Terug
Gepubliceerd op 27/01/2025

2025_CBS_00318 - Omgevingsvergunning - OMV_2024082699. Schotensesteenweg 261. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/01/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2025_CBS_00318 - Omgevingsvergunning - OMV_2024082699. Schotensesteenweg 261. District Deurne - Goedkeuring 2025_CBS_00318 - Omgevingsvergunning - OMV_2024082699. Schotensesteenweg 261. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024082699

Gegevens van de aanvrager:

AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als contactadres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen (0824037071) met als contactadres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Schotensesteenweg 261 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nr. 475W5

waarvan:

 

-          20240702-0001

afdeling 30 sectie A nr. 475W5 (Schotensesteenweg 261)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

voorzien van tijdelijke containerklassen en de exploitatie van warmtepompen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          03/05/2019: tijdelijke vergunning (OMV_2019003026) voor het rechtzetten van de omgevingsvergunning OMV_2018049241;

-          07/09/2018: tijdelijke vergunning (OMV_2018049241) voor het slopen en uitbreiden van een bestaande school.

 

Vergunde toestand

-          inrichting:

  • braakliggend terrein (gazon);

 

Bestaande toestand - Nieuwe toestand

-          functie:

  • gemeenschapsvoorziening – vrijstaande containerklassen met 6 klaslokalen met verblijfsruimtes, sanitair en berging;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak;

-          gevelafwerking:

  • grijs gemoffelde geprofileerde metalen plaat en wit pvc schrijnwerk;
  • gegalvaniseerde stalen buitentrap;

-          inrichting:

  • draadafsluiting hoogte 1,8 meter;
  • verharde speelruimte.

 

Inhoud van de aanvraag

-          plaatsen van tijdelijke containerklassen voor 6 klassen met vrijetijdsruimtes, sanitair cellen;

-          de tijdelijke containerklassen zijn een uitbreiding van de bestaande school die zich bevindt op huisnummer 252;

-          voorzien van nieuwe verharding.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag heeft betrekking op de exploitatie van 10 warmtepompen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

 

Aangevraagde rubriek(en) Schotensesteenweg 261
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

13,34 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

6 december 2024

9 januari 2025

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

6 december 2024

9 december 2024

Geen advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

6 december 2024

18 december 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

6 december 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

6 december 2024

19 december 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

6 december 2024

10 december 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

6 december 2024

16 december 2024

Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Onderwijsbeleid/ Capaciteit

6 december 2024

9 december 2024

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

  

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 7: de dimensionering van de bestaande hemelwaterputten is kleiner dan het berekende volume in de hemelwaterverordening;
  •  Artikel 8:
    • de dimensionering van de bestaande infiltratievoorziening is kleiner dan het berekende volume in de hemelwaterverordening;
    • de infiltratievoorziening werd ondergronds geplaatst;

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 18 Niveauverschillen: het project voldoet niet aan dit artikel, er wordt geen lift voorzien.

 

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023).
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 8 Visuele en vormelijke inpassing:
    De afwerking van gevels respecteert of waardeert het straatbeeld en de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld niet.
  • Artikel 9 Minimale hoogte van ruimten:
    De hoogte in de klassen is 2,58 meter, dit moet minimaal 2,60 meter zijn.
  • Artikel 32 POET-principe is leidend:
    Er worden geen parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien.
  • Artikel 33 Fietsparkeren maximaal op eigen terrein:
    Er worden geen fietsstalplaatsen voorzien.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving).

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-      MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-      Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

  • Stationaire bronnen: 

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

  • Mobiliteitsgerelateerde projecten:

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

 

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit). 
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-      Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 6 ‘ruimtelijke draagkracht’. De nieuwbouw containerklassen wijken af van de kenmerkende bebouwing die in hoofdzaak bestaat uit bakstenen één- en meergezinswoningen. Echter betreft het een tijdelijke inrichting waardoor een afwijkende constructie motiveerbaar is. Bijkomend zijn er diverse onderwijsgebouwen aan de overzijde van de straat, waar eveneens verschillende tijdelijke containerunits vergund zijn. Gelet op de bouwcode artikel 3 is een afwijking dan ook aanvaardbaar.

