Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024135795 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV DATS 24 (0893096618) met als adres Edingensesteenweg 196 te 1500 Halle |
Ligging van het project: | Groenendaallaan 111 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 40 sectie C nrs. 32X en 32Y |
waarvan: |
|
- 20241009-0040 | afdeling 40 sectie C nrs. 32Y en 32X (DATS Merksem) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het verder exploiteren van een tankstation en een bijstelling voor het niet plaatsen van een meetgoot |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
De deputatie verleende op 10 augustus 2006 onder voorwaarden een milieuvergunning aan nv Etn. Fr. Colruyt voor de verdere exploitatie van een grootwarenhuis met beenhouwerij en benzinestation, gelegen aan de Groenendaallaan 111 te 2170 Merksem (Antwerpen) met kenmerk MLAV1/06-96. Op 31 oktober 2007 werd het benzinestation overgenomen door DATS 24 nv (kenmerk MLOV/07-142). In 2011 werd het aantal brandstofverdeelslangen met 4 uitgebreid (kenmerk MLVER-2011-0071). De vergunning voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten is geldig tot 10 augustus 2026.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat het verder exploiteren van een tankstation en een verzoek tot bijstelling van de sectorale voorwaarden. Met deze aanvraag wordt tevens de omzetting van de rubrieken volgens de CLP-regelgeving gerealiseerd.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) DATS Merksem
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; | 3,66 m³/uur |
6.5.2° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en): overige inrichtingen; | 12 verdeelslangen |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; | 54,60 ton |
17.3.2.2.2°a) | opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; | 46,50 ton |
CLP-tabel
CLP-tabel | ||||
Product | Hoeveelheid in kilogram | Hoeveelheid in liter | 17.3.2.1.1.2° | 17.3.2.2.2°a) |
benzine | 46.500 | 60.000 |
| X |
diesel | 54.600 | 60.000 | X |
|
totale hoeveelheid | 101.100 | 120.000 |
|
|
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
DATS Merksem
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: Artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II
Bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een maximum hoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m³ per dag of 50 m³ per maand of 500 m³ per jaar lozen, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen.
Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit dient deze controle-inrichting vanaf de hierna vermelde debieten bovendien te beantwoorden aan de volgende eisen: - voor debieten > 2 m³/uur of > 20 m³/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid; - voor debieten > 50 m³/uur (lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat) of > 100 m³/uur (lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat): de plaatsing van debietsmeet- en bemonsteringsapparatuur volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen.
Artikel 4.2.5.1.1 §2 van Vlarem II
Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit dient de in § 1 voorgeschreven bemonsteringsapparatuur steeds in werking te zijn volgens de voorschriften van de constructeur, en in die zin dat er te allen tijde een 24-uur debietsproportioneel mengmonster kan worden genomen, om toe te laten de in artikel 4.2.6.1 beschreven controlebemonstering uit te voeren
Voorgesteld alternatief/aanvulling: In afwijking van Vlarem II, artikelen 4.2.5.1.1 § 1 en § 2 dient geen meetgoot geplaatst te worden.
|
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 10 december 2024 | 13 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 10 december 2024 | 17 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 10 december 2024 | 11 februari 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de hernieuwing van de exploitatie van een bestaand tankstation.
De aanvraag is gesitueerd op de parking van Colruyt Merksem, gelegen in de oksel van de Groenendaallaan en Winterling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.
De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening aangezien er geen stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd. Het betreft een verlenging van de huidige vergunde toestand.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het DATS 24-tankstation, gelegen aan de Groenendaallaan 111 te 2170 Merksem (Antwerpen), biedt verschillende brandstoffen aan voor gemotoriseerde voertuigen, waaronder diesel, euro 95 E10 en super +98. Bij dit station kunnen klanten 24 uur per dag en 7 dagen per week tanken. De lopende vergunning eindigt op 10 augustus 2026.
In het aanvraagdossier wordt vermeld dat het tankstation ook CNG (Compressed Natural Gas) aanbiedt. De aanvrager bevestigde op 9 december 2024 echter dat deze vermelding onjuist was en dat het tankstation enkel benzine en diesel aanbiedt.
Met voorliggende aanvraag wordt de hernieuwing voor een termijn van onbepaalde duur aangevraagd. Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruikgemaakt om enkele actualisaties en wijzigingen door te voeren.
De opslag van benzine en diesel (rubrieken 17.3.2.1.1.2° en 17.3.2.2.2°a) blijft ongewijzigd evenals het aantal verdeelpompen (rubriek 6.5.2°). Het tankstation beschikt over 12 verdeelslangen.
De opslag van diesel (54,6 ton) en benzine (46,5 ton) vindt plaats in vier ondergrondse dubbelwandige tanks, elk met een inhoud van 30.000 liter. Twee tanks zijn bestemd voor diesel en twee voor benzine. Deze opslagtanks zijn voorzien van een lekdetectie om eventuele lekken snel te detecteren en een kathodische bescherming om lekken te voorkomen. Daarnaast zijn de tanks ook uitgerust met een overvulbeveiliging.
De tanks hebben een ontluchting van vier meter hoog. Het tankstation is uitgerust met een damprecuperatiesysteem fase 1, waarbij door de koppeling van een dampretourslang, de verdreven brandstofdampen tijdens het tanken terug worden gevoerd naar de tankwagen.
