Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024130323 |
Gegevens van de aanvrager: | Mathias De Baets - Liselot Van Winckel met als adres Demerstraat 9 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: | Demerstraat 9 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 254C3 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/11/2024: statusrapport.
Vergunde toestand
Er zijn geen vergunningen teruggevonden in de archieven;
Toestand bij inwerkingtreding gewestplan Antwerpen:
- functie: wonen – eengezinswoning;
- bouwvolume:
Bestaande toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Nieuwe toestand
- functie: wonen - eengezinswoning
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het bouwvolume;
- wijzigen van de gevelafwerking;
- uitbreiden van de scheidingsmuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Oost | 12 december 2024 | 9 januari 2025 | Gunstig |
De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal | 12 december 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 12 december 2024 | 16 december 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het overstromingsveilig pluviaal peil bij een middelgrote kans toekomstig klimaat bedraagt 4.60 mTAW. Bij een middelgrote kans toekomstig klimaat bedraagt de pluviale waterdiepte die gemodelleerd wordt tegen het gebouw (straatzijde, voorgevel) 65 cm. De vloerpas van de gelijkvloerse verdieping zit daar 63 cm onder.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
Eventueel op te leggen voorwaarden met betrekking tot de structurele werken die nodig zijn om bescherming tegen overstromingen te bieden, zouden disproportioneel zijn. De aanvrager wordt wel geadviseerd mobiele beschermingsmiddelen te voorzien om de woning te beschermen tegen overstromingen.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
Op volgende website worden oplossingen aangereikt om gebouwen te beschermen tegen waterindringing of in het geval van onvermijdbare waterindringing de kans op schade te verkleinen. https://www.vmm.be/water/overstromingen/hoe-je-woning-beschermen/
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande vergunde functie van eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met het woongebied volgens gewestplan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De Demerstraat is een smalle straat die wordt gekenmerkt door woningen met 2 tot 3 bouwlagen. De woning uit de aanvraag telt 2 bouwlagen in de bestaande toestand en wordt opgetopt met een bijkomende bouwlaag waarvan de bouwdiepte zich afstemt op de bouwdiepte van het hoofdvolume. De optopping is in overeenstemming met de kenmerken van de omgeving. Het statusrapport geeft aan dat de bestaande bouwdiepte van het gelijkvloers niet als vergund geacht kan beschouwd worden. De bestaande bouwdiepte is in overeenstemming met de kenmerkende bouwdiepte op het gelijkvloers en er blijft een voldoende ruime stadstuin beschikbaar. De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag wordt gunstig beoordeeld.
Visueel-vormelijke elementen
Het buitenschrijnwerk wordt vervangen van hout naar zwart aluminium. Het wijzigen van het schrijnwerk is verboden conform artikel 8 van de bouwcode. Door het wijzigen van het schrijnwerk wordt het schrijnwerk van de bestaande bouwlagen en de optopping afgestemd op elkaar tot een harmonieus gevelbeeld. Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode wordt een afwijking van artikel 8 toegestaan.
De optopping wordt net zoals de bestaande gevel uitgevoerd in geel geglazuurde steen. Om de overgang tussen het bestaande en het nieuwe materiaal te verzachten wordt een lijst in blauwe hardsteen voorzien.
Deze ingreep wordt gunstig beoordeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De bijkomende bouwlaag vergroot de bewoonbare oppervlakte van de stadswoning die in de huidige toestand een netto vloeroppervlakte heeft van circa 100 m². Door het toevoegen van een extra slaapkamer, zal de netto vloeroppervlakte verhogen tot circa 130 m² en wordt de stadswoning beter afgestemd op het gebruik als eengezinswoning.
De speelkamer op de gelijkvloerse verdieping en het bureau op de eerste verdieping beschikken niet over een rechtstreekse toevoer van licht, lucht en zicht (bouwcode, artikel 10). De speelkamer beschikt echter over een brede, dubbele deur die in verbinding staat met de leefruimte. De ruimte kan beschouwd worden als een verblijfsruimte. Het bureau op de eerste verdieping is echter volledig afgesloten van licht, lucht en zicht en moet als verblijfsruimte uitgesloten worden uit de vergunning.
Het statusrapport stelt dat de gelijkvloerse bouwdiepte niet volledig als vergund geacht volume kan beschouwd worden. De bijkomende bouwdiepte wordt bijgevolg beoordeeld op de geldende bouwcode waarbij moet vastgesteld worden dat de scheidingsmuren niet overal voorzien worden van een minimale opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak conform artikel 18 van de bouwcode. Het dak van de uitbouw aan de keuken werd ook niet aangelegd als groendak, noch werd dit dak voorzien van een lichtkleurige gevelbedekking (bouwcode, artikel 20). Gezien een beperkt deel van de gelijkvloerse uitbouw een regularisatie betreft, kan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode een afwijking van artikel 20 toegestaan worden. Van artikel 18 van de bouwcode kan een afwijking worden toegestaan op voorwaarde dat de dakbedekking valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen. Dit moet eveneens als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
De aanvraag heeft betrekking op een verbouwing van een woongelegenheid. Er wordt echter geen fietsenstalling voorzien (bouwcode, artikel 33). Gezien de inhoud van de aanvraag een optopping betreft en gezien de woning een bescheiden gezinswoning betreft, kan met toepassing van artikel 3 een afwijking worden toegestaan van artikel 33.
Volgens de watertoets is er een middelgrote kans (huidig klimaat) op pluviale overstromingen. Het overstromingsveilig pluviaal peil bij een middelgrote kans toekomstig klimaat bedraagt 4.60 mTAW of 65 cm boven het maaiveld aan straatzijde. De vloerpas van de gelijkvloerse verdieping zit daar circa 63 cm onder. De aanvraag betreft een optopping van het hoofdvolume. Eventueel op te leggen voorwaarden met betrekking tot de structurele werken die nodig zijn om bescherming tegen overstromingen te bieden, zouden disproportioneel zijn.
De aanvrager wordt wel geadviseerd mobiele beschermingsmiddelen te voorzien om de woning te beschermen tegen overstromingen (schotten aan het keldergat en de voordeur en terugslagkleppen op de afvoerleidingen om de terugstroom van rioleringswater te verhinderen).
Mits het naleven van bovenstaande voorwaarden voldoet de aanvraag aan de gestelde eisen inzake gebruiksgenot en wooncomfort.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1.Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021
2. Het bureau op de eerste verdieping wordt uitgesloten als verblijfsruimte.
3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 26 september 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 12 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 februari 2025 |
Verslag GOA | 17 januari 2025 |
Naam GOA | Axel Devroe |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het bureau op de eerste verdieping wordt uitgesloten als verblijfsruimte.
3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.