 

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 9 ‘minimale hoogte van ruimten’. De vrije binnenhoogte van 2,58 meter is lager dan 2,60 meter. Echter betreffen dit prefabvolumes met moeilijk te wijzigen afmetingen. Bijkomend beschikken de containers over meer dan voldoende lichtinval waardoor de inpandige gebruikskwaliteit vergroot. Gelet op de bouwcode artikel 3 is een afwijking voor 2 centimeter dan ook aanvaardbaar.

 

De aanvraag wijkt af van de bouwcode artikel 33 ‘fietsparkeren’, meerbepaald van de stallingsnormen voor gewoon onderwijs. Gelet op bouwcode artikel 3 is een afwijking aanvaardbaar, volgens de motivering van de dienst Mobiliteit: “Vermits het een school voor bijzonder onderwijs betreft, kan er afgeweken worden van de stallingsnormen voor gewoon onderwijs. Alle leerlingen van deze school komen ofwel met de bus naar school of worden met de auto tot aan de school gebracht. Omwille van hun beperkingen zijn de kinderen niet in staat om zelfstandig met de fiets naar school te komen.

Er worden wel 3 fietsstalplaatsen voorzien voor het personeel uitgaande van een modal split van 50/50. Deze fietsstalplaatsen komen op de site van de reeds bestaande school aan de overzijde van de straat. Vermits ook de lerarenkamer en dergelijke zich daar bevinden, is dit geen probleem.”
Als voorwaarde voor vergunning wordt wel opgelegd dat de 3 bijkomende fietsstalplaatsen moeten voorzien worden in de bestaande fietsstalling onder het gebouw op nummer 252, in navolging van de voorwaarde uit het advies van Mobiliteit: “De fietsstalplaatsen moeten wel overdekt zijn en afgesloten kunnen worden.”

 

De aanvraag voorziet niet in het realiseren van twee autostalplaatsen voor de bijkomende tijdelijke units, terwijl er op het perceel wel gelegenheid is om deze te realiseren.

Conform vergunning OMV_2018049241 (september 2018) blijft gelden dat twee autostalplaatsen moeten voorzien worden aan de voorzijde van de klascontainer te Schotensesteenweg 252, conform artikel 32 van de bouwcode met één in- en uitrit aan de Schotensesteenweg, en met behoud van de bestaande bomen zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan bij OMV_2018049241.

Om deze voorwaarde te kunnen realiseren, moet de tuinzone bij de klascontainer te Schotensesteenweg 252, zoals vergund in OMV_2019001925 (maart 2019), verplaatst worden naar de achterzijde van de klascontainer. Een omheinde, prikkelarme tuin is namelijk noodzakelijk voor de doelgroep. De tuinzone moet aansluiten tegen de achtergevel van de klascontainer. De inrichting, de omheining, en de oppervlakte moeten hetzelfde blijven zoals vergund in OMV_2019001925.

Dit wordt opgelegd in de voorwaarden bij de vergunning.

 

De aanvraag wijkt af van de verordening toegankelijkheid. Een ongunstig toegankelijkheidsadvies werd afgeleverd door Inter op 8 januari 2024, gekend onder nummer 20252765.

In het advies zijn afwijkingen vastgesteld, meer specifiek:

1) artikel 22-26: toegangen, deuropeningen en deuren:

De aanliggende circulatieruimte ter hoogte van de deur van de inkom naar klas 2 voldoet niet:

Bij manueel bedienbare deuren moet aan de krukzijde van de deur voor een aanliggende vlakke wand en vloer gezorgd worden van minstens 45 cm breed (ruwbouw), na afwerking minstens 50 cm breed. Als de bestaande deur geautomatiseerd wordt dan vervalt deze aanliggende circulatieruimte van minstens 50 cm.

