Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024114394 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | SHELL Nederland Chemie B.V. met als adres Chemieweg 25 te 4782SJ Moerdijk (Nederland) |
Ligging van het project: | Scheldelaan 480 te 2040 Antwerpen. |
Kadastrale percelen: | afdeling 18 sectie A nr. 61X |
waarvan: |
|
- 20240417-0083 | afdeling 18 sectie A nr. 61X (Shell Nederland Chemie BV) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | De exploitatie van een ethyleenboosterstation. |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Er zijn verscheidene stedenbouwkundige vergunningen gekend op voorliggende locatie, te beginnen bij de stedenbouwkundige vergunning (18/51593-5432/B/ - 1969831098) verleend door het college op 24 oktober 1969 voor een elektrolysebedrijf.
Voorgeschiedenis milieu
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA).
Inhoud van de aanvraag
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op de exploitatie van een ethyleenboosterstation.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | 1 x 1.136 kVA |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 18,54 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter. | 600 liter |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap voor Natuur en Bos - Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 28 oktober 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu | 28 oktober 2024 | 10 december 2024 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:
- Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
- Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Scheldelaan;
- overdrukken Hoogspanningsleiding en Leidingstraat parallel met de Scheldelaan.
Ten westen van de Scheldelaan is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, Bijzondere natuurgebieden en – voor de Schelde – Bestaande waterwegen.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er lijken geen stedenbouwkundige handelingen gepaard te gaan met het beoogde project. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Shell Nederland Chemie baat in de Antwerpse haven een boosterstation uit voor de doorvoer van ethyleen via leidingen naar bedrijven in België en Duitsland. In het boosterstation wordt de druk verhoogd door middel van een compressor om het ethyleen verder te transporteren naar de klanten.
In het verleden zaten de ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA) van Shell Nederland Chemie mee onder de milieuvergunning van DOW Benelux. Aangezien deze vergunning in 2025 vervalt, heeft men besloten om elk voor haar eigen IIOA een vergunning aan te vragen. De aanvrager heeft tevens via mail bevestigd dat de exploitanten beide over een eigen installaties beschikken die onafhankelijk van elkaar werken en dus afzonderlijke milieutechnische eenheden zijn.
Het gaat enkel over de doorvoer van het ontvlambare gas ethyleen, er wordt geen ethyleen opgeslagen op de site. De aanvrager stelt in het dossier dat er in totaal maximaal 40 ton vloeibare ethyleen aanwezig is op de site in de leidingen waardoor dit geen lagedrempel Sevesobedrijf (vanaf 50 ton) vormt. Het bedrijf classificeert ethyleen als ontvlambaar vloeibaar gas, categorie 1 of 2 (nummer 18 uit Tabel I.2 Drempelwaarden voor met naam genoemde gevaarlijke stoffen). Stad Antwerpen volgt de redenering dat vloeibaar gehouden ethyleen valt onder Tabel I.2, nummer 18 ontvlambaar vloeibaar gas, categorie 1 of 2 maar het leek niet realistisch dat er 40 ton ethyleen op de site aanwezig zou zijn in de leidingen. De aanvrager heeft via mail bevestigd dat er effectief maar maximaal 7 ton aanwezig is in de leidingen op de site zelf. Aangezien het een ontvlambaar gas betreft, worden standaard brandweervoorwaarden opgelegd.
Het betreft een onbemande site met een zeer geringe hoeveelheid huishoudelijk afvalwater. Dit afvalwater wordt opgeslagen in een reservoir en één maal per jaar geledigd en afgevoerd. De exploitant dient de attesten van ophaling ter inzage te houden van de toezichthoudende ambtenaar.
In voorliggend dossier wordt tevens aangegeven dat er een nieuwe constructie zal worden geplaatst voor een nieuwe boosterpomp en flowmeter. Deze constructie, E-house genoemd, en andere ondersteunende werkzaamheden zijn vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning.
In het E-house zal een transformator worden geplaatst met een vermogen van 1.136 kVA. De transformator is van het droge type dus bevat geen olie.
In het aanwezige computergebouw zijn twee airconditioningstoestellen aanwezig die werken met het koelmiddel R410A. In de nieuwe constructie (E-house) worden drie airconditioningsunits voorzien die zullen werken op het koelmiddel R407C. Rubriek 16.3.2.a) wordt aangevraagd voor een totale geïnstalleerde drijfkracht van 18,54 kW. De gebruikte koelmiddelen R410A en R407C zijn koelmiddelen met een hoog aardopwarmingsvermogen (GWP), respectievelijk 2.088 en 1.774. Het is aangewezen om deze te vervangen door koelmiddelen met een lager GWP. In het kader van duurzaamheid en het minimaliseren van de impact bij accidentele vrijstelling van gefluoreerde gassen voerde de Europese Unie verstrengde regels in rond het gebruik van koelmiddelen om zodoende de invloed ervan op de opwarming van de aarde te beperken. Voor een aantal toepassingen wordt een maximum toelaatbaar GWP opgelegd, voor een aantal toepassingen wordt op termijn een totaalverbod op F-gassen vooropgesteld (met uitzonderingen in geval van veiligheidseisen). De exploitant dient daarom warmtepompen te selecteren met een voldoende laag GWP. Meer informatie over in de toekomst toegelaten koelmiddelen en hun eventuele uitfaseringstermijn kan teruggevonden worden op https://www.vlaanderen.be/veka/energie-en-klimaatbeleid/energie-en-klimaatbeleid-voor-ondernemingen/f-gassen/20-februari-2024-nieuwe-f-gassenverordening-gepubliceerd.
Er is een gasopslagplaats aanwezig voor maximaal 600 liter gassen van waterstof (groep 1, ontvlambaar gas) en argon (groep 4, inert gas). Deze twee gassen mogen naast elkaar opgeslagen worden. De gasopslagplaats is tevens gelegen op meer dan 6 meter afstand van de gasopslagplaats van DOW Benelux.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag betreft geen project zoals vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage. Een milieueffectrapport (MER), ontheffing of project-MER-screening is bijgevolg niet vereist.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | 1 x 1.136 kVA |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 18,54 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter. | 600 liter |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
De standaardvoorwaarden BZA voor IIOA (Vlarem) bij deze beslissing gevoegd dienen strikt nageleefd te worden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 1 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 28 oktober 2024 |
Start openbaar onderzoek | 6 november 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 5 december 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 februari 2025 |
Verslag GOA | 17 januari 2025 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden standpunten, opmerkingen en/of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Bespreking van de bezwaren
Standpunten werden ontvangen van Omgevingsdienst Zeeland in het kader van het openbaar onderzoek. Men stelt geen grensoverschrijdende effecten te verwachten van voorliggend dossier.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Brandweervoorwaarden
De standaard brandweervoorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, dienen strikt nageleefd te worden.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | 1 x 1.136 kVA |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 18,54 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter. | 600 liter |
De omgevingsvergunning wordt verleend voor een termijn van onbepaalde duur.