Daarnaast beschikt het station over een damprecuperatiesysteem fase 2, dat brandstofdampen tijdens het tanken terugstuurt naar de opslagtanks. Dit systeem is voorzien van een automatisch bewakingssysteem dat gekoppeld is aan de alarmcentrale van DATS 24. De werking wordt driejaarlijks gecontroleerd door een erkend deskundige en jaarlijks getest door DATS 24 aan de hand van een fluitsignaaltest. Door de genomen maatregelen wordt de uitstoot van VOS-emissies voldoende beperkt.
Na verzoek van de vergunningverlenende overheid werden geldige keuringsattesten voor de dubbelwandige opslagtanks, evenals een inspectieverslag van het damprecuperatiesysteem fase 2 aangeleverd.
De tankpiste is voorzien van een vloeistofdichte verharding. Het mogelijk verontreinigde hemelwater van de vloeistofdichte piste aan de tankplaatsen en vulpost, evenals van de overloop van de mangaten van de tanks, wordt verzameld en via een koolwaterstoffenafscheider (KWS) met coalescentiefilter geleid alvorens te lozen in de openbare riolering. Het niet-verontreinigde hemelwater van de luifel wordt opgevangen in een bufferput en rechtstreeks geloosd in de openbare riolering. Een deel van het regenwater wordt hergebruikt voor het reinigen van het tankstation. VMM legt het gebruik van een coalescentiefilter expliciet op in voorwaarden. De voorwaarde wordt overgenomen in de bijzondere milieuvoorwaarden.
De aanwezige KWS zorgt ervoor dat de concentratie van koolwaterstoffen in het afvalwater na filtering minder dan 5 mg/l is. De KWS-afscheider is uitgerust met een online controlesysteem dat gekoppeld is aan de alarmcentrale van DATS 24. Bij elk alarm wordt de KWS gecontroleerd en indien nodig geledigd en gereinigd. Daarnaast wordt de KWS jaarlijks visueel gecontroleerd, evenals de werking van het controlesysteem en de doorschakeling naar de centrale. Naast lediging en reiniging bij alarmen of incidenten met gemorste of gelekte brandstof, wordt de KWS ook jaarlijks geledigd en gereinigd. Na verzoek van de vergunningverlenende overheid werd een recent ledigingsattest van de slibopvang- en koolwaterstofverwijderingsinstallatie (KWS-afscheider) aangeleverd.
De afvalstoffen (koolwaterstoffen) worden afgevoerd naar een erkend afvalstoffenverwerker.
De exploitant dient strikt de milieuvoorwaarden na te leven inzake de werking en het onderhoud van de KWS-afscheider, zoals opgenomen in afdeling 4.2.3bis van Vlarem II.
Het lozen van bedrijfsafvalwater wordt aangepast conform de richtlijnen van VMM, waardoor het debiet stijgt van 1,5 m³/uur naar 3,66 m³/uur. Er wordt een bijstelling gevraagd van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II dat bepaalt dat er een meetgoot dient geplaatst te worden vanaf een (bedrijfsafvalwater) lozingsdebiet van meer dan 2 m³/uur. Deze bijstelling wordt gunstig geadviseerd.
Het gemiddelde aantal klanten per dag bedraagt 211. Het aantal leveringen varieert tussen 4 à 7 per week. Het maximum load-principe wordt toegepast. De vrachtwagens komen vol aan en vertrekken leeg. Dankzij de gecompartimenteerde laadruimte kunnen die 2 tot 3 verschillende producten vervoeren, wat de leveringstijd halveert.
Uit de uitvoeringsplannen blijkt dat het tankstation bereikbaar is via twee grote in- en uitritten.
Op 29 januari 2025 verleende de Hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies. De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen opgevolgd te worden.
Volgens het attest van BOFAS, toegevoegd aan het dossier, blijkt dat er geen verbod is tot aflevering van een omgevingsvergunning voor de verdere uitbating van het bestaande tankstation op deze locatie.
Stikstof
Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4 §3). Dat is hier niet van toepassing.
Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Er dienen geen adviezen gevraagd te worden.
Vergunningsduur
De projectlocatie maakt deel uit van een zone waarop ontwerpend onderzoek aan de gang is ter voorbereiding van een nieuw RUP. De exploitant bevestigde op 19 maart 2025 rekening te willen houden met deze toekomstige ontwikkeling en akkoord te gaan met een vergunningsduur van 10 jaar.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting DATS Merksem) | 3,66 m³/uur |
6.5.2° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en): overige inrichtingen; (inrichting DATS Merksem) | 12 verdeelslangen |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; (inrichting DATS Merksem) | 54,60 ton |
17.3.2.2.2°a) | opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; (inrichting DATS Merksem) | 46,50 ton |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De lozing gebeurt via een KWS-afscheider met coalescentiefilter.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 november 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 10 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | 20 december 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 18 januari 2025 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 5 maart 2025 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 maart 2025 |
Verslag GOA | 6 maart 2025 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. De lozing gebeurt via een KWS-afscheider met coalescentiefilter.
2. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II moet het bedrijf geen meetgoot plaatsen.
Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SF/2025/G.00438.ME.0004 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting DATS Merksem) | 3,66 m³/uur |
6.5.2° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en): overige inrichtingen; (inrichting DATS Merksem) | 12 verdeelslangen |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; (inrichting DATS Merksem) | 54,60 ton |
17.3.2.2.2°a) | opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; (inrichting DATS Merksem) | 46,50 ton |
Het college beslist dat de vergunning wordt verleend voor een periode van 10 jaar, ingaand de dag nadat de vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt.