Terug
Gepubliceerd op 04/02/2025

2025_CBS_00367 - Omgevingsvergunning - OMV_2024107828. Middelmolenlaan 50-52. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/01/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2025_CBS_00367 - Omgevingsvergunning - OMV_2024107828. Middelmolenlaan 50-52. District Deurne - Goedkeuring 2025_CBS_00367 - Omgevingsvergunning - OMV_2024107828. Middelmolenlaan 50-52. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024107828

Gegevens van de aanvrager:

de heer Hendrik Relaes met als adres Hogenakkerhoekstraat 1 te 9150 Kruibeke

Ligging van het project:

Middelmolenlaan 50-52 te 2100 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 27 sectie A nrs. 279M, 280P4, 280B4, 285A5 en 285Z4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

oprichten van 16 KMO units na sloop

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/12/2020: vergunning (20202497) voor een zuivelfabriek: wijziging, uitbreiding en actualisering;

-          20/08/1980: vergunning (19804043) voor het bouwen van een zuiveringsstation.

 

Vergunde toestand

-          waterzuiveringsstation;

-          plangebied opgenomen in Brownfieldconvenant 126 Antwerpen Gosselin.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

Nieuwe toestand

-          16 casco KMO units met een oppervlakte tussen circa 250 en 350 m²;

-          2 gebouwen onder plat dak met een kroonlijsthoogte van 8m50;

-          centrale toegangsweg naar achter waar parkeerplaatsen, een fietsenberging en een wadi voorzien worden;

-          hoogspanningscabine tussen beide gebouwen;

-          voorgevels in licht- en donkergrijze, architectonische betonpanelen met aluminium buitenschrijnwerk.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande bebouwing;

-          inrichten van de functie bedrijvigheid;

-          oprichten van een nieuw volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

18 oktober 2024

20 december 2024

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

18 oktober 2024

25 oktober 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

18 oktober 2024

4 december 2024

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

18 oktober 2024

20 december 2024Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

18 oktober 2024

4 november 2024

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

18 oktober 2024

24 oktober 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

18 oktober 2024

12 november 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

18 oktober 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

-          Er wordt een kleinere hemelwaterput voorzien dan is vereist door de verordening. Daarnaast wordt opgemerkt dat het regenwater volgens de nota zal hergebruikt worden voor de spoeling van de toiletten. Er is echter geen sanitair opgetekend.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode:  de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 19 Afvalverzameling: er worden geen afvalbergingen voorzien;
  • Artikel 20 Daken: de daken van beide gebouwen moeten in een lichtkleurige dakbedekking worden afgewerkt.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota ID 29647 werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 13/11/2024.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. De aanvraag handelt over de oprichting van een 16 KMO-units in de bedrijvenzone Kanaalkant in Deurne. De units worden gesitueerd in woongebied. De feitelijke verschijningsvorm van de omgeving is een gemengd woon-werkgebied op de rand van industriegebied. In de visienota van het Kaderplan ‘Albertkanaal Antwerpen – Schoten – Wijnegem’ wordt de Middelmolen omschreven als gebied voor middelgrote bedrijvigheid.

 

De aanvraag wordt gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie:

“Het project past binnen de visie van de beleidsnota ruimtelijke economie inzonderheid de deelluiken verweving en bedrijvigheid kanaalkant zuid. De site is tevens gelegen binnen het projectgebied provinciaal Kaderplan kanaalkant en voldoet aan de goedgekeurde beleidsvisie.”

 

De 16 units kunnen desgewenst samengevoegd worden tot grotere units. De toekomstige invulling van de verschillende units is bijgevolg nog niet gekend. De units zullen casco verkocht worden. De gemeenschappelijke delen (parkeerplaatsen, wadi, ontsluitingsstructuur, …) zullen via een vereniging van mede-eigenaars gezamenlijk beheerd worden. De invulling van de units moet onder de noemer bedrijvigheid vallen. Een inrichting met louter kantoren of met diensten is niet mogelijk.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag bevat twee volumes met telkens 8 KMO-units en een tussenliggende ontsluiting. De volumes sluiten aan op de wachtgevels van de aanpalende percelen. De bouwdiepte en bouwhoogte zijn verenigbaar met de bebouwing in de omgeving.

 

Elk volume heeft 4 units aan de straatzijde en 4 units aan de achterzijde. Elke unit beschikt over een eigen toegangspoort en een beperkte tussenvloer die als bureauruimte of voor opslag kan gebruikt worden. Een gemeenschappelijke ontsluitingsstructuur bedient de units die aan de achterzijde worden gesitueerd. Langs deze ontsluitingsstructuur wordt ook de parkeerbehoefte ingericht.