Voor de onvoldoende aanliggende circulatieruimte aan deze deur wordt een afwijking gevraagd omwille van volgende redenen:

-          Het betreft een bestaande, niet vergunde (= vergunning vervallen) toestand.

-          De ontbrekende aanliggende circulatieruimte wordt niet als een tekortkoming/probleem ervaren door de gebruikers.

-          De lokalen zijn geen specifieke vaklokalen. Bij aanwezigheid van een niet-mobiele leerling/leerkracht zal de school een meer geschikte locatie in de bestaande school vrijmaken aan de hand van een wissel (nr. 261, nrs. 250-252-256).

-          Klas 2 is ook rechtstreeks met een buitendeur toegankelijk, aan deze buitendeur is er voldoende aanliggende circulatieruimte.

-          Gezien het tijdelijke karakter, de klassen zullen nog voor maximaal 5 jaar in gebruik blijven en verdwijnen dan definitief van deze site, is het plaatsen van een automatisatie geen duurzaam gegeven.

 

2) artikel 29/2-32: toilet / douchecombinatie

Sanitair in klas 1, 2 en 3 voldoet niet:

De afstand tussen de voorzijde van de toiletpot en de achterliggende wand moet minstens 70 cm bedragen, dit is niet zo bij alle drie de toiletten. De vloer van de douchezone moet drempelloos aansluiten op de vloer van de doucheruimte, de helling van de vloer moet beperkt blijven tot maximaal 2%.

De vloer is drempelloos uitgevoerd, de helling bedraagt niet meer dan 2%.

De oppervlakte van de douchezone moet minstens 120 cm x 120 cm bedragen.

Een zone van 120 cm x 120 cm is ter beschikking.

Er zijn nergens douchezitjes aanwezig.

Omwille van de beperkte draagkracht van de bestaande wanden wordt gekozen voor een losstaande douchezit.

 

Voor het tekort in deze sanitaire ruimtes, namelijk afstand toilet tot achterliggende wand, wordt een afwijking gevraagd:

-          Het betreft een bestaande, niet vergunde (= vergunning vervallen) toestand.

-          De gebruikers zijn leerlingen type 2, deze kinderen hebben een matige of ernstige mentale beperking maar doorgaans geen fysieke beperkingen waardoor de beperkte afstand van het toilet tot de achterliggende wand geen probleem geeft. Bij aanwezigheid van een niet-mobiele leerling/leerkracht zal de school een meer geschikte locatie in de bestaande school vrijmaken aan de hand van een wissel (nr. 261, nrs. 250-252-256).

 

Omwille van de hierboven aangehaalde redenen zijn de afwijkingen van de verordening toegankelijkheid aanvaardbaar.

 

De aanvraag wijkt af van de verordening hemelwater.

De afvoer van het regenwater is uitgevoerd volgens de richtlijnen gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten bij stedenbouwkundige vergunning van 3 mei 2019. Aangezien het hier over een nieuwe aanvraag gaat is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater 2023 van toepassing.

De aanwezige infiltratievoorziening is volgens de hemelwaterverordening 2023 net te klein gedimensioneerd. Een afwijking kan toegestaan worden omwille van:

-          De grootte van de bestaande hemelwaterput:
De bestaande put is overgedimensioneerd. Bijkomend is er een grote afname.
Er kan aangenomen worden dat de bestaande put ook dienstdoet als bufferbekken waardoor er weinig overloop is naar de bestaande infiltratievoorziening.

-          Het tijdelijke karakter van de units:
De klassen zullen nog voor maximaal 5 jaar in gebruik blijven en verdwijnen dan definitief van deze site. Gezien het tijdelijke karakter van de units is het plaatsen van een bijkomende infiltratievoorziening geen duurzaam gegeven.

Het perceel is gedeeltelijk verhard om een veilige speelruimte te voorzien voor de leerlingen.

Alle verharding vloeit af op eigen terrein en valt dan ook niet onder het toepassingsgebied van de verordening.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende tijdelijke containerklassen zijn inpasbaar in de omgeving, gelet op de onderwijsfuncties aan de overzijde van de straat, en de scholencampus op de hoek verderop met de Jozef van Poppelstraat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het betreft de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de tijdelijke huisvesting van een school door middel van mobiele units bestaande uit 2 bouwlagen onder plat dak en ingericht als 6 klassen en bijhorend sanitair met als doelgroep jongeren met een verstandelijke handicap. Deze school is een uitbreiding van de bestaande school die zich bevindt op huisnummer 252. Het gebouw is ingeplant tegen de Schotensesteenweg. In de omgeving van het perceel is een verscheidenheid van bouwstijlen aanwezig.

Aangezien de laatste vergunning van voorlopige duur verlopen is, wordt er een nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd voor tijdelijke duur.

 

De campus van ‘De Leerexpert’ aan de Schotensesteenweg wordt volledig herontwikkeld binnen een DBFM-project. De werken (in 2 fasen) kunnen ten vroegste in 2026 starten en in 2030 opgeleverd worden, maar vertragingen van 1 of meerdere jaren zijn mogelijk (onder meer aangezien verhuisbewegingen van een school organisatorisch enkel mogelijk zijn in een vakantieperiode die langer dan een week duurt). De vergunning voor Schotensesteenweg 261 wordt gevraagd tot aan het einde van de werken van fase 1 en ingebruikname van het schoolgebouw. Er wordt momenteel ingeschat dat in het najaar van 2029 de units verwijderd kunnen worden (inclusief 1 jaar marge).

 

De bestaande toestand van de units blijft behouden, er worden geen wijzigingen uitgevoerd.

Het containervolume van 2 bouwlagen met plat dak, 21 meter breed, 12 meter diep, met kroonlijsthoogte 6,14 meter, is aanvaardbaar. Naar analogie met artikel 38 uit de eerder geldende bouwcode werd geen groendak voorzien omdat het een tijdelijke constructie betrof. De dakbedekking is momenteel niet uitgevoerd in een lichtkleurige dakbedekking maar gezien het tijdelijke karakter van de units is het niet duurzaam deze te vernieuwen of alsnog een groendak aan te leggen. De units voorzien slechts 6 klassen en sanitaire cellen. De overige functies, zoals een lerarenlokaal, worden opgevangen in het hoofdgebouw aan de overzijde van de straat.

 

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen. Het advies is voorwaardelijk gunstig:

“Na afloop van de vergunning moeten dezelfde bodem en- boombeschermende maatregelen genomen worden als bij plaatsing van de units. De groendienst adviseert hiervoor beroep te doen op een gecertificeerde firma/boomwerker die de bomen begeleidt gedurende de volledige duurtijd van de werken.

Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan ronddraait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of dergelijke.”

De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen worden opgenomen bij de vergunning.

 

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Onderwijsbeleid. Het advies is gunstig, en verwijst naar de vraag naar tijdelijke huisvesting die door het acute en chronische tekort aan onderwijscapaciteit vele malen groter is dan het aanbod.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels van de containerunits worden uitgevoerd met grijze gevelpanelen, het buitenschrijnwerk in wit kunststof. Details worden uitgevoerd in PVC. De verharding rondom de nieuwe containerunits wordt ingericht volgens de specifieke behoeftes van het doelpubliek: hulpbehoevende jongeren met verstandelijke beperking. Per gelijkvloerse klas wordt een aparte buitenruimte voorzien, afgescheiden met een draadafsluiting tot 1,80 meter hoogte. Er wordt geopteerd voor waterdoorlatende rubbertegels (valdemping en niet-eetbaar).

De voorgestelde materialen zijn aanvaardbaar.

 

Cultuurhistorische aspecten

Vanuit de dienst Monumentenzorg is er geen bezwaar tegen het project. Bij de vorige aanvraag voor het realiseren van de tijdelijke school werd gunstig advies gegeven: “Het ‘gemeentelijk instituut voor buitengewoon secundair onderwijs’ (Schotensesteenweg 250-252) is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed omwille van zijn architecturale, artistieke en stedenbouwkundige waarde. Schoolcomplex in laat-modernistisch baksteenbrutalisme, in 1972-1973 ontworpen door de Deurnese architect Etienne Oppeel als gemeentelijk instituut voor buitengewoon secundair onderwijs met ateliers voor afdelingen metaal, hout, en bouw. Het geheel kwam tussen 1976 en 1988 in drie bouwfasen tot stand. Van een gepland sportcomplex met bibliotheek werd om budgettaire redenen enkel de turnzaal uitgevoerd.

Het gebouw aan de overzijde (Schotensesteenweg 261) werd wegens geringe erfgoedwaarde tijdens de recente herinventarisatie van Deurne niet weerhouden voor opname in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

De sloop van een bestaand pand op huisnummer 261 is dan ook te motiveren vanuit erfgoedoogpunt. Na de sloop zal men de bestaande school (die zich bevindt op huisnummer 252) uitbreiden door de plaatsing van prefab huurunits voor 6 klassen en bijhorend sanitair op dit perceel. De plaatsing van de units wordt beperkt tot een periode van 5 jaar.”

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De voorwaarden uit de adviezen van Aquafin en Fluvius worden opgelegd bij de vergunning.

Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. Voor secundair onderwijs legt de bouwcode een parkeerbehoefte op van 4 parkeerplaatsen/100 leerlingen. Er zullen in het gebouw 48 leerlingen les krijgen. De parkeerbehoefte bedraagt dus 2. De werkelijke parkeerbehoefte is 2.

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er zijn geen nuttige plaatsen voorzien op eigen terrein.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

De plaats op het perceel waar de plaatsen moeten worden voorzien worden in rood aangeduid op het inplantingsplan bij OMV_2018049241.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het betreft een omgevingsvergunningsaanvraag voor tijdelijke mobiele units voor huisvesting van een school. De units bestaan uit twee bouwlagen onder een plat dak, ingericht als zes klassen en bijhorend sanitair met als doelgroep jongeren met een verstandelijke handicap. Aangezien de laatste vergunning van voorlopige duur ondertussen verlopen is, wordt er een nieuwe omgevingsvergunning gevraagd voor tijdelijke duur.

 

De aanvraag heeft betrekking op de exploitatie van 10 warmtepompen voor de verwarming en koeling van de mobiele units. De warmtepompen hebben een totaal elektrisch vermogen van 13,34 kW en maken gebruik van het koelmiddel R410a. Koelmiddel R410a heeft een Global Warming Potential (GWP) van 2.088. In het kader van duurzaamheid en het minimaliseren van de impact bij accidentele vrijstelling van gefluoreerde gassen voerde de Europese Unie verstrengde regels in rond het gebruik van koelmiddelen om zodoende de invloed ervan op de opwarming van de aarde te beperken. Voor een aantal toepassingen wordt een maximum toelaatbaar GWP opgelegd, voor een aantal toepassingen wordt op termijn een totaalverbod op F-gassen vooropgesteld (met uitzonderingen in geval van veiligheidseisen). De exploitant dient daarom koelmiddelen te selecteren met een voldoende laag GWP. Meer informatie over in de toekomst toegelaten koelmiddelen en hun eventuele uitfaseringstermijn kan teruggevonden worden op https://www.vlaanderen.be/veka/energie-en-klimaatbeleid/energie-en-klimaatbeleid-voor-ondernemingen/f-gassen/20-februari-2024-nieuwe-f-gassenverordening-gepubliceerd.

