Terug
Gepubliceerd op 03/02/2025

2025_CBS_00525 - Omgevingsvergunning - OMV_2024146113. Boerendijk 26-28. District Ekeren - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 31/01/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2025_CBS_00525 - Omgevingsvergunning - OMV_2024146113. Boerendijk 26-28. District Ekeren - Weigering 2025_CBS_00525 - Omgevingsvergunning - OMV_2024146113. Boerendijk 26-28. District Ekeren - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024146113

Gegevens van de aanvrager:

VZW Helanet met als adres Boomsesteenweg 5 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Gegevens van de exploitant:

NV BUILDING & PARTNERS (0475239919) met als contactadres Everselstraat 141 te 3580 Beringen

Ligging van het project:

Boerendijk 26-28 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 35 sectie F nrs. 68K5, 68R5 en 68P5

waarvan:

 

-          20241101-0012

afdeling 35 sectie F nrs. 68R5, 68P5 en 68K5 (Bemaling bouwproject)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het tijdelijk exploiteren van een grondwaterbemaling in het kader van bouwwerken en een verzoek tot bijstelling van de lozingsnormen

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft een grondwaterbemaling voor een bouwproject.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling bouwproject
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

40,90 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

40,90 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

79.388,00 m³/jaar

  

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Bemaling bouwproject

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Lozing in oppervlaktewater volgens de basis MKN.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

parameter 

lozingsnorm 

cadmium 

10 µg/l 

koper 

500 µg/l 

nikkel 

300 µg/l 

lood 

500 µg/l 

zink 

2.000 µg/l 

kwik 

0,3 µg/l 

chroom 

500 µg/l 

arseen 

50 µg/l 

PFAS individueel 

100 ng/l 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen

13 december 2024

15 januari 2025

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

13 december 2024

13 januari 2025

Voorwaardelijk gunstig

  

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

13 december 2024

16 december 2024

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Uit de in de aanvraag aangeleverde plannen blijkt dat het gebouw beduidende wijzigingen zal ondergaan ten aanzien van de vergunde toestand, waaronder:

 

  1. aangepaste raamopeningen: betreffende kan in sommige gevallen vrijgesteld zijn van vergunning, zoals in zij- en achtergevel, maar in dit geval is er sprake van constructieve wijzigingen, dewelke minimaal door middel van een meldingsprocedure mét architect dienen te worden geofficialiseerd – bijkomend blijkt dit ook het geval te zijn in de voorgevel, zodat ook minstens een nieuwe aanvraag tot omgevingsvergunning vereist is;
  2. aangepast materiaalgebruik: betreffende is vrijgesteld in zij- of achtergevel maar ook hier blijken er aan de voorzijde wijzigingen te zijn ingetekend, waardoor ook voor dit aspect een nieuwe omgevingsvergunning vereist is;
  3. aangepaste planvorm: betreffende is alvast het geval voor de gelijkvloerse en ondergrondse bouwlaag, waarbij onder andere de ondergrondse inname werd verruimd en de indeling van de publiek toegankelijke lokalen en de vluchtwegen beduidend werden aangepast, waardoor een nieuw brandweeradvies ontegensprekelijk verplicht is – bijkomend blijkt uit de geveltekeningen en doorsnedes dat ook op de verdiepingen wijzigingen plaatsvonden, tevens qua bouwvolume (onder andere de hoogte van het gebouw werd verruimd). Ook voor laatstgenoemde is een nieuwe omgevingsvergunning vereist.

 

Gelet op de ruime aanpassingen (dewelke voor het overgrote deel niet vrijgesteld zijn van vergunning) en het feit dat in voorliggend dossier onvoldoende informatie beschikbaar is (de plattegronden van de verdiepingen werden bijvoorbeeld niet aangeleverd) om een degelijke ruimtelijke/stedenbouwkundige beoordeling te formuleren, is het advies dienaangaande dan ook ongunstig.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Voor de realisatie van het bouwproject gelegen aan de Boerendijk 26-28 in Ekeren (Antwerpen), is de verlaging van de grondwatertafel vereist. Het project voorziet in een ondergrondse verdieping voor bergplaatsen, fiets- en autostalplaatsen. Volgens de bijgevoegde bemalingsstudie is de bouwput circa 630 m² (of 18*35 m) waarbinnen een ontgraving tot 3,8 m-mv zal voorzien worden.  