 

De perceelsdelen die geen functionele invulling kennen, worden groen ingericht. Meer dan 20 % van het perceel is onbebouwd en onverhard. Er wordt een grote wadi voorzien voor de infiltratie van het regenwater gezien herbruik onvoldoende gegarandeerd kan worden gezien de exacte invulling met bedrijvigheid nog ongekend is. 

De voorgestelde werken zijn bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De twee gebouwen met KMO-units worden gematerialiseerd met panelen in architectonisch beton. De kroonlijsthoogte wordt afgestemd op de linker- en rechteraanpalende bedrijfsgebouwen. De bebouwing in de Middelmolenlaan is geconcipieerd in minerale materialen. De bedrijven passen zich hierdoor in tussen de aanwezige woonfuncties.

De visueel-vormelijke inpassing is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er wordt een kleinere hemelwaterput voorzien dan is vereist door de verordening. Deze afwijking kan worden toegestaan.

Herbruik kan, gezien de functie en gezien de lage personeelsbezetting onvoldoende gegarandeerd worden. Er wordt een voldoende grote wadi voorzien voor infiltratie. Er wordt wel aangegeven dat het regenwater zal hergebruikt worden voor de spoeling van toiletten. Er wordt echter geen sanitair opgetekend. In de voorwaarden bij de vergunning moet worden opgenomen dat elke unit moet voorzien worden van sanitair.

 

De beschrijvende nota stelt dat de KMO-units casco opgeleverd worden. Bij de verdere inrichting van de units moet elke unit voorzien worden van een afgescheiden afvalberging van minstens 4 m², voorzien van verluchting. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Artikel 20 van de bouwcode legt op dat daken van gebouwen die niet als groendak zijn ingericht met een lichtkleurige dakbedekking moeten bekleed worden. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

De aanvraag betreft het oprichten van 16 KMO units na sloop.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 59 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. Vermits niet gekend is welke exacte invulling de KMO units zullen krijgen, wordt de parkeernorm voor een bedrijfsverzamelgebouw gebruikt: 4343 m² met parkeernorm 1.35/100 m² --> 4343 m² x 1.35/100 m² = 58,6.

De werkelijke parkeerbehoefte is 59.

 

De plannen voorzien in 57 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er wordt voorzien in een stallingscapaciteit van 57 auto’s. De vloeroppervlakte bedraagt 4.343 m2, en er is dus een capaciteit voorzien à rato van 1,31 auto’s per 100 m2.

 

Er is per unit 1 autoparkeerplaats inpandig ingetekend. Vermits er geen duidelijkheid is over de invulling van de units kunnen we er ook niet van uitgaan dat er auto’s geparkeerd zullen kunnen worden. Alle plaatsen moeten buiten de units voorzien worden. De 16 inpandige parkeerplaatsen kunnen niet als nuttig beschouwd worden.

 

Een aantal parkeerplaatsen werden versnipperd voorzien aan de kant van de Middelmolenlaan. Alle parkeerplaatsen moeten geclusterd voorzien worden zodat het aantal inritten en conflictzones zoveel mogelijk beperkt wordt. Parkeerplaatsen 3, 4, 7, 8, 9, 10, 12 en 15 kunnen dus niet als nuttig gerekend worden binnen dit ontwerp. Er moet een alternatief voorstel uitgetekend worden zodat dit opnieuw beoordeeld kan worden.

 

Het advies van de dienst Mobiliteit resulteert in 33 nuttige parkeerplaatsen.

Deze berekening wordt echter niet bijgetreden.

Enerzijds door de parkeerplaatsen parallel met de Middelmolenlaan te clusteren kunnen deze plaatsen wel behouden en bij de nuttige parkeerplaatsen bijgeteld worden (zie ook verder). Hierdoor komt het aantal nuttige parkeerplaatsen op 33 + 8 = 41 te liggen.

Anderzijds kan ook gesteld worden dat de inpandige parkeerplaatsen ook in rekenschap genomen kunnen worden gezien het stallen van wagens op de inrit niet meer mogelijk wordt en de inrit als zone voor het in- en uitrijden van de in- en uitpandige parkeerplaatsen beschouwd kan worden.

Hierdoor komt het aantal nuttige parkeerplaatsen op 41 + 16 = 57 te liggen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 57.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 59 – 57 = 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 parkeerplaatsen.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

Elke unit is afzonderlijk bereikbaar via de Middelmolenlaan rechtstreeks, of via de toegangsweg die naar de achterzijde van de units loopt. De doorgang is op sommige plaatsen beperkt tot 5 m wat krap is voor vrachtverkeer.

