Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024121514 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Karin Van Poucke met als adres Botermelkstraat 46 te 9100 Sint-Niklaas |
Ligging van het project: | Prins Boudewijnlaan 29 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 23 sectie C nr. 294P7 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een meergezinswoning na sloop van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/03/1936: toelating (1275#3792) voor het plaatsen van een zuiveringsstelsel;
- 09/03/1936: toelating (1275#3747) voor het bouwen van een huis.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een eengezinswoning;
- bouwen van een meergezinswoning met 4 woongelegenheden;
- wijzigen van de scheimuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen | 12 december 2024 | 9 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 12 december 2024 | 19 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 12 december 2024 | 9 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 12 december 2024 | 13 december 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 12 december 2024 | 10 januari 2025 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 12 december 2024 | 23 december 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punt:
de infiltratievoorziening wordt niet bovengronds aangelegd.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
§ 1 op de doorsnedes springen de ventilatieopeningen voor de kelder meer dan 0,3 m uit het gevelvlak, verder is het onduidelijk of de ventilatie openingen voldoen aan de overige voorschriften in dit artikel;
§ 1 het groendak wordt niet voorzien van een niet-brandbare strook met een breedte van 30 cm ter hoogte van dakopstanden, lichtkoepel(s), afvoerbuizen;
§ 5 de aanvraag betreft een vervangende nieuwbouw, per gesloopte eengezinswoning wordt echter geen zelfstandige woongelegenheid met min. 130 m2 vloeroppervlakte en 15 m2 aansluitende buitenruimte voorzien;
§ 1 de aanvraag betreft een nieuwbouw. Er worden onvoldoende parkeerplaatsen voorzien.
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt. (Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het omvormen van de eengezinswoning naar een meergezinswoning is in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag omvat de sloop van een eengezinswoning en de bouw van een meergezinswoning met 4 wooneenheden. De vergunde toestand betreft een rijwoning met 3 bouwlagen onder een plat dak met aan de voorzijde een stuk zadeldak met puntgevel. Het nieuwe volume evenaart de bestaande bouwdiepte maar krijgt 4 bouwlagen onder een plat dak. Het openbaar domein en het achterliggende binnengebied zijn voldoende ruim waardoor een 4e bouwlaag aanvaardbaar is. De scheimuurophogingen voor de extra bouwlaag genereren geen onaanvaardbare hinder voor de aanpalers.
Het nieuwe appartementsgebouw wordt opgericht volgens een helder plan met een wooneenheid per verdieping. Links wordt de traphal met ruime lift geplaatst en rechts bevindt zich op elke verdieping een doorzonleefruimte, die op de verdiepingen een uitpandig terras krijgt aan de achtergevel. De slaapkamers worden centraal op het plan geplaatst. Op het gelijkvloers wordt centraal aan de voorzijde een garage ingericht, waardoor het gelijkvloerse appartement slechts 1 slaapkamer heeft. De bovenliggende appartementen hebben 2 slaapkamers.
De aanvraag betreft de vervangende nieuwbouw van een eengezinswoning. In de nieuwe toestand moet -conform artikel 28 van de bouwcode- een zelfstandige woongelegenheid van minstens 130 m² met 15 m² aansluitende buitenruimte voorzien worden.
Met dit artikel wil de stad het aanbod aan ruimere woongelegenheden beschermen aangezien deze ruimte geven aan (jonge) gezinnen.
De tweeslaapkamerappartementen in de aanvraag hebben een nettovloeroppervlakte van circa 89 m² met een terras van circa 9 m² waardoor niet voldaan is aan het desbetreffende artikel.
De bestaande kwaliteit van een grote woning met een ruimere buitenruimte gaat dus verloren. Dit is niet aanvaardbaar en kan niet gunstig geadviseerd worden.
Er wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Gezien het te slopen pand architecturaal waardevol en beeldbepalend is voor de straatwand en op de lijst voor herinventarisatie van het bouwkundig erfgoed staat, werd intern advies opgevraagd bij de stedelijke dienst Monumentenzorg. Hun advies luidt als volgt:
“Het pand is weerhouden tijdens de herinventarisatiecampagne van Berchem en wordt in de zeer nabije toekomst toegevoegd aan de inventaris bouwkundig erfgoed.
Dit ruime burgerhuis in art-decostijl werd in 1936 ontworpen door de Gentse architect Geo Henderick, voor rekening van mevrouw Albert Delmotte-Neyrinck (bouwdossier 1275#3747). Een jaar later ontwierp de architect een woon-handelspand in zakelijke art-decostijl in opdracht van naamgenoot Werner Neyrinck aan de Oever 23-25 in Antwerpen.