 

De globale grondwaterstand werd recent ingeschat op 1 m-mv. Uit de berekening volgens het VMM-bemalingsmodel blijkt dat het waterbezwaar 79.388 m³ bedraagt, om de grondwaterstand te verlagen tot 4,3 m-mv. De geplande bemalingstermijn is voorzien op 120 dagen. Het maximaal berekend debiet bedraagt circa 40,9 m³/uur. Het gemiddeld stationair debiet bedraagt 27,0 m³/uur. Voor de modellering van de grondwaterverlaging werd gerekend met een globale doorlaatbaarheid van 20 m/dag én gravitaire filterbemaling waarbij de filters aangezet worden tot in formatie van Lillo (of tot 7 m-mv). Om onnodige volumes onttrekkingswater te vermijden en de belasting van het afstromende systeem te beperken wordt geadviseerd met peil gestuurde pompen te werken. 

 

De invloedstraal van de bemaling wordt ingeschat op 428 m. Binnen deze bemalingscontour liggen er 9 risicopercelen waarop reeds oriënterende bodemonderzoeken werden uitgevoerd. Uit de screening van deze OBO’s werden er - met uitzondering van het dossier 17634 - geen beïnvloeding noch verspreidingsrisico’s verwacht vanwege de bemaling. Voor het dossier met kenmerk 17634 (verhoogd gehalte aan zware metalen), wordt ondanks de beperkte mobiliteit, met grote zekerheid een instroom van zink in het bemalingswater verwacht met een stijging van de zinkconcentratie in het bemalingswater tot boven de MKN. De deskundige stelt voor om een waterzuiveringsinstallatie voor zware metalen te voorzien.  

 

In de omgeving van het bouwproject bevinden zich enkele kleinere gebieden opgenomen in de Biologische Waarderingskaart onder de vorm van groenzones en bermgebieden. Deze worden niet structureel negatief beïnvloed door de bemaling. Buiten de bemalingszone, op ruime afstand van meer dan 500 m, zijn VEN-IVON en habitatgebieden aanwezig die niet door de bemaling worden beïnvloed.  

 

Voor de lozing van het bemalingswater geeft de aanvrager aan dat infiltratie in de directe omgeving van de bouwzone niet mogelijk is (een sterk verstedelijkt gebied met beperkte groenzones). Lozing in de ruimere omgeving naar oppervlaktewater is als valabel alternatief te beschouwen. Hiervoor dient de geplande bemaling te worden afgeleid naar een gescheiden hemelwaternet ter hoogte van de Boerendijk waarna dit via het RWA-systeem verder wordt afgeleid naar een oppervlaktewater (Kaartse Beek) ter hoogte van de Zoomse Weg. 

 

Tenslotte wordt er een bijstelling gevraagd van de lozingsnormen voor verscheidene metalen en PFAS-stoffen. De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert de aanvraag en de bijstellingen voorwaardelijk gunstig. 

parameter 

lozingsnorm 

cadmium 

10 µg/l 

koper 

500 µg/l 

nikkel 

300 µg/l 

lood 

500 µg/l 

zink 

2.000 µg/l 

kwik 

0,3 µg/l 

chroom 

500 µg/l 

arseen 

50 µg/l 

PFAS individueel 

100 ng/l 

 

VMM merkt ook op dat de lozing van het bemalingswater op de Kaartse Beek onderhevig is aan een toelating van de beheerder. De kwaliteit van het geloosde grondwater wordt gedurende de werken inzake zware metalen en PFAS opgevolgd volgens onderstaande frequentie:  

1) Na plaatsing van de installatie wordt deze bemonsterd binnen 4 uur, waarna de installatie wordt stopgezet in afwachting van de resultaten. 

2) Binnen 24 uur na start van de bemaling; 

3) Na 2 dagen;  

4) Na de eerste week; 

5) Vervolgens periodiek om de 2 weken tot het einde van de bemalingswerken. 