 

De buitenunits van de warmtepompen worden op het plat dak van twee bouwlagen hoog geplaatst. De exploitant wordt erop gewezen de toepasselijke geluidsnormen zoals opgenomen in Vlarem II in acht te nemen.

 

De lozing van huishoudelijk afvalwater blijft onder de drempel van 600 m³ per jaar en wordt aanzien als niet-ingedeelde inrichting, evenals de opslag van gevaarlijke producten.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  2. De bijgevoegde voorwaarden uit het advies van Aquafin zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  3. De bijgevoegde voorwaarden uit het advies van Fluvius zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  4. De 3 bijkomende fietsstalplaatsen moeten voorzien worden in de bestaande fietsstalling onder het gebouw op nummer 252, deze moeten inpandig en volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode artikel 33 voorzien worden.
  5. Er zijn twee autostalplaatsen te voorzien conform artikel 32 van de bouwcode met één in- en uitrit aan de Schotensesteenweg en met behoud van de bestaande bomen zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan bij OMV_2018049241.
     Om deze voorwaarde te kunnen realiseren, moet de tuinzone bij de klascontainer te Schotensesteenweg 252, zoals vergund in OMV_2019001925 (maart 2019), verplaatst worden naar de achterzijde van de klascontainer. Een omheinde, prikkelarme tuin is namelijk noodzakelijk voor de doelgroep. De tuinzone moet aansluiten tegen de achtergevel van de klascontainer. De inrichting, de omheining en de oppervlakte moeten hetzelfde blijven zoals vergund in OMV_2019001925.
  6. Volgende voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen zijn strikt na te leven:
    • Na afloop van de vergunning moeten dezelfde bodem en- boombeschermende maatregelen genomen worden als bij plaatsing van de units. De groendienst adviseert hiervoor beroep te doen op een gecertificeerde firma/boomwerker die de bomen begeleidt gedurende de volledige duurtijd van de werken.
    • Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan ronddraait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of dergelijke.
  7. De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen tot 31 december 2030 in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor een termijn verstrijkend op 31 december 2030.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Schotensesteenweg 261)

13,34 kW

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 september 2024

Volledig en ontvankelijk

6 december 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

4 februari 2025

Verslag GOA

14 januari 2025

Naam GOA

Cynthia Steurs en Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.


Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  2. De bijgevoegde voorwaarden uit het advies van Aquafin zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  3. De bijgevoegde voorwaarden uit het advies van Fluvius zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  4. De 3 bijkomende fietsstalplaatsen moeten voorzien worden in de bestaande fietsstalling onder het gebouw op nummer 252, deze moeten inpandig en volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode artikel 33 voorzien worden.
  5. Er zijn twee autostalplaatsen te voorzien conform artikel 32 van de bouwcode met één in- en uitrit aan de Schotensesteenweg en met behoud van de bestaande bomen zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan bij OMV_2018049241.
     Om deze voorwaarde te kunnen realiseren, moet de tuinzone bij de klascontainer te Schotensesteenweg 252, zoals vergund in OMV_2019001925 (maart 2019), verplaatst worden naar de achterzijde van de klascontainer. Een omheinde, prikkelarme tuin is namelijk noodzakelijk voor de doelgroep. De tuinzone moet aansluiten tegen de achtergevel van de klascontainer. De inrichting, de omheining en de oppervlakte moeten hetzelfde blijven zoals vergund in OMV_2019001925.
  6. Volgende voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen zijn strikt na te leven:
    • Na afloop van de vergunning moeten dezelfde bodem en- boombeschermende maatregelen genomen worden als bij plaatsing van de units. De groendienst adviseert hiervoor beroep te doen op een gecertificeerde firma/boomwerker die de bomen begeleidt gedurende de volledige duurtijd van de werken.
    • Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan ronddraait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of dergelijke.
  7. De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen tot 31 december 2030 in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Schotensesteenweg 261)

13,34 kW

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is tot 31 december 2030.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.