 

Fietsvoorzieningen:

Na overleg werd door Ruimtelijke Ordening een stallingscapaciteit voorgesteld van 0,60 eenheden per 100 m2. Het project voorziet in een stalplaats van 26 fietsen (43,43 x 0,60). Er is geen gedetailleerde intekening van de fietsenstalling. Het is dus moeilijk te beoordelen of de fietsenstalling toereikend is qua ruimte en afmetingen. Er moet een detailplan bezorgd worden om dit te kunnen beoordelen. Er moeten beugels voorzien worden waar fietsen aan vastgemaakt kunnen worden.

 

Laden en lossen:

Laden en lossen moet steeds volledig op eigen terrein gebeuren en dit geldt voor alle units (ook deze die aan de kant van de Middelmolenlaan liggen). Het openbaar domein moet gevrijwaard blijven van laad- en losbewegingen. Vrachtverkeer moet steeds voorwaarts de site oprijden en moet op eigen terrein kunnen draaien om de site ook voorwaarts weer te verlaten. Dit om de veiligheid van de andere weggebruikers op het openbaar domein te garanderen. Er mag dus nooit achterwaarts gereden worden op het openbaar domein. De breedte van de wegenis op eigen terrein is op sommige plaatsen erg beperkt. Er is ook geen ruimte om aan de uiteinden te keren. Er moet in beeld gebracht worden hoe de logistieke stromen zullen verlopen op de site per unit.

 

De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-          Indien mogelijk moeten bestaande parkeerplaatsen behouden blijven.

-          Laden en lossen moet voor alle units op eigen terrein gebeuren.

-          Manoeuvreren van vrachtverkeer moet steeds op eigen terrein gebeuren. De site moet steeds voorwaarts bereikt en verlaten worden.

-          Er moet in beeld gebracht worden hoe de logistieke stromen voor laden en lossen op de site zullen gebeuren per unit.

-          Er moet een detailplan bezorgd worden om te kunnen beoordelen of de fietsenstalling toereikend is qua ruimte en afmetingen.

-          Er moeten fietsbeugels voorzien worden in de fietsenstalling waar fietsen aan vastgemaakt kunnen worden.

 

Het advies wordt bijgetreden met uitzondering van volgende voorwaarden:

1)     Alle parkeerplaatsen moeten geclusterd voorzien worden zodat het aantal inritten en conflictzones zoveel mogelijk beperkt wordt. Er moet voor de parkeerplaatsen in de voortuinstrook een alternatief voorstel uitgetekend worden zodat dit opnieuw beoordeeld kan worden.

-          Het is correct te stellen dat conflictzones zoveel mogelijk vermeden moeten worden en dat parkeerplaatsen geclusterd moeten worden.

Om hieraan tegemoet te komen, moeten de parkeerplaatsen parallel met de Middelmolenlaan voorzien worden. Hierdoor blijft de in- en uitrijdzone beperkt tot de voorgestelde opritten. Hierdoor verminderd het aantal in- en uitrijdpunten en bijgevolg dus ook het aantal conflictpunten. Bijkomend verdwijnen via deze oplossing ook minder parkeerplaatsen op openbaar domein.

Dit wordt als voorwaarde aan de vergunning gekoppeld.

2)     Er moet in beeld gebracht worden hoe de logistieke stromen voor laden en lossen op de site zullen gebeuren per unit.

-          Het advies om bijkomende informatie met betrekking tot de logistieke stromen aan te leveren kan niet worden bijgetreden omdat een vergunning eenduidig moet zijn en niet afhankelijk kan gesteld worden van bijkomend aan te leveren informatie.

3)     Er moet een detailplan bezorgd worden om te kunnen beoordelen of de fietsenstalling toereikend is qua ruimte en afmetingen.

-          Een vergunning moet eenduidig zijn en kan niet afhankelijk zijn van bijkomende aan te leveren plannen. Het advies met betrekking tot het detailplan kan bijgevolg niet bijgetreden worden. De fietsenstalling kan voorzien in 19 fietsenstalplaatsen conform de afmetingen van de bouwcode. De 7 overige fietsen kunnen inpandig in de units gestald worden. Als er in elke unit één fiets gestald wordt, zijn er meer dan voldoende fietsenstaplaatsen in de fietsenstalling. Dit moet in de voorwaarden bij de vergunning worden opgenomen.

De adviezen met betrekking tot het laden en lossen worden integraal opgenomen als voorwaarden bij de vergunning.