Een afwijking op de meetgoot werd niet aangevraagd; vermoedelijk uit vergetelheid. Er wordt voorgesteld om een vrijstelling op de plaatsing van een meetgoot te verlenen, in plaats van het voorzien in een staalnamepunt. Deze sectorale voorwaarde voor de lozing van afvalwater (of rubriek 3.4) wordt opgevangen door de sectorale bepaling aangaande de bemaling (of rubriek 53).

  

Uit de adviesronde bleek dat de plannen - toegevoegd als bijlage van de bemalingsstudie - niet overeenkomen met de plannen conform de vergunde situatie. Bijgevolg wordt de aanvraag ongunstig geadviseerd vanuit de dienst Vergunningen/Stedenbouw. “Uit de in de aanvraag aangeleverde plannen blijkt dat het gebouw beduidende wijzigingen zal ondergaan ten aanzien van de vergunde toestand, waaronder: 

  1. aangepaste raamopeningen: betreffende kan in sommige gevallen vrijgesteld zijn van vergunning, zoals in zij- en achtergevel, maar in dit geval is er sprake van constructieve wijzigingen, dewelke minimaal door middel van een meldingsprocedure mét architect dienen te worden geofficialiseerd – bijkomend blijkt dit echter ook het geval te zijn in de voorgevel, zodat ook minstens een nieuwe aanvraag tot omgevingsvergunning vereist is; 
  1. aangepast materiaalgebruik: betreffende is vrijgesteld in zij- of achtergevel maar ook hier blijken er aan de voorzijde wijzigingen te zijn ingetekend, waardoor ook voor dit aspect een nieuwe omgevingsvergunning vereist is; 
  1. aangepaste planvorm: betreffende is alvast het geval voor de gelijkvloerse en ondergrondse bouwlaag, waarbij onder andere de ondergrondse inname werd verruimd en de indeling van de publiek toegankelijke lokalen en de vluchtwegen beduidend werd aangepast, waardoor een nieuw brandweeradvies ontegensprekelijk verplicht is – bijkomend blijkt uit de geveltekeningen en doorsnedes dat ook op de verdiepingen wijzigingen plaatsvonden, tevens qua bouwvolume (onder andere de hoogte van het gebouw werd verruimd). Ook voor laatstgenoemde is een nieuwe omgevingsvergunning vereist. 

 

Gelet op de ruime aanpassingen (dewelke voor het overgrote deel niet vrijgesteld zijn van vergunning) en het feit dat in voorliggend dossier onvoldoende informatie beschikbaar is (de plattegronden van de verdiepingen werden bijvoorbeeld niet aangeleverd) om een degelijke ruimtelijke/stedenbouwkundige beoordeling te formuleren, is het advies dienaangaande dan ook ongunstig.” 

Wij merken op dat de omgevingsvergunning met referentie OMV_2021086391 voor het optrekken van het bouwwerk onverminderd van toepassing blijft. Voorliggende aanvraag beoogt enkel het verlagen van de grondwatertafel. Opmerkingen over raamopeningen en materiaalgebruik in het kader van voorliggende aanvraag hebben bijgevolg geen milieutechnische relevantie. Een wijziging van de ondergrondse inname heeft wel gevolgen voor het uittekenen van de bouwkuip én bij uitbreiding de bemalingsmodelering.

 

In een mail van 21 januari 2025 bevestigt de deskundige dat de bemalingszone afwijkt van de meest recente plannen. De bemalingsstudie is niet gebaseerd op de plannen uit het vergunde bouwdossier. Het bouwdeel met inspectietunnel van leidingen is niet inbegrepen als bemalingsvolume. De integratie van de ontbrekende volumes vereist een aanpassing van de berekeningen, studie en beoordeling. Bijgevolg wordt geconcludeerd dat het aangevraagde dagdebiet, jaardebiet en totaal waterbezwaar ontoereikend is om het beoogde project te realiseren. Ook de effectbeoordeling wordt in dit geval als niet-adequaat onderbouwd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld de aanvraag voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten te weigeren.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Ongunstig geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling bouwproject)

40,90 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling bouwproject)

40,90 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling bouwproject)

79.388,00 m³/jaar

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 november 2024

Volledig en ontvankelijk

13 december 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 februari 2025

Verslag GOA

23 januari 2025

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.