Op 26 juni 2002 legde het college (jaarnummer 6957) de richtlijnen vast waardoor stadsreiniging grofvuilcontainers gratis ter beschikking kan stellen aan scholen en erkende jeugdverenigingen.
Op 16 mei 2014 besliste het college (jaarnummer 05226) om de beslissingsbevoegdheid over het ter beschikking stellen van grofvuilcontainers aan scholen en erkende jeugdverenigingen te delegeren aan de stadssecretaris.
Op 5 december 2014 paste het college (jaarnummer 12434) de richtlijnen aan voor het ter beschikking stellen van grofvuilcontainers. De aanpassing gebeurde om voor erkende jeugdverenigingen nog uitzondering op het DIFTAR-principe (gedifferentieerde tarieven voor de betalende fracties grofvuil en steenpuin) te kunnen toestaan.
Door de fusie met Borsbeek moet het college opnieuw een besluit nemen over de voorwaarden voor het ter beschikking stellen van grofvuilcontainers aan erkende jeugdverenigingen en over de delegatie van deze bevoegdheid zodat ze van toepassing is op het grondgebied van de gefusioneerde gemeente.
Artikel 56 §3 1° van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.
Artikel 57 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen bij reglement de uitoefening van bepaalde bevoegdheden kan toevertrouwen aan de algemeen directeur. De algemeen directeur kan de uitoefening van die gedelegeerde bevoegdheid toevertrouwen aan personeelsleden van de gemeente.
De erkende jeugdverenigingen kunnen één maal om de twee jaar gratis één container van tien tot twaalf kubieke meter aanvragen op voorwaarde dat ze een maximale inspanning doen om bruikbaar grofvuil te hergebruiken en/of weg te schenken.
Het in de ter beschikking gestelde container gestorte afval moet rechtstreeks met de jeugdwerking te maken hebben.
De delegatie van de beslissingsbevoegdheid voor het ter beschikking stellen van grofvuilcontainers aan erkende jeugdverenigingen aan de algemeen directeur wordt eveneens hernomen. Dit vereenvoudigt het administratief proces bij de uitvoering van deze beleidsbeslissing.
De algemeen directeur kan deze beslissingsbevoegdheid verder delegeren aan personeelsleden van de stad Antwerpen.
Door de fusie moet het besluit over de voorwaarden voor het ter beschikking stellen van grofvuilcontainers aan verenigingen en het bestaande delegatiebesluit worden opgeheven. Een nieuwe beslissing is nodig om de voorwaarden en de delegatie van toepassing te maken op het ganse grondgebied van de nieuwe gemeente.
De collegebeslissing van 26 juni 2002 (jaarnummer 6957) wordt eveneens opgeheven om verwarring te voorkomen.
Het college keurt goed om het besluit van 26 juni 2002 (jaarnummer 6957) op te heffen.
Het college keurt goed om het delegatiebesluit van 16 mei 2014 (jaarnummer 05226) op te heffen.
Het college keurt goed om het besluit van 5 december 2014 (jaarnummer 12434) op te heffen.
Het college keurt goed om de beslissingsbevoegdheid over het ter beschikking stellen van grofvuilcontainers aan erkende jeugdverenigingen over te dragen aan de algemeen directeur.
Het college keurt goed dat de algemeen directeur de aan hem overgedragen beslissingsbevoegdheid over het ter beschikking stellen van grofvuilcontainers aan erkende jeugdverenigingen verder kan delegeren aan personeelsleden.