 

Bijgevolg worden volgende aangepaste voorwaarden bij de vergunning opgenomen:

-          Laden en lossen moet voor alle units op eigen terrein gebeuren.

-          Manoeuvreren van vrachtverkeer moet steeds op eigen terrein gebeuren. De site moet steeds voorwaarts bereikt en verlaten worden.

-          Er moeten fietsbeugels voorzien worden in de fietsenstalling waar fietsen aan vastgemaakt kunnen worden.

-          De parkeerplaatsen die een in- en uitrit op de Middelmolenlaan hebben moeten parallel met de Middelmolenlaan voorzien worden en de oprit als in- en uitrit gebruiken.

-          In elke unit moet de mogelijkheid voorzien worden om één fiets te stallen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius moeten nageleefd worden.

3. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Aquafin moeten nageleefd worden.

4. Elke unit moet voorzien worden van sanitair.

5. Elke unit moet voorzien worden van een afgescheiden afvalberging van minstens 4 m² voorzien van verluchting.

6. De daken moeten voorzien worden van een lichtkleurige dakbedekking.

7. Er mogen geen parkeerplaatsen rechtstreeks uitgeven op de Middelmolenlaan. De parkeerplaatsen in de voortuinstrook moeten gedraaid worden zodat deze ingereden kunnen worden vanop de oprit en/of inpanding voorzien worden.

8. In elke unit moet de mogelijkheid voorzien worden om één fiets te stallen.

9. Laden en lossen moet voor alle units op eigen terrein gebeuren.

10. Manoeuvreren van vrachtverkeer moet steeds op eigen terrein gebeuren. De site moet steeds voorwaarts bereikt en verlaten worden.

11. Er moeten fietsbeugels voorzien worden in de fietsenstalling waar fietsen aan vastgemaakt kunnen worden.

12. De bomen die door het herpositioneren van de parkeerplaatsen verdwijnen, moeten op het perceel voorzien worden.


Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 augustus 2024

Volledig en ontvankelijk

18 oktober 2024

Start openbaar onderzoek

29 oktober 2024

Einde openbaar onderzoek

27 november 2024

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

13 december 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 januari 2025

Verslag GOA

17 januari 2025

Naam GOA

Axel Devroe

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Tekort aan parkeerplaatsen: De bezwaarindiener stelt dat de parkeerdruk in de Middelmolenlaan zo hoog is dat het verlies van parkeerplaatsen op de openbare weg door dit project, het onmogelijk maakt om personeel, klanten en leveranciers op een degelijke manier te kunnen laten parkeren.

Beoordeling: De bijkomende opritten veroorzaken een verlies aan parkeerplaatsen langs het openbaar domein maar de aanvraag past zich qua de aard en de grootte van het programma in op de omringende woon-werkomgeving. De uitwerking met kleinschalige units met telkens een eigen toegangspoort is een ruimtelijke uitwerking van het programma. Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit stelt wel om de parkeerplaatsen in de voortuinstrook niet rechtstreeks op de Middelmolenlaan te laten uitkomen om conflictzones met het doorgaand verkeer zoveel mogelijk te beperken. Dit advies wordt als voorwaarde aan de vergunning gekoppeld. Er zullen dus meer parkeerplaatsen op het openbaar domein beschikbaar blijven dan in de aanvraag werd voorgesteld. De parkeerbehoefte van de aanvraag wordt bijgevolg niet afgewenteld op het openbaar domein.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius moeten nageleefd worden.

3. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Aquafin moeten nageleefd worden.

4. Elke unit moet voorzien worden van sanitair.

5. Elke unit moet voorzien worden van een afgescheiden afvalberging van minstens 4 m² voorzien van verluchting.

6. De daken moeten voorzien worden van een lichtkleurige dakbedekking.

7. Er mogen geen parkeerplaatsen rechtstreeks uitgeven op de Middelmolenlaan. De parkeerplaatsen in de voortuinstrook moeten gedraaid worden zodat deze ingereden kunnen worden vanop de oprit en/of inpanding voorzien worden.

8. In elke unit moet de mogelijkheid voorzien worden om één fiets te stallen.

9. Laden en lossen moet voor alle units op eigen terrein gebeuren.

10. Manoeuvreren van vrachtverkeer moet steeds op eigen terrein gebeuren. De site moet steeds voorwaarts bereikt en verlaten worden.

11. Er moeten fietsbeugels voorzien worden in de fietsenstalling waar fietsen aan vastgemaakt kunnen worden.

12. De bomen die door het herpositioneren van de parkeerplaatsen verdwijnen, moeten op het perceel voorzien worden.


Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.