Geo Henderick was vóór de Eerste Wereldoorlog één van de meest creatieve art-nouveau-architecten in Gent. In het verlengde van dit fantasierijke en vloeiende oeuvre ontwikkelde hij tijdens het vroege interbellum een expressionistische baksteenarchitectuur ontleend aan de sculpturale vormgeving van de Amsterdamse School, met een detaillering die aansloot bij de art deco. Hendericks verdere oeuvre getuigt van een onafgebroken zoeken naar een plastische gevelvorm, waartoe hij in de plattegrond cirkelvormige en polygonale ruimten integreert. Tijdens de jaren 1930 versobert zijn stijl tot een veel zakelijker idioom, dat evenwel afstand houdt van het zuivere functionalisme. In het ontwerp van de woning Delmotte-Neyrinck zien we, de overgang tussen deze twee fases. De woning Delmotte-Neyrinck en het woon- en handelspand Neyrinck zijn de enige gekende realisaties van de architect in Antwerpen.
Exterieur:
De opmerkelijk brede rijwoning telt vier ongelijke traveeën en groeit trapsgewijs van twee bouwlagen links naar vier bouwlagen rechts. De linkertravee is een lijstgevel gevat onder een mansardedak met leien dakopstand, de overige traveeën hebben een pannen zadeldak. Daar dit gedeelte hoger opgaat is de puntvormige zijgevel zichtbaar. De voorgevel bestaat uit een deurtravee onder lijstgevel links en rechts een puntgevel boven de brede venstertravee.
De volledig bepleisterde pui functioneert visueel als sokkel voor de bovenverdiepingen die uit geel baksteenparement opgebouwd zijn. De topgevel is volledig bepleisterd onder dekstenen en is gevat tussen twee lisenen met geometrische bekroning aan de aanzet van de puntgevel.
Alle gevelopeningen zijn rechthoekig en bevatten vernieuwd schrijnwerk. De fijne geometrische roedeverdelingen die in het bouwdossier te zien zijn, zijn hierbij verloren gegaan. Onderaan is er een opeenvolging van een garagepoort in de linkertravee, een voordeur geflankeerd door twee smalle gekoppelde zijlichten, een klein venster en een breed venster in de rechtertravee. Een gevelbreed cordon maakt op speelse manier verbinding tussen alle gelijkvloerse openingen, en scheidt het bovenlicht. De uitwerking van de verdiepingen van de deurtravee vormt een sterk verticaal accent in het gevelontwerp, waarbij in een doorlopende pleisteromlijsting twee vensters boven elkaar uitgewerkt werden, bekroond met drie consoles die de uitkragende kroonlijst ondersteunen. In de linkertravee is er boven de garagepoort een breed venster boven zware vensterdorpel op consoles. De dakopstand is opengewerkt met een eenvoudig daklicht. De twee rechtertraveeën worden op de verdiepingen visueel samengenomen door de borstwering van de driezijdige erker te laten doorlopen tot over de travee links ervan. Op de eerste verdieping ontstaat daarbij een klein balkon. Een eenvoudige buisbalustrade bovenaan de erker schermt een balkon af. Een balkondeur met twee kleine gekoppelde vensters geeft erop uit.
Interieur:
Zoals de gevelbreedte laat vermoeden, geeft het bouwdossier aan dat de woning een atypische dubbelhuisindeling meegekregen heeft. De voordeur geeft uit op een traphal, waarachter een centrale brede vestibule het hart van de woning vormt van waaruit alle gelijkvloerse ruimtes bereikbaar zijn. Langs de straat zijn dit de garage en salon die in enfilade staat met de eetkamer. Langs de tuinzijde is er nog een keuken met bijkeuken die via een office de eetkamer bedient. Van de verdiepingen bevat het bouwdossier geen grondplannen. Verder is de woning deels onderkelderd.
Het huidige interieur is ons niet in detail gekend. Bijgevoegde fotoreportage toont aan dat de traphal en het oorspronkelijk binnenschrijnwerk alvast bewaard zijn gebleven.
Men wenst het pand te slopen en te vervangen door een meergezinswoning. Vanuit oogpunt monumentenzorg is het slopen van het pand gebouwd door architect Geo Henderick niet aanvaardbaar. Op het vervangen van delen van het schrijnwerk na, bleef het pand gaaf bewaard en wordt als waardevol beschouwd.
