpassing van de berekeningen, studie en beoordeling. Bijgevolg wordt geconcludeerd dat het aangevraagde dagdebiet, jaardebiet en totaal waterbezwaar ontoereikend is om het beoogde project te realiseren. Ook de effectbeoordeling wordt in dit geval als niet-adequaat onderbouwd.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld de aanvraag voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten te weigeren.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Ongunstig geadviseerd voor |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling bouwproject) | 40,90 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling bouwproject) | 40,90 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling bouwproject) | 79.388,00 m³/jaar |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 21 november 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 13 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 11 februari 2025 |
Verslag GOA | 23 januari 2025 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.