- De notulen van de raadszittingen van 16 december 2024 en 2 januari 2025 zijn digitaal raadpleegbaar in eBv.
Naar aanleiding van de verhindering van raadslid Zohra Othman, legde op de gemeenteraad van 27 januari 2025 mevrouw Marij Preneel de eed af.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
De gemeenteraadsleden maken van rechtswege deel uit van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De rang van de gemeenteraadsleden is van rechtswege de rang van de raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de samenstelling en de rangorde van de raad voor maatschappelijk welzijn, die dezelfde is als die van de gemeenteraad.
Op 2 januari 2025 werden tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad, de schepenen verkozen verklaard aan de hand van een gezamenlijke voordrachtakte (jaarnummer 6) en werd de heer Bart De Wever aangesteld in het mandaat van aangewezen-burgemeester (jaarnummer 7) .
De burgemeester is van rechtswege de voorzitter van het vast bureau en de schepenen maken van rechtswege de leden van het vast bureau uit. De rang die de burgemeester en de schepenen innemen in het college van burgemeester en schepenen is van rechtswege de rang die de leden in het vast bureau innemen.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
Een interne werkverdeling is ook voor het vast bureau noodzakelijk om een efficiënte uitoefening van de bevoegdheden die aan het vast bureau werden toegekend, mogelijk te maken.
Deze taakverdeling houdt geen overdracht van bevoegdheden in die aan het vast bureau werden toegekend, noch verleent zij de betrokken schepen enige persoonlijke beslissingsbevoegdheid over de aangelegenheden die hem/haar werden toevertrouwd. Alle beslissingen van het vast bureau worden steeds collegiaal genomen.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de interne taakverdeling van het vast bureau:
De Lokale Adviescommissie (LAC) werd opgericht door het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 1997 als orgaan dat uitspraak doet in geschillen tussen de distributeur van elektriciteit, gas en water. Er zijn vergaderingen van de LAC voor de sociale leveranciers Fluvius (Eandis en Infrax) en Water-link.
Een netbeheerder of waterleverancier die een verbruiker wil afsluiten, moet in bepaalde gevallen eerst advies vragen aan de LAC. In de LAC zitten afgevaardigden van het OCMW, de netbeheerder of waterleverancier, en eventueel de schuldbemiddelaar van de verbruiker.
Het OCMW onderzoekt dan eerst de situatie van de verbruiker. Als het probleem niet opgelost kan worden, bespreekt de LAC het dossier op een vergadering. Ook de verbruiker wordt uitgenodigd op de vergadering om zich te verdedigen. De LAC beslist dan over afsluiting of heraansluiting van elektriciteit, aardgas of water.
Op de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 2 januari 2025 (jaarnummer 5) werden de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst verkozen verklaard .
Op de zitting van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 2 januari 2025 (jaarnummer 3) werden de leden van het bijzonder comité voor sociale dienst, met uitzondering van de voorzitter, aangeduid om te zetelen in de LAC, en werd de werking en organisatie van de LAC goedgekeurd.
Decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water.
Besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water, zoals gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse regering van 21 december 2018.
Energiedecreet 8 mei 2009 (Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid).
Decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending (ook genoemd “drinkwaterdecreet”)
Gelet op de nieuwe samenstelling van de raad voor maatschappelijk welzijn en het bijzonder comité voor de sociale dienst, is het nodig om nieuwe vertegenwoordigers vanuit het OCMW aan te duiden om te zetelen bij de vergaderingen van de LAC.
Volgens artikel 2 van het Besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water, zoals gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse regering van 21 december 2018, wordt in elke gemeente een commissie opgericht waarin namens het OCMW zetelt: "één lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst van het OCMW van de gemeente waar de abonnee zijn woonplaats heeft".
Gelet op het groot aantal zittingen van de LAC, is het aangewezen dat elk lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst, met uitzondering van de voorzitter, wordt aangeduid om te zetelen in de LAC als vertegenwoordiger van het OCMW. Met een beurtrol worden dan de verschillende vergaderingen van de LAC verdeeld onder deze vertegenwoordigers.
Daarnaast is het aangewezen om een aantal praktische zaken te regelen rond de organisatie en werking van de LAC.
Het bijzonder comité voor de sociale dienst keurde dit alles reeds goed op 2 januari 2025, om de werking van de LAC niet in het gedrang te brengen. Het is aangewezen om dit te laten bekrachtigen door de raad voor maatschappelijk welzijn.
Er worden geen presentiegelden betaald voor de vergaderingen van de LAC.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, Vooruit, GROEN, VLAAMS BELANG en cd&v.
Hebben zich onthouden: PVDA.
De raad voor maatschappelijk welzijn bekrachtigt de beslissing van 2 januari 2025 van het bijzonder comité voor de sociale dienst waarbij de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst, uitgezonderd de voorzitter, worden aangeduid om te zetelen in de LAC.