Een object/complex is waardevol wanneer voor delen van het interieur en/of het exterieur de algemene historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische of esthetische waarde hoog zijn. Het betreft bebouwing die de uitstraling van het plangebied bepaalt. Vanuit architecturaal oogpunt kan ze als representatief beschouwd worden voor de omgeving en vertoont ze een stedenbouwkundige samenhang met de ontstaansgeschiedenis van de wijk. De architectuur binnen deze categorie wordt gekenmerkt door een hoge context- en ensemblewaarde. Woning Delmotte-Neyrinck voldoet aan al deze criteria. Het verrijkt niet alleen het straatbeeld maar stijgt erboven uit met zijn verfijnde en kenmerkende details.
Niet minder dan 39 realisaties zijn opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed. Enkele daarvan zijn ook beschermd. Het pand beantwoordt aan dezelfde waarderingscriteria. In Antwerpen is er van deze belangrijke Gentse architect slechts één ander pand gekend wat het uniek karakter versterkt.
Op basis van bovenstaande argumentatie wordt over deze aanvraag een ongunstig advies uitgebracht. Uiteraard staan we steeds ter beschikking om te bekijken hoe het bestaande pand eventueel kan getransformeerd worden met valorisatie van de aanwezige erfgoedwaarden.”
Het advies leest ongunstig en wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De sloop van het bestaande pand kan niet gunstig geadviseerd worden. Er wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van de verordening hemelwater omdat er een ondergrondse infiltratievoorziening geplaatst wordt in plaats van een bovengrondse. Er is voldoende plaats in de stadstuin voor de plaatsing van een bovengrondse infiltratievoorziening. Mocht voorliggende aanvraag gunstig geadviseerd worden, werd dit als voorwaarde voor vergunning opgelegd.
De ventilatieopeningen voor de kelder springen meer dan 0,30 m uit het gevelvlak. (bouwcode, artikel 13) Bij een gunstig advies werd het voldoen aan de bepalingen van artikel 13 §1 als voorwaarde voor vergunning opgelegd.
Het groendak wordt niet voorzien van een niet-brandbare strook van 0,30 m breed aan dakopstanden, lichtkoepel en dakdoorvoeren. Mocht voorliggende aanvraag gunstig geadviseerd worden, werd dit als voorwaarde voor vergunning opgelegd.
In het kader van de aanvraag werd ook intern advies opgevraagd bij de dienst Milieuvergunningen. Hun advies is gunstig en kan als volgt samengevat worden:
“De aanvraag betreft het slopen van een eengezinswoning én het bouwen van 4 woongelegenheden. Milieutechnisch zijn er geen bezwaren. Voor het aanleggen van de kelderverdieping zal mogelijks een grondwaterbemaling nodig zijn. Deze handeling is melding- of vergunningsplichtig i.f.v. van het debiet van het waterbezwaar en/of de ligging van de grondwatertafel.
Verder bemerken we dat de MER-screening ontoereikend is voor o.a. milieucompartiment water en bodem.
In een vernietigingsarrest van 27 oktober 2022 heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen zich uitgesproken over de draagwijdte van de m.e.r.-screening, en duidelijk gemaakt dat de milieueffecten van afzonderlijke bemalingswerken mee beoordeeld moeten worden in de m.e.r.-screening van het hoofdproject. Voorliggende aanvraag is het hoofdproject en omvat geen gegevens met betrekking tot de impact op de bodem, hoewel een ondergrondse bouwlaag wordt voorzien.”
Dit gunstig advies wordt bijgetreden.
Gezien geadviseerd wordt om voorliggende aanvraag te weigeren, worden geen voorwaarden bij de vergunning opgenomen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op bouw van een meergezinswoning met 4 wooneenheden. Het project ligt in centrumschil op meer dan 800 m van een interregionale knoop / regionale knoop / P&R. De bijhorende parkeernormen uit de bouwcode worden gehanteerd. Bij projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
Dit perceel betreft gesloten bebouwing met een relatief beperkte bouwdiepte. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4 – 1 = 3.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4 – 1 = 3. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Fietsvoorzieningen:
Er dienen 11 (1x2+3x3) overdekte en afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Er werden 12 plaatsen voorzien in de kelder dewelke toegankelijk zijn via een lift.
De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
Het advies wordt bijgetreden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en het ongunstig advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 27 september 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 12 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 februari 2025 |
Verslag GOA | 20 januari 2025 |
Naam GOA | Axel Devroe |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.