De raad voor maatschappelijk welzijn bekrachtigt de beslissing van 2 januari 2025 van het bijzonder comité voor de sociale dienst waarbij de praktische werking en organisatie van de LAC wordt geregeld als volgt.
In het Decreet lokaal bestuur worden een aantal bevoegdheden niet meer expliciet voorbehouden aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Op 25 maart 2019 besliste de raad voor maatschappelijk welzijn (jaarnummer 27) om verschillende bevoegdheden te delegeren aan het vast bureau.
Op 30 november 2017 besliste de raad voor maatschappelijk welzijn (jaarnummer 710) om het sluiten van overeenkomsten over crisiswoningen en het in rechte optreden bij verzoeningspogingen te delegeren aan de secretaris van het OCMW en aan een gemachtigd personeelslid.
Door de fusie met Borsbeek moet de nieuwe raad voor maatschappelijk welzijn opnieuw een besluit nemen over de delegatie van bevoegdheden. Daardoor gelden de delegaties op het ganse grondgebied van de nieuwe gemeente.
Artikel 77 §1 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de volheid van bevoegdheid voor de aangelegenheden die aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd. .
Artikel 78, 2e lid van het Decreet lokaal bestuur legt de bevoegdheden vast die de raad voor maatschappelijk welzijn niet kan delegeren aan het vast bureau.
Artikel 375 juncto artikel 351 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat, behalve in geval van andersluidende bepalingen in dit hoofdstuk, blijven in de samengevoegde gemeenten de besluiten, reglementen en verordeningen van toepassing op het grondgebied waarvoor ze zijn uitgevaardigd, tot op de dag dat ze door de bevoegde overheid worden opgeheven.
Artikel 78, 1e lid van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement bepaalde bevoegdheden kan toevertrouwen aan het vast bureau.
De in punt 1 tot 4 vermelde bevoegdheden werden met het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 maart 2019 (jaarnummer 27) overgedragen aan het vast bureau.
Door de fusie moeten de bestaande delegatiebesluiten worden opgeheven en opnieuw worden beslist om van toepassing te zijn op het ganse grondgebied van de nieuwe gemeente. De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de opgesomde delegaties te hernemen.
Tegelijkertijd worden bestaande delegaties (vermeld in de punten 5 en 6) van het OCMW die niet meer noodzakelijk zijn door gewijzigde bevoegdheden tussen raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau op basis van het Decreet lokaal bestuur opgeheven.
1. Personeel
1.1. Rechtspositieregeling
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist de bevoegdheid om te beslissen over alle reglementen met betrekking tot personeelsaangelegenheden, waaronder de rechtspositieregeling van het personeel, opnieuw aan het vast bureau over te dragen.
1.2. Het begrip dagelijks personeelsbeheer
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de bevoegdheid om het begrip dagelijks personeelsbeheer vast te stellen opnieuw aan het vast bureau over te dragen.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 24 maart 2016 (jaarnummer 329) werd in de beslissing van 26 maart 2019 (jaarnummer 27) impliciet opgeheven. Omwille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid wordt dit besluit nu ook formeel opgeheven.
1.3. Dadingen met personeelsleden over het einde van het dienstverband
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist de bevoegdheid om het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben opnieuw aan het vast bureau over te dragen.
2. Financieel
De hiernavolgende bevoegdheden worden niet geregeld in het Decreet lokaal bestuur. Niet decretaal geregelde bevoegdheden komen de raad voor maatschappelijk welzijn toe, die kan delegeren aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist de opgesomde bevoegdheden opnieuw aan het vast bureau over te dragen.
1. Aangaan van leningen voor een periode langer dan 1 jaar.
In de beleidsrapporten, goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn, wordt voorzien voor welke bedragen er leningen kunnen worden aangegaan. De beslissingen die het vast bureau neemt over het aangaan van leningen moeten steeds kaderen in de uitvoering van de beleidsrapporten.
2. Vaste beleggingen van kapitalen voor een periode langer dan 1 jaar.
3. Organisatie – het organogram
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist de bevoegdheid om het organogram vast te stellen opnieuw aan het vast bureau over te dragen.
Het organogram van de groep stad Antwerpen bepaalt conform artikel 161 van het Decreet lokaal bestuur 'de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, de gezagsverhoudingen en de functies waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.'
Het organogram van het OCMW bepaalt de interne werking en verdeling van diensten bij de bedrijfseenheden.
Deze delegatie heeft geen invloed op de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn om verzelfstandigde entiteiten op te richten of er aan deel te nemen en beheers- en samenwerkingsovereenkomsten te sluiten met deze verzelfstandigde entiteiten.
4. Projectoproepen
4.1. Intekenen op projectoproepen van hogere overheden
De bevoegdheid om in te tekenen op projectoproepen van hogere overheden wordt niet geregeld in het Decreet over het lokaal bestuur. Niet decretaal geregelde bevoegdheden komen de raad voor maatschappelijk welzijn toe, die kan delegeren aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist de bevoegdheid om in te tekenen op projectoproepen van hogere overheden opnieuw aan het vast bureau over te dragen.
Het vast bureau kan op alle projectoproepen van hogere overheden intekenen, rekening houdend met het belang en de bevoegdheden van het OCMW.
Voor de uitvoering van projecten van hogere overheden waarop het OCMW intekent wordt soms een contract gesloten. Zeker voor Europese subsidieprojecten is dat het geval. De raad voor maatschappelijk welzijn wenst dan ook de bevoegdheid om contracten te sluiten in het kader van deze projecten aan het vast bureau over te dragen, onder voorbehoud en voor zover ze geen elementen bevatten die tot de exclusieve bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn behoren op grond van onder andere artikel 78, 2e lid van het Decreet lokaal bestuur.
4.2. Organiseren van projectoproepen door het OCMW - Antwerpen
De bevoegdheid om projectoproepen te organiseren wordt niet geregeld in het Decreet over het lokaal bestuur. Niet decretaal geregelde bevoegdheden komen de raad voor maatschappelijk welzijn toe, die kan delegeren aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de bevoegdheid om een marktraadpleging via projectoproepen te organiseren opnieuw aan het vast bureau over te dragen.
Door de delegatie is het vast bureau bevoegd om:
Voor de verdere stappen voorziet het Kaderbesluit Basisprincipes Ondersteuningsbeleid in een verdeling van de bevoegdheid tussen vast bureau en bedrijfsdirecteur op basis van het bedrag van de ondersteuning. Hierover moet de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing meer nemen, maar voor de volledigheid wordt het wel vermeld. Het bevoegd orgaan beslist over:
Dit doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn tot het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.
5. Crisiswoningen overeenkomsten bezetting ter bede en in rechte optreden
In het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 december 2017 (jaarnummer 710) werd de bevoegdheid om bezettingen ter bede en om in rechte verschijnen voor een oproep tot verzoening overgedragen aan de secretaris en het OCMW. Door de invoering van het Decreet lokaal bestuur komt het niet meer aan de raad voor maatschappelijk welzijn toe om dit te delegeren. Omwille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid wordt dit besluit nu formeel opgeheven.
6. Delegaties aan vast bureau
Met het raadsbesluit van 30 januari 2014 (jaarnummer 29) werden de volgende bevoegdheden overgedragen:
Door de invoering van het Decreet lokaal bestuur zijn deze delegaties achterhaald. Omwille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid worden de artikelen een, twee en drie van dit besluit nu formeel opgeheven.
Een aantal van de overgedragen bevoegdheden mogen niet overgedragen worden door de hogere regelgeving. Het komt dan ook niet aan de raad voor maatschappelijk welzijn toe om daar nog een beslissing over te nemen. Voor de andere bevoegdheden neemt de raad voor maatschappelijk welzijn geen uitdrukkelijke beslissing om de verdere delegatie toe te laten, waardoor het vast bureau ze niet kan overdragen aan de algemeen directeur.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de opheffing goed van het delegatiereglement van 25 maart 2019 (jaarnummer 27).
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed om de bevoegdheid over het vaststellen van reglementen over personeelsaangelegenheden, waaronder de rechtspositieregeling voor personeelsleden, over te dragen aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de opheffing goed van het raadsbesluit van 29 juni 2016 (jaarnummer 329).
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed om de bevoegdheid om het begrip dagelijks personeelsbeheer vast te stellen over te dragen aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed om de bevoegdheid om dadingen te sluiten met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben, over te dragen aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed om de volgende bevoegdheden rond leningen voor een periode langer dan 1 jaar over te dragen aan het vast bureau:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed om de bevoegdheid om vaste beleggingen van kapitaal voor een periode langer dan 1 jaar uit te voeren, over te dragen aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed om de bevoegdheid over het vaststellen van het organogram van de groep stad Antwerpen over te dragen aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed om de bevoegdheid om in te tekenen namens de stad Antwerpen op projectoproepen georganiseerd door een hogere overheid en om daarover contracten te sluiten met diezelfde overheid over te dragen aan het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed om de bevoegdheid om voor ondersteuningen een vorm van marktraadpleging te organiseren over te dragen aan het vast bureau:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de opheffing goed van het raadsbesluit van 21 december 2017 (jaarnummer 710).
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de opheffing goed van de artikelen een, twee en drie van het raadsbesluit van 30 januari 2014 (jaarnummer 29).
- Er werden geen opmerkingen gemaakt over de notulen van de zitting van 16 december 2024 en 2 januari 2025, bijgevolg worden zij als goedgekeurd